29 november 2008

Het verlies van dingen en ziekte

De laatste paar dagen vind ik overal op straat losse handschoenen. Als verlaten handen liggen ze eenzaam in goten en verloren op straat. Meestal vies en vol zanderig stof, het is duidelijk dat ze er al langer liggen. Langer dan de vijf minuten die ik nodig heb om de straten door te kruizen. Heel soms zie ik ook een verloren schoen liggen. Gewoon een enkele schoen, vies, nattig en vol zand. Een linkerschoen, een rechterschoen, het maakt niet uit. Beide versies heb ik op straat zien liggen zonder dat iemand zich erover bekommerde. Ik snap het niet. Als ik mijn schoen kwijt zou raken zal ik dit wel merken. Mijn sok zou onmiddellijk nat worden en mijn voet welke zich in mijn sok bevind heeft daarna niet lang nodig om een ijsklomp te worden. Zeker met de huidige weersomstandigheden is het niet moeilijk voor te stellen hoe je lichaamsdelen langzaam bevriezen wanneer ze niet genoeg bedekt zijn. Ik snap dan ook werkelijk niet hoe je een schoen kan verliezen. Zeker niet op straat.

Handschoenen begin ik daarentegen maar niet over. Die dingen ben ik al zo vaak kwijt geraakt, al is er nog nooit één verloren gegaan op straat. Ik raak ze altijd kwijt in andermans woningen, centra waar ik verder niets te zoeken heb of gewoon in mijn eigen huis. Ik ben geen persoon om handschoenen te hebben en heb ze derhalve ook niet. Handschoenen kwijtraken kan ik dan weer wel in komen, dat is een normaal iets.

Ziek worden is ook een normaal iets. Al is ziek zijn en worden weer iets wat je juist graag kwijt raakt. Gisterenochtend werd ik zwaar brak wakker. Mijn hoofd voelde aan alsof mijn hersenen tot het formaat van een strandbal gegroeid was terwijl mijn schedel nog altijd hetzelfde formaat had. De pijn veroorzaakte een nare misselijkheid die met het eten van een boterham niet verdween. De pijn en misselijkheid waren moordend. Ik wilde ze met alle liefde kwijtraken, maar ze bleven aan mijn kleven als kauwgom in je haar. Toch bleef ik manmoedig doorgaan met leven en doen alsof er niets aan de hand was. Een boterham wist ik grotendeels te verorberen, al moest ik halverwege mijn meerdere erkennen en de restanten in de prullenbak werpen. Mijn bak koffie kreeg het zelfde lot voorgeschoteld, al gooide ik het overgebleven restje niet in de prullenbak maar in de gootsteen. Een korte wandeling buiten liep uit op een aardige beproeving om de inhoud van mijn maag niet op straat te werpen.

Toch wist ik het tot thuis uit te houden, al duurde dat ook niet lang. Ik had de voordeur net achter mij dichtgetrokken toen de aanval van misselijkheid overging in een regelrechte aanval van overgeven en bruut kotsen. Tot mijn groot plezier kan ik nu wel melden dat kotsen beter des ochtends uitgevoerd kan worden. De boterham die ik ongeveer een uurtje daarvoor naar binnengewerkt had smaakte precies hetzelfde op mijn tong toen deze er weer uitkwam. Hoe anders is dat met een volledige warme maaltijd die in een grote vies-smakende golf naar buiten komt. Daar valt geen zinnig stukje normale smaak meer aan te ontleden. De ingrediënten zijn té vermengt om nog te kunnen onderscheiden. Maar zo'n boterham smaakt nog precies hetzelfde als toen ik er op aan het kauwen was. Zelfs de koffie valt geheel in het niet bij de smaak van de boterham. Het was een verademing bij een nare gebeurtenis, aangezien kosten nog steeds niet een van mijn liefhebberijen is.

Het braken zorgde er in ieder geval voor dat ik mijn uitermate vervelende misselijkheid kwijtgeraakt was. Alleen de splijtende hoofdpijn bleef over en daar wist ik werkelijk geen raad mee. Ik besloot geheel tegen mijn eigen principes en ideeën in om gewoon weer op bed te gaan liggen waar ik zowaar in slaap viel tot ik wakker gemaakt werd door een loos SMS-je. Niet lang daarna ging mijn wekker weer af en durfde ik weer op te staan met een helderder hoofd. De hoofdpijn was flink afgenomen, maar niet geheel verdwenen. De rest van de dag vierde ik door deze in alle rust door te brengen en dat ga ik vandaag ook maar doen. Al ga ik nu wel even boodschappen doen, tenslotte moet er wel eten op tafel komen vanavond.

26 november 2008

For the Love of God

Met een week vrijaf blijk ik genoeg tijd te hebben om allerlei activiteiten te ontplooien. Het langdurig op bed blijven liggen begon na enkele uren al te vervelen en op dag één heb ik dit al afgeschaft. Nu blijf ik gewoon op bed liggen tot ik uitgeslapen ben (wat in mijn geval al vrij snel bekeken is) en dan ga ik mijzelf bezighouden met activiteiten. Vandaag had ik belooft om eindelijk eens naar de zwaar gehypte kunst van Damien Hirst te gaan kijken. In het Rijksmuseum te Amsterdam is het werk "For the Love of God" van Damien Hirst te zien. Waarschijnlijk is het werk bij de meeste mensen beer bekend als de schedel met al die diamantjes, maar dat is een benaming voor idioten en kunstn00b's. Ik zal het werk derhalve gewoon bij de naam blijven noemen zoals deze door de kunstenaar verzonnen is.

Maar goed, er zijn altijd mensen die nog nooit van het werk "For the Love of God" gehoord hebben dus hier is een kleine, maar vooral korte introductie. We hebben hier te maken met een platina reproductie van een echte schedel. De man van wiens schedel gebruikt is zou rond 1800 gestorven zijn, wat het een vrij oude kop maakt maar gelukkig is deze nog geheel gaaf en mooi intact. Het werk "For the Love of God" bestaat naast een platina basis verder uit zesentachtighonderd en loepzuivere diamanten. Het voorhoofd van de schedel wordt bezet door een grote peervormige diamant van tweeenvijftig komma vier karaat, welke de toepasselijke naam Skull Star Diamond draagt. Volgens de overleveringen is de naam van het hele werk verzonnen door de moeder van Damien Hirst toen ze hem vroeg wat hij "for the love of god" nu weer ging maken. Waarschijnlijk kon zij ook niet bevroeden dat het deze schedel met diamanten kon zijn die schijnbaar weer synoniem staat voor de hoeveelheden die mensen willen uitgeven om de dood maar uit te stellen.

Om de schedel te maken mocht Damien Hirst flink in de buidel tasten. Het kostte hem maar liefst veertien miljoen britse ponden om te laten maken, maar aangezien hij het weer te koop liet zetten voor het aardige bedrag van vijftig miljoen pond hoeft hij niet bang te zijn opeens arm geworden te zijn. Mocht je willen weten hoeveel al deze duizelingwekkende bedragen omgerekend zijn in de mooie euro's zal je zelf op zoek moeten gaan naar een geldcalculator, mij interesseert het namelijk niet zoveel. Maar terug naar de schedel.... Het schijnt overigens dat Damien Hirst het werk zelf gekocht heeft via een door hem opgerichte investeringsmaatschappij om zodoende de prijs van zijn werken even flink op te drijven en dan vooral van dit werk, maar zoals ik al zei: dat zijn geruchten en niemand (behalve Damien Hirst) weet of deze waar zijn. In ieder geval is de schedel op wereldtoernee gegaan na de vermeende verkoop en Amsterdam is de eerste stad die hij aandoet.

Aangezien de tentoonstelling van "For the Love of God" nog maar tot vijftien december duurt vond ik het wel tijd worden om er even een blik op te werpen. Misschien zelfs een paar blikken, dus toogde ik vanmiddag naar het Rijksmuseum. Binnengekomen had ik gelijk al een meevaller. Omdat ik een rekening bij de Postbank heb bleek ik een vriend van het Rijksmuseum te zijn (de postbank steunt het Rijksmuseum) en mocht ik voor de helft van de prijs naar binnen. Dat scheelde al aardig in de begroting en hierdoor kon het museumbezoek helemaal niet meer stuk. Om mijn nieuwsgierigheid naar het werk van Damien Hirst te beteugelen begon ik rustig de normale collectie van het Rijksmuseum te bekijken. Helaas genoeg voor mij bestaat dit alleen maar uit werken van de meesters uit de zeventiende en achtiende eeuw en laat ik daar nu net een broertje dood aan hebben. Ook de grote collectie van werken van Rembrandt van Rijn kan mij eigenlijk gestolen worden. Ik vind de schilderijen van Rembrandt van Rijn totaal niet zo geweldig, al deed ik vandaag wel een verrassende ontdekking bij een van zijn schilderijen. Verrassend voor mij dan, want dat was allang bekend in het museum. Het stond zelfs op het bordje, maar dat terzijde. Ik kwam tenslotte niet voor de normale collectie van het Rijksmuseum en als ik dat wel deed zou ik veel liever naar het ,a href='http://www.teylersmuseum.nl">Teylers Museum,/A> te Haarlem gaan omdat hun collectie veel en veel mooier is (in mijn ogen).

Langzaam sloop ik door het museum, langs de vele toeristen en tussen de schilderijen en beeldhouwerken door. Soms bleef ik staan kijken bij een of ander zeer oud voorwerp, zoals een zeventiende eeuwse kast met ingelegde voorstelling of een gigantisch poppenhuis uit dezelfde eeuw. Enkele schilderijen wisten ook mijn aandacht te trekken en ik weet nu ook dat ik Johannes Vermeer's werk best heel erg mooi vind. Maar opeens stond ik voor de zaal waar "For the Love of God" zich bevond. Nog even gauw bekeek ik de oude meesters die door Damien Hirst waren uitgezocht om zijn werk te vergezellen en las zijn commentaren waarom hij deze schilderijen had uitgezocht, maar die deden mij net zoveel als de werken van Rembrandt van Rijn. Totaal niets dus, al kon ik hier en daar niet een glimlach onderdrukken. Op naar de schedel dan maar. Deze bevond zich geheel afgezonderd van alles en iedereen in een speciaal daarvoor gebouwde ruimte. Totaal verduisterd met alleen spotjes recht op de schedel gericht. Ik liep de ruimte in, sloeg de hoek om en daarna nog eentje waarna ik in de ruimte met de schedel geraakte. n het donker probeerde ik iets te ontwaren, maar de stemmen van de toeristen voor mij gaven mij een gevoel van desorientatie. Ik zocht naar de schedel, maar zag alleen duisternis. Voorzichtig zette ik enkele stappen en opeens zag ik de schedel liggen in zijn vitrine. Felle naar beneden gerichtte spotjes verlichtte het diamanten oppervlak van de schedel en ik keek recht in het gelaat van het voorwerp. Ik kon een blik van verbazing niet onderdrukken, maar deze ontging iedereen geheel in de duisternis.

Dat ik het werk mooi zou vinden had ik el verwacht, maar dat het van een oogverblindende schoonheid zou zijn was voor mij zelfs een verrassing. De schedel glinsterde en glimde in de verlichtte duister. Ik bracht mij gezicht dichter naar het gelaat toe om de details beter te bekijken. Het viel mij op de de schedel werkelijk van onder tot boven met diamantjes bezet was. Geen plaats was vergeten, zelfs de onderkant van de schedelbasis had een keurige rij diamantjes gekregen. De tanden waren duidelijk orgineel, al ben ik geen kenner en ga ik ook alleen af op wat mij verteld is. Voorzichtig liep ik op de vitrine waar de schedel in lag heen en verwonderde mij over het vakmansschap waarmee het voorwerp gemaakt was. Vijftig miljoen britse ponden moest dit kleinoodje kosten en ondanks ik het er niet aan af zag vond ik het absoluut zijn geld waard. Dit was een schedel zoals er maar één kan zijn en maar één van hoort te zijn. Ik ben blij dat ik even de tijd heb genomen om er naar te kijken.

Niet lang nadat ik de ruimte betreden had stroomde deze vol met toeristen en nog meer dagjesmensen zodat ik mijzelf genoodzaakt zag om de rest van het museum te gaan bekijken. Daarbij vond ik de rondstappende suppoost zeer op mijn zenuwen werken dus was het welletjes geweest. Ik had "For the Love of God" gezien en het was goed. De rest van het museum wachtte nog op mijn goedkeurende blik. Alleen was dat geheel niet zoveel meer. Het Rijksmuseum is door de verbouwing nogal drastisch in grote gereduceerd en daardoor de entreeprijs absoluut niet meer waard. Nadat ik mijn jas weer teruggehaald had van de garderobe (gelukkig wel gratis, Hollander als ik ben) stond ik weer buiten in het bijna winterse weer van Amsterdam. Maar voordat ik naar huis toogde moest ik nog even vlug een bezoek brengen aan de Hirst-space aan de zijnkant van het museum omdat je daar je mening over het werk kon achterlaten. Dat het niet meer dan een plek voor Damen Hirst-merchandise gericht op het enige werk binnen was kon ik ook niet bedenken. Ik had graag mijn mening achtergelaten, maar verliet de ruimte met een t-shirt en een gratis tas.

Mijn mening: Het werk "For the Love of God" is absoluut prachtig, maar aangezien de schedel het enige werk dat te zien is van Damien Hirst blijft het een magere oogst voor kunstliefhebbers. Ik had liever meer werk van zijn hand gezien voor de prijs die het Rijksmuseum durft te vragen voor de collectie oude meesters en meubelen. Ik zou er niet nog een keer heen gaan als de opstelling weer zo zou zijn.

Voor meer informatie over Damian Hirst zelf en zijn kunst zie: https://www.artsy.net/artist/damien-hirst

23 november 2008

De Dood in het nieuws

Net las ik dat het ergste woord in de Nederlandse taal het woord "Dood" is. Wie, hoe, waar en waarom dit verzonnen is weet ik niet. Eigenlijk doet het er ook niet zoveel toe, het woord "Dood" wordt door veel, heel veel mensen als uitermate onplezierig ervaren en ergens is dat ook best te begrijpen. De Dood is het definitieve einde van het leven, de laatste weg die we moeten afleggen. Iets waar de meeste mensen totaal niet aan willen denken en er zelfs met angst en beven tegenop kijken als Mozes tegen de berg deed. Volgens mij is het merendeel van de Westerse Wereld deze mening toegedaan, tenminste dat is wel de indruk die ik krijg van de ons omringende landen. En mijn indrukken zijn meestal wel goed geplaatst.

Toch vind ik het een vreemde manier van redeneren. De Dood is een onlosmakelijk onderdeel van het leven, waarom zou je dat aan alle kanten angstvallig ontkennen en proberen weg te stoppen achter metaforen die het onvermijdelijke proberen te verzachten. Als je naar andere culturen kijkt dan de westerse zie je nergens de krampachtige houding die de Dood bij mensen oproept. Daar is het gewoon een onderdeel van het leven, mensen durven ook gewoon over doodgaan te spreken en vieren hele feesten ter glorie van de Dood. Nu wil ik ook weer niet zover gaan, een feest is waarschijnlijk een brug te ver voor de mensen maar de krampachtige ontkenning slaat ook weer nergens op.

Om een voorbeeld te geven: Enkele dagen geleden kwam het bericht in het nieuws dat een man zelfmoord gepleegd had voor zijn webcam. Op zich een heel triest bericht, niet vanwege het feit dat iedereen kon zien dat hij een definitieve doodwens had maar alleen al vanwege het feit dat hij deze wens tot uitvoer ging brengen. Zelfmoord plegen is toch het laatste wat je wilt doen, maar dat terzijde. Het is toch gebeurt en aangezien het voor een webcam gebeurde met een open verbinding naar een of ander forum zijn er beelden van gemaakt. Niet dat je deze beelden ook maar ergens kan terugvinden, behalve op sites als VK Magazine wat van zichzelf al een berg treurigheid qua berichtvorming is. Maar het is wel opvallend dat je dit soort beeldmateriaal alleen kan terugvinden op dit soort shock-sites en niet op een zichzelf resepecterende nieuws-site. En zelfs daar zijn de reacties vrij lauw, ontkennend en angstvallig rustig. Alsof de Dood iets is waar we maar niet over mogen praten, zo is de hele draad op het forum ook gewoon verdwenen. De Dood, op welke manier dan ook daar praten we liever niet over en kijken naar de Dood willen we helemaal niet.

Hoe anders is het in andere landen, andere landen met een niet-westerse cultuur bedoel ik dan. Zo kwam gisteren het bericht naar buiten dat een Argentijnse voormalig politieman live op televisie een kogel door zijn hoofd jaagde. Behalve dat het wel een zwaar surrealistisch nieuwsfeit is zijn deze beelden weer nergens terug te vinden. Als ze überhaupt al ergens geplaatst waren (op youtube bijvoorbeeld) waren ze binnen de kortste keren weer verwijderd. Meestal omdat het beeldmateriaal in strijd is met de algemene voorwaarden van de desbetreffende site, maar eigenlijk komt het omdat de westerse mens niet geconfronteerd wil worden met de Dood. Maar gelukkig is het internet groter dan de westerse wereld, dus kan iedereen die maar wil zoeken hoeft niet bang te zijn iets te missen. Zo heb ik onderstaand beeldmateriaal tenslotte gevonden, gewoon om een hongaarse (geloof ik) nieuwssite die geen enkel probleem hebben met het uitzenden van de beelden. Kijk maar mee: Hier drukken!

Hoe anders zou zo'n nieuwsitem in een westers progamma behandeld worden. De Argentijnse televisie blijft gewoon doorfilmen nadat de man zich door het hoofd geschoten heeft. De emoties van zijn familieleden worden nog even flink tentoongespreid terwijl er sensatievolle teksten over het beeld rollen. Alleen jammer dat ik geen Spaans kan lezen anders had ik ook nog kunnen roepen wat ze allemaal schrijven. Had dit nu gebeurt in een westers live-progamma was het beeld meteen na het schot op zwart gegaan en kon iedereen die het gezien had slachtofferhulp gaan bellen als dat nodig mocht zijn. Hier is zoiets absoluut uit den boze, deze beelden zouden nooit zo over de televisie kunnen rollen. Ze kunnen niet eens normaal op internet geplaatst worden. Zelfs de gemiddelde shock-site plaats hierover geen enkel bericht of ze verwijzen door naar de enige site waar je werkelijk verontrustende filmjes kan vinden. Waarom zouden we toch zo bang zijn voor iets normaals als de Dood?

21 november 2008

Nieuwe dingen met veel wind

Met teveel wind is normaal de dag doorkomen bijna geen doen. Al mijn gedachten waaien weg en als ik al iets kan vasthouden dan drijft het wel weg in de derrie welke ontstaan is door het slechte slapen. Gedurende de nacht spookte de wind zo hard over mijn slaapkamerraam dat ik er met heel veel moeite geslapen heb. Elke harde wind drukte weer op het raam, wat weer herrie veroorzaakte, wat mij op de beurt weer deed wakker liggen. Het was een bewogen nacht, letterlijk als ik naar buiten was gegaan.

Toch is het allemaal niet zo erg. Sinds vandaag heb ik een nieuwe telefoon, de Sony Ericsson C902 om precies te zijn en uiteraard ook een bijbehorend nieuw abonnement, maar dat is niet zo interessant. Nu zou ik eigenlijk de SE C905 krijgen. Tenminste dat dacht ik, maar toen ik het net probeerde te verifiëren bleek het toch het toestel te zijn wat ik gekregen heb. Maar ze doen geheel niet moeilijk, als ik wil kan ik gewoon die andere krijgen. Alleen moet ik dan alles wat ik nu ontvangen heb weer terugsturen en dan sturen ze mij het andere toestel zonder problemen (of extra kosten) op. Nu weet ik alleen niet of ik dat andere toestel wel wil. Op zich heb ik het wel aangegeven en sturen ze mij alle informatie toe die ik nodig heb om het toestel te ruilen, maar wil ik dat andere toestel wel.... Ik zag namelijk net dat het zo'n raar uitschuifbaar ding is en er overal klepjes en uitschuivingen opzitten. In mijn handen is dat niet zo handig, dat zijn allemaal dingen die kapot kunnen en volgens mij snel ook. Ik ben nooit zo netjes met mijn telefoons aangezien het niet meer dan gebruiksvoorwerpen zijn. Dan is allerlei uitschuifbare zooi niet handig in mijn handen. Tenminste dat is mijn idee, maar misschien dat iemand mij kan overtuigen van het een of ander.

Naast een nieuwe telefoon is er nog veel meer nieuw. Nog veel beter nieuws is dit. Ik heb eindelijk na jaren en jaren steggelen eindelijk een nieuwe baan. Eentje waarbij ik nooit meer onregelmatige diensten hoef te werken en gewoon elke avond vrij kan zijn op schappelijke tijden. Op één januari van het komende jaar gaat mijn nieuwe baan in en ga ik mij verdiepen in de wondere wereld van de pensioenen. Een nieuw jaar, een nieuwe baan en een nieuwe telefoon. Betere vooruitzichten kan je bijna niet hebben. Alleen een pak geld in het vooruitzicht zou het feest nog completer maken, maar aangezien ik een dertiende maand heb klopt dit ook best aardig. Vandaag heb ik dan ook geen reden tot klagen, behalve dat het weer werkelijk abominabel slecht is. Alleen kan niemand daar iets aan doen, dus is het zinloos om over te klagen en dat doen we dan ook niet. We houden het leuk, gezellig en als laatste interessant.

Ongeveer net zo interessant als de volledig obscure drie elpeebox van Boots/C.C./Snakes & Remus, vermits je natuurlijk van bizarre folk houdt natuurlijk. Anders is dit juweeltje net zo boeiend als het nog onuitgebrachte nummer van The Beatles. Maar Boots, noch C.C. of zelfs Snakes & Remus lijken in de verste verte op The Beatles, wat ze gelijk al honderden lichtjaren interessanter maken dan elke toon die uit laatstgenoemde gekomen zijn. Maar een voorliefde voor folk, licht bevreemdende folk, is wel handig om deze elpees te beluisteren. Alleen zijn ze nergens te verkrijgen. Ik kan ze nergens vinden, ondanks dat er verschillende kanalen zijn die spreken van een heruitgave van de drie elpees. Toch blijven ze mij ontglippen als water uit mijn handen, maar genieten mogen we toch van de klanken die op de elpees staan door ze via deze link neer te laden. Vandaag heb ik dat ook gedaan en ga ik uit van het feit dat ik ooit wel eens mijn origineel exemplaar in verzameling zal mogen zetten. Voor nu neem ik zonder problemen met deze kwalitatief zeer goede vinyl-rip en voeg ik dit ook toe aan de verzameling "nieuwe dingen om blij mee te zijn."

16 november 2008

Irrationele hoop uit de natuur

Op verschillende nieuws-sites is het verhaal te lezen van termieten die Boeddhabeelden bouwen ergens in de binnenlanden van Cambodja. Op zich is het een mooi verhaal, insecten die een beeltenis maken van een van de grootste wijsgeren die ooit geleefd heeft. Beter gezegd maken ze beeltenissen van de grootste, allerhoogste wijze die de aarde met zijn voetstappen beroerd heeft. Persoonlijk kan ik altijd erg genieten van dit soort verhalen. Nu is het toevallig Boeddha die de voorgestelde is, maar er zijn al veel verhalen van knolgewassen die christelijke heiligen uitbeelden. Stukjes chips die op de maagd Maria lijken en zelfs watervlekken die hele Jezus-gezelschappen denken te vormen. Natuurlijk is het allemaal pure suggestie en komt het eigenlijk neer op het vermogen van het menselijk brein om totaal vormloze voorwerpen een "gezicht" te geven. Wij willen gewoon graag gezichten in van alles en nog wat zien. Dat is ook een goede zaak en daarom is het zo vreselijk jammer dat er geen foto's of andere beelden van de termietenheuvels te vinden zijn. Ik ben namelijk vreselijk benieuwd hoe ze eruit zien. Of ze echt op Boeddha lijken....

Ik mag graag de hoop houden, zonder hoop vaart niemand wel. Maar op een verhaaltje afgaan wil ik ook weer niet doen. Dat er toevallig op verschillende nieuwssites het verhaal te vinden is maakt het nog niet meer waar. Zo zou die vervelende clown Bassie volgens nog veel meer nieuwsmakers een dertig jaar jongere vrouw zwanger gekregen hebben, maar dat bleek uiteindelijk ook niet meer dan een sensatieverhaal gezogen uit een paar flinke duimen. Duimen van reclamemakers nog wel, wat het opeens een geweldige grap maakt. Maar we hebben het hier niet over grappen en grollen van een of andere nare clown. We hebben het hier over een natuurlijke verschijning van een tot heilige verklaarde wijze man. Een hoopgevend bericht dat alleen met beeldmateriaal nog meer kracht kan krijgen. Zelfs de maria-chips was pas wat waard toen deze op e-bay verscheen en voor veel te veel geld verkocht raakte. Pas toen kregen mensen pas weer een beetje hoop en geloof in de wereld. Beelden zeggen gewoon meer dan alleen een bergje woorden.

Vandaar dat ik uiteraard geprobeerd heb wat beeldmateriaal te zoeken van de termietenheuvels welke op Boeddhabeelden gelijken, maar ik kom niet verder dan de nieuwssites die allemaal hetzelfde verhaal opdissen. Zelfs de teksten zijn precies gelijkend, soms iets meer woorden, soms iets minder maar allemaal vertellen ze precies hetzelfde. Dat maakt het voor mij juist nog minder waar. Toch wil ik de hoop houden. De hoop dat er ergens op de wereld nog een bepaalde mate van geloof in het goede kan zijn. Een beetje extra hoop is best noodzakelijk in deze duistere tijden namelijk. Kan iemand daarom een camera naar Cambodja sturen zodat ik een foto van die termietenheuvels kan bekijken. Mijn nieuwsgierigheid zal er namelijk ook flink van beteugeld raken.

8 november 2008

De doos van Pandora

De bel gaat. Voor de deur staat de postbode met een groot pakket in zijn handen. Als ik hem zo zie bedenk ik mij opeens dat ik mijn sokken nog moet aandoen. Ik wil eigenlijk de deur weer sluiten omdat er een koude tocht over mijn blote voeten trekt, maar de postbode houd mij tegen. "Eerst even een krabbeltje zetten" spreekt hij terwijl hij met zijn hoofd wijst naar het kladblok met pen bovenop het pakket wijst. Ik pak het kladblok ervan af en zoek waar ik mijn handtekening mag plaatsen. "Wat zit er eigenlijk in?" vraag ik onschuldig aan de postbode. Nu had ik dit ook best schuldbewust kunnen vragen, alleen had ik werkelijk geen idee wat erin zat. Daarbij had ik geen sokken aan dus werkten mijn koude voeten ook niet echt mee aan het formuleren van interessante gedachten. Ik kon alleen maar denken aan de mogelijkheden om de deur zo spoedig mogelijk te sluiten en deze verdoemde kou buiten sluiten. Toch stelde ik de vraag wat er in het pakket zou bevinden. Ik stelde de vraag in de wetenschap dat ik hierdoor gedwongen werd nog langer in de koude te staan en mijn voeten langzaam voelen veranderen in ijsklompen. In ieder in iets dat daar heel veel op zou gaan lijken. Koude voeten zijn niet fijn.

Geheel tegen verwachting in gaf de postbode het antwoord. Ik had verwacht dat hij iets als "Dat weet ik toch niet, meneer" zou zeggen, maar dat deed hij juist niet. Hij vertelde mij dat het hier ging om de orginele Doos van Pandora. Een pakket voor armageddon, ziekte en andere ellende voor de mensheid. Ooit geopend door de Vrouwe Pandora zelf, maar ook weer vlug gesloten waardoor nog veel chaos verborgen kon blijven in de doos. En laat deze doos zijn weg gevonden hebben naar mijn deur. Precies op deze koude dag waarop ik mijn sokken niet aangedaan heb. Ik weet niet of het lachen mij nader stond dan het huilen, maar een vloedgolf van emoties overkwam mij op een ongekende manier. Nog nooit had ik de Doos van Pandora gezien, laat staan dat ik er opeens de eigenaar van zou worden.

"Wat moet ik ermee doen?" vroeg ik de postbode. Hij haalde zijn schouders op. Het kon hem niet zoveel boeien. Hij was slechts de brenger van dit artikel, deze doos, en verder ging zijn verantwoordelijkheid niet. Ik zou zelf wel weten wat ik ermee moest doen, tenslotte had ik het ding zelf besteld. Ik probeerde dit laatste nog te ontkennen. De Doos van Pandora zou het laatste zijn wat ik durf te bestellen, maar de postbode was onverbiddelijk. Ik had dit pakket besteld en hou zou het afleveren. En aangezien ik thuis was kon ik het ook maar beter aanpakken. Op zich was ik dat ook wel van plan, puur uit nieuwsgierigheid maar ik wilde ook weten hoe deze doos de weg naar mijn huis gevonden had. Ik wees op mijn blote voeten. Op het feit dat ik blootsvoets de deur geopend had om mijn verhaal kracht bij te zetten. Mijn bedoeling was om hiermee te bewijzen dat ik de Doos echt niet besteld had, maar de postbode kon alleen maar lachen. Mijn blootsvoetheid en mijn ontkenning de besteller te zijn waren voor hem een bron van vermaak. Ik was zijn vermaak geworden in de zin dat er sprake moest zijn van leedvermaak. Het was de druppel. Ik wist genoeg, pakte het pakket aan en sloot de deur.

Buiten hoorde ik de postbode nog licht nagniffeld weglopen. Ik bleef in mijn lege gang achter met het pakket in mijn handen. De Doos van Pandora lag in mijn armen en eigenlijk wist ik niet goed wat ik ermee moest doen. "Eerst maar sokken aandoen" dacht ik bij mijzelf terwijl ik het pakket naar de kamer bracht en op tafel neerlegde. Sokken aandoen was een goede missie en eentje die ik met veel graagte ging uitvoeren. Ik was blij dat ik gisteren net al mijn sokken uitgewassen had, anders moest ik nog vieze sokken aandoen ook.

Cultureel verantwoord naar Jochem Myjer

Afgelopen donderdag vonden we het noodzakelijk om eens een avondje "cultureel verantwoord" te gaan doen. Eens in de drieëntwintig jaar moet je dat gewoon (weer eens) gedaan hebben en voor mij was het ook al weer veel te lang geleden dat ik naar een podium ging kijken waar niet een groep mensen opstaat om een moppie muziek te spelen. Op zich ging ik in vroegere dagen nog wel eens regelmatig naar grappemakers, theatergroepen en ander cultureel gespuis kijken, maar naar mate ik ouder en kieskeuriger werd verwaterde dit geheel. Op een gegeven moment zelfs zo erg dat ik kan spreken van een jarenlange droogstand als ik spreek over het bekijken van de podiumkunsten.

Ik kan niet zeggen dat ik deze situatie zelf gekozen had noch een plezante ervaring vond, maar er waren hele logische redenen voor. In het verleden kon ik namelijk bijna alle podiumkunsten geheel gratis of voor heel weinig gaan bekijken. Dat het slechts om de try-out ging kon mij weinig boeien. Heel vaak stonden er ook mensen waar ik nog enig ander mens ooit van gehoord had, al kwam er af en toe ook wel een bekendere persoon de boel opluisteren. In ieder geval mocht ik daar graag komen en dat deed ik ook veelvuldig tot het moment daar was dat de try-outs niet meer daar gegeven werden. Al was ik eerlijk gezegd al daarvoor uit het gebouw verdwenen waar deze optredens gegeven werden. De redenen hiervoor wil ik in het midden laten, omdat ze er toch niet meer toedoen. Nooit gedaan ook eigenlijk. Maar nadat ik daar geen culturele uitingen meer ging proeven droogde de bron ook aardig op. Heel soms wist ik mijzelf nog wel een theater in te werken, maar die momenten werden steeds zeldzamer. Ik vond mijzelf wel steeds vaker in een theater om een of andere band een geweldig optreden te horen verzorgen. Toch is dat een geheel andere tak van sport en doe ik daar niet de broodnodige culturele verantwoording mee op.

Om daar verandering in te brengen zijn we afgelopen donderdag naar de nieuwste show van Jochem Myjer gegaan. Voor de mensen die niet weten wie Jochem Myjer is.... Dat is die ADHD-krullenbol die net als Bert Visscher over het podium stuitert om net te doen alsof hij een cabaretier is. Overigens slaagt hij wonderwel zeer goed in het zijn van cabaretier dus mij hoor je absoluut niet klagen over de podiumkunsten van Jochem Myjer. Overigens over Bert Visscher hoor je mij ook niet klagen, maar hem heb ik nog nooit op een podium zien staan. Behalve op televisie dan, alleen vind ik dat niet meetellen. Cabaret in het theater is een totaal andere ervaring dan het op televisie gezien kan worden.

Jochem Myjer dus. De leidse glibber die met veel vaart, humor en krankzinnige stemmetjes zijn complete familie, vrienden en kennissen de revue laat passeren. Het feit dat zijn show De Rust Zelve heet slaat in dit geval op het feit dat de mensen uit zijn omgeving nog veel drukker zijn dan hijzelf is. Tenminste dat wil hij ons laten geloven door over het podium te stuiteren terwijl de ene na de andere geweldige grap uit zijn mond rolt. Hij laat het overkomen alsof het allemaal ter plekke verzonnen is, dat hij hier en daar de fout in gaat en hij zonder enige moeite een hilarische beschrijving geeft van een familieweekend. Dat het allemaal niet zo is maakt helemaal geen kont uit. Jochem Myjer weet te vermaken. De lach van de ene grap was nog niet weggestorven of je werd al weer gedwongen om krom te liggen om de andere. Persoonlijk vond ik een van de betere grappen, welke ik voortaan ook veelvuldig zal gaan bezigen, het relaas over de vriendin van zijn beste vriend. Überhaupt is het hele verhaal over zijn vrienden al geweldig, maar dat moet je zelf maar gaan bekijken. In ieder geval vind hij de vriendin van zijn beste vriend een ontzettend loeder, een heks en lelijk op de koop toe. Misschien overdrijf ik nu, maar aangezien ik degene ben die het naverteld mag ik best overdrijven. Toch wil zijn beste vriend zijn vriendin niet afvallen. Tenslotte is hij degene die met haar moet samenleven en daar heb je dan een goede reden voor. In zijn eigen woorden kwam dat neer op: "Jochem, ze heeft iets. Ze heeft gewoon iets!" Waarop Jochem Myjer reageert met de onsterfelijke woorden: "Het is alleen jammer dat ze het nooit meeneemt!" En wederom kreeg hij het voor elkaar om de zaal dubbel te laten liggen.

Als je ooit eens in de gelegenheid komt om cultureel verantwoord te gaan doen en toevallig staat Jochem Myjer op te treden met grappen, grollen en gezellig leuke liedjes zou ik zeker gaan. Hij mag dan wel heel veel liedjes zingen en soms het idee geven dat je meer naar een zanger zit te kijken dan een cabaretier, zijn teksten zijn ijzersterk. Zijn liedjes zijn zelfs leuk, goed gezongen en tekstueel goed doordacht. Je moet wel tegen een krullenbol met ADHD kunnen die over het podium stuitert en met veel vaart ontzettend veel tekst erdoorheen jast. En als laatste wil ik eindigen met de woorden van Jochem Myjer's oma voor de mensen die willen gaan zeuren dat ze geen geld hebben om cultureel verantwoord te doen. Wederom onsterfelijke woorden welke met bibberende stem uitgesproken moeten worden: "In de oorlog waren wij zóóo arm dat wij niet eens een achterhuis hádden!"

Ik heb nu het idee om een toegift te moeten geven.

6 november 2008

Oorlog makkelijk gemaakt

Om toch nog even door te gaan over de Amerikaanse politiek en waarom Obama nooit de messias zal worden die iedereen in hem denkt te zien moet ik nog even het volgende kwijt. Vorige week zag ik op de Canvas (belgische televisie voor wie niet weet wat de Canvas is) de documentaire Why we Fight over de relatie tussen de industrie en oorlogsvoering an sich. Ik vond het best een leerzame documentaire omdat het eens de wijze van oorlogsvoering op een hele andere manier belicht. Het laat namelijk vrij expliciet zien wie er allemaal garen spinnen bij het voeren van oorlog en eigenlijk het grote geld verdienen over de ruggen van anderen. In dit geval verdienen ze letterlijk geld over de ruggen van anderen aangezien ze spullen verkopen die het doel hebben mensen te doden. Maar goed, een documentaire over de wapenindustrie die nauwe banden heeft met de grootste opdrachtgever in de vorm van de Amerikaanse regering is allemaal best aardig, maar iets nieuws leerde ik er eigenlijk niet van. Ik wist best dat er figuren in de Amerikaanse regering zitten die héél erg rijk worden van de oorlogen die Amerika overal in de wereld aan het voeren is. Niets nieuws onder de zon.

Maar gisteren zag ik op dezelfde Canvas de documentaire "War made easy" en dat vond ik wel heel ontluisterend. Zo ontluisterend dat ik vind dat iedereen deze documentaire moet gaan kijken en daarom speciaal voor jullie de documentaire in zijn geheel zoals deze te vinden is op Google-video. Gaat dat zien, gaat dat zien en dan mag je van mij een mening vormen. Ik heb mijn mening al gevormd en eerlijk gezegd ben ik nogal benieuwd naar die van jullie. Kijk maar eerst de film.





Ik mag graag lezen wat je ervan mag denken, maar nu ben ik weg aan het gaan om later vanavond weer thuis te zijn. Veel plezier met je gedachten.

En de wereld draait weer door

Het stof rond Barack Obama's benoeming begint inmiddels weer neer te slaan en begint het een beetje mosterd na de maaltijd te worden om er nog iets over te gaan roepen. Ik wilde eigenlijk gisteren al een hele berg woorden neerschrijven over Obama en zijn totale onvermogen om de man te zijn die iedereen hem maar wil wenst toe te bedelen, maar toen las ik de column van Luuk Koelman in de Metro. Om precies te zijn was het deze column (druk gerust om te lezen) en ondanks dat hij niet precies mijn woorden neergeschreven had vond ik het wel precies dezelfde essentie bevatten. Hij vatte gewoon bijna alles samen wat ik op dat moment zat te bedenken over de benoeming van Obama. Hiermee kunnen we weer overgaan tot de orde van de dag.

Gisteren had ik namelijk het gevoel dat ik tien kilo stront moest lozen. Een zwaar drukkend gevoel doorkruiste mijn lichaam en wist zich gedurende de hele dag te blijven manifesteren. Ergens was het best vervelend en ik wist dat alleen een gang naar het toilet de boel zou kunnen verlichten. Dus voordat ik het helemaal zat was begaf ik mij naar de dichtstbijzijnde toilet en nam plaats op de porseleinen zetel. Gelukkig had ik niet de ervaring dat je in iemands achtergebleven lichaamswarmte gaat zitten. Het toilet was koel, in ieder geval al een redelijke tijd geleden voor het laatst gebruikt. Op zich was dat ook niet zo vreemd, het is mijn eigen toilet en eigenlijk ben ik de enige die er gebruik van maakt doordeweeks.

Zo zat ik op mijn eigen toilet met een gevoel dat er tien kilo drollen moesten passeren en begon aan de heidense taak dit ook te bewerkstelligen. Het drukken en duwen kon beginnen. Ik spande alles aan wat er maar aan te spannen viel en enkele minuscule keutels plofte op het porselein. Lang niet genoeg om aan de tien kilo te komen, in de verste verte nog niet eens. Als ik op dat moment tien gram stront uitgescheiden had was het al veel te noemen. En het gevoel dat er tien kilo zooi dwars zat bleef onverminderd voortduren. Ik zette mij weer aan mijn taak dit kwijt te raken. Zo makkelijk laat ik mij niet vangen namelijk en het is al eerder gezegd: De aanhouder wint. Weer brak een periode van duwen, drukken en moeilijk kijken aan. Weer gebeurde er niets. Nu kwam er niet eens een achtergebleven keuteltje kijken waar zijn broertjes en zusjes heen verdwenen waren. Nog harder drukken en duwen waarna langzaam dingen van hun plaats begonnen te komen. Uiteindelijk had ik mijn spieren zo hard aangespannen dat mijn halve darmstelsel naar buiten was gekomen. De tien kilo stront bleek niet meer dan een illusie gecreëerd door mijn darmen. Ik had gewoon een half uur voor niets op het toilet gezeten. Een half uur inspanning voor niets en het ergste is nog dat ik er geen meter van afgevallen was.

Eigenlijk lijkt het wel op de Amerikaanse verkiezingen. Je denkt dat er heel veel aan gaat komen, maar als uiteindelijk het puntje bij het paaltje gaat komen blijf je zitten met wat kruimels en een hoop warme lucht. En an passant is ook de halve omgeving overhoop gegooid op een manier dat het nooit meer zal worden zoals het was. Laten we maar gewoon gaan beginnen met het puin ruimen en hopen dat morgen het stof nog verder gedaald is. Ik drink nog even een bak koffie, dat schijnt goed te zijn voor de darmwerking.