22 februari 2009

De huishoudbeurs

Vandaag is de allerlaatste dag van de Huishoudbeurs, de beurs voor huishoudend Nederland en aanverwanten. Als je nog van plan was erheen te gaan kan je maar beter accepteren dat je kans kompleet vergeven is. Om nu nog even voor een klein uurtje naar binnen te rennen heeft totaal geen zin meer. Volgend jaar beter zou ik zeggen...

Ikzelf heb geen enkele intentie om nog naar de huishoudbeurs te gaan. Afgelopen zondag was mijn dag om de beurs der huishoudelijkheden te vereren met een bezoek. Overigens geheel vrijwillig indien iemand het vreemde idee kreeg dat ik als man-zijnde niet met plezier naar de huishoudbeurs zou kunnen gaan. Nu weet ik ook wel dat de meeste mannen die daar rondlopen in een bepaalde mate gedwongen zijn door hun vrouw om te dienen als tasjesdrager of beter gezegd als pakezel. Het gevolg daarvan is dat mannen normaal gesproken weigeren om mee te gaan naar de huishoudbeurs terwijl ze diep in hun hard net zo goed genieten van alle koopjes, vreemde gadgets en proeverijen die te vinden zijn op de beurs. Aan de andere kant kan het ook een manier van vrouwen zijn om even zonder "de man" op stap te gaan naar iets wat eigenlijk totaal niets toevoegt aan het leven.

In ieder geval is sinds jaar en dag de Huishoudbeurs een aangelegenheid waar alleen vrouwen in grote getallen op af komen. Hele vriendinnengroepen spreken af om massaal de beurs te bezoeken. Overal waar je kijkt op de beurs zie je vrouwen rondlopen. Vrouwen in alle maten, maar vooral in één maat... Het is toch een bepaald type vrouw dat de huishoudbeurs bezoekt en dat is ook aan het aanbod aan kraampjes en stands te zien. Het hele idee van de huishoudbeurs als plaats waar de nieuwste zaken op het gebied van huishouden en verzorging is over de loop der jaren steeds meer naar de achtergrond verdwenen. Tegenwoordig is het meer een plaats geworden waar je kan graaien naar koopjes en goedkope aanbiedingen. Men komt vooral af op de beursaanbiedingen zoals ze daar heten. Goedkope multiverpakkingen van producten die allang op de markt liggen worden met veel verve van de hand gedaan. Vrouwen en hun meegetoornde mannen verdringen zich voor de verschillende als kramen uitgestalde stands om te profiteren van de koopjes.

Om een idee te krijgen van het volk dat op de huishoudbeurs komt moet je eens een Aldi, Lidl of Zeeman binnenstappen. Je zal ogenschijnlijk dezelfde koppen treffen als op de huishoudbeurs, geen twijfel mogelijk. Niet dat het iets uitmaakt, daar is de huishoudbeurs tenslotte voor in het leven geroepen. Ook voor de lelijke, armlastige en vooral grijze medemens verspeend van elk talent maar mogelijk horen er gelegenheden te zijn waar ze hun hart kunnen ophalen. Dat is belangrijk. Er moet iets zijn waar je je hart aan kan ophalen. Elke week carnaval vieren kan nooit genoeg zijn en carnaval is toch iets anders dan de meer serieuze huishoudbeurs. Alleen maar feesten is ook vervelend en daarom hebben ze de huishoudbeurs in het leven geroepen. Eens per jaar lekker struinen tussen huishoudelijkheden en gelijkgestemde geesten.

Daarom kan ik iedereen ook van harte aanraden om de huishoudbeurs te bezoeken. Ten eerste zal je voor geen meter opvallen. Iedereen is dezelfde grijze muis als je buurvrouw is. Niemand is daar gelijk, maar er is niemand die het zal opvallen. Net alsof je in een druk restaurant de Telegraaf zit te lezen en pas als je de laatste bladzijde omgeslagen hebt ontdekt dat je al die tijd bij McDonalds heb gezeten. Buiten dat om is de huishoudbeurs ook een geweldige plaats om je zonder schroom vol te eten aan alle hapjes die je mag proeven. Proeven aan chocoladeballetjes, soepen, koffievariëteiten, toastjes met allerhande smeersels en weet ik wat nog meer. Het is een waar feest van kleine hapjes en koopwaar. Hierdoor is het een beurs voor iedereen en is er meer te doen dan het oog ontmoet. Je kan er geweldig de onderzijde van de Nederlandse beschaving ervaren terwijl je laaft aan de overal verkrijgbare gratis hapjes. Ik weet zeker dat je de beurs verlaat met een goed gevoel. Een heel goed en voldaan gevoel, maar dat moet je zelf maar eens gaan ervaren. Het is in ieder geval goed voor lichaam en geest om eens naar de huishoudbeurs te gaan, ook voor mannen.

21 februari 2009

Ontwerpen voor een ceedeehoes

Niet zo lang geleden werd ik gevraagd om een hoesontwerp te maken voor de debuutceedee voor de belgische formatie Im:Prod Aangezien het om een debuutalbum ging had ik totaal geen referentiekader van muziek waarop ik mijn tekenkunsten op kon botvieren, maar gelukkig had ik al twee nummers kunnen horen. Twee nummers die volgens mij de geboorte van Im:Prod inluiden, maar dat kan ik ook geheel mis hebben en eerlijk gezegd doet dat er ook totaal niet toe.

De twee nummers die ik kon beluisteren klonken mij als aangename geluiden in de oren en het leek (overigens is de tegenwoordige tijd van dit werkwoord nog steeds op zijn plaats) het idee om voor dit project een ceedeehoes te ontwerpen mij een puik plan. Edoch is het wel lastig om een idee te vormen voor een hoesje als je nog weinig ideeën hebt hoe de uiteindelijke ceedee gaat klinken. Om de een of andere vreemde reden heb ik het idee dat er ergens een overeenkomst tussen het beeld en geluid moet bestaan, maar dat heb ik na verloop van tijd maar laten varen. Om het gemis aan uitgebreide ideeën over het geluid te compenseren liet ik gewoon soortgelijke muzikaliteiten uit mijn boxen schallen. Vooral toen het idee dat het volstrekt onmogelijk is om van te voren te weten hoe een ceedee gaat klinken in mijn gedachten begon te groeien wist ik helemaal los te gaan op het lijnenwerk. Ik liet vrij in het begin al het idee los dat ik een ceedeehoes aan het ontwerpen was. Ik begon gewoon lijnen op papier te trekken en af te wachten welke beelden mijn handen leken te vormen. Tenslotte is dat de manier waarop ik mijn werken maak. Nadenken over welke lijnen je op papier gaat zetten is funest voor de uiteindelijke afwerking. Sterker nog het vermoord je fantasie en dat is iets wat niet in mijn wereld past.

Doordat ik het idee van ontwerpen tijdens het tekenen geheel losgelaten had hoefde ik mijzelf ook niet meer aan de grenzen vast te houden. Grenzen zijn soms best makkelijk, zelfs noodzakelijk maar in dit geval waren ze geheel overbodig. Ik was ook blij dat ik ze overboord had kunnen gooien, het resultaat mag er in mijn ogen dan ook naar wezen. Nu ben ik nooit tevreden wanneer ik een tekening tot zijn volle wasdom heb gebracht, maar er moet ergens een einde zijn. Ik moet een keer stoppen met tekenen aan een tekening. Vroeger heb ik wel eens wat tekeningen naar de filistijnen getekend en dat wil ik nooit meer meemaken. Gelukkig leert de ervaring een hoop en zal het mij niet snel nogmaals overkomen.

Terug naar de ceedee, want daar heb ik het allemaal voor gedaan. Im:Prod maakt gezellige geïmproviseerde noise zoals op hun MySpace te beluisteren valt. Daar past mijn tekening perfect bij. Tenminste dat vind ik, al heb ik de fysieke ceedee nog niet in handen gehad (deze is onderweg naar mijn brievenbus). Daarom vind ik ook gewoon dat iedereen die in een lichte mate van noise houdt deze ceedee ook gewoon moet gaan aanschaffen. Voor de prijs hoef je het in ieder geval niet te laten. Vijf euro voor een ceedee (exclusief verzendkosten natuurlijk) met gezellige muzieken en een tekening van mijn hand op de voorkant is totaal niet duur. Via de Im:Prod MySpace kan je contact opnemen met de heren en vragen naar de verdere details. Koop deze ceedee! Dichterbij een werk van mij in huis hebben ben je nog nooit geweest.

Overigens is het origineel (zonder de cijfers en letters) ook te koop, alleen kost deze ietsje meer dan vijf euro. Ietsje veel meer zelfs, maar als je daar de details over wil hebben moet je even contact met mij opnemen via den meel. Dit geldt ook voor bands die mijn tekenkunsten op hun eigen ceedee willen zien prijken. Ik wil namelijk best nog meer ceedee's van een tekening voorzien, maar dat lijkt mij nogal logisch. En nu weer terug naar mijn eigen, vrije werken want het grote tekenen is weer in volle wasdom teruggekomen. Enger en vreemder dan ooit, maar gelukkig is dat niets nieuws. "Dat was het altijd al" zei hij geheimzinnig.

20 februari 2009

Mail & ICT: een hoofdpijn-dossier

De laatste tijd vraag ik mij wel eens af wat mensen in godensnaam doen op een ICT-afdeling. Niet dat ik geen benul heb van de werkzaamheden die op een ICT-afdeling uitgevoerd moeten worden, want dat is het probleem niet. Ik vraag mij juist af waar de mensen die daar werken mee bezig zijn en vooral hoe ze ooit aangenomen zijn. Nu acht ik de kans groot dat ze een of ander diploma hebben waarbij ze geleerd hebben om met computers rond te zeulen, maar verder dan rond zeulen komen ze ook werkelijk niet.

Inmiddels heb met verschillende ICT-afdelingen kennis gemaakt, als degene die ze moet bellen omdat ik problemen met de computer ervaarde en in bijna alle gevallen was ik degene die de ICT-medewerker moest vertellen wat hij moest doen. Het ergste is nog dat ik totaal geen diploma heb op ICT-gebied. Ik heb alles wat ik weet (en dat is gelukkig best marginaal) geleerd door het uitstekend beproefde trail-and-error toe te passen in mijn omgang met computers. Toch blijk ik elke keer weer meer te weten van de werking van computers dan degene die achter de ICT-helpdesk zit en mijn probleem moet gaan oplossen. Het is iets om vreselijk moedeloos van te worden.

Nu ik een nieuwe baan heb mocht ik gelijk kennis maken met de ICT-afdeling. Niet letterlijk, maar door allerlei acties die ze ondernomen hadden of juist na lieten om te ondernemen. Het begon allemaal met mijn werkaccount die anderhalve maand op zich liet wachten. Anderhalve maand nadat ik begonnen ben met werken kon ik eindelijk inloggen onder mijn eigen naam en de systemen verbonden aan mijn naam benaderen. Anderhalve maand om alleen een paar settings onder mijn naam te zetten... eigenlijk durf ik bijna te zeggen dat ze anderhalve maand gedaan hebben over het omzetten van één knop. Tenslotte hoefde ze geen totaal nieuwe account aan te maken aangezien ik intern een nieuwe baan gevonden had. Ik hoefde alleen omgezet te worden naar een andere werkomgeving, maar dat bleek nogal lang te moeten duren. Op zich was dit niet een heel groot probleem en ik wist al dat de ICT-afdeling waar ik nu onder val nogal druk is (en nu begrijp ik ook waarom). Gedurende de anderhalve maand dat ik geen toegang tot mijn eigen account had kon ik gewoon werken onder de account van een collega. Het werkt allemaal hetzelfde tenslotte.

Maar zo'n twee weken geleden ontving ik eindelijk het verlossende woord. Ik kon onder mijzelf inloggen en al mijn eigen zaken/systemen benaderen. Eindelijk kon ik ook onder mijn eigen naam meel versturen en ontvangen. Tenminste dat was de bedoeling, maar op de een of andere manier wist de ICT-afdeling dit tot op de dag van vandaag tot een beproeving te maken. Simpel gezegd heeft iemand op de ICT-afdeling welke opgezadeld is met het onderhouden van de meel, meelaccounts en alle zaken rond de meelverzending mij twee (!!) extra meeladressen in de maag gesplitst. Niet dat hierom gevraagd was of dat het nodig was. Ik had een goed werkend meeladres van mijn werk en dat was ook gewoon bekend bij die afdeling, maar toch vonden ze het nodig mij meer meeladressen toe te bedelen. Gevolg was alleen dat ik helemaal geen meel meer kon ontvangen. Sterker nog, alle meel die verzonden waren in de anderhalve maand waarbij ik geen eigen inlog-mogelijkheid had zijn verdwenen in het virtuele luchtledige. Ik ben gewoon anderhalve maand aan meels kwijt. Aan de ene kant gunstig omdat ik niet door een hele berg onzin en oude informatie hoef te spitten, maar aangezien er ook belangrijke meelings tussen zitten ben ik er niet zo blij mee.

En daarmee houdt het helaas genoeg niet op. Vanaf het moment dat ik een eigen inlog heb ben ik genoodzaakt geweest om dagelijks de ICT-afdeling te bellen. In eerste instantie omdat ik anderhalve maand aan meel kwijt ben, maar nu omdat blijkt dat ik geen meel kan ontvangen. Al bij twee weken kreeg ik van collega's te horen dat ze mij geen meel konden sturen terwijl in het begin er nog geen vuiltje aan de lucht leek te zijn. Elke dag belde ik weer met deze mededeling naar de ICT-afdeling en elke keer moest ik weer uitleggen wat de bedoeling was, maar tot op heden hebben ze het niet begrepen. Gisteren heb ik de allerlaatste (ahum) poging ondernomen en eindelijk kreeg ik iemand aan de lijn die begreep wat de bedoeling was. Het enige probleem was alleen dat hij geen toegang had tot de meelaccounts en daardoor ook niets kon veranderen aan mijn situatie. Hij was gedwongen om het weer uit te zetten bij een collega. Ik heb er een hard hoofd in. Terwijl het eigenlijk heel simpel is. Ze hoeven alleen mijn extra aangemaakte meeladressen te verwijderen uit het systeem en mijn outlook, maar dat lijken ze niet te snappen. Waarschijnlijk omdat ze veel te moeilijk denken of daadwerkelijk het intellect van een stoeptegel hebben, waarmee ik tenslotte vele ICT-medewerker achter hun rug om mee beschimp. Ik ben heel benieuwd als ik maandag weer op mijn werk verschijn. Heel benieuwd.

13 februari 2009

Afscheid nemen van voorheen

Wanneer er binnenkort een populariteitstest gehouden gaat worden zal ik niet gaan meedoen. Ik hou niet van dat soort onzin en laat dit altijd graag aan mij voorbij gaan. Vandaar dat ik gisteren mijzelf ook in de trein bevond om af te reizen naar het inmiddels verre Leiden. Niet omdat ik een populariteitstest wilde omzeilen, maar omdat mijn oud-collega's een afscheidsetentje voor mij gepland hadden. Ondanks dat ik nooit zo'n voorstander ben geweest om te verschijnen bij deze gelegenheden vond ik het afwezig-zijn op mijn eigen afscheid nogal ongepast. Sterker nog dat kan ik echt niet maken en zette ik mijzelf in de trein om te verschijnen op de afgesproken plaats.

Gelukkig wist ik de spits te omzeilen en kon ik zonder al te veel moeite een plaats vinden. Al helpt het wanneer je zonder enige schroom eerste klasse gaat reizen, vooral wanneer het druk in de trein is. Niet dat ik naar Leiden eerste klasse gereden heb, maar het is een tip voor de toekomst. De treinreis was in mijn geval al een aardige beproeving. Eén minuut te laat vertok het verdoemde ding al van Amsterdam, maar dat wisten ze snel in te halen voordat we op het volgende station waren. Het leek voorspoedig te gaan toen we ook Haarlem precies op tijd wisten te bereiken, maar die voorspoed werd snel de kop ingedrukt. Uit de intercom klonk de aarzelende stem van de conducteur of de machinist. "Dames en heren.... we vertrekken iets later dan gepland want we hebben onderweg... een aanrijding met... een eend gehad. De voorruit moet schoongemaakt worden. Excuses voor het ongemak." Om mij heen klonk gelach van ongeloof en ik keek de dame tegenover mij in de coupe aan. Waarschijnlijk straalde ik dezelfde blik van ongeloof en amusement uit toen ze erop reageerde met "Dat maak je ook nooit mee!" Ik beaamde dit. Weer kraakte de intercom, waarschijnlijk was het de machinist die sprak. "Dames en heren, om nog even terug te komen op de eend welke wij onderweg geraakt hebben. De voorruit moet gereinigd worden. Dit zal ongeveer vijf minuten in beslag nemen en dan vervolgen wij onze reis weer." De dame maakte de grap dat zij wel wist wat zij (met een hoofdknikje naar voren) vanavond gingen eten. Ik grinnikte en verdiepte mij weer in het krantje dat ik op de bank gevonden had. Een half uur later vertrokken we eindelijk weer, mijn krantje had ik toen al lang en breed uit.

Zonder mijn krantje om in te verdiepen begon ik een beetje verveeld naar buiten te staren toen ik bij Station Hillegom aangesproken werd. Een oud-collega welke ook in Hillegom woont was de trein ingestapt en had mij al zien zitten. De avond kon beginnen, al probeerde een eend roet in het eten te gooien maar faalde daar gelukkig jammerlijk in. Opeens werd het gezellig in de trein en wisten mijn andere oud-collega's ook al dat ik verlaat was door dezelfde eend. Nu duurde het niet lang meer voordat we op Leiden Centraal uitstapten en naar het volgende vervoersmiddel wandelden. Met de auto trokken we verder Leiden in op zoek naar het restaurant waar het allemaal zou gebeuren en een parkeerplaats om de auto kwijt te raken. Links en rechts sloegen we straten in, reden door kleine wegen in de binnenstad van Leiden en passeerden wij verschillende restaurants op de route. Geen van alle voldeed aan de beschrijvingen... niet dat ik daar enig weet van had aangezien ze mij in het ongewisse lieten waar we gingen eten. Edoch niet getreurd, honger had ik toch wel en vond ik het gewoon leuk om mijn oud-collega's weer eens te zien. De Burger King had ik ook best aanvaardbaar gevonden, al is de sfeer daar meestal ver te zoeken.

Misschien was ik daarom ook blij dat wij een normaal en gezellig restaurant in een van de vele stegen in Leiden binnen stapten. Uiteraard na eerst een zoektocht naar een parkeerplaats ondernomen te hebben waarbij we half Leiden doorkruist hadden en vervolgens nog de verkeerde kant opliepen zodat we gruwelijk omliepen. Het mocht de pret allemaal niet drukken, de avond was goed begonnen met een eend op de voorruit en het kon alleen maar beter worden. Wat het overigens ook werd. Binnengekomen werd ik verwelkomt door bijna al mijn oud-collega's. Alleen de mensen die moesten werken konden niet aanwezig zijn, al hadden er toch nog twee mensen op het laatste moment moeten afzeggen door omstandigheden. In ieder geval was er een groep van bijna twintig mensen gekomen om afscheid van mij te nemen. Ik werd er bijna ontroert van en als ik mijn emoties niet zo vreselijk goed in de hand had zou ik daadwerkelijk een traantje weggeplinkt hebben. Dat mijn oud-collega's in zulke grote getalen zouden komen had ik werkelijk niet verwacht en nog steeds vind ik het geweldig. Je zou bijna denken dat ik populair was, maar dat zeg je niet over jezelf. Ik dus ook niet. Ik begin er niet aan.

Uiteindelijk heb ik gepoogd iedereen te spreken. Tenslotte ben ik al bijna twee maanden weg bij mijn oude werk en viel er nog wel wat te roddelen over deze of gene. Uiteraard was iedereen benieuwd hoe het werkveld Pensioenen mij beviel en wist ik iedereen te overtuigen dat pensioenen absoluut geen saaie kost is (want dat is het ook niet) Het werd een gezellige avond met veel plezier, lekker eten, bier, koffie en een laatste cola. Verder wil ik er eigenlijk niets over zeggen.... Je had er maar gewoon bij moeten zijn. Al wil ik wel al mijn oud-collega's bedanken voor hun komst, het eten en ook het cadeau (waar ik momenteel voor onder de brievenbus lig). Het was geweldig!

6 februari 2009

Baglady - 11# L'escalier

Opeens moet ik terugschakelen. Niet lang geleden heb ik het elfde album van Baglady in mijn speler geschoven en op de play-knop gedrukt en binnen elke minuten realiseer ik mij dat ik té hard rij. Niet dat dit belangrijk is, maar ergens lijkt het interessant genoeg om te vermelden. Ik vraag mij af of ik te hard rij doordat ik het laatste album van Baglady aan het luisteren ben of om een andere reden. Het is een vraagstuk waar ik geen antwoord op kan krijgen. Ooit zal ik mijn rijbewijs halen en de proef op de som nemen, maar voor nu moet ik het doen met de wetenschap dat ik té hard reed.

Hetzelfde zal ik niet zeggen van Baglady. Ze spelen wel hard, zelfs snel maar nooit té hard. Nooit té snel. Compromisloos misschien, maar dat is juist een goede zaak. Bands die proberen muzikale compromissen te sluiten zijn de bands die als saai, vervelend en totaal interessant beschouwd kunnen worden. Baglady's elfde album kan ik geen van alle noemen. De heren vullen mijn oren met een indrukwekkende mix van Zappa's gekte, elektronische pop en snelle metal.

Gelukkig werd Zappa snel de deur gewezen aangezien niemand de muziek van Frank Zappa kan evenaren. De mannen van Baglady weten dit, alleen een aanzet om Zappa te benaderen wordt gedaan in het eerste nummer “the ceiling”. Een intro wat naadloos overgaat geluiden die op een album van Sepultura misschien niet zou misstaan. Toch zijn we er daar nog niet mee. Hoe verder we luisteren en rijden des te meer groeit het idee dat ik in de auto bij Animal Collective en een thrash-metalband ben terecht gekomen. Metal wisselt zich af met electronische pop terwijl uitstapjes naar progressieve rock in de stijl van Van Der Graaf Generator niet geschuwd worden. Wie denkt dat deze totaal uiteenlopende stijlen niet te combineren zijn in één nummer heeft duidelijk Baglady nog nooit gehoord. Ze slagen er zonder moeite in om naadloos te wisselen van stijlen zonder dat het vervelend wordt. En dat binnen nummers die gemiddeld twee á drie minuten duren.

L'escalier is een album om blij van te worden. Muziek om bij auto te rijden. De voet op het gaspedaal te plaatsen en net zo lang door te rijden tot het gaatje bereikt is. Terwijl ik het album voor de zoveelste keer beluister (want één keer luisteren kan nooit genoeg zijn) ervaar ik de spijt dat ik nooit mijn rijbewijs heb gehaald. Ik heb zin om in een auto te springen en de muziek keihard uit de opengedraaide ramen laten knallen. Voor mijn geestesoog zie ik mijn voet de gaspedaal flink indrukken op de snelle stukken zoals bij het nummer "The Art of plunging to one's death" en weer terugnemen bij de klanken die ingezet worden op meer rustigere nummers zoals "Fantastic Violence"

Toch is het niet alleen lof wat de klok slaat, halverwege zakt het album weg in een weinig spannende soundscape-achtige structuur en aanverwante geluiden maar dit wordt heel snel goed gemaakt. Voor ik er erg in heb zie ik mijn voet weer zakken en schuur ik langs wegen en lanen. De glimlach is terug op mijn gezicht en ik voel de wind door mijn haar waaien. En dan is het afgelopen, net geen veertig minuten muziek. Eigenlijk te weinig, maar ook precies genoeg. Met een glimlach stap ik weer uit en haal de cd uit de speler. Morgen ga ik weer rijden (al is het alleen maar in mijn hoofd). Ik heb er nu al zin in!