24 mei 2009

Insomnia in de nacht

Een groen knipperend licht hield mij uit de slaap. Mijn wekker leek op hol geslagen te zijn, maar het was niet meer dan een droombeeld. Mijn wekker stond rustig als altijd op mijn nachtkastje. De enige activiteit die het ontwikkelde was het doorgeven van de tijd en hopelijk zou het ding ook nog op tijd afgaan wanneer de tijd gekomen was. Ik had de wekker gezet, waarom weet ik eigenlijk nog steeds niet. Eigenlijk zou ik gewoon kunnen uitslapen. Het is tenslotte weekend, maar ik had de wekker gezet. Om een dagritme te creëren of om gewoon eens vroeg op te staan in plaats van veel te laat en net zo moe. En precies om die reden baalde ik er flink van dat ik door een groen knipperend licht ontwaakt was.

Ik keek de kamer rond. Niets, alleen een grote donkerte om mij heen. Het groenige weerschijnsel dat de cijfers van mijn wekker vormde kon de duisternis niet doordringen. De cijfers was het enige wat duidelijk zichtbaar was in de kamer, maar ik keek niet naar ze. Ik wilde niet weten op welk tijdstip in de nacht ik ontwaakt was. Het was al erg genoeg dat ik überhaupt ontwaakt was. Waar was dat groene knipperende licht dat ik gezien had in mijn slaap? Het naargeestige licht waardoor ik gedwongen werd wakker te worden. Waar was dat ding? Nogmaals keek ik de duisternis door en zag niets. Geen vreemd licht, geen knipperingen in de duisternis. Helemaal niets behalve de donkerte van nacht. Ik legde mijn hoofd weer neer op het kussen en sloot mijn ogen. Hopelijk zou de slaap snel komen, ik hoorde de wekker in mijn hoofd alweer gaan. Weer een nacht met té weinig nachtrust en slaap.

Het vervelende van 's nachts wakker zijn blijf ik de gedachten vinden die ronddwalen in mijn hoofd. Zaken waar ik normaal gesproken geen seconde aan zou denken gaan dan opeens heel belangrijk doen in mijn gedachten. Onzinnigheid als sterven, geluk, goddelijkheden, doodgaan in het algemeen en de mensheid lijken een strijd te moeten voeren over de belangrijkheid. Opeens zie ik mijzelf nadenken over de gebeurtenissen welke mij omringen op dagen dat ik er helemaal niet was. Of juist op dagen dat ik er wel was, maar niet meer aan wil denken. Ik ga denken over zaken waar ik niet over wil nadenken. Fouten die ik in mijn ogen gemaakt heb, dingen die ik anders had moeten doen. Uitspraken die ik gedaan heb en waarmee ik duidelijk mensen wilde kwetsen, maar er niet in scheen te slagen. Zaken en mensen die ik verwaarloosd heb in mijn eeuwige zoektocht naar meer wijsheid en gebrek aan inzicht in de intermenselijke omgangsvormen. Het is werkelijk ongelofelijk waar je allemaal over kan nadenken als je midden in de nacht wakker geworden bent. Ik kan op zo'n moment gewoon niet meer van slapen.

Dan te bedenken dat het allemaal kwam door een groen knipperend licht in mijn slaapkamer dat er nooit geweest was. Ik kan niet zeggen dat de stroom in mijn huis uitgevallen was om niet veel later weer aan te springen. En dat verschillende keren achter elkaar. Mijn wekker zou dit verraden hebben. Het zou de tijd vervangen hebben door vier knipperende nullen. Vier knipperende nullen die langzaam meetellen met het verstrijken van de minuten, maar altijd blijven knipperen. Bijna dacht ik dat mijn stroom uitgevallen was, maar de wekker lag stil en zonder beweging. Geen knippering kwam van de display afzetten, niets van dit alles. Het licht dat mij liet ontwaken was niet in mijn slaapkamer. Als het er überhaupt al geweest was. Het kon niet anders dan ik gedroomd had van een groen knipperend licht dat mij liet ontwaken.

Maar was ik dan wel wakker? Ik kon niet anders dan daarover gaan piekeren. Als ik ontwaakt was door een droombeeld kan ik dan wel werkelijk zeggen dat ik ontwaakt was? Ik kon net zo goed dromen dat ik wakker geworden was en in mijn slaapkamer lag te piekeren over het feit dat ik ontwaakt was. Een gekmakende gedachte, was ik wakker of droomde ik dat ik wakker was. In beide gevallen was ik zeer gebrand om weer snel in slaap te vallen. Om weer weg te zinken in de duisternis omgeven door slaap en rust. Ik wilde niet in gedachte-cirkels rondspoken. Niet midden in de nacht in ieder geval. Ik wilde slapen en niet denken aan een gedroomd licht of het idee van slapend wakker te zijn.

Nu ik er zo op terug kijk kan ik alleen maar lachen. De situatie was te ergerlijk om serieus over te blijven. De rest van de nacht heb ik wakker gelegen. Liggen piekeren over triviale zaken en dingen die er verder ook totaal niets toe doen. Ik had na vijf minuten wel door dat ik klaarwakker was, dat de droomwereld mij al lang en breed verlaten had. Maar de gedachten bleven. Het piekeren ging onverminderd door. Misschien niet meer over het feit dat ik dromend wakker kon zijn of wakker om te dromen, maar er bleven genoeg onderwerpen over. De nacht is een vruchtbare grond om de meest vreemde verbanden te leggen. Hele scenario's wandelen door mijn hoofd. Ik behandel zaken die ik hier verder niet wil bespreken, maar in mijn wereld zeer belangrijk lijken te zijn. Maar het ergste zijn de ideeën, de verhalen die ik 's nachts verzin als ik wakker lig van de slaap. Prachtige fabels vormen zich in mijn hoofd die uiteindelijk niets meer dan gebakken lucht van vergetelheid bleken te zijn. Zelden kan ik mij zo'n verhaal herinneren en dan weet ik weer dat ik voor niets wakker heb gelegen. Dat ik mijzelf weer gekweld heb met slapeloosheid en volledig loze gedachten. Mijn eerste bak koffie is dan een ware zegen. Het teken dat de dag begonnen is. Met mijn eerste bak koffie voel ik het leven weer terugstromen, alleen zou ik soms willen dat ik de verhalen ook op die manier kon terughalen.

Geen opmerkingen: