31 augustus 2006

De vier stadia van rouw


Verlies van iets belangrijks in een mensenleven heeft invloed op het menselijk gestel. Lang geleden is door psychologen onderzoek gedaan naar de werkingen van verlies en rouw om tot de conclusie te komen dat een mens vier stadia doorloopt gedurende het rouwproces. (sommige mensen praten over vijf stadia, maar dat is gewoon onzin. Vier dekt de lading) Vier momenten van gevoelens loopt ieder mens door om uiteindelijk in het reine te komen met het verlies.

Laten we stellen dat je relatie door de andere partij onder vuur genomen wordt en dit vanuit het mannelijk oogpunt bekijken. De vrouw meldt op een ochtend de man dat ze geen heil meer ziet in de relatie. In de momenten dat ze contact heeft gehad met haar ex van lang geleden kwam ze tot de conclusie dat ze zichzelf voor de gek aan het houden was. Ze hield niet meer van de man en kon niet langer doorgaan met de relatie. Kortom, het huwelijk was stukgelopen op het ontbreken van gevoelens. De man gaat hierdoor in een proces van rouw. Het verlies van de relatie is de oorzaak en zijn gevoelens naar de vrouw toe brengen niet genoeg gewicht meer mee om de relatie te redden. Dat zou ook niet kunnen omdat het twee mensen nodig heeft om de tango te kunnen volbrengen.

De eerste fase waar de man in terecht komt is die van Shock en Ongeloof. Hij weigert te geloven dat de relatie daadwerkelijk stuk gelopen is. Tenslotte heeft hij nog zijn best gedaan in de vorige huwelijkscrisis om de boel te redden. Iets wat ogenschijnlijk ook leek te lukken en nu is daar toch het moment gekomen dat alles ermee opgehouden is. De relatie is ten einde en de man wil het niet geloven. Heel rustig laat de man alles over zich heenkomen en weet niet goed meer wat hij nog kan doen. Of er nog iets gedaan kan worden. Deze fase duurt bij de man slechts enkele uren voordat de volgende fase ingestapt wordt. (het zou ook enkele dagen kunnen duren, maar in dit specifieke geval was het slechts een paar uur)

De tweede fase is die van Ontkenning. De man weigert aan te nemen dat de relatie daadwerkelijk beeindigd is. Tenslotte gaat alles nog zoals het daarvoor ook ging. De relatie is helemaal niet over, hij heeft het gesprek gedroomd. Niets van wat er gebeurt is, is ook waar. Dat zijn de gedachten van de man terwijl de werkelijkheid een ander beeld laat zien. De man kent deze fase heel goed, eigenlijk heeft hij de laatste maanden in deze fase rondgewandeld. Eigenlijk al vanaf het moment dat de eerste huwelijkscrisis zich aandiende ging de man deze fase in. Vanaf dat moment was het huwelijk al over maar weigerde de man dat in te zien. Daarom kunnen we stellen dat de man deze fase na de tweede crisis zeer snel doorlopen heeft om over te kunnen gaan naar de derde fase.

De derde fase wordt gekenmerkt door Depressie en Radeloosheid. De man zondert zich af, wil het liefste met rust gelaten worden en de normale huishoudelijke taken verslonzen. Hij kan zich nergens meer toe zetten en laat zich troosten met voedsel. Dit is een gevaarlijke fase waar de man zo snel mogelijk weer uit dient te komen. Depressie is iets wat hij maar al te goed kent door de chronische depressie waarin hij jaren gezetten heeft. Het lichaam van de man is al gevoelig voor sombere gevoelens en een fase die zich kenmerkt door depressie zou een terugval in het oude gedrag kunnen betekenen. Niet dat het oude gedrag door hemzelf veroorzaakt was, maar meer door een stom hormoon-tekort in het fysieke systeem, is het toch iets om geducht op te zijn. Eenmaal bekend met depressie is een snelle gang naar nieuwe depressies en sombere gevoelens. Daarbij is het terugtrekkende gedrag van de man ook een vlucht voor de hele gebeurtenis en kan de tweede fase zich weer gaan aandienen. Inmiddels wil de man zich ontdoen van de derde fase, heeft hij geen zin in depressies en probeert hij aan alle kanten het leven weer op te rapen. Niet bij de pakken neer gaan zitten, maar actief te blijven. Iets wat moeilijk is, heel moeilijk omdat het veel gemakkelijker is om achterover te gaan zitten en de wereld buiten te sluiten.

Tcoh moet er een langzame gang gemaakt worden naar de vierde fase. Die van Overgave en Acceptatie, de man realiseert dat er naast zijn relatie ook nog een hele wereld is. Zijn huwelijk is dan wel mislukt, maar hij heeft het in ieder geval geprobeert. Hij heeft er alles aan gedaan om het huwelijk te redden en ondanks dat is het toch stuk gelopen. Iets wat waarschijnlijk gewoon onvermijdelijk geweest moet zijn, het is een leermoment geweest. De wereld is groter, er zijn andere mensen om te ontmoeten. Andere dingen om te doen en zaken om verder voor te leven. Daarbij blijft er toch een vriendschap tussen hem en de vrouw, tenminste dat is iets waar beide zich voor in lijken te zetten. De relatie is beëindigd, maar iets nieuws is er voor in de plaats gekomen. Of dit beter is dan wat er was laten we in het midden, dat is namelijk niet relevat. Iets is niet beter dan iets anders. Het gras bij de buren is helemaal niet groener dan hier. Alles heeft zijn voor- en nadelen. Alles is iets voor te zeggen en dat weet de man ook. Hij moet alleen verder, zonder zijn vrouw naast zich. Zijn boontjes zijn weer zijn boontjes geworden, nu alleen nog een mesje zien te vinden om ze te doppen. Tenslotte bevind de man zich nog niet helemaal in de vierde fase en wanneer die zich aandiend weet nog niemand. Ook de man niet, wees een beetje lief voor hem als je hem ziet. Hij wil het liefst met rust gelaten worden en niet herinnert worden aan zijn stukgelopen huwelijk.

27 augustus 2006

Dromen van Albert Speer

"Waarom vind je dat huis niet mooi?" vroeg ze me kwaad. "Het is toch niet zo dat er spoken huizen of de dakgoten rechtstreeks de woongedeelten in lekken." Haar ogen stonden vol vuur terwijl er meer mensen kwamen. Meer mensen om deze discussie te voeden. "Waarom vind je het niet mooi?!" vroeg ze nog een keertje. Ik keek naar de woning, niets bijzonders. Gewoon een roodbakstenen rijtjeshuis, met witgeschilderde ramen en kozijnen. Ik zag niets bijzonders, het was een huis. Niets meer dan een huis. Ik haalde mijn schouders op om nog meer woede van haar op mijn hals te halen. Haar ogen vlamde terwijl ze zich van mij wegkeerde. Ze begon een agiteerd gesprek met de omstanders. Mensen die wij kenden en toevallig hierheen meegekomen waren. Het huis bleef het onderwerp maar ik luisterde allang niet meer.

Ik had me verdiept in een insect dat op de auto naast me zat. Een soort wandelende tak leek het wel. Een langgerekt houten lichaam met segmenten als een duizendpoot. De poten lang, net zo langgerekt als het lichaam zelf. Ik schatte het op ongeveer drie, misschien vier centimeter van kop tot staart. Een wandelende tak die er niet uitzag als een wandelende tak. Ik besloot het beestje mee te nemen. Om thuis in een bak te doen of gewoon naar te kijken gedurende de reis die we nog voor de boeg hadden. De mogelijkheden lagen open. Ik stak mijn vinger uit naar het insect en voor ik het wist grepen zijn kaken zich vast in mijn vingertop. Een vlammende pijn schoot door mijn vinger naar mijn elleboog. Mijn vingertop voelde bekneld aan, alsof het tussen een bankschroef was gekomen. Langzaam nam de pijn wel af, maar het insect bleef zich vastknellen aan mijn vingertop. Zijn kaken diep in mijn vleesgedrongen stak het als een stokje vanaf mijn vinger naar voren. Plots was mijn vinger verlengt met een centimeter of vier houterigheid.

Niemand had het zien gebeuren en nog steeds lette niemand op me. Het gesprek ging nog steeds over het huis. Het huis aan de overkant. Het gaf mij mooi de tijd om mezelf te ontdoen van het ontsierende maar vooral pijnlijke insect aan het uiteinde van mijn vinger. Ik sloeg het hard tegen de zijnkant van de auto. Het lichaampje kwam hardhandig in aanraking met de dakrand, maar het insect gaf geen krimp. Slechts een hout op staal geluidje klonk op en verder niets. Ik sloeg nog drie keer en daarna nog een paar keer. Niets hielp. Het insect zat vast aan mijn vinger, als een teek aan een hond. Ik moest iets anders verzinnen tot het me plotseling allemaal duidelijk werd. Albert Speer was vermoord voordat hij zijn kwalijke invloed kon gaan uitoefenen. De man die bij Neurenberg veroordeeld was kon Albert Speer nooit geweest zijn. Hij was dood voordat het einde van de tweede wereldoorlog zich aangediend had. Het insect maakte me dit allemaal duidelijk. Het insect of de breingolf die ik op dat moment had.

Ik zette mijn nagel achter het kopsegment van het insect en drukte het tegen de auto. Langzaam gleed mijn nagel door het houterige lichaam terwijl ik verder dacht over de moord op Albert Speer. Waarom zouden ze hem vermoord gehad willen hebben. Maar bovenal was het mij een raadsel waarom ze hem in naam in leven gehouden hebben en zelfs een zeer belangrijke functie hebben laten uitvoeren. Het was te onbegrijpelijk en er lag teveel wat gehuld bleef in mysterieën. Het insect viel dood op de grond, mijn lichaam gescheiden van de kop. Zonder zijn knellende kaken en de zenuwfuncties om deze uit te laten voeren kon ik de kop zonder veel moeite lostrekken. Het viel naast mijn schoen op de grond. "Wat sta je nu weer te dromen?" sprak ze tegen me. "Ik verwonder me over het feit dat Albert Speer vermoord is voordat hij aan zijn gruwelijke taken kon beginnen." Ze keek me glazig aan, totaal niet het antwoord wat ze verwacht had. Eén van de omstanders viel me bij. "Ja, dat heb ik ook gehoord. Hij was in opdracht van andere hooggeplaatsten vermoord, misschien wel in opdracht van Himmler!" Ik keek hem gelukkig aan, ik had het mezelf niet in zitten beelden. Albert Speer was echt vermoord voor het einde van de tweede wereldoorlog. Ik zou zijn naam gaan zuiveren van alle zonden die begaan zouden zijn. Zonden die zijn naam met zich meedragen, Albert Speer zou zijn rechtmatige plaats in de geschiedenis weer kunnen gaan opeisen. Daar zou ik zorg voor dragen.

"Laten we Albert Speer alsjeblieft in zijn graf laten en onszelf concenteren op de taak van vandaag" sprak ze duidelijk minder geagiteerd. De woedeaanval van eerder begon al te verdwijnen als een donderwolk in de zon. De dag zou misschien nog best mooi kunnen worden. Ik keek naar het dode insect aan mijn voeten. Kleine druppeltjes bloed uit mijn vinger lagen erom heen als kleine bomkratertjes dat het sterven van een gebouw begeleidde. We liepen naar het huis, waarschijnlijk zou het aan het einde van de middag ons eigendom worden.

24 augustus 2006

Zo volwassen als gisteren

Ze zeggen dat ik "open-minded" ben terwijl ik niet eens wat dat betekend. Ik ben gewoon praktisch ingesteld, volgens mij is dat het hele eieren eten. Laat ik beginnen met een stukje geschiedenis. Jaren geleden leerde ik een vrouw kennen, ze was een jonge vrouw die iets had met een jonge man die ik wel eens sprak. Beide kende ik slechts oppervlakkig tot op de hoogte dat ik ze tot vage kennissen kon rekenen. Vooral hem kende ik als vage kennis, bij haar kwam ik niet verder dan het gebruikelijke "dag" en "hoi". Tenslotte had ik haar ook niet meer te zeggen, ik kende haar niet en had er ook geen behoefte aan. Jaren verstreken, dingen veranderde, mensen die ik in die tijd sprak en zag raakte ik uit het oog en het leven ging door.

Op een gegeven moment zag ik die vrouw weer. Ze was ouder dan toen ik haar leerde kennen. Inmiddels was de relatie die ze toen had door interne problemen uiteengevallen als los zand en kreeg ik de gewaarwording dat ik verliefd op haar raakte. Op een gegeven moment moest ik ook toegeven dat deze gewaarwording op waarheid berustte. Ik was verliefd op haar geraakt en het bleek wederzijds te zijn. We trouwden, kregen kinderen en leefde in voor- en tegenspoed. Vooral dat laatste kenmerkte onze relatie de laatste jaren, maar omdat ik wist te bewijzen dat zij werkelijk de enige voor me was en ik onze relatie zeer hoog aansloeg wist ik haar te overtuigen om de relatie door te zetten. Omwille van de liefde tussen ons en omwille van de liefde van onze kinderen voor ons, maar in eerste instantie om het eerste. Nu moet ik wel zeggen dat ik nooit vreemd ben gegaan, dus geen verkeerde beelden van mij krijgen. Miscommunicatie en weinig aandacht voor elkaar was meer de achterliggende problematiek. Onder andere natuurlijk, een relatie heeft altijd diepere gronden.

Dat was enkele maanden geleden. Het gevecht was geleverd, ik had me dusdanig ingespannen dat ik onze relatie wist te redden. Ik had voor elkaar gebokst wat ik niet kwijt wilde raken, ik vocht voor onze relatie en won. Ik was weer gelukkig, ik kon weer gelukkig zijn. Samen deden we weer dingen en samen waren we weer één. Tot opeens de exvriend van jaren geleden voor onze neus staat op een plaats waar we hem nooit zouden verwachten. Het was misschien een teken, misschien gewoon toeval. Maar feit was dat hij daar stond. Hij was niet veel veranderd, ouder geworden misschien. Dingen beleeft, zaken gedaan en ook doorgeleefd met zijn leven. Geheel niets mis mee, nog steeds de aardige man waar ik hem altijd voor gehouden heb. Maar mijn vrouw zag wat anders. Ze raakte van slag af, plots begon ze te spreken over haar grote liefde die ze door haar toedoen kwijt geraakt was. Over hoeveel spijt ze daarvan gekregen had en hoezeer ze zichzelf daarom gehaat had. Hij was haar Grote Liefde met hoofdletters, alles wat daar bij hoorde had ze waarschijnlijk met hem in gedachte had. Sinds ze hem gezien had wilde ze hem een brief schrijven, hem zeggen dat het haar speet.

En wat ik daar van vond. Ik vind het goed, ik wens haar geen strobreed in de weg te leggen. Ik heb gevochten voor iets waarin ik geloofde, waar ik waarschijnlijk nog steeds in kan geloven maar momenteel even niet doe. Voor mij is onze relatie belangrijk, mijn vrouw is niet mijn Grote Liefde omdat ik daar niet in geloof. Maar zij is wel de enige vrouw waar ik kinderen bij wilde hebben, geen enkele vrouw zal dat ooit voor elkaar krijgen. Nooit, maar om te leren dat ik niet de enige man ben waar zij kinderen bij zou willen hebben was een klap in mijn gezicht. Plots voelde ik me niet meer zo geliefd als ik me jaren voorwendde. Plots voelde ik me naar de tweede plaats verschoven worden, second best om het zo te zeggen. Misschien ben ik wel open-minded maar ik wil haar gewoon niets in de weg leggen. Als zij terug wil naar haar exvriend laat ik haar gewoon gaan. Ik heb gevochten voor onze relatie en dat kan/wil ik niet nog een keertje opbrengen. Nu is het haar beurt, nu mag zij gaan kiezen en dat is mijn hele open-mindedheid. Ik ben de strijd moe en ik wil gewoon weten waar ik sta in dit geheel. Dat is alles wat ik zou willen weten, maar eigenlijk weet ik het allang. Ik ben ik, vader, echtgenoot en geliefde. Niets meer en niets minder. Ik zou er tevreden mee moeten zijn en dat ben ik ook wel.

17 augustus 2006

Summer Darkness 2006

Summer Darkness te Utrecht is reeds voorbij. We kunnen ons weer opmaken voor de andere festivals die voor de deur staan of niet heen hoeven te gaan. Hierbij een korte foto-impressie van Summer Darkness 2006, omdat vele foto's meer zeggen dan duizend woorden. Zelfs duizend woorden van mijn hand kunnen niet zoveel vertellen wat beeldend materiaal wel in slaagt. Over naar de foto's derhalve.

Courtesan

Moonspell

Grendel

Welle: Erdball

16 augustus 2006

Beren op de weg

Ik lees de laatste tijd een boekje in de bus terwijl ik mijn muziek luister. Nu is dat eigenlijk geheel niets bijzonders, ik lees heel vaak een boek in de bus terwijl in naar muziek luister. Maar in dit geval is het boekje het vermelden waard aangezien ik er helemaal lovend over ben. Ik lees soms namelijk een paar verhaaltjes en soms lees ik de hele weg. Nu moet ik elke keer nadenken als ik de woorden lees, nadenken over wat er geschreven word en dat doet mij goed. Ik hou van nadenken over woorden. Dit boekje doet mij nadenken over de woorden. Deze schrijver weet duidelijk waar hij over praat of hij weet het niet maar dan brengt hij het zo goed dat het als echt overkomt. Dat doet mij goed.

Zo praatte hij in het boekje vandaag over bomen. Over boomranden in de vorm van bossen. Dat bosranden eigenlijk schuldig zijn aan vele zaken maar dat ze er nooit over praten. Bomen praten volgens de schrijver niet veel en daar moet ik hem gelijk in geven. Een boom zal nooit veel informatie loslaten. Maar hij beweerde dat bomen schuldig zijn aan het niets doen bij misstanden die in hun buurt gebeuren en dan met name bij bosranden. Al trok hij dat later weer in en dat vond ik wel zo prettig. Ik heb namelijk een ander boek van de schrijver en daarin stelt hij dat een boom de grootste misdadiger is die hij zich kan herinneren uit zijn jeugd. Die boom stond namelijk naast een concentratiekamp en deed helemaal niets. Geen tak verroerde deze boom bij alles wat onder hem gebeurde. Dat raakte me, dat een boom schuldig kan zijn aan iets. Maar dit boek verzacht de woorden weer. Bomen kunnen wel schuldig zijn, maar ze kunnen er ook niets aan doen. Het zit gewoon in hun aard om niets te doen. Bomen zijn gewoon onderdeel van de natuur en bemoeien zich niet met mensen. Dat deed me goed, ik legde het boekje weg.

Soms zijn woorden die je leest net de verkeerde woorden. Dan vormen deze woorden zich in beren die op je weg gaan staan. Altijd staan deze beren bij boomrijen, nog veel vaker bij bosranden. Zouden deze bomen soms schuldig zijn aan het creeëren van de woorden of het verbergen van de beren. Eigenlijk maakt het ook niet uit, ik heb beren op de weg gezien. Voor mij zijn het hele grote beren en wat de bomen ervan vinden maakt me niet zoveel uit. De beren vind ik belangrijker. Ik las namelijk woorden die me meer deden dan ik eigenlijk had willen lezen. De woorden stonden alleen niet in een boekje, ze stonden op het internet. Geen woorden over beren of bomen, daar wil ik geen kwaad woord over zeggen. Zij zijn slechts bezig in hun natuurlijke omgeving, maar die woorden. Die wormstekelige woorden, die deden het. Zij deden mij pijn op een manier die ik nog niet eerder gevoeld had. Zij maakten de beren los van de bomen.

Eigenlijk was het meer de schrijfster van de woorden die onbedoeld meer losmaakte dan ze beoogde. Ze weet het ook niet en dat wil ik zo houden. Het zijn mijn beren, mijn bosrand en daar heeft niemand wat mee te maken. Zeker mijn eigen vrouw niet die de woorden geschreven heeft. Ze kwam namelijk op de meest onwaarschijnlijke plaats haar ex-vriend tegen, iemand die ze al negen jaar niet gezien had nadat haar nogal gepassioneerde gerelatie tot een abrupt einde kwam. IN dit geval had ze de beren op haar weg totaal over het hoofd gezien en werd ze hardhandig het duistere woud ingeworpen. Van een bos kon niet eens sprake meer zijn, het was een duister en eng woud waarin ze kwam. Maar negen jaar later komt ze hem weer tegen, negen jaar later alsof het een teken is. Ze spreken met elkaar, ik spreek met hem aangezien ik hem ook kende. We spreken vriendelijk met elkaar omdat ik nooit een hekel aan hem gehad heb en dat nog steeds niet heb, nog ooit zal krijgen. Een vriendelijk persoon is hij en dat zal hij in mijn ogen altijd blijven. Toen schreef mijn vrouw woorden, woorden over hem en kwamen de beren op de weg. Grote beren die de weg versperren, blokkeren met hun massieve lichamen. Want de woorden, de woorden die ik tussen de geschreven letters lees zijn groter dan wat er staat. Ik lees meer, ik lees dat er beren op de weg zijn.

Beren die ik op die moment niet wil zien, niet wil horen en niet wil meemaken. Onze relatie begon net uit een diep duister dal te kruipen. Als een bos waren we omringt met enge grote bomen die ik moest kappen en wegmaken om de weg te effenen voor ons. Ik heb gevochten als een leeuw, misschien wel met een leeuw om de weg te maken, te vinden. Eindelijk had ik een weg (dacht ik) totdat ik de beren zag. Al zag ik die beren al eerder, maar nu zijn ze overduidelijk in beeld gekomen. Beren zijn uit de bosrand gekropen en ik ben het vechten moe. Ik ben het vechten beu. Ik vecht nu niet meer. De beren mogen me hebben. Ik leg me erbij neer, het bos is mijn getuige. Ik heb gevochten, maar ooit komt er een tijd dat je je moede hoofd wil neerleggen. Ik hoop dat de beren een warme vacht hebben. Ik hoop dat de beren vriendelijk zijn, maar ik vrees het ergste. Ik vrees het ergste. Het woud zal groot zijn.

11 augustus 2006

Mijn voeten vertellen

Mijn voet is een aap. Slingerend van tak naar tak doet hij een roofvogel na. Zijn gedachten gefixeerd op de eerstvolgende tak om vastgrijpen. Het bladerengroen verhuld zijn snelle gang door het woud, af en toe een blad rakend om te laten vallen. Mijn voet is een aap en zijn gang is de mijne. Ik weet waar hij heen wil gaan, maar ik zal niet volgen. Hoogtevrees houdt mij aan de grond, de diepten onder mij laten mijn angst stijgen tot boven de bladerenkruin.

Ik ben een koning, bewegend tussen het gewone volk. Niemand herkent me, ik ben een koning zonder land. Mijn moeder was de koningin, getrouwd met het gewone volk. Het land aanbad haar, aanbad mij maar vergaten wie ze waren. Ik loop nu hier en vergeet dat ik een koning ben. Mijn voet is een aap en ik laat hem zijn gang gaan. Ik wandel tussen het volk terwijl hij slingert van tak naar tak. Allemaal zijn we roofvogels die kijken naar de toekomst, nooit weten wat er in het verleden lag. Ik ben een koning, vergeten door het volk. Vergeten door het land, maar mijn voet is een aap.

Morgen is nooit vandaag, vandaag is deze dag niet meer. Een koning zonder kroon valt niet op. Een aap zonder armen gaat langzaam dood. Ik wileen stokpaard, wit met zwarte vlekken. Daar zal ik de hele dag op rijden terwijl ik vergeet wie ik ben. Het volk zal mij herinneren en buiging in mijn aanschijns. De bomen geven mij doorgang door hun bladeren als vogels fluiten van blijdschap. Mijn voet is een aap, slingerend van tak naar tak. Ik ben de koning en vergeten wie ik ben. Ik wandel tussen de mensen zonder dat ik opval. Niemand herinnert zich gisteren en morgen is te ver weg.

Als ik koning was zou ik mijn aap knevelen. Het leven uit zijn kleine lijf drukken en zorgen dat hij nooit meer jaagt. Dat zou ik doen voor mijn plezier omdat mijn voeten onder me hangen. De bomen zijn mijn getuigen als ik de koning was. Maar ik ben het vergeten, iedereen is mij vergeten. Ik ben een koning zonder kroon, een koning zonder land. Wij hoorde bij elkaar tot mijn voet een aap werd. Ik zie hem slingeren terwijl ik vol haat toe kijk. Ik benijd hem, slingerend van tak naar tak terwijl de hoogtevrees mij op de grond houd. Ik zou hem willen martelen, zijn vacht schroeien met hete voorwerpen, zijn ogen langzaam indrukken en het leven uit hem knijpen. Maar mijn voet is de aap. Ik hou ook van mijn voet zoals hij onder mij bungelt en de krokodil onder me zit.

De krokodil ziet mij zitten, hij ziet mijn voet terwijl de aap er is. Mijn tenen wriemelen als wormen in de grond. Niet als maden, maar echt als wormen. Het zijn mijn tenen die wriemelen en niet de rest van mijn lichaam. Het is de krokodil die het allemaal opvalt. Hij ziet mijn koning, mijn land en mijn moeder. Hij weet wie ik ben, maar hij lacht alleen maar. Hij lacht zijn krokodillige lach. Tanden naar voren gestoken en zijn ogen twinkelend in het maanlicht. Ik hou niet van de krokodil. Ik ben misschien wel bang voor de krokodil, omdat hij weet wie ik ben. Hij weet het en hij lacht erom. Waarom is het volk mij vergeten? Waarom is mijn voet een aap? Ik probeer mij te verroeren op de tak waar ik zit, maar de krokodil lacht weer naar me. Altijd lacht hij naar me, hij die me kent. Ik ben de koning en mijn voet is een aap.

7 augustus 2006

Stalaggh; muziek voor mannen

Wanneer je van extreme muziek houdt is de naam Stalaggh eentje die wel eens in je buurt gevallen zal zijn. Vooral de beschrijving van hun albums doet veel liefhebbers van extreme muzieken kwijlen. Tenslotte zijn er niet veel bands die doodleuk beweren dat ze het geschreeuw van psychiatrische patiënten gebruikt hebben in hun muziek. Wanneer je dat hoort beginnen de oren gespitst te staan en kijk je eens rond in de bakken met experimentele muziek of je een album kan vinden. Meestal levert deze zoektocht geheel niets op, want de albums van Stalaggh zijn niet gemakkelijk verkrijgbaar en dat is jammer.


Pasgeleden kwam ik op de meest onwaarschijnlijke plaats bij een nog veel onwaarschijnlijker standje twee albums van Stalaggh tegen. Tevens werd ik gewaar gemaakt van de DVD die deze band op de markt heeft gebracht. Aangezien ik ook een liefhebber van extreme muzieken ben werd ik natuurlijk lyrisch bij het ontdekken van deze albums. Sterker nog ik wenste per
ommegaande een album aan te schaffen, de standhouder wees mij nog op de bevreemdende muziek die op de schijf zou moeten staan. Maar met één blik op mijn t-shirt had deze ook door dat ik een echte liefhebber moest zijn, zonder blikken op blozen werd het andere album ook in mijn handen gedrukt. Zoals de standhouder het vond, een ware liefhebber moet ze allebei hebben en zoveel verkocht hij er ook weer niet van. Wij beide waren blij, ik omdat ik eindelijk de muziek van Stalaggh kon gaan beluisteren en hij omdat hij weer een mooie verkoop had kunnen doen. Gewapend met twee ceedees keerde ik huiswaarts om de ceedeespeler mij de opgenomen geluiden te laten horen.

Nu is Stalaggh inderdaad extreem, onder het beluisteren begon ik mijn zoektocht naar de achtergronden van deze band. Eigenlijk is er heel weinig over ze te vinden. Zoals ze zelf beweren is Stalaggh een samenwerkingsverband tussen topartiesten uit de Black Metal en de
Cyberindustrial uit Nederland en België, maar wie er precies achter zit houden ze geheim. Het is ook een groot mysterie uit hoeveel mensen Stalaggh bestaat, eigenlijk doet dit er ook geheel niet toe. Het is de muziek die telt en niet de mensen die er achter zitten. Nu is de muziek van Stalaggh zeer zeker extreem te noemen, de twee albums die ik nu bezit zijn beide op platenlabels uitgebracht die voornamelijk Black Metal en aanverwanten uitbrengen. Hierdoor vond ik op het internet ook voornamelijk verwijzingen naar metalsites en - fora, maar overal wordt lovend gereageerd op Stalaggh. Als ik de muziek zo beluister kan ik niet zeggen dat er veel raakvlakken
met metal zijn, op de gitaar-distorion na heeft het totaal niets met metal van doen. Zelfs Black Metal is er niet meer in terug te horen, Stalaggh is alleen hard. Heel erg hard, hard en compromisloos.

Intussen heb ik ook de doelstelling van Stalaggh gevonden. Ze zijn misantropische nihilisten van het zuiverste woord, zelf de menselijkheid die ze zelf behelzen staat ze tegen. Het liefste zien ze de gehele mensheid in een diepe afgrond verdwijnen en zo klinkt Stalaggh ook. Dat is ook de
reden dat ze gebruik maken van psychiatrische patiënten om de vocalen te verzorgen. Veel vocalen zijn het niet, slechts hard geschreeuw en gekrijs maar het past perfect in de muziek. Of het daadwerkelijk om psychiatrische patiënten gaat die door de gitaarstormen staan te schreeuwen wil ik in het midden laten. Het zou me eerlijk gezegd niet verbazen, maar aan de andere kant heb ik er mijn twijfels bij. Net zo goed als het verhaal dat Stalaggh in de wereld wil brengen dat de patiënt van de eerste opname oftewel Project Nihil twee maanden na de bewuste opname zelfmoord gepleegd heeft. Met hun tweede album maakten ze het nog bonter in het verhaal, het wil dat ze nu meerdere patiënten in de studio hadden om te schreeuwen en dat de
dame in het stel gedurende de opname wegkroop in een hoek en een andere patiënt dusdanig doordraaide dat deze de anderen te lijf ging. Uiteraard stopten ze de opnames niet omdat ze vonden dat dit het nummer alleen ten goede zouden komen. Hiermee zou Project Terror zoals het tweede album heet de eerste nog verder overtreffen. Het verhaal is natuurlijk geweldig, ook
om als waarheid aan te nemen waarmee ik nog steeds wil zeggen dat ik het in twijfel trek. Edoch is het geweldig dat je als band zijnde een dergelijk verhaal wil en durft te verzinnen om je muziek te promoten. Een naam krijg je er absoluut mee.

Helaas genoeg weet ik niet hoe Project Terror klinkt. Ik heb alleen het eerste album Project Nihil en hun allerlaatste album Nihilistik Terror te pakken kunnen krijgen. Dat laatste album zijn weer bewerkingen van de eerste twee albums, mixen om het zo te zeggen. Natuurlijk is het voordeel van dit soort extremiteiten in de muziek dat een bewerking van een nummer een geheel nieuw nummer oplevert, dus heeft Stalaggh weer een album afgeleverd. Het wachten is nu op het laatste album van Stalaggh waar ze een nummer van ongeveer zestig minuten willen maken en tien psychiatrische patiënten de vocalen willen laten verzorgen. Persoonlijk denk ik niet dat ze het voor elkaar kunnen krijgen als het echt waar is wat ze zeggen, zeker niet nu ze inmiddels een naam hebben gecreëerd voor zichzelf in de muziekwereld en daarbuiten. Aan de andere kant ben ik erg benieuwd, het laatste album van Stalaggh laat horen wat volslagen compromisloze muziek inhoudt. Beter gezegd: Kan het nog extremer?

Ja, dat kan. De zelfmoordopnames van de Peoples Temple en met name Reverend Jim Jones die op elpee uitgebracht zijn is nog veel extremer, maar dat is geen muziek an sich. Misschien zou het wel interessant zijn om die opname te verwerken in een muziekstuk. Het zou iets voor Stalaggh kunnen zijn, dan hoeven ze niet meer te gaan klooien met psychiatrische patiënten en die laten schreeuwen. Hun muziek is namelijk net als de kunst van Jackson Pollack, helemaal geweldig maar na een tijdje gaat de nieuwigheid eraf en valt er niets aanvullends meer uit te halen. Stalaggh heeft niet het eeuwige leven, precies zoals ze zelf zouden willen. Weg met de menselijkheid, weg met de vorm en idee. Ik ben voor. Maar laat Stalaggh nog maar fijn wat psychiatrische patiënten in hub opnameruimte stoppen, ik wil nog wel een albumpje vol met deze gekte beluisteren.