1 december 2014

Schoonheid

"Zit mij niet aan te staren, walgelijke oude vent!" beet ze mij toe. Haar blik stond op walging, terwijl ze half over haar schouder naar mij keek. Ik zat nog geen vijf minuten schuin achter haar. "Meisje.." antwoordde ik poeslief. "Ik zit je helemaal niet aan te staren. Ik heb geen enkele reden om een wicht zoals jij te gaan zitten aanstaren, omdat zij toevallig denkt dat ze de grootste schoonheid op aarde is.."

Haar ogen werden groot. "Pff" zei ze.

"Meisje.." ging ik verder. "Je bent helemaal geen schoonheid. De enige reden dat überhaupt iemand naar je zou willen staren is om te zien of je echt zo bordkarton bent als je overkomt. Of je werkelijk waar geen enkele inhoud, kennis, intelligentie hebt.. Alleen om zeker te weten dat je niets meer dan een roos bent, die over enkele jaren verwelkt tot een rottende bladeren en verlopen kleuren.." Ze keek mij kwaad aan. Het spreekwoordelijke "als blikken konden doden" kwam in mij op. Dit sterkte mij om door te gaan. Ik haalde diep adem.

"Nu ben je mooi, tenminste je hebt het perfecte uiterlijk van een model" Ik pauzeerde even, dacht na. "Je gezicht heeft die symmetrie, die iedereen mooi vind. Precies datgene wat elke vrouw, en ook man, zou willen hebben.. Oppervlakkig gezien.." Op dit moment veranderde haar kwade, bijna dodelijke blik in eentje van ongeloof. "Wat?" stamelde ze. Ik negeerde haar vraag. Mijn monoloog over haar schoonheid was nog niet klaar. "Je schoonheid is niets meer dan een omhulsel. Je perfecte huid is niets meer dan enkele cellen diep, millimeters. Het is niets, al heb je er ook nooit iets voor hoeven doen. Je bent ermee geboren, als baby had je deze zogenaamd perfecte huid al"
Haar ogen werden wat groter. Ongeloof trok over haar gezicht. Ze wist niet wat ze met mij aanmoet en nog minder met wat ik tegen haar zei. Ze draaide haar hoofd weg en probeerde mij te negeren.

"Een perfect uiterlijk is natuurlijk mooi meegenomen" ging ik weer verder, nu tegen haar weggedraaide schouder en nek. "Mensen die mooi zijn hebben altijd een streepje voor in de maatschappij.." Ik zag een vage glimlach verschijnen rond haar mond. "Maar jij hebt dat voordeel niet. Je bent mooi om te zien, maar hebt een vreselijk lelijk uiterlijk. Je bent arrogant, bewust van je schoonheid en daarom ontzettend lelijk.." Nu glimlachte ik. "Jouw idee over je schoonheid heeft je verlamd. Je kan niets anders meer dan een beetje mooi zijn. Je denkt waarschijnlijk dat iedereen alles komt aandragen, omdat jij mooi bent. De kans dat je ouders je als een prinsesje behandeld hebben is vrij groot. Je zal wel verwend tot op het bot zijn, alleen omdat je het uiterlijk van een model hebt, maar verder te stom bent om voor de duvel te dansen.."

Kwaad draaide ze zich weer om. "Hou je kop, ranzige oude vent. Hou je kop!" siste ze kwaad in mijn richting. Ik lachte, hard. Misschien een beetje te hard, maar dat kon mij niet zoveel schelen. "Nee" antwoordde ik liefelijk. "Je houdt je kop dicht, anders... " "Anders wat?" Ik keek haar glimlachend aan, waarop ze zich weer kwaad omdraaide. Ik vatte dat op als een teken dat ik door kon gaan met mijn verhaal over haar schoonheid. "Luister.." ging ik verder. "Je denkt waarschijnlijk dat je met je mooie gezichtje een rijke vent aan de haak kan slaan. Dat je helemaal niets hoeft te kunnen en dat je uiterlijk je overal brengt waar je maar zou willen. Ik acht zelfs de kans groot dat je op school helemaal niet je best doet, vrij beroerd ervoor staat qua cijfers en dat je nog steeds het idee hebt dat je het wel gaat maken in het leven.." Hierop lachte ze. "Ik zit helemaal niet meer op school, dombo!" Ze keek mij niet aan toen ze dit zei. Ik haalde mijn schouders op. "Nog veel dommer dus dan ik al dacht. Je zit niet eens meer op school en het kan je niet eens iets schelen."
Met deze woorden schudde ik meewarig mijn hoofd. Hoe kan iemand zo dom zijn en toch het idee hebben dat de wereld aan haar voeten lacht. "Je zit vast te wachten op de rijke man die je alles gaat geven wat je maar wilt. Intussen woon je nog steeds bij je ouders, omdat zij je wenken tot in de puntjes weten te bedienen. Iets zelf doen zal niet bij je opkomen en dat is ook de reden dat je heel lang op een rijke man kan gaan wachten.." Weer die glimlach rond haar mond.

"Je denkt werkelijk dat een rijke man, iemand die zijn geld bij elkaar gesprokkeld heeft door slim zijn ideeën te beleggen, geluk hebben en ouders die zelf ook vermogend waren, in zee zal gaan met een dom wicht en een mooi gezichtje?" Ik knikte. "Ja, dat denk jij echt. Jij wacht op de rijke prins op het witte paard die je meeneemt naar zijn landhuis en je elke dag aardbeien of druiven zal voeren.." Ze keek weer om, de boosheid was terug in haar ogen. "Meisje.." ging ik door, terwijl ze mij aankeek. "Je leeft in een droom, een droom die uiteindelijk een mooie nachtmerrie zal worden. Geen enkele rijke vent zal je willen. Je bent niets meer dan een pretty face, je bent simpelweg een uiterlijk. Je kan niets, niets meer dan een beetje mooi zijn. En jouw schoonheid is maar tijdelijk. Die verdwijnt en geen plastische chirurgie zal dit kunnen tegenhouden. Je kan wel denken dat je nu de mooiste op aarde bent en daarom alles verdiend, maar over tien jaar ben je een rimpelig wrak. Niets meer dan vergane schoonheid. Iets dat ooit mooi was om te zien, maar verworden tot een schim van wat het ooit was. En elke rijke man weet dit.."

De schrik in haar blik was best gouden om te zien. Ik glimlachte wat harder. "Je kan nu wel denken dat je de wereld aan je voeten hebt, maar de wereld roddelt achter je rug over je. Ze lachen je uit en noemen je dingen, die ik niet eens durf te herhalen. Het is algemeen bekend dat je ouder wordt en dat met de jaren je jeugdige schoonheid zal verdwijnen. En omdat je niets meer bent dan uiterlijk fluisteren ze dat je ooit met de ratten zal slapen en dat is nog het meest vriendelijke dat ze over je zeggen" Hierop zuchtte ik even diep. Ik was bijna klaar.
"Geniet nu nog maar van je schoonheid als je in de spiegel kijkt. Luister fijn naar de mooie leugens die je ouders je vertellen als ze je korstloze boterhammetjes komen brengen. En blijf vooral dromen van een rijke man die hetzelfde voor je zal doen. Het is alles wat je aan geluk zal kennen in je leven en jammer genoeg voor jou is het over een jaar of tien verdwenen in rimpels en betraande ogen"
Ik genoot even van dit beeld en sloot mijn ogen

Haar antwoord deed mij uit mijn korte mijmering opschrikken. "Ben je klaar, oude man? Ik ga er hier uit en ik hoop dat je dood neervalt!" Ze klauwde naar mijn gezicht, maar ik was sneller en greep haar hand. Even verdraaide ik haar pols en liet los toen ze "Au!" riep van pijn. De tranen in haar ogen waren alleen niet van de pijn. Die waren er al voordat ik haar pols vastgegrepen had. Ergens voelde ik mij schuldig dat ik haar zo neergehaald had. Ik was niet veel beter dan haar, ook maar een mens, maar alleen niet gezegend met een overvloed aan schoonheid. Maar ik kon niet meer terug. De woorden waren gezegd en ik had elk woord gemeend. Ik keek haar na, terwijl ze uitstapte. Ze keek mij niet meer aan. Ze zei ook niets, alleen wreef ze over haar pols alsof de pijn daarmee minder zou worden. Ik hoopte het wel voor haar.

Geen opmerkingen: