29 maart 2009

Onderweg naar Mono

Het had gisteren zo mooi kunnen zijn. Eindelijk had ik eens de kans om de japanse post-rock formatie Mono live te aanschouwen. Al twee keer eerder had ik ze door omstandigheden moeten missen en dat wilde ik niet nog een keer laten gebeuren. Niet dat ik het een van de meest overweldigende post-rock bands vind. Sterker nog, Mono is best leuk maar het blijft niet meer dan een redelijke imitatieGodspeed You! Black Emperor in een light verpakking. Ik zou er in ieder geval nooit platen van gaan kopen, maar een keertje live zien... Dat wil ik dan weer wel.

Nu was ik eerlijk gezegd ook heel benieuwd naar het voorprogamma dat het Patronaat geregeld had. Een nederlandse band die luistert naar de naam The Mount Fuji Doomjazz Corporation, wat weer een alter-ego is van de band The Kilimanjaro Darkjazz Ensemble. Nu schijnt het feit dat Bong Ra meespeelt in deze formaties helemaal je van het te zijn, maar ik geef niet zoveel om de muziek van Bong Ra. Het geluid van The Mount Fuji Doomjazz Corporation sprak mij gewoon aan. Tenminste het ene nummer dat op de Patronaat-site te vinden was smaakte absoluut naar meer.

Het zouden twee vliegen in één klap worden. Eindelijk zou ik kunnen zeggen dat ik Mono live gezien had en tevens nog een leuke nederlandse band erbij. Leuke nederlandse bands zijn er op zich wel genoeg, maar eentje erbij is alleen maar beter. Toch besliste het lot weer anders. Niet al te laat waren we naar Haarlem getogen om aldaar onze opwachting in de zaal te kunnen maken, maar nog voor we goed en wel bij het pand zelf waren zagen we de rij voor de deur al groeien. Ik hield mij hart vast. Het zou toch niet uitverkopen voordat wij binnen waren...? De rij voorspelde in ieder geval niet veel goeds. Goed en wel aangekomen bij het pand zelf bleek de rij niet voor de kassa te staan, maar gewoon een rij voor de garderobe te zijn. Mijn eerste schrik over het uitverkopen van het concert begon een beetje weg te ebben tot ik verder ging denken. Een rij voor de garderobe die tot buiten het gebouw doorliep? Ik dacht er het mijne van en mijn vrees werd bewaarheid toen we de kassa zagen.

Een fraai briefje hing aan het raam. "MONO UITVERKOCHT" las ik en we wisten genoeg. Ondanks dat we ruim op tijd aangekomen waren bij de zaal was het concert al uitverkocht. Waarschijnlijk was het in de voorverkoop al uitverkocht, maar mochten we dat niet lezen op de website zelf. Liever iedereen naar Haarlem laten komen en voor een dichte deur een desillusie laten beleven. Ik deed er hard aan mee. Even beleefde ik de teleurstelling dat ik Mono weer gemist had, de score staat nu op drie keer, maar dat duurde slecht drie minuten. Nog lang voor een band die ik helemaal niet zo goed ken of geweldig vind, maar toch was er een teleurstelling. Aan de andere kant spaarde het ook weer geld uit, hoefden we ons niet in een volgepakte zaal als haringen rond te hangen en konden we ruim op tijd thuis zijn. Derhalve zijn we heel elitair in de kroeg gaan hangen. Een berg bier in het lichaam maakt ook een hoop goed en waarschijnlijk was Mono gewoon in stereo of nog veel erger. Daarbij zijn gesprekken gevoerd in de kroeg altijd beter te volgen dan die bij concerten gevoerd worden. Het is uiteindelijk een vermakkelijke avond geworden.

28 maart 2009

Concert-tip of toch niet





Nadja - Stays demons

Zondag 31 maart live in de OCCII


En nu niet gaan zeggen dat ik het niet gezegd heb.... doe er je voordeel mee! Je kan bijvoorbeeld geheel wegblijven. Aan de andere kant kan je ook besluiten om te komen om de mensen van de OCCII een hart onder de riem te steken. Daarbij staat er ook nog een Engelsman op te treden met vervreemdende muziek, maar eerlijk gezegd heb ik geen idee wie hij is of wat hij gaat doen deze schone zondagavond.

"Zijn naam?" hoor ik je vragen of eigenlijk niet want ik kan mij voorstellen dat je toch niet durft te komen. Maar ik ben de beroerdste niet, ik wil zijn naam best noemen. Misschien dat jij hem wel kent. Het is Paul White. Ik ken hem niet. Wat ook logisch is, zoveel Engelsmannen heb ik niet ontmoet in mijn leven. Laat staan dat ik er heel veel ken.

Maar ik heb het gezegd. Wat je met deze informatie gaat doen is niet aan mij. Ik weet wat ik zal gaan doen die broeierige avond en het heeft niets met tatoeages te maken. Dan moge dat ook geheel duidelijk zijn.

15 maart 2009

De laatste barriere

Het idee dat ik een licht luchtje zou kunnen verspreiden zorgde ervoor dat ik onder de douche stapte. Onderwijl belde jij, maar ik hoorde de telefoon niet. Ik liet het warme water over mijn hoofd spoelen. Eigenlijk ondernam ik pogingen om de spoken in mijn hoofd weg te krijgen, met het water mee te laten gaan. Weg het doucheputje in. Niet dat het hielp, maar ik had wel het gevoel schoner dan minuten daarvoor te worden. Ik sopte mijn haren in met shampoo en liet het weer wegspoelen door de waterstraal. De achtergebleven haren op mijn handen liet ik langzaam wegstromen. Ik zag ze opkrullen en over mijn vingers lopen. Ik liet ze begaan. Ze moesten toch in het putje aan mijn voeten verdwijnen. Jij belde nog een keer. Nu hoorde ik de telefoon wel. Je belde harder, harder dan eerst. Zelf de muziek van Phoenix and the Turtle kon het doordringende geluid van mijn telefoon niet maskeren. Maar goed ook, want jij belde en als jij belt moet het wel dringend zijn. Toch kon ik niet opnemen. Ik weiger om druppelend door het huis te lopen. Pas als ik goed en wel afgedroogd ben wil ik de tocht naar beneden ondernemen. Niet dat jij wist dat ik onder de douche stond, jij wilde mij gewoon spreken. Jij wilde mij iets vertellen of vragen. Jij had mij nodig, zoals ik jou soms nodig heb. Je belde nog een keer. Nu sprak je mijn voicemeel in. Of ik je wilde terugbellen.

Het had allemaal te maken met gisteren. Gisteren was er iets belangrijks gebeurt. Ik had een ervaring die mij gebroken achterliet. Opengebroken bleek later. Als de schil van een ui was ik opengebroken om het laatste en enige omhulsel te onthullen dat ik ben. Het allerlaatste obstakel lijkt geslecht en jij weet dit. Of jij wist het toen je mij belde, want je vraag legde precies de vinger op de zere plek. "Gaat het goed met je?" meer hoefde je niet te vragen. Ik gaf antwoord terwijl jij luisterde en meer hoorde dan ik wilde uitspreken. Ik hoefde je niets uit te leggen. Ook jij wist dat het zover was. Gisteren was het moment dat ik één werd. Dat ik op het punt sta om te bereiken waarvoor ik mijn leven ingericht heb. Eigenlijk heb ik het gisterenavond al bereikt, maar dat durf ik nu nog niet toe te geven. Ik moet nog dingen leren, dingen aanvaarden en weten wat ik precies wil zeggen tegen anderen. Ik sta op de drempel van een wijd geopende deur, alleen de laatste stap hoef ik nog maar te nemen. Ik weet dat ik het durf en jij weet het ook. Toch spreken we deze woorden niet uit. We hoeven ze niet uit te spreken. Ik praat nog wat met je. Over koetjes en kalfjes, de belangrijke zaken laten we onbesproken. Sommige dingen hoeven we niet te zeggen. We weten het allebei, daarom houden we van elkaar.

Toch ben ik ergens bang. Bang voor de doorbraak die ik gisteren gemaakt heb. Bang voor het slechten van het allerlaatste obstakel dat mijn doel in de weg stond. Eigenlijk ben ik gewoon bang voor mijzelf. De angst dat ik echt aan het bereiken ben wat ik altijd als doel gesteld heb sijpelt door mijn lichaam. Alleen laat ik mijzelf niet meer verlammen door deze angst. Vroeger zou ik geprobeerd hebben weg te kruipen. Mijn angst de overhand laten voeren en mij verstoppen achter barricades, obstakels en grote deuren. Mijn oude zelf zou nooit zover hebben willen komen. Die zou liever in de verte willen kijken naar de horizon en de onneembare vesting die mijn einddoel vormt. Daarom is het vreemd om voor de geopende deur van mijn doel te staan. Ik hoef alleen de drempel maar over te stappen om te bereiken wat ik wil. Slecht een verhoging van nog geen centimeter staat tussen mij en alles. Er is geen reden meer om af te wachten, er is geen reden meer om stil te staan. Alleen angst houdt mij nu tegen. Ik ben bang voor het onbekende, maar zou we dat niet allemaal?

Ik neem de stap. Mijn voet gaat over de drempel. Ik zie je aan de andere kant, al zal je mij niet herkennen meer. Ik zal nooit meer dezelfde zijn terwijl ik in jouw ogen precies dezelfde ben als gisteren. Dezelfde als eergisteren en overmorgen, maar toch ben ik anders. Ik ben mijzelf zoals maar weinig mensen zullen worden. Ik heb mijn doel bereikt en het is goed. Alles wat ik jou ga vertellen zal tot doel dienen jou ook op de weg te zetten, maar lopen zal je zelf moeten doen. Ik ga weer door. Ik wil je zien, ik ga op weg.

13 maart 2009

Dromen in de nacht

Vannacht droomde ik dat ik een geadopteerd kind had. Een klein meisje van een jaar of twee, misschien drie genaamd Thabita. Precies dezelfde naam als de vrouw van Stephen King, al heb ik het idee dat dit gewoon een onfortuynlijk toeval was en verder niets met deze schrijver te maken heeft. Tenslotte heb ik al jaren niets meer van hem gelezen, al heb ik wel een aardige verzameling van boeken die hij geschreven heeft. Stephen King kwam verder niet in mijn droom voor dus laten we hem maar voor wat hij is en terugkeren naar de belangrijkere zaken.

In mijn droom kan ik niet zeggen dat ik fantastisch voor mijn geadopteerde dochter aan het zorgen was. Op een gegeven moment was ik haar vergeten mee te nemen van een of andere partij/feest/winkelgelegenheid. Ik weet niet meer precies waar we geweest waren en eerlijk gezegd doet het er ook totaal niet toe, maar we waren haar vergeten mee te nemen. Aangekomen op onze volgende bestemming zei mijn vriendin opeens tegen mij dat we Thabita vergeten waren. Ze was nog op de vorige locatie. Ik schrok mijzelf rot. Dat was mij nog nooit overkomen. Zelfs mijn eigen telgen, die in mijn droom al volwassen waren terwijl ik nog gewoon dezelfde leeftijd had, was ik nooit ergens vergeten. Ik denk ook niet dat ik het zou kunnen, maar dat terzijde. Zonder na te denken wilde ik naar buiten rennen om haar te gaan halen. Alleen werd ik bij de poort tegengehouden door een groep mensen die deze bewaakte. Het was te gevaarlijk om naar buiten te gaan. Ik riep dat mijn dochter nog buiten was en ik haar perse wilde halen. Weer kreeg ik te horen dat het té gevaarlijk was om naar buiten te gaan en als ik het niet geloofde hoefde ik alleen maar even een blik naar buiten te werpen.

Ik liep naar de glazen wand naast de poort. Er waren geen gewone ramen. De hele wand bij de ingang bestond uit glas. Superdik glas gemaakt van aquariumachtig materiaal dat naast de boel beveiligde ook zorgde voor een vrije kijk op de wereld buiten. Buiten zag ik enkel mensen ploegen door de straten. Zelfs enkele kinderen, een klein meisje rende door het mulle zand dat de straten vormde gezamenlijk met hun ouders. De bewakers bij de deur zagen ze ook, maar toch ondernamen ze geen pogingen om de poort nogmaals te openen. De boel bleef potdicht en opeens zag ik de reden hierachter. Uit de lucht, van de daken van de huizen en uit de donkere stegen tussen de huizen verschenen reusachtige insecten. Grote vliegachtige wezens met mottige vleugels stortte zich op de mensen en begonnen te vreten. Ze vielen bij bosjes. Eén meisje wist tot bij de glazen wand te komen toen ze aangevallen werd door zo'n vliegachtig wezen. Ik zag de kaken in haar hoofd verdwijnen waarna de vlieg (of wat het ook was) haar halve schedel eraf trok. Bloed en hersenen spatte over het zand en het meisje zeeg naar de grond. Ik draaide mijn hoofd af en hoopte dat mijn dochter veilig binnen was. Ik zou het mijzelf nooit vergeven als ze opgevreten bleek te zijn door deze insectachtige monsters.

Een uur later werd het sein veilig gegeven door de bewakers. De poort werd weer geopend en we mochten naar buiten gaan. Ik ploegde onmiddellijk door de zanderige straten die de wereld vormde. Op zoek naar mijn dochtertje. Zonder blikken of blozen liep ik terug naar de plaats waar we haar achtergelaten, zeg maar vergeten waren, hadden. Ik kreeg te horen dat ze haar wel gezien hadden, maar dat ze inmiddels verdwenen was. Op een onbewaakt moment was ze naar buiten gelopen en niemand wist waar ze was. Gelukkig was het nog geen vijf minuten nadat ik gearriveerd was gebeurt dus ver weg kon ze nooit zijn. Ik wist in ieder geval dat ze veilig binnen was geweest toen de vliegachtige monsters het stadje teisterden. Nu alleen haar nog vinden voordat ze weer zouden komen. Ik rende weer naar buiten, op de voet gevolgd door mijn lieve vriendin. We wisten dat zoeken naar sporen volslagen zinloos zou zijn. Het mulle zand verborg elke voetstap binnen enkele minuten, maar mijn gevoel gaf een goede indicatie waar Thabita zou kunnen zijn. Ik begon die kant op de rennen, voor zover rennen door mul zand mogelijk is.

Toen ik een hoek omsloeg zag ik een groepje opgeschoten jongens staan rondhangen. Ik vroeg ze of ze een klein donkergekleurd meisje hadden gezien in een wit/roze jurkje. Eén van de jongens wees naar de volgende hoek. Hij had een meisje dat aan de beschrijving voldeed gezien in de andere straat. Ze stond te praten met een of andere gozer van zijn leeftijd. Hij kende de jongen verder ook niet en het meisje ook niet. Ik rende onmiddellijk naar de volgende hoek. Daar zag ik Thabita. De jongen had haar opgepakt en als een pakketje onder zijn arm gestopt. "Heee! Laat haar los!" riep ik terwijl ik nog harder door de straat rende. De jongen schrok. Eigenlijk wilde hij wegrennen met Thabita onder zijn arm, maar hij wist dat hij kansloos was in het mulle zand. Ik zou hem zonder pardon ingehaald hebben. De jongen bleef staan en zette mijn dochter terug op haar voeten. Ze keek blij. De jongen bleek aangetrokken te zijn door haar vuile luier. De geur van kinderpoep vond hij interessant en hij had haar daarom willen meenemen. Ik gunde hem geen verdere blik waardig en nam mijn dochter mee naar huis. We waren weer samen.

Ze had het helemaal niet erg gevonden om even alleen te zijn. Eigenlijk was ze op zoek gegaan naar ons toen ze ontdekte dat we vertrokken waren. Ik drukte haar op het hart altijd binnen te blijven als haar ouders even buiten waren. Het was te gevaarlijk voor kleine meisjes om buiten rond te lopen. Later als ze groot was kon ze wel alleen op stap, maar nu was die tijd nog niet aangebroken. Ze legde haar armpjes om mijn nek en omhelsde mij stevig. "Ik ben blij dat je terug bent, pappa" antwoordde ze.

Deze droom ging over in een andere droom. Een droom waarbij iemand bezig was mijn been af te zagen. Het was iets dat moest gebeuren. Het been was ziek en de rottende wond zou een levensbedreigende situatie opleveren. Degene die bezig was te zagen zag er alleen niet echt uit als een dokter, meer als iemand die wel een teveel medische series en films heeft gezien en denkt dat ook wel te kunnen. Triomfantelijk hield hij mijn afgezaagde been omhoog toen het eindelijk loskwam. Ik besloot wakker te worden. Gelukkig zat mijn been er nog aan, maar daar twijfelde ik ook niet aan.

7 maart 2009

De teloorgang van de muziekwereld (reprise)

Het is vreemd. Heel veel mensen hebben altijd de mond vol over de teloorgang van de muziekwereld. Vooral het feit dat de muziekwereld dood gaat aan het neerladen van muziek blijft een geliefd onderwerp wat ik veelvuldig over het internet zie dwalen als verklaring over de hele teloorgang. Nu is het misschien al bekend dat ik er een geheel andere mening op na hou, dat ik hele andere oorzaken zie waardoor de muziekwereld langzaam het graf in aan het draaien is. Al vlak ik de grote invloed van het massaal neerladen natuurlijk niet uit. Neerladen van muziek zonder ooit voor te betalen is natuurlijk slecht voor de muzikanten en heeft absoluut een grote invloed op de levensvatbaarheid van de muziekwereld, maar de muziekwereld blijft maar weigeren om mee te veranderen in de nieuwe tijden. Dan vind ik het totaal niet gek dat ze langzaam ten onder aan het gaan zijn. Het is tenslotte hun eigen schuld, maar daar hoor je dan weer niemand over. Vreemd.

Zo las ik een veelzeggend stuk op 3 voor 12, een vrij aardige muzieksite van de VPRO gericht op de alternatieve muzieken in de wereld. Deze site was ook de enige plek waar ik dit bericht kon vinden en ook de enige waarin de muziekwereld aansprakelijk wordt gesteld voor hun verregaande teloorgang in het hedendaagse. Zij leggen de vinger heel treffend op de zere plek. Lees anders even mee, het gaat over het feit dat een geweldige Fabchannel gaat stoppen. Stoppen omdat ze hiertoe gedwongen worden door de platenbonzen die blijven vasthouden aan oude denkbeelden en ideeën. Ik vond het een veelzeggend stuk met interessante gedachten.

Fabchannel stopt!

De laatste jaren leek het juist de goede kant op te gaan. Fabchannel had meer geld te besteden, begin 2008 startte het een samenwerkingsverband met Universal en deze week nog trok het 26.000 mensen naar zijn website waar live de persconferentie van Pinkpop was te volgen. Maar het muziekplatform stopt. Op 13 maart gaat de website op zwart, de concerten worden verwijderd.

Directeur Justin Kniest is vanaf het begin, zo’n negen jaar geleden, betrokken bij Fabchannel. “We waren blij met elke kleine stap die we maakten. Fabchannel steunt op een samenwerkingsmodel, waar we voor de inhoud afhankelijk zijn van partners. Naast Universal waren ook andere labels in Nederland enthousiast over ons model. In Nederland lukte het dus wel om inkomsten te genereren. Maar pas als je het model doordenkt naar het buitenland, dan kan het groot worden. Alleen kregen we over de grens overal nul op rekest.”

De labels zagen geen voordeel in de samenwerking met Fabchannel, vertelt Kniest. “Ze geven ons geen toestemming om hun artiesten op te nemen, beschouwen de opnames nog altijd als van hen, waar wij geld voor zouden moeten betalen. Maar dat willen we niet. Ons model is er juist op gericht dat de samenwerking voor beide inkomsten moet opleveren.”

Tegelijkertijd is de online advertentie en sponsormarkt onder grote druk komen te staan door teruglopende budgetten van adverteerders en sponsors, waardoor ook op dat gebied minder geld binnen kwam.

Kniest gaat verder: “Platenmaatschappijen hebben het heel erg moeilijk, even was er nog de hoop dat ze in een fase terecht zouden komen waarin ze wel positief tegenover ons zouden komen staan. Maar die fase kwam niet. Labels zijn nog kortzichtiger geworden. Ze willen snel geld verdienen en gaan dus in zee met bijvoorbeeld mobiele telefoonproviders. Ze willen geen samenwerkingen opbouwen voor de langere duur. Dan slaat de bodem onder mijn visie weg. En als het geloof er niet meer is, houdt het op.”

Op 13 maart gaat de site op zwart. “Ook wij maken kosten. Als we nu stoppen komen we er zonder al te veel kleerscheuren vanaf. De content wordt van de site gehaald, anders zouden we daar nog duizenden euro’s aan kwijt zijn voor Buma/Stemra.” Kniest zegt het einde van Fabchannel te betreuren. “We zijn muziekliefhebbers die alles in ons vak hebben gestopt. Het is zuur om te zien dat een nieuw model als dit de oude nog niet overleeft.”


Bron: http://3voor12.vpro.nl/artikelen/artikel/41603630

Meer heb ik er eigenlijk niet aan toe te voegen. Het staaft mijn hele ideeën over de muziekwereld en het feit dat ze bezig zijn hun eigen graf te graven. Gelukkig maak ik mijzelf niet zo'n zorgen dat ik nooit meer interessante muzieken kan beluisteren. Tenslotte is de muziek die ik graag beluister totaal niet onderhevig aan teloorgang en verkopen deze producten nog wonderwel best aardig ook. Maar dat heeft alles te maken met het veel oudere publiek dat naar deze muziek luistert, zij kopen gewoon eerder een ceedee dan luisteren naar inferieure MP3's. Al kan dit ook weer een mening zijn die ik mijzelf toebedacht heb.... Tenslotte hebben we het hier wel over de muziekwereld en daar vallen standaardmodellen totaal niet op toe te passen.