8 december 2014

Een kunstenaar zijn

Tussen koffie en een boterham vraag ik de buurvrouw wat kunst is. Ze haalt haar schouders op. Dat soort dingen weet ze niet en het interesseert haar ook niets. Ze vind kunst maar onzin en geld verspilling. "Kunst heb je niets aan!" roept ze er vaak achteraan en eerlijk gezegd moet ik haar daar gelijk in geven. Je hebt niets aan kunst, helemaal niets. Toch is kunst één van de meest belangrijke dingen die er is in een maatschappij. Kunst brengt kleur, kleur in het leven en kleur aan diezelfde maatschappij.

Zonder kunst zouden de buurten waarin we wonen saaie, grijze woonblokken van beton zijn. Ontdaan van elke vorm van vrolijkheid, plezier en het idee dat schoonheid iets is om naar te kijken. Zonder kunst zouden we geen nodeloze emoties kunnen hebben over een voorstelling, een plaatje of een beeld. Kunst geeft ons gevoelens die de natuur, in prehistorische tijden, gaf. We hebben kunst nodig om de wereld te duiden, maar ook om gevoelsmatig te duiden. Zonder kunst zijn we niets meer dan lammeren die wachten op de onvermijdelijke dood en dat is iets wat veel mensen zich niet realiseren. Ik heb dit ook weleens aan de buurvrouw verteld, maar zij haalde haar schouders op en zei dat het vast niet zo'n vaart zou lopen. Dat ze alleen in de oude Oostblok-landen hoeft te gaan kijken naar de saaie, betonnen wooncomplexen om te zien wat ik bedoelde maakte geen indruk. Ze woonde daar niet en een beetje natuur deed ook een hoop goed, zei ze. Dat natuur ook nutteloos is en in principe nergens anders toe doet dan de mensen vrolijk maken met de kleurpracht en vrolijk groen deed er niets aan af. Natuur is geen kunst en kunst is geen natuur volgens mijn buurvrouw. Ik heb haar maar niet verteld dat het voor mij een-en-dezelfde medaille is en dat beide kanten aan dezelfde kant kunnen zitten, maar ook tegengesteld kunnen zijn. Ik heb het erbij gelaten, omdat mijn buurvrouw begon te roepen dat ik zeker ook "zo'n kunstenaar" ben. Dat ik mijzelf ook als kunstenaar beschouw, omdat ik de hele dag tekeningen zit te maken.

Ik heb daarop niets meer gezegd, de deur gesloten en verder gegaan aan de tekening waarmee ik op dat moment bezig was. Ben ik echt een kunstenaar, omdat ik teken? Ik beschouw mijzelf absoluut niet als kunstenaar. Verre van zelfs. Ik ben juist iemand die obsessief tekeningen maakt. Ik moet wel tekenen om de beelden uit mijn hoofd te krijgen, net zoals ik schrijf om de ideeën van woorden weg te krijgen. Het is noodzaak om dit te doen. Zonder de mogelijkheid om te tekenen zou ik gek worden van alle beelden in mijn hoofd, alle ideeën die zich opdringen en de zinnen die de beelden oproepen. Het is gewoon iets dat ik kwijt moet. Maar maak ik dan kunst?
Ik kan die vraag niet beantwoorden. Kunst ontstaat pas als iemand naar het werk dat je maakt kijkt. En misschien is kijken alleen niet eens genoeg, maar moet de toeschouwer er ook een gevoel over krijgen. Ontroering, bewondering, afschuw, dat soort gevoelens mag een werk oproepen wanneer de toeschouwer ernaar kijkt. Net zoals de natuur gevoelens kan oproepen. Blijdschap, vreugde, verdriet, walging of zelfs allergieën, het hoort er allemaal bij. De natuur is kunst en andersom is het niet veel anders.

Maar ben je een kunstenaar als je kunst maakt? Mag je wel van jezelf zeggen dat je een kunstenaar bent of dat je kunst maakt? Zodra iemand naar je werken kijkt en er gevoel over heeft, verheft het zich tot kunst. Maar maak je kunst als je er zelf naar kijkt? Ben je dan een kunstenaar? Ik vind niet dat je jezelf tot kunstenaar kan bestempelen, dat kunnen alleen anderen. Jezelf tot kunstenaar bestempelen is dusdanig pretentieus dat de natuur er bruine vlekken rond de ogen van krijgt. In principe zeg je ronduit dat je werk maakt waar mensen gevoel bij hebben. Dat je in staat bent met beeld gevoelens bij mensen op te roepen, wat deze gevoelens ook mogen zijn. Jij vind dan van jezelf dat je het vermogen hebt om dat te doen, door alleen beelden te projecteren op het netvlies van de toeschouwers. Ik vind dat mensen die van zichzelf zeggen dat ze kunstenaar zijn en kunst maken precies het tegenovergestelde doen. Zij projecteren hun eigen ego op de wereld en nog op een lelijke manier ook. Hoe mooi je werk ook kan zijn, zodra je jezelf tot kunstenaar bestempeld heeft je werk in mijn ogen al afgedaan. Het wordt lelijk en daarmee niets meer dan een decoratiestuk.

Overigens is er niets mis met decoratie. Er bestaat ook iets wat ik tot Ikea-kunst heb bestempeld, kunstwerken die niets meer zijn dan decoraties voor in huis. Zoals de leuk-gekleurde kussentjes die je op je bank in een raar motiefje legt. Werken waar de maker ook zijn of haar ziel-en-zaligheid ingelegd heeft, maar waar je naar kijkt zonder een echte emotie erbij te hebben. Werken die simpelweg als "leuk" bestempeld worden. Er is geen diepliggend gevoel. Je kijkt naar Ikea-kunst zoals je naar designspullen kijkt, het is niets meer dan mooi of lelijk. Hetzelfde zou je kunnen zeggen over kitsch, maar Ikea-kunst is geen kitsch. Het heeft wel iets meer dan alleen kitsch, wat gewoon ontzettend lelijk design en slecht-geproduceerd beeldmateriaal is. Ikea-kunst is gewoon, niets meer en niets minder. Het vult de wand, zoals verf een hek kleur geeft. En kleur geven is een goede zaak, vind ik. Ik hou ook van kleur, maar ik zie wel veel liever een kunstwerk dan een decoratief stuk dat je ook bij Ikea zou kunnen kopen. Je bent ook geen kunstenaar als je werk maakt dat het predicaat "decoratief" niet kan ontstijgen, al denken wel veel mensen die dit soort werken produceren dat ze kunstenaar zijn. Het zijn ook meestal deze mensen die zich deze titel aanmeten.

Terug naar mij en mijn tekeningen. Zijn mijn tekening dan Ikea-kunst? Ik heb geen idee. Ze zijn zeker decoratief, maar of ze ook emotie oproepen weet ik niet. Sommige werken hebben wel walging opgeroepen, maar dat kan ook mijn perceptie van de reacties zijn. Ik weet namelijk niet wat mijn tekeningen met mensen doen en dat is ook niet de reden dat ik ze maak. Natuurlijk hoop ik dat men mijn tekeningen mooi vind en aan de muur wil hangen. Ik ga alleen niet van mijzelf zeggen dat ik een kunstenaar ben. Dat mogen anderen doen en dan aanvaard ik dat ze dit vinden. Tenslotte moeten andere mensen mijn werk bekijken en vinden dat ze er een emotie (welke dan ook) bij voelen. Tot die tijd ben ik iemand die tekeningen maakt en dat zal ik altijd blijven. Ik teken de beelden die ik in mijn hoofd heb!


Disclaimer: Deze tekst is niet bedoeld om iemand, wie dan ook, te beledigen of af te doen als pretentieuze waanzinnige. Het is slechts mijn visie op kunst en degene die ze maken. De termen die ik gebruik zijn allemaal ontsproten aan mijn geest en doen niets af aan meningen die afwijken van die van mij. U mag er anders over denken en dat is ook goed.

1 december 2014

Schoonheid

"Zit mij niet aan te staren, walgelijke oude vent!" beet ze mij toe. Haar blik stond op walging, terwijl ze half over haar schouder naar mij keek. Ik zat nog geen vijf minuten schuin achter haar. "Meisje.." antwoordde ik poeslief. "Ik zit je helemaal niet aan te staren. Ik heb geen enkele reden om een wicht zoals jij te gaan zitten aanstaren, omdat zij toevallig denkt dat ze de grootste schoonheid op aarde is.."

Haar ogen werden groot. "Pff" zei ze.

"Meisje.." ging ik verder. "Je bent helemaal geen schoonheid. De enige reden dat überhaupt iemand naar je zou willen staren is om te zien of je echt zo bordkarton bent als je overkomt. Of je werkelijk waar geen enkele inhoud, kennis, intelligentie hebt.. Alleen om zeker te weten dat je niets meer dan een roos bent, die over enkele jaren verwelkt tot een rottende bladeren en verlopen kleuren.." Ze keek mij kwaad aan. Het spreekwoordelijke "als blikken konden doden" kwam in mij op. Dit sterkte mij om door te gaan. Ik haalde diep adem.

"Nu ben je mooi, tenminste je hebt het perfecte uiterlijk van een model" Ik pauzeerde even, dacht na. "Je gezicht heeft die symmetrie, die iedereen mooi vind. Precies datgene wat elke vrouw, en ook man, zou willen hebben.. Oppervlakkig gezien.." Op dit moment veranderde haar kwade, bijna dodelijke blik in eentje van ongeloof. "Wat?" stamelde ze. Ik negeerde haar vraag. Mijn monoloog over haar schoonheid was nog niet klaar. "Je schoonheid is niets meer dan een omhulsel. Je perfecte huid is niets meer dan enkele cellen diep, millimeters. Het is niets, al heb je er ook nooit iets voor hoeven doen. Je bent ermee geboren, als baby had je deze zogenaamd perfecte huid al"
Haar ogen werden wat groter. Ongeloof trok over haar gezicht. Ze wist niet wat ze met mij aanmoet en nog minder met wat ik tegen haar zei. Ze draaide haar hoofd weg en probeerde mij te negeren.

"Een perfect uiterlijk is natuurlijk mooi meegenomen" ging ik weer verder, nu tegen haar weggedraaide schouder en nek. "Mensen die mooi zijn hebben altijd een streepje voor in de maatschappij.." Ik zag een vage glimlach verschijnen rond haar mond. "Maar jij hebt dat voordeel niet. Je bent mooi om te zien, maar hebt een vreselijk lelijk uiterlijk. Je bent arrogant, bewust van je schoonheid en daarom ontzettend lelijk.." Nu glimlachte ik. "Jouw idee over je schoonheid heeft je verlamd. Je kan niets anders meer dan een beetje mooi zijn. Je denkt waarschijnlijk dat iedereen alles komt aandragen, omdat jij mooi bent. De kans dat je ouders je als een prinsesje behandeld hebben is vrij groot. Je zal wel verwend tot op het bot zijn, alleen omdat je het uiterlijk van een model hebt, maar verder te stom bent om voor de duvel te dansen.."

Kwaad draaide ze zich weer om. "Hou je kop, ranzige oude vent. Hou je kop!" siste ze kwaad in mijn richting. Ik lachte, hard. Misschien een beetje te hard, maar dat kon mij niet zoveel schelen. "Nee" antwoordde ik liefelijk. "Je houdt je kop dicht, anders... " "Anders wat?" Ik keek haar glimlachend aan, waarop ze zich weer kwaad omdraaide. Ik vatte dat op als een teken dat ik door kon gaan met mijn verhaal over haar schoonheid. "Luister.." ging ik verder. "Je denkt waarschijnlijk dat je met je mooie gezichtje een rijke vent aan de haak kan slaan. Dat je helemaal niets hoeft te kunnen en dat je uiterlijk je overal brengt waar je maar zou willen. Ik acht zelfs de kans groot dat je op school helemaal niet je best doet, vrij beroerd ervoor staat qua cijfers en dat je nog steeds het idee hebt dat je het wel gaat maken in het leven.." Hierop lachte ze. "Ik zit helemaal niet meer op school, dombo!" Ze keek mij niet aan toen ze dit zei. Ik haalde mijn schouders op. "Nog veel dommer dus dan ik al dacht. Je zit niet eens meer op school en het kan je niet eens iets schelen."
Met deze woorden schudde ik meewarig mijn hoofd. Hoe kan iemand zo dom zijn en toch het idee hebben dat de wereld aan haar voeten lacht. "Je zit vast te wachten op de rijke man die je alles gaat geven wat je maar wilt. Intussen woon je nog steeds bij je ouders, omdat zij je wenken tot in de puntjes weten te bedienen. Iets zelf doen zal niet bij je opkomen en dat is ook de reden dat je heel lang op een rijke man kan gaan wachten.." Weer die glimlach rond haar mond.

"Je denkt werkelijk dat een rijke man, iemand die zijn geld bij elkaar gesprokkeld heeft door slim zijn ideeën te beleggen, geluk hebben en ouders die zelf ook vermogend waren, in zee zal gaan met een dom wicht en een mooi gezichtje?" Ik knikte. "Ja, dat denk jij echt. Jij wacht op de rijke prins op het witte paard die je meeneemt naar zijn landhuis en je elke dag aardbeien of druiven zal voeren.." Ze keek weer om, de boosheid was terug in haar ogen. "Meisje.." ging ik door, terwijl ze mij aankeek. "Je leeft in een droom, een droom die uiteindelijk een mooie nachtmerrie zal worden. Geen enkele rijke vent zal je willen. Je bent niets meer dan een pretty face, je bent simpelweg een uiterlijk. Je kan niets, niets meer dan een beetje mooi zijn. En jouw schoonheid is maar tijdelijk. Die verdwijnt en geen plastische chirurgie zal dit kunnen tegenhouden. Je kan wel denken dat je nu de mooiste op aarde bent en daarom alles verdiend, maar over tien jaar ben je een rimpelig wrak. Niets meer dan vergane schoonheid. Iets dat ooit mooi was om te zien, maar verworden tot een schim van wat het ooit was. En elke rijke man weet dit.."

De schrik in haar blik was best gouden om te zien. Ik glimlachte wat harder. "Je kan nu wel denken dat je de wereld aan je voeten hebt, maar de wereld roddelt achter je rug over je. Ze lachen je uit en noemen je dingen, die ik niet eens durf te herhalen. Het is algemeen bekend dat je ouder wordt en dat met de jaren je jeugdige schoonheid zal verdwijnen. En omdat je niets meer bent dan uiterlijk fluisteren ze dat je ooit met de ratten zal slapen en dat is nog het meest vriendelijke dat ze over je zeggen" Hierop zuchtte ik even diep. Ik was bijna klaar.
"Geniet nu nog maar van je schoonheid als je in de spiegel kijkt. Luister fijn naar de mooie leugens die je ouders je vertellen als ze je korstloze boterhammetjes komen brengen. En blijf vooral dromen van een rijke man die hetzelfde voor je zal doen. Het is alles wat je aan geluk zal kennen in je leven en jammer genoeg voor jou is het over een jaar of tien verdwenen in rimpels en betraande ogen"
Ik genoot even van dit beeld en sloot mijn ogen

Haar antwoord deed mij uit mijn korte mijmering opschrikken. "Ben je klaar, oude man? Ik ga er hier uit en ik hoop dat je dood neervalt!" Ze klauwde naar mijn gezicht, maar ik was sneller en greep haar hand. Even verdraaide ik haar pols en liet los toen ze "Au!" riep van pijn. De tranen in haar ogen waren alleen niet van de pijn. Die waren er al voordat ik haar pols vastgegrepen had. Ergens voelde ik mij schuldig dat ik haar zo neergehaald had. Ik was niet veel beter dan haar, ook maar een mens, maar alleen niet gezegend met een overvloed aan schoonheid. Maar ik kon niet meer terug. De woorden waren gezegd en ik had elk woord gemeend. Ik keek haar na, terwijl ze uitstapte. Ze keek mij niet meer aan. Ze zei ook niets, alleen wreef ze over haar pols alsof de pijn daarmee minder zou worden. Ik hoopte het wel voor haar.