Je mag niet klagen, klagen is voor mensen die niet beter weten en denken dat de wereld een boosaardige plaats is waar niemand weet hoe je werkelijk van binnen bent. Je mag niet klagen, alleen de hele dag met je armen open staan om alles te ontvangen wat je eigenlijk helemaal niet wilde hebben. Klagen is voor mensen die dromen, maar deze niet waar durven te maken. Zoals dromen alleen weggelegd is voor mensen die weten waar ze voor staan en het woord klagen niet kennen. Je mag niet klagen, dat zei mijn moeder altijd. Ik klaag niet!
Toch huil ik dagelijks, voel ik de tranen over mijn wangen stromen wanneer ik tegen mijn eigen onvermogen aanloop. Niet dat er geen dingen zijn die ik niet kan doen, behalve raketwetenschapper worden omdat ik niets van wiskunde begrijp en er werkelijk geen meter interesse voor wil opbrengen. Maar toch denk ik dat er dingen zijn die ik niet kan doen. Zaken waarover ik wil klagen, maar niet doe waarna mijn tranen de woorden uitspreken. Het zijn zilte tranen, tranen die ik voel wanneer ik naar prachtige muziek luister. Muziek die mij ontroerd tot op het bot en mij verteld dat ik niet moet klagen. Niet klagen, zoals mijn moeder altijd zei.Vroeger luisterde ik naar de woorden van mijn moeder en klaagde ik niet, vandaag luister ik naar de muziek op de cd Seeljocht en klaag niet. Ik voelde de zilte tranen over mijn wangen lopen, de zee mijn voeten kussen en droomde van dingen die ik nooit zou bereiken. Toch zeg ik niet, niets meer dan ik gisteren vertelde.
Ik weet alleen niet wie er gisteren naar mij luisterde toen ik tegen mijn onvermogen om met mensen te converseren aanliep. Dat mijn houding, gedachten en uitdrukkingsloze kledingkeuze zorgt dat ik niet weet hoe ik met mensen moet praten. Hoe ik mij buitengesloten voel in een groep mensen en toch praat alsof ik erbij wil horen. Ik lach, praat en doe alsof ik het naar mij zin heb terwijl ik het niet begrijp. Zal ik je vertellen dat interactie en communicatie op sociaal vlak mij volledig vreemd zijn? Dat ik niets begrijp hoe je een gesprek aangaat met mensen en kan spreken over zaken als het weer, werk en de gebeurtenissen van gisteren? Ik denk dat jij mij weer niet zou begrijpen en mij aankijkt alsof ik uit zee gelopen ben. Een zee, zilterdan de tranen op mijn wangen en ver van jouw bed verwijderd. Daarom kijk ik alleen naar de massa, de mensen en laat ik het erbij zitten. De tranen op mijn wangen drogen vanzelf op, de gedachten doven ooit uit. En wanneer ik iedereen buitensluit tussen de vier muren hoef ik mijn onvermogen geen voeding te geven. Ik klaag niet. Ik klaag niet, zoals mijn moeder mij ooit vertelde.
Toch verlang ik ook naar de warmte van vreemden, soms... Op momenten dat mijn eenzaamheid boven komt drijven in een groep of zie hoe een ander contacten legt met mensen die ik ook wilde leren kennen. Soms voel ik mijn onvermogen knauwen in mijn been en stromen de tranen iets harder over mijn wangen. Dat zijn de momenten waarbij ik verlang naar de eeuwige stilte, de eeuwige rust van het niets. Dan zijn de muren om mij heen niet meer genoeg, dan wil ik weten wat er na mijn leven zal gebeuren. Maar ik klaag niet, klagen is voor mensen die het leven niet durven te leven. Ik veeg mijn tranen weg, laat mijn wangen opdrogen en vandaag doe ik dit..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten