28 augustus 2013

Donkere zwelling in de mond

Anoniem reageren op het internet, iets wat zolang ik mij kan herinneren al gemeengoed is op het wereldwijde web en ik ga toch al een aantal jaartjes online mee. Ik weet nog goed dat mijn ouders een computer aanschafte en er een internet-aansluiting bij namen. Het was ergens in het begin van de jaren negentig en ik kon niet wachten tot ik het internet met eigen ogen zag. Wat nog belangrijker was, dat ik er met eigen woorden op kon reageren. De dingen die ik over het internet gehoord had.. Ik stelde mij gouden bergen voor, een evengrote massa aan gelijkgestemden en de pracht van de Taj Mahal  in een kastje. Die illusies leerde ik snel af. Het internet is niets bijzonders en toch interessanter dan de encyclopedie die op zolder lag. Ik raakte al snel thuis in de wereld van internet en vooral de fora die toentertijd vrij populair waren. En iets wat volstrekt normaal was het anoniem reageren op topics binnen deze fora. Je was namelijk helemaal niet anoniem, maar de persoon achter je nickname. Niemand deed raar over dat je je eigen naam niet gebruikte en mensen die het wel delen waren (een beetje) raar. Je deed dat gewoon niet, alles draaide om de perfecte nickname.

Tegenwoordig zijn fora een zachte dood gestorven. Ze bestaan nog wel, maar waarschijnlijk alleen nog bij de gratie van mensen die graag blijven hangen in lang-vergeten tijden. Er is in ieder geval heel veel voor teruggekomen. Dingen die vroeger niet bestonden, zoals de sociale media. Hyves, Facebook, Twitter en noem de rest maar op waren nog ideeën in het hoofd van studenten. Knappe koppen met een droom en teveel tijd om te programmeren. Blogs waren ook een nieuwigheid in de tijd dat ik het internet opging, iets wat tegenwoordig gemeengoed is geworden. Blogs zijn (in mijn ogen) de doodsteek voor fora geweest, omdat iedereen opeens zijn mening kon verspreiden op een plaats waar niet gelijk iedereen er bovenop dook met een eigen mening. Een plaats waar het verkondigen van een mening en de dagelijkse bezigheden belangrijker werden dan gezellig met elkaar discussiëren over één onderwerp. Dat bloggen door de komst van de eerdergenoemde sociale media een zachte dood stierf hoef ik niet te noemen, dat weten we allemaal. Maar dat neemt niet weg dat er nog steeds blogs bestaan en er nog steeds geld mee verdiend wordt.

Een van de bekendste blog-site is toch GeenStijl, de plaats waar anonimiteit gemeengoed was. De bloggers waren anoniem, goed verborgen achter hun schermen zaten ze de meest rabiate stukjes te typen. Alles wat belachelijk gemaakt kon worden werd belachelijk gemaakt en alles draaide om de reacties die daarop kwamen. Anonieme reaguurders die losgingen op de aangeboden teksten. Alles draaide om anonimiteit en het kwetsen van zoveel mogelijk mensen tegelijkertijd. Het zal ook niemand verbazen dat GeenStijl de spreekbuis van onderbuik-denkend Nederland is geworden, van extreem rechts tot islamofobie tot belachelijk maken van alles dat naar cultuur ruikt.. Op GeenStijl kan je het vinden en de reaguurders zijn nog erger dan die scheldende buurman in zijn hemd vol vetvlekken. Anonimiteit staat er in ieder geval hoog in het vaandel!

En laat deze anonimiteit op het internet opeens een doorn in het oog van veel mensen geworden zijn. Iedereen die actief is op twitter kent waarschijnlijk de discussie wel. Onze fijne huidige regering heeft er ook de mond vol van, anonimiteit moet afgeschaft worden. Dat er een groep mensen, laten we het volk uit de stal van ThePostOnline noemen zijn die ook roepen om een verbod op anonimiteit is daarentegen wel opmerkelijk. Het zijn allemaal mensen die te maken hebben met de mensen achter GeenStijl, wat groot geworden is op basis van anonimiteit. Nu is het makkelijk om te zeggen dat iedereen die op internet roept om het verdwijnen van de anonimiteit van de gebruikers uit de GeenStijl-PostOnline komt, maar het is wel opvallend dat juist zij een kruistocht tegen anonimiteit zijn begonnen. De artikelen die op ThePostOnline verschijnen zijn op zich nog steeds dezelfde stukken als in rechts-rabiate media als de Telegraaf en GeenStijl verschijnen. Het enige verschil is dat ze iets beter geschreven zijn en de reaguurders iets intelligenter lijken over te komen. Het punt is alleen dat er ook een kruistocht tegen deze media is begonnen. Men pikt het constant trappen in de onderbuik niet meer, men wil een media die feiten brengt zoals ze zijn en niet gekleurd door een bril met glazen vol haat en opgeklopte angstbeelden.

Deze groep, die strijd tegen de rechts-rabiate geluiden op het internet zijn allemaal anoniem, wat de reden is dat sites als ThePostOnline en consorten een harde strijd aan het voeren zijn tegen anonimiteit (en dan met name van deze groep mensen). Hierdoor is deze groep nog harder in hun anonimiteit gedoken, want zo gaan de geruchten. De mensen achter ThePostOnline en met name GeenStijl gaan werkgevers bellen over zaken die op internet gezegd en uitgevochten worden. Als je iets onwelgevallig over de hoofdredacteur van ThePostOnline zegt gaan ze je hele internet-geschiedenis af om te zien of je niets iets geroepen hebt wat niet in de haak is, waarmee ze je baas gaan bellen. Daarom zijn de "strijders" tegen het rechts-rabiate geluid allemaal anoniem (een uitzondering daargelaten) en willen ze dat ook perse blijven. Er zijn zelfs geruchten dat volledige adressen op internet gepubliceerd worden, mensen bedreigt en dergelijke dingen, maar dat zijn geruchten. Iets wat ik (tot nog toe) niet bevestigd heb gezien.

Maar laten we eens kijken naar die anonimiteit. Ze zijn anoniem vanwege de mening die ze op internet verkondigen, want als hun baas dat weet kunnen ze ontslagen worden. Op mijn beurt zeg ik: Als je bij een werkgever werkt die gaat voorschrijven wat jij in je vrije tijd verkondigd moet je eens goed gaan nadenken of je wel voor zo'n baas wil werken! Hetzelfde zeggen ze over solliciteren, want stel je voor dat je werkloos wordt en ze gaan je opzoeken in google. Dat een toekomstige werkgever je zou kunnen afwijzen op je mening. Dan zeg ik weer hetzelfde, zou je wel voor zo'n baas willen werken? We leven nog steeds in een maatschappij waar je voor je mening mag uitkomen en als je toevallig een mening hebt die anderen niet bevalt zoek je toch gewoon naar gelijkgestemden. Natuurlijk is het niet handig om een extreem-rechtse mening met een Hilter-complex op het internet te gaan verspreiden, naast dat het merendeel dat je dan beweerd toch verboden is, maar verder kan je praktisch alles wel zeggen.

We leven teveel in een cultuur waar angst de dienst uitmaakt. Bang voor onze baan, bang voor de baan die we nog niet hebben, bang dat we bedreigd worden, bang voor terroristen, bang voor de islam. We zijn bang voor de meest stompzinnige dingen, zaken waar je niet eens bang voor hoeft te zijn. Dingen die met een beetje gezond verstand als opgeklopte onzin gezien kunnen worden en waar je je waardigheid als zelfstandig-denkend mens niet voor hoeft te verliezen. Mensen die bang zijn voor de kruistocht van ThePostOnline tegen het geluid dat hun rechts-rabiate geluid aan de kaak stelt zijn angsthazen. In hun hoofd overheerst de angst en niet het gezonde verstand. Zoals aan de andere kant van de lijn elk gezond verstand helemaal lijkt te ontbreken, al weten ze precies welke onderwerpen veel reactie oproepen. Waarmee het erfgoed van GeenStijl ook weer blootgelegd is, als je maar genoeg rabiate kolder beweerd gaan mensen er vanzelf over praten. En is dat niet allemaal maar het om draait bij deze mensen: de aandacht die zij krijgen hiervoor..

Anonimiteit op het internet, ik ben er ook voor. Iedereen moet lekker kunnen doen wat hij/zij wil op het internet en niemand is zo anoniem als de nickname die ze gebruiken. Er blijven altijd wel mensen die liever volledig anoniem blijven, vanwege de werkgever of wat dan ook, maar die moeten zich ook eens afvragen: Wil ik dat wel? Wil ik blijven bij iemand (werkgever) die mijn mening niet op prijs stelt? Eeuwen geleden zeiden ze al dat angst een hele slechte raadgever is en dat is nog steeds niet veranderd. Als je bang bent om een strijd openlijk te voeren, waarom zou je die strijd überhaupt nog voeren? Neemt niet weg dat ik de mensen die anoniem de strijd aangaan met wat en wie dan ook nog steeds serieus genomen moeten worden. Er zitten echte mensen achter deze anonimiteit, echte mensen achter een nickname. Hun mening is ook belangrijk en dat zij in angst willen leven is ook hun eigen zaak. Ze zijn geen donkere zwelling achterin je mond die je alleen ziet als je in de spiegel kijkt. Zij zijn net als jij en ik, anoniem aanwezig en met een mening.

23 augustus 2013

Verdwaald

Een vreemde man klopt op mijn keukenraam. Ik weet zonder dat ik hem überhaupt gezien heb dat hij vreemd is, want niemand klopt onaangekondigd op mijn raam. Of je moet graag buiten willen staan, dan kan je het ook doen en dan blijf ik je vreemd vinden. Ik kijk even op vanaf mijn bureau en negeer de man. Negeer het geklop om verder te gaan waarmee ik bezig ben. Het irriteert mij dat iemand de moeite neemt om helemaal naar mijn huis te komen en aan te kloppen. Waarschijnlijk hebben ze eerst op de bel staan drukken en toen ze erachter kwamen dat ze niets hoorde, dat de bel waarschijnlijk niet werkt, gaan ze op het raam kloppen. Ik wil dat niet. Ik hou niet van onaangekondigd bezoek, dus negeer ik hem.

Hij klopt nog een keer aan, iets harder deze keer. Zou hij weten dat ik thuis ben? Iets wat op zich niet moeilijk te raden is. Ik ben bijna altijd thuis. Het huis verlaten vind ik niet prettig. Overal mensen, overal die blikken op je. Indrukken van alle kanten, geluiden, licht, kleuren. Het is mij soms teveel, waardoor ik liever thuis blijf zitten en kijken naar de vier muren om mij heen. De buitenwereld die door de ramen naar binnenkomt vind ik meestal wel genoeg. Dat is precies de hoeveelheid die ik dagelijks nodig heb en alleen voor de gebruikelijke boodschappen wil ik graag naar buiten gaan. De vreemdeling buiten moet dit weten, hij klopt nog een keer aan. Langdurig, verbeten lijkt het wel. Hij klopt en klopt en klopt. Mijn keukenraam rammelt licht in de sponning. Ik negeer het. Het is niet het moment voor bezoek, niet het moment om met iemand te praten. Ik wil met rust gelaten worden. Het liefste zou ik "Ga weg!" naar het raam willen schreeuwen, maar daarmee verraad ik mijn aanwezigheid zeker. Ik hou mijn mond. Dat is beter.

Het blijft daarna vijf minuten stil. Door de gordijnen zie ik nog wel het silhouet van de man. Hij is niet weg, hij wacht. Hij kijkt, luistert. Ik weet het gewoon zeker dat hij weet dat ik thuis ben en wacht tot ik naar het raam kom om naar buiten te kijken. Iets wat ik niet doe. Ik negeer hem verder en sluit mijn ogen. Ik hoef de wereld niet meer te zien en die kerel buiten hoef ik helemaal niet meer te zien. Hij moet gewoon weggaan. Weg. Weg uit mijn tuin, weg van mijn huis, weg uit mijn leven. Ga weg, ga weg, ga weg!

Ik open mijn ogen weer en bevind mij (tot mijn grote ontsteltenis) op een open vlakte. Overal om mij heen zand, gras en een duinlandschap. De schrik slaat om mijn hart. Ik heb het gevoel dat ik gek word. Het kan niet anders dan ik gek geworden ben. Het ene moment zit ik met mijn ogen dicht achter mijn bureau en het volgende moment sta ik hier in het midden van niets. Midden in een duinpan, een kuil omringt door zanderige heuvels waar gras in kleine eilandjes op groeit. Ik word gek. Dit kan gewoon niet. Ik moet gewoon thuis zijn, niet in deze zanderige ellende. Ik ben gewoon thuis. Ik blijf het in mijn hoofd herhalen, terwijl ik met mijn ogen extra hard dichtknijp en op mijn knieën zink. Ik ben hier niet. Met mijn handen voel ik nog steeds het zand. Ik klauw in de grond. Ontken de grond. Er is geen zand. Ik ben gewoon thuis. Ik wil dit niet. Niet dit. Niet nu. Niet hier. Ik ben gewoon thuis, maar het zand onder mijn handen zegt iets anders. Het zand onder mijn knieën zegt iets anders. Ik grijp naar mijn hoofd en schreeuw het uit. Hard.

De omgeving is niet veranderd. Ik ben nog steeds in dit duinlandschap. Het slaat nergens op. Hoe kan ik vanuit het niets hier verschijnen? Hoe is dat mogelijk? Ik breek mijn hoofd over deze gedachte. Het is gekmakend of in ieder geval bijna gekmakend. Ik lijk nog een redelijke hoeveelheid van gezond verstand te hebben. Ik ben gewoon verbijsterd over iets dat volstrekt onmogelijk is, maar mij toch is overkomen. Ik moet hier weg zien te komen, weer thuis zien te geraken. Geen idee hoe ik dat voor elkaar ga krijgen, maar dat is de enige oplossing die ik zie. Ik begin te lopen. Eerst naar boven, deze duinpan uit. Ik moet weten waar ik ben. Hoe de rest van dit zanderige landschap eruitziet. Het kost mij ook niet veel moeite om boven te komen. Het losse zand is door de plukken gras stevig genoeg om doorheen te komen. Voor ik het weet sta ik bovenop een zandduin en zie de rest van het landschap voor mij verschijnen. Het is niet veel anders dan de duinpan waar ik instond. Ik ben in de duinen terechtgekomen. Een omgeving die ik best goed ken, aangezien ik aan de kust opgeroeid ben. Vroeger speelde ik vaak in deze omgeving. In de duinen dan, dit zijn niet dezelfde duinen als waar ik vroeger speelde.

In de verte zie ik een groep bomen en ik besluit daarheen te lopen. Een echte reden heb ik er niet voor, maar het is het enige dat geen zandheuvel of grasvlakte is. Die bomen zijn mijn houvast in een wereld die ik niet meer herken. Ze doen mij ook aan thuis denken. Bomen staan ook in mijn tuin en bomen zijn vaak mijn vriend. In mijn hoofd dan, bomen zijn ook niet meer dan lange planten die hoger de hemel in reiken dan ik zou kunnen. Ze stellen mij in ieder geval gerust. Ik probeer de plotselinge overgang van thuis naar deze vlakte te vergeten, niet meer aan te denken. Het is moeilijk. Het klopt ook niet. Mijn hersenen hebben moeite deze indrukken, deze explosie van indrukken te verwerken, maar elke keer als het teveel wordt sluit ik mijn ogen en oren. Op die manier kan ik de gekte op een afstand houden. Ik voel echt wel dat ik bezig ben stapelgek te worden. Ik balanceer op het randje van gezond en krankzinnig. Het is een dunne lijn, maar als ik blijf vechten. Ik wil niet gek worden. Ik wil gewoon naar huis! De wandeling naar de bomen in de verte is een doel geworden. Hen bereiken is belangrijk en daarna zien we wel weer verder.

Het kost mij uren (voor mijn gevoel) om de bomen te bereiken. Vreemd genoeg lijkt de zon geen meter aan de horizon te bewegen. Vanaf het moment dat ik in dit duinlandschap sta tot het moment dat ik eindelijk het groepje bomen bereikte heeft de zon precies op dezelfde plaats gestaan. Alsof er geen tijd verstreken is. Ik kan het niet controleren, omdat ik geen horloge draag en mijn telefoon (waar ik de precieze tijd op nasla) zit niet in mijn broekzak. Ik heb geen idee waar ik ben, noch hoe laat het is. Dat laatste stoort mij niet zo, tijd is voor mij niet belangrijk. Het verstrijken ervan ook niet. En nu is tijd helemaal niet belangrijk. Door de tijd te weten kom ik echt niet sneller thuis, maar ik heb de bomen bereikt. Ik ben eindelijk bij de bomen. Nu kan ik mijn volgende doel plannen. Het hebben van een doel, een bestemming is belangrijk. Dat houd mij bezig, mijn geest gezond en ik kan dan mijn gedachten daarop richten. Alles om maar te stoppen met afvragen hoe ik hier gekomen ben. Dat moet ik kostte wat het kost zien te vermijden, dat is een regelrechte gang naar krankzinnigheid en ik zit al op de rand.

Het groepje bomen is klein. Het is niets meer dan een grasveldje met vijftien bomen. Een mislukte cirkel. Ik loop naar de rand en kijk verder over de vlakte. Verderop staat nog een groepje bomen en iets dat vanuit mijn oogpunt op een weg lijkt. Een pad dat kronkelt over een zandheuvel met hier en daar een boom. Ik heb een nieuwe bestemming. Een weg is goed. Een weg betekend dat ik hier weg kan komen, dat ik kan uitvinden waar ik in vredesnaam ben. Misschien zijn er zelfs mensen te vinden bij deze weg en ik begin weer te lopen. Ik laat de bomen die eerst mijn doel waren achter mij. Mijn nieuwe doel is het volgende groepje bomen, maar bovenal de weg die erdoorheen lijkt te lopen. Ik moet die bereiken. Dat moet. De weg is belangrijk. Een weg betekent mensen en mensen kunnen mij helpen thuis te komen. Ik vind het niet leuk, maar ik moet hulp gaan vragen. Hulp vinden. En ik loop verder. Ik heb alle vertrouwen in de weg in de verte, zelfs al weet ik nog helemaal niet zeker of het wel een weg is.

21 augustus 2013

Idiocratie

Op de dag dat Bradley Manning tot 35 jaar gevangenisstraf is veroordeeld schrijven we nog maar een stukje tekst. Manning is veroordeeld voor het lekken van staatsgevoelige informatie, een halsmisdaad in elk land. Maakt niets uit of je in een land woont waar de leiders democratisch gekozen worden of je te maken heeft met een dictator die op schimmige wijze aan de macht is gekomen. Staatsgevoelige is staatsgevoelige informatie en dat dient binnenshuis te blijven. Het maakt ook echt geen verschil als je grove schendingen van de internationale mensenrechten aan de kaak stelt, zoals Manning deed. Het maakt ook helemaal geen verschil dat er onschuldige burgers door soldaten doodgeschoten werden, dat die burgers voor de grap als schietschijf werden gebruikt. Maakt niets uit, het valt onder staatsgevoelige informatie en daar moet je maar afblijven. En als je dat niet doet kan je op een lange gevangenisstraf rekenen (als je tenminste geluk hebt, je kan ook spoorloos verdwijnen of opeens een bizar ongeluk krijgen.. zeggen ze..)

Manning is dus veroordeeld voor iets waarvoor hij een schouderklopje en een bonus voor moet krijgen. En een eervolle vermelding bij de Nobelprijs voor de Vrede-uitreiking. Dat vind ik tenminste en ik zal niet de enige zijn, maar toch horen we dit nergens. De media heeft het ook alleen over de veroordeling van Manning, geen journalist vraagt zich af wat er met die soldaten gebeurt die doodleuk op burgers gingen schieten. Iets wat ze met veel plezier deden, dat schieten. Alleen hoor je daar niets over, alles draait om het lekken van de informatie. Dat dit niet mag. Dat die Manning toch staatsgevoelige informatie naar buiten bracht en aan Wikileaks gaf, waarbij an passant Wikileaks ook minnetjes behandeld wordt vanwege de affaire rond Julian Assange. Het lekken van informatie, staatsgevoelige informatie is niet populair bij de media. Bij de Nederlandse media tenminste, ik kan niet voor de buitenlandse media spreken. Daar durven ze het zelfs aan om de data over het afluisteren (PRISM) en de Amerikaanse overheidsorganisatie (NSA) te publiceren, zoals ook de informatie van Manning verder werd verspreid door de buitenlandse media. In ieder geval is de informatie die Edward Snowden naar buiten bracht nog veel belangrijker dan wat Manning aan de kaak stelde. Oorlogsmisdaden stellen niets voor bij een overheid die de complete bevolking afluistert en hetzelfde doet met bondgenoten. Iedereen werd afgeluisterd, zoals het justitiële apparaat hier in Nederland rustig iedereen afluistert.

We hebben de meeste telefoontaps in Nederland. Nergens ter wereld worden zoveel telefoons afgetapt als in Nederland. Dit is algemeen bekend, het staat gewoon in de krant. Meestal ergens weggestopt op pagina 2 of 3, net zoals elk nieuwsbericht over Manning of Snowden ergens weggestopt wordt. Behalve als ze veroordeeld worden natuurlijk, dat is groot nieuws en wordt breeduit op voorpagina's uitgemeten. De veroordeling is interessant, wat er achter hangt daar praten we niet meer over. En wij, de lezers, de consumenten pikken het allemaal. We interesseren ons niets dat we een regering hebben die van afluisteren een core-business heeft gemaakt. Camera's op straat, ach doe maar.. Zal wel ergens goed voor zijn en helpt het niet dan zal het ook niet schaden. Vingerafdrukken afgeven om te gaan zwemmen, geen enkel probleem. Iedereen zegt: "Hier heb je ze, want het zwembad zegt dat het daar veiliger van wordt!" Dat deze praktijken al sinds 2006 uitgevoerd wordt en nog steeds gebeurt zegt toch wel iets in welke idiocratie wij leven. In Nederland hebben we niets met privacy en denken we liever dat iedereen het goed met ons voor heeft, de regering voorop.

Vroeger hadden we sociale zekerheid. De wetenschap dat wanneer er iets onverwachts gebeurde in ons leven de overheid in ieder geval de basisbehoeftes zou verzorgen. Een zorgstelsel dat gebaseerd was op inkomen en niet iets dat zorgt voor winst-maximalisatie bij de zorgverzekeraars, om een voorbeeld te noemen. Als je geen werk meer had of geen werk kon vinden kon je altijd bij de gemeente aankloppen voor een bijstandsuitkering. Iets wat nooit een pretje is geweest, been there done that, maar zelfs die zekerheden zijn afgebroken. Als je een bijstandsuitkering aanvraagt moet je eerst een volledige inzage in je leven geven. Zelfs je medische gegevens zijn niet geheim meer, de gemeente-ambtenaar mag met het recht aan zijn kant je laten onderwerpen aan een medische keuring. Zelfs een psychologische keuring staat op het lijstje. En denk maar niet dat je kan weigeren, dan ben je je uitkering kwijt. Je enige bron van inkomsten, waarmee ze het perfecte pressiemiddel in handen hebben. Bijstandgerechtigden in Leiden weten hier alles van. Van medische keuringen waarbij vragen over iemands seksuele leven en geslachtsdelen beantwoord moeten worden tot dwangarbeid onder erbarmelijke omstandigheden aan toe. En dwangarbeid komt overal in Nederland voor, de gemeente Leiden loopt alleen voorop met het langdurig een uitkeringsgerechtigde in de dwangarbeid zetten. Dat zes weken het maximum is heeft de gemeente schijt aan en er zullen meer gemeentes zijn die dit voorbeeld volgen.

En horen we hier over? Is er iemand die protest aantekent? Bezwaar maakt? Gelukkig zijn die mensen er nog wel. Hele websites worden volgeschreven. Actie worden gevoerd om de dwangarbeiders in Leiden (en andere plaatsen) te helpen. Gelukkig zijn er nog mensen die de afbraak van Nederland wel ter harte nemen, maar ze zijn in de minderheid. Het merendeel van Nederland leeft liever in de idiocratie die we onszelf hebben laten aansmeren. Die interesseren zich niet voor armoede, mensen die gedwongen worden om werkzaamheden te verrichten dat vroeger door mensen met een verstandelijke handicap werden uitgevoerd. Dat de sociale werkvoorziening voor deze mensen, degene met een verstandelijke handicap steeds verder verdwijnt. Dat ouderen gedwongen worden hun hele hebben en houden aan een verzorgingstehuis te geven, waar ze vervolgens eens in de drie weken gedoucht worden. Dat de regering nog meer maatregelen wil nemen om onze privacy te verkleinen. En ik kan nog wel even door blijven gaan. Het interesseert de grote massa niets, helemaal niets. Ze geven er geen zier om. Het enige wat belangrijk is de plaats waar de barbecue komt te staan vanavond, welk weer het wordt en iets met voetbal of gtst. Nieuws (geroddel) over zogenaamde bekende Nederlanders doet het beter dan informatie over de afbraak van onze democratie. Over de volledige afbraak van de sociale zekerheid. Wat Sylvia Meis doet na haar scheiding van die voetballer is veel belangrijker en dat soort nieuws domineert ook in de media.

Nu heb ik nooit in een democratie geloofd, maar dat is een andere zaak. Voor degene die de democratie wel een warm hart toedroegen heb ik slecht nieuws. De democratie is dood, het is zelfs dusdanig dood dat elke poging het nieuw leven in te blazen tot dezelfde rommel zal leiden. Nederland is allang geen democratie meer, het is het perfecte voorbeeld van een idiocratie. Een land waar debiliteit, roddel, achterklap en het stelselmatig afbreken van sociale zekerheid het hoogst haalbare is. Een land dat geleid wordt door corporaties en we blij mogen zijn dat we hun producten kunnen kopen. Alles voor de winst en de rest is onbelangrijk. En de Nederlander kijkt intussen reikhalzend uit naar het nieuwe seizoen van gtst en welke prachtige dingetjes uit de Apple-store (of die van de concurrent, voor de Samsung-fans) komen rollen. En intussen glijden we steeds verder af naar een land waar leven niet belangrijk is, zolang je maar consumeert. Wat je denkt, doet en hoopt zal allemaal voorgeschreven gaan worden. Dat is ook wat we willen, een regering die (via corporaties)  zegt wat we moeten doen en denken. Nog eventjes, nog eventjes. De idiocratie is al hier, we moeten alleen nog even iedereen onder de duim krijgen (maar dat is een eitje)

Welterusten!

Je koffie wordt koud

We zijn inmiddels een dag verder en nog is er niets gebeurt. Ik had ook niet de verwachting dat er iets zou gebeuren, in tegendeel zelfs. Bij het aangaan van onze afspraak wist ik al dat je deze zou breken. Tenslotte hebben we al een geschiedenis met elkaar, ik ken je langer dan gisteren. Je bent zoveel afspraken niet nagekomen dat ik niet eens sta te kijken dat je niet kwam opdagen. Ach, het maakt ook niet meer uit. De wereld draait wel door, ook als we helemaal niets doen. Ik wacht nog enkele uren en begin zelf wel.

Je belde wel op het goede moment. Ook dat is iets wat je schijnbaar vlekkeloos beheerst, alsof je wist dat ik even op de bank had plaatsgenomen om koffie te drinken. Het was ook het eerste wat je vroeg. "Is er nog koffie?" Alsof je mij niet kent. Alsof je niet weet dat ik altijd koffie in huis heb. De enige verslaving waar ik mij niet voor schaam, waar ik ronduit voor uitkom. Zonder koffie geen leven en zonder leven geen koffie! Een beter motto is er niet en je weet best dat ik dit gerust honderden keren op een dag uitspreek. Meestal alleen in mijn hoofd, maar je weet dat ik het doe. Je luistert vaak genoeg mee. Kom nou maar gewoon hierheen om koffie te drinken. Ik weet dat je dat liever doet en de afspraak die we hadden voor het gemak vergeten. Of je ze nu echt vergeet, onze afspraken of niet. Ik ben daar nog steeds niet achter. Je excuses zijn altijd zeer oprecht, gemeend en ik kan er geen speld tussen krijgen. Misschien ben ik inderdaad te achterdochtig. Daar heb je ergens ook wel gelijk in. Het hindert mij vaak wel in dingen doen, dingen zoals we afgesproken hadden.

Godver, waarom moet ik je koffie altijd vergiftigen met melk en suiker? Leer toch eens echt koffie drinken. Niet constant de heerlijke koffiesmaak verdoezelen met die toevoegingen. Daarbij is die hoeveelheid suiker toch niet goed voor je. En je wordt er ook nog dik van. Van die koffiemelk ook. Eigenlijk moet ik het gewoon niet meer in huis halen. Jij bent ook echt de enige die het gebruikt. Niet dat er naast jou iemand anders hier binnenkomt, maar daar gaat het niet om. Ik ken, buiten jou om, niemand die suiker en melk in de koffie doet. Echt helemaal niemand! Koffie hoor je zwart te drinken, zonder toevoegingen. Nou ja.. behalve bij Irisch Coffee natuurlijk, maar dat is wat anders. Ik ga niet de dag beginnen met een scheut goede whiskey in mijn koffie te gieten en een bergje slagroom te kloppen. 's Ochtends heb ik echt wel iets beters te doen. Koffie zetten bijvoorbeeld, veel belangrijker. Bakkie zwart dan maar? Probeer het gewoon eens twee weken uit. Gewoon doen, daarna wil je echt niet anders meer. Ik geef het je op een briefje!

Zullen we dan nu maar aan de slag gaan. Ik hoef op dit moment echt geen koffie meer en ik weet dat je onze afspraak vergeten was, maar ik heb het je helpen herinneren. Wat zeg je ervan? Kom laten we iets gaan doen. Je bent hier nu toch, dus kunnen we er net zo goed iets van gaan maken. Ik ben niet zo moeilijk, dat weet je best. Als we er even de schouders onderzetten zijn we, volgens mij, zo klaar. Even een paar uurtjes zweten en we kunnen terugkeren naar de koffie. En ja, tussendoor drinken we heus nog wel een bak koffie. Je denkt toch niet dat ik uren ga staan zwoegen zonder even een momentje koffie te drinken. Ik wil best zweten, maar er moet wel iets uit te zweten zijn. Niet dat ik nog veel zin heb om iets te gaan doen, maar ja.. Afspraak is afspraak, al was jij de afspraak helemaal vergeten. Kom op, we gaan aan de slag. Straks krijg je nieuwe koffie. Een verse bak en met een beetje geluk gooi ik er speciaal voor jou suiker en melk in. Of nog beter! Ik heb pasgeleden een oude koffie-automaat op de kop getikt. Eentje waarmee je die luxe-koffiedingen mee kan maken. Espresso en cappuccino, lekker koffie die uit die koperen buisjes komt. Een echt ouderwets apparaat is het. Stond vroeger in een koffiebar. Als je nu even meehelpt zet ik straks een heerlijke cappuccino voor je. Dat kan ik namelijk.

Je bent vandaag wel een zeurkous zeg. Binnen, buiten, binnen, buiten. Je bent nog erger dan die kat. Überhaupt ben je erger dan de kat, dat beest zegt tenminste niets als hij binnen-buiten-binnen gaat. Jij gooit er intussen nog een hele klaagzang eruit en gaat daarna weer vrolijk door met wat we aan het doen zijn. Ik moet zeggen dat het een beetje vermoeiend is. Alsof je het totaal niet leuk vind, terwijl je het werk wel met plezier uitvoert. Je weet best dat ik daar niet zo goed tegen kan. Doe je het in de hoop dat ik zeg dat we koffie gaan drinken? Want dan gaan we nu koffie drinken. Gewone koffie, niet die fancy-rommel die ik uit het nieuwe apparaat kan toveren. Als je die wilt moet je echt beter je best gaan doen en minder klagen. Vooral minder klagen, ik word daar een beetje moe van namelijk. En je weet dat ik uiteindelijk zeer chagrijnig word van constant geklaag en gezever. Ik kan daar gewoon niet zo goed tegen. Ik ben daar te oud voor, zelfs op mijn leeftijd al. Ach.. Kom, we gaan koffie drinken. Het werk ligt er zometeen ook nog.

Waarom ben je eigenlijk langsgekomen? Vandaag is echt niets goed bij jou. We doen niets en nog zit je te klagen. Is er iets aan de hand of zo? Heeft je moeder je laatste koekje opgegeten en je gedwongen af te wassen? Het is best een beetje irritant aan het worden. Ik denk dat we vandaag maar een dag moeten noemen. Drink je koffie op voordat het koud wordt. Ik ga je er zo uitgooien. Ik wil alleen zijn.

6 augustus 2013

De kunst van het beledigen

Vanaf de dag dat de mens wakker werd en ontdekte dat er meerdere waren is het zaak om beter te zijn dan de ander. Het spreekwoord zegt niet voor niets: "Het gras bij de buurman is altijd groener" en geeft aan dat een mens altijd streeft naar hetgeen dat een ander (ook) heeft. Aan de andere kant heeft dit streven ook geleid tot het afkraken van alles wat een ander heeft. Of je het nu wel wil hebben of niet, zodra je een ander z'n bezit belachelijk kan maken is het ook niet bijzonder. Hiermee was de belediging geboren. De belediging als middel om op de ander neer te kijken, belachelijk te maken en van het voetstuk af te stoten. Door te beledigen kunnen we onszelf beter voelen, beter dan de ander en is zijn zogenaamde groene gras gewoon een veldje met gekleurde sprieten.

Beledigen is gezond. Er is niets mis met beledigen, we doen het ook allemaal. Iedereen heeft weleens een ander beledigd. Gezegd dat deze belachelijk is of hardere woorden gebruikt. Beledigen is van alle tijden en zal in de toekomst ook niet verdwijnen. Er is ook geen enkele reden om zoiets te willen. Het idee is ronduit ridicuul, maar er kan wel iets veranderen aan de manieren waarop we beledigen. Nu kan ik wel een heel stuk gaan schrijven over de geschiedenis van het beledigen, leuke anekdotes aanhalen en meer van dat soort dingen, maar eigenlijk komt het allemaal op hetzelfde neer. De geschiedenis herhaalt zich keer op keer. Alles wat er nu gebeurt is er al honderden (zo niet duizenden) keren eerder gebeurt op een moment in de menselijke geschiedenis. Dat is ook totaal niet boeiend. Het is de manier waarop we beledigen die boeiend is. Laten we daar eens naar kijken!

Meest bekende manier is natuurlijk het simpelweg iemand uitschelden. Gewoon doodgewoon iemand de huid volschelden, verbaal afmaken en de grond in trappen met krachtige taal en woorden die rechtstreeks van een schutting komen. Vaak is dit ingegeven door een gevoel van onmacht, zeg maar kwaadheid over de situatie of de persoon waar de woede op gericht is. Woede of kwaadheid, het is een krachtige emotie. Er is ook niets mis om vanuit woede te gaan schelden. Het is zelfs gezond, even ventileren. De woede eruit gooien en je kwaadheid een stem geven door het onderwerp van je woede flink te beledigen. Meestal is na zo'n woede-uitbarsting de lucht geklaard en kan je weer met frisse moed verder gaan. Mensen die kwaad zijn moet je om bovenstaande reden ook gewoon laten schelden.

Je hebt ook mensen die schelden vanuit een misplaatste boosheid. Ze zijn kwaad om het kwaad zijn of kwaad omdat iemand (die ze niet kennen) iets doet wat niet in hun wereldbeeld past. Het zijn ook vaak de mensen die deze kwaadheid cultiveren en van beledigen een sport hebben gemaakt. Mensen die algemeen bekend staan als hufter en zelfs trots zijn op hun hufterigheid. Natuurlijk kan ik uitermate gemakkelijk de mensen achter het blog GeenStijl hier noemen, maar zij zijn ook gewoon een uitwas van hufterigheid. Wat zij doen is niets nieuws, niets bijzonder en iets wat iedereen kan doen. Iedereen kan een hufter zijn, iedereen kan beledigen puur om het beledigen. Iedereen kan vanuit een misplaatst gevoel van onrecht, vanuit een visie die alles wat niet binnen je wereldbeeld past uit te gaan schelden. Meestal wordt alles wat anders is, wat afwijkt afgedaan als inferieur, dom en vooral achterlijk. Kwalificaties die de superioriteit van de zogenaamde hufter moeten benadrukken, zij zijn goed en iedereen die het niet met ze eens is een dombo. Een idioot of staatsgevaarlijk. Mensen die huftergedrag cultiveren zijn ook niet bezig met beledigen, maar met het beledigen puur om het beledigen. Ze genieten van mensen die kwaad worden om de beledigingen, zij kunnen rekenen op nog meer beledigingen en altijd groepsgewijs.

Een hufter snapt niets van beledigen. Ze zijn alleen bezig zichzelf beter te laten voelen ten koste van anderen. Door anderen de grond  in te willen trappen krijgen ze aandacht, wat voor aandacht dan ook. Natuurlijk krijgen ze lof, want ze zeggen wat niemand anders durft te zeggen. Ze schelden er naar hartenlust op los en lijken daardoor uitermate superieur. Alsof zij alles in handen hebben en de dingen die ze nog niet hebben op een gouden schaaltje aangedragen krijgen. Dat niets minder waar is zien ze niet. Ze zien niet dat mensen die hufterig gedrag tonen steeds verder moeten gaan om dezelfde aandacht te generen. Eén keer iets shockend roepen werkt de volgende keer niet meer. Je moet altijd verder gaan, de ene hufter moet de ander overtreffen. Wat de ene dag nog een zeer scherpe belediging is, is de volgende dag oud nieuws. Ze zijn altijd bezig zichzelf te overtreffen, waardoor elke vorm van kritiek op hun handelen keihard afgestraft moet worden.

Ze zien niet in dat door hun hufterigheid er mensen zijn die hun beledigingen zat zijn. Dat ze de weerstand die ze oproepen steeds sterker wordt, dat hun overtreffende trap van hufterigheid ook een overtreffende trap aan tegenreacties oproept. Dat willen ze niet zien of ze zijn gewoon daadwerkelijk blind. Tegen een hufter zeggen dat ze te ver zijn gegaan levert hoongelach op. Als je ook nog de gewone media hierin meekrijgt ben je een verrader, iemand die land, leden en ledematen aan de vijand zal verkopen. Je zal een hufter ook nooit horen zeggen dat ze het mis hebben. Zij zijn superieur aan alles en iedereen. Alles wat zij zeggen is goed en moet gezegd kunnen worden. De vrijheid van meningsuiting is een groot woord in de wereld van mensen die hufterig gedrag cultiveren. Zij hebben de vrijheid om alles te mogen zeggen, maar willen niet hebben dat jij (als normaal persoon) diezelfde vrijheid neemt. Alles wat je tegen een hufter zegt wordt opgevat als een aanval op hun vrijheid van meningsuiting en met harde hand bestreden. Ze zullen net zo lang doorgaan tot je (spreekwoordelijk) huilend in een hoek ligt. Het maakt ze ook helemaal niet uit dat je gelijk hebt of dat zij het ongelijk aan hun kant hebben. Zij mogen alles zeggen en dat doen ze ook. Ze beledigen je tot op het bot en nemen intussen ook je hele familie hierin mee. Beledigen om het beledigen.

Een goed voorbeeld van dit beledigen om het beledigen is de manier waarop we tegenwoordig over moslims praten. Het huftergedrag is in het geval van moslims een normale zaak geworden. Niemand zegt inmiddels meer dat je moslim beledigd, want dan wordt je vanzelf weggezet als een moslim-knuffelaar. Iemand met oogkleppen, links en niet meer van deze wereld. Hoogtepunt hiervan is toch deze column in de Volkskrant, er wordt niet gesteld dat er op een hufterige manier moslims beledigd worden. Nee, het wordt omgedraaid. Je bent een verrader van de Nederlandse cultuur als je kritiek durft te hebben op de manier waarop deze hufters over moslims praten. Ze accepteren geen kritiek meer, want het is geen kritiek. Zij mogen beledigen, want moslims zijn het gevaar voor elk stukje westerse wereld. Niet dat ze ook maar één keer kunnen aantonen waar dat gevaar dan inzit, zonder drieëntwintig keer naar de aanslag op het WTC te wijzen en Madrid veelvuldig aan te halen. Andere feiten hebben ze niet (zijn er ook niet) maar dat weerhoud ze niet om elk klein negatief dingetje waar een moslim bij betrokken is op te blazen tot epische proporties. Dat ze hiermee moslims tot diep in de kern beledigen zien ze niet, dat is zelfs een pertinente leugen voor de mensen die hufterigheid cultiveren. Zij hebben gelijk, vinden zij. Ze beledigen ook niet, maar wijzen naar gevaar (zonder te wijzen wat dat gevaar eigenlijk inhoud)

Jammer genoeg krijgt dit hufterige geluid steeds meer voet in de aarde in de normale media. Het is iets dat scoort, lezers en kijkers trekt dus gaat de normale media ook hiermee experimenteren. Gevolg is dat er volledige belachelijke meningen in de kranten verschijnen, mensen op TV aan het woord komen die niets anders doen dan hun kwaadheid cultiveren in huftergedrag. De hufter is normaal aan het worden, beledigen om het beledigen is niet meer voorbehouden aan pubers en dronken dwazen. En langzaam begint een tweedeling in de maatschappij te ontstaan. Zondebokken worden aangewezen, want hufterigheid zonder een slachtoffer is zinloos. We weten allemaal dat moslims de zondebok van de westerse wereld  geworden is. Het perfecte slachtoffer om via hufterige wegen te beledigen en de grond in te trappen, maar wee hun gebeente als ze iets terugzeggen. Dan komt de meest erge hufter van allemaal naar boven, dan komt de nationalistische racist te voorschijn. Iets wat we allemaal in ons hebben, dus klop je nu maar niet op de borst dat jij het allemaal zo goed doet (want je had natuurlijk allang geconcludeerd dat jij geen hufter bent)

3 augustus 2013

Een comedian, grap over homo's en de politie

Twitter is een mooi medium. Mooi, omdat je maar 140 tekens hebt om je bericht te typen en dat vaak genoeg is om het grootste gezeik in de wereld te helpen. Wie veel op twitter zit (en daar ben ik geen uitzondering in) weet dat er regelmatig een onderwerp is dat je hele tijdlijn vult. Het gaat nergens anders meer over dan dat onderwerp. Meestal is dat de zogenaamde vrijheid van meningsuiting die in het geding zou zijn, omdat mensen het niet met elkaar eens zijn en daarom maar gaan schelden. Anderzijds kan het ook iets uit de waan van de dag zijn, wat vervolgens breeduit gemeten wordt maar waar niemand vervolgens echt mee in de diepte gaat.

Vandaag is geen uitzondering. Inmiddels is twitter ontploft doordat een stand-up comedian een grap maakte over de Gaypride in Amsterdam en deze moest verwijderen op last van de politie. Of het een goede, slechte of zelfs geslaagde grap was laat ik in het midden. Humor is niet aan de orde, maar de gebeurtenissen die erna kwamen zijn hier belangrijk. Laten we eens kijken wat er allemaal voorgevallen is en waardoor twitter ontplofte van (gespeelde) verontwaardiging.

Via de website De Zwarte Kat (rechtstreekse link naar hun artikel) is het relaas van @MennoStam, de vermeende grappenmaker goed te volgen. Het begon met de gewraakte tweet van Menno Stam, waarin hij schreef:

"Zo, straks lekker naar ‪#‎Artis‬, homo’s kijken. Of nee, aapjes…!
 Haal die twee nog altijd door elkaar. Echt nodig hoor, zo’n ‪#‎gaypride‬" 


Dat is duidelijk een grap, niet iets wat iemand meent. Zelfs een blinde kan dat zien, maar aangezien er ook mensen zijn die geloven in een man met een baard op een wolk of een kerel met een tulband en tweeënzeventig maagden in het hiernamaals zullen er ook mensen dat soort teksten serieus nemen. Gekken hebben we overal en zullen er ook altijd zijn, wat ook niet uitmaakt. Voor dit verhaal maakt het in ieder geval helemaal niets uit en het is nog niet eens afgelopen.

Tien minuten nadat bovenstaande tweet door Menno Stam op zijn tijdlijn had geplaatst werd hij door eigen zeggen door de politie gebeld met de mededeling dat zijn tweet niet door de beugel kan. Of zoals op het stuk van Zwarte Kat te lezen valt: "Dat allochtonen zouden meelezen en zijn tweet kunnen misbruiken om rotzooi te trappen" Zelf nuanceert Menno Stam het nog even verder door de allochtonen verder te specificeren tot marokkanen, waarmee zowel Menno Stam als Zwarte Kat willen beweren dat de politie zich met discriminatie bezighoudt. Het koppelen van een negatieve tekst over homo's aan allochtonen die daarmee kunnen schoppen is gewoon discriminatie, simpel zat. Daar hoef ik niet eens een gerechtsgeleerde voor te zijn, maar niemand lijkt dit verband te willen leggen. Iedereen blijft maar hangen in het feit dat Menno Stam op last van de politie een tweet heeft moeten verwijderen. Iedereen schiet gelijk in de "vrijheid van meningsuiting komt in gevaar" reflex, zelfs zonder na te denken wat er eigenlijk precies gezegd wordt.

Niemand vraagt zich ook af hoe de politie aan het telefoonnummer van Menno Stam is gekomen. Hij zegt op twitter dat hij gebeld is op zijn mobiele nummer, tien minuten nadat hij de gwraakte tweet had geplaatst. De politie was zijn tweet op het spoor gekomen door de gebruikte #hashtag, welke door de organisatie van de Gaypride in de gaten werd gehouden. De organisatie zou ook naar de politie gebeld hebben en vervolgens namen de laatste contact met Menno Stam op met het dringende verzoek de tweet te verwijderen. Dit allemaal binnen tien minuten. Dat we te maken hebben met ambtenaren bij de politie, dat zij niets mogen doen zonder uitdrukkelijke toestemming van leidinggevenden binnen het korps en dat soort dingen wordt opeens vergeten. Iedereen gelooft onmiddellijk dat de politie iemand binnen tien minuten opbelt, zonder zelfs maar te twijfelen. Menno Stam zegt het op twitter en daarom is het waar. Het is ook geheel niet onlogisch dat het Bert Brussen-vehicle The Post Online zonder enige kanttekening en twijfel plaatst. Daar drijven ze juist op het plaatsten van artikelen die de tweedeling in de maatschappij bevorderen en toepassen van wederhoor is alleen maar lastig (want kost tijd)

Ik heb daarentegen wel kanttekeningen. Laat ik beginnen met het vermeende telefoontje van de politie. Ik heb nog nooit gehoord dat de politie iemand opbelt. Het is ook totaal niet logisch dat de politie iemand opbelt, want hoe wil jij jezelf identificeren als een agent van de gerechtelijke macht aan de telefoon? Dat is niet mogelijk. Je wordt niet gebeld door de politie. Als zij iets van je willen, als zij willen dat je een tweet verwijderd komen ze bij je langs. Of ze sturen je een gepeperde brief met interessante stellingen. Iets waar Bert Brussen toch alles vanaf moet weten en hij retweette alleen nog maar een tweet die als pure haatzaaierij werd aangemerkt. Toch hoor je niemand over het feit dat de politie iemand opbelt. Het wordt gewoon als waar aangenomen.

Niemand denkt even dat het misschien een bekende van Menno Stam is geweest. Iemand die zijn gewraakte tweet zag en met hem een grap is gaan uithalen. Dat iemand deed alsof hij van de politie was en zegt dat die tweet verwijderd moet worden omdat marokkanen er misbruik van kunnen maken. Dat Menno Stam gewoon in de slechte grap van één van zijn vrienden is getrapt en zodoende half Nederland in een zure reflex trekt. Ik acht deze theorie namelijk erg aannemelijk, ook als ik de tijdlijn van Menno Stam op twitter lees.

In het begin dacht ik nog dat hijzelf een grap maakte. Dat hij die tweet schreef, verwijderde en ging beweren dat hij gebeld was door de politie. Met zo'n stelling kan je namelijk ontzettend veel aandacht genereren en dat blijkt gezien het ontploffen van twiiter ook echt geval. Maar naar mate het voortduurt en de twitter-verontwaardiging ook hand over hand toeneemt lijkt het erop dat Menno Stam echt gelooft dat hij door de politie gebeld is. Wat gezien mijn aangedragen argumenten dat het heel erg onwaarschijnlijk is een beetje naïef is, maar je schrikt je volgens mij ook rot dus begrijpelijk. Wat ik alleen niet begrijp is dat er niemand wederhoor laat plaatsvinden, niemand die het verhaal in twijfel durft te trekken. Het wordt klakkeloos aangenomen en dat is het jammere van de huidige tijd, ook van twitter. Alles gaat zo snel dat iets niet interessant meer is als we weten hoe het zit. Wederhoor is een dinosaurus aan het worden en alleen interessant voor journalisten die de diepte willen opzoeken, maar dat is weer een ander verhaal.

Op dit moment staat als een paal boven water dat zodra de vage lucht van censuur in combinatie met allochtonen boven lijkt te drijven iedereen het gezonde verstand verliest. Nadenken is dan opeens niet meer nodig, want vrijheid van meningsuiting, censuur en meer van dat soort dingen. En laat dat net iets zijn waar iedereen wel een mening over heeft en iedereen die mening ook graag wil laten horen. Maar dat de politie iemand opbelt, tien minuten nadat een tekst op het internet verschijnt daar twijfelt niemand aan. Zelfs niet als het duidelijk is dat de politie niet op de hoogte van van het telefoonnummer van de gebelde. We zetten liever de #NSA #PRISM joker in dan denken dat het gewoon een (slechte) grap van iemand kan zijn. De wereld is weer een stukje mooier geworden, maar heeft vooral last van nog meer paranoia gekregen. Alsof we nog niet genoeg in zelf-gecreëerde angst leven..


Nagekomen bericht op 3-8-2013, 17.33u:
Volgens de mens(en) achter de website Zwarte Kat staat het telefoonnummer van Menno Stam gewoon op zijn website. Iets wat natuurlijk ook logisch is, als je geboekt wil worden als stand-up comedian is bereikbaarheid essentieel. Neemt niet weg dat de politie nog steeds niemand opbelt, vanwege het identificatie-probleem. Uit dit stuk van het AD blijkt dat bij navraag (wederhoor) bij politie Amsterdam er geen registratie van het vermeende telefoontje is geweest, wat zeer ongebruikelijk voor de politie is. Een agent is verplicht elke handeling administratief te kunnen verantwoorden.

Nagekomen bericht op 5-8-2013:
Menno Stam heeft een verklaring geschreven op The Post Online. Hij is erin getuind, gebeld door een grappenmaker en niet de politie.