2 mei 2012

Uitzicht (deel II)

~ Klik hier voor deel 1 ~


Ze kon er niets aan doen, de tranen kwamen plotseling opzetten. Uit het niets en zonder verdere aankondiging. Ze huilde tot de tranen verdwenen waren, wat in haar gedachten uren duurde maar in feite niet meer dan toen minuten in beslag had genomen. Ergens vond ze het wel een opluchting, gewoon zachtjes huilen in een hotelkamer op een eiland. Alleen dat vervloekte uitzicht, die stomme vliegen die alles ontnamen. Ze ontnamen haar alle plezier, zelfs het plezier dat ze aan haar tranen kon hebben. "Klotevliegen" zei ze zachtjes tegen het raam. Een lichte zucht, een kreun, klonk als een soort van antwoord achter haar.

Ze schrok en draaide zich om. Op haar bed lag een man. Helemaal naakt op een klein broekje na dat rond zijn enkels speelde. Toen ze goed keek zag ze dat het een roodkleurig zwembroekje was dat verfrommeld rond zijn enkels zat, alsof het haastig naar beneden getrokken waren. Zijn geslachtsdeel lag fier omhoog gestoken in zijn linkerhand. "Hij heeft zich net liggen aftrekken!" Zijn sperma lag glimmend op tussen de haren die groeide op zijn buik en borst. Ze walgde van zijn aanblik. Zijn licht opbollende buik, de haren op zijn borst, zijn geslacht in zijn linkerhand dat langzaam slapper werd. Wat moest die vent hier? Hoe kwam hij binnen? Ze keek hem recht aan, met een blik die zei dat ze niet bang was terwijl ze diep van binnen doodsangsten uitsloeg. Hij had haar wel van alles kunnen aandoen en misschien was hij dat ook wel van plan. Tenslotte was hij haar kamer al binnengeslopen om zich zachtjes te gaan afrukken op haar bed. Hij glimlachte naar haar, een beetje liefelijk. Ze vertrouwde die glimlach voor geen meter, ze vertrouwde die vent voor geen meter. Zijn licht vadsige lichaam, zijn langzaam slapper wordende geslachtsdeel, die nare glimlach. Wie was die vent? Ze kon alleen maar denken hoe ze deze griezel zo snel mogelijk uit haar kamer, uit haar leven kon krijgen. Die vliegen buiten waren erg, maar deze vent was tien... nee, honderd keer erger.

"Je moet hier weg" zei hij uit het niets. Zijn stem verbaasde haar. Hij had een vriendelijke stem. Hij klonk als haar vader, zoals haar vader klonk toen ze nog klein was en de ouderdom nog geen bezit van zijn stembanden had genomen. Ze keek hem verbaasd aan. "Watte.." zei ze nog een keer. "Je moet hier weg" herhaalde hij rustig. "Je bent hier niet veilig" Nu wist ze helemaal niet meer wat ze moest doen. De zenuwen schoten door haar keel. Verbaasd keek ze hem aan, terwijl hij opstond en zijn broekje (ze zag nu dat het een zwembroek was) omhoogtrok. Nu zijn leuter weer bedekt was kon ze hem beter aankijken, al bleef het beeld van hem liggend op haar bed in haar hoofd spoken. "Waarom zou ik hier weg moeten? Ik heb helemaal geen zin om weg te gaan!" Nu hij opgestaan was zag ze dat hij een stuk kleiner dan haar was. Het scheelde zeker een halve kop en lichamelijk zag hij er uitermate slap uit. Het was gewoon een klein lelijk mannetje in een rode speedo. Niet een kerel om bang van te worden. "Wie ben jij eigenlijk en wat doe je in mijn kamer?" Hij stak zijn handen ter verdediging op. "Rustig aan, rustig aan! Je bent in gevaar. Ik meen het. Je moet hier weg." Ze keek hem verbaasd aan. Was die vent gestoord geworden? Eerst ligt hij doodleuk zich af te rukken op mijn bed en nu gaat hij vertellen dat ik in gevaar ben. Ze lachte. "Sorry, maar ik ken je niet en ik geloof je niet. Wil je nu mijn kamer verlaten? Daar is de deur."

Hij deed één stap naar de deur. "Je moet mij geloven. Ik weet ook wel dat ik vrij ongeloofwaardig ben." Hij maakt een handgebaar langs zijn lichaam. "Ik verschijn zomaar in je kamer en begin uit het niets te zeggen dat je in gevaar bent. Ik begrijp dat je mij niet gelooft, maar je moet echt meekomen." Hij keek hier heel ernstig bij, alsof hij echt meende wat hij zij. Ze zag in zijn ogen dat het geen leugen was, voor zover ze in iemands ogen kon zien dat ze aan het liegen was. Tenslotte was ze ook in dit oord terechtgekomen door iemand op haar blauwe ogen te vertrouwen. Als ze niet zo goedgelovig was zat ze überhaupt niet op deze ellendige kamer, op dit ellendige eiland, opgescheept met deze ellendige vent in haar kamer. Die vent met zijn puppy-ogen die haar steeds geloofwaardiger deden overkomen. "Op wat voor manier ben ik in gevaar dan?" Ze wilde toch meer weten voor ze doodleuk met deze halfnaakte idioot op stap ging. "Ik bedoel.. je gaat mij niet vertellen dat ik in een of andere slechte versie van The Wicker Man ben terechtgekomen?" Dit ontlokte een harde lach aan hem, die hij snel weer inslikte. "Nee" schudde hij. "Dit lijkt totaal niet op The Wicker man of een andere dwaze horrorfilm. Je was al in gevaar vanaf het eerste moment dat je voet op het eiland zette. Het is hier niet veilig voor alleenstaande dames en zeker niet dames van buitenaf. Kom nu maar mee!" En met die woorden liep hij naar de deur en deed deze voorzichtig open. "Kom" wenkte hij.

Ze liep naar hem toe. "Ssst, stil zijn. Laat niemand ons horen" fluisterde hij terwijl hij de gang op stapte. "Maar..." begon ze. "Ssssst" siste hij. "Kom..." en hij liep verder de gang in. Ze volgde hem maar, deels uit een gevoel van onrust maar inmiddels ook uit nieuwsgierigheid. Ze kon toch niets anders doen op dit vervloekte eiland en misschien leverde het nog een beetje grappig avontuur op. Daarbij was deze licht vadsige dwerg totaal geen bedreiging voor haar vrouwelijkheid en haar kracht, dus daar hoefde ze ook niet bang voor te zijn. De eerste keer dat ze hem op haar bed zag liggen met zijn geslacht in de handen en sperma in zijn borsthaar was al langzaam naar de achtergrond van haar geest getrokken. Ze keek naar zijn kleine, een beetje hangende billen in zijn speedo en grinnikte zachtjes. "Sst" siste hij weer en wenkte dat ze hem moest volgen. Hij liep verder de gang in, naar de deur van het trappenhuis. Ze volgde hem het trappenhuis in en de trap af. In alle stilte liepen ze de trappen af naar de begane grond. Buiten hoorde ze de vliegen tegen de ramen tikken en hoe verder ze beneden kwamen des te harder het klonk. Op de begane grond moesten echt veel vliegen zitten dacht ze. Ze rilde.

[wordt vervolgd]


Geen opmerkingen: