2 oktober 2006

Politiek over borrelnootjes

Gisterenavond kreeg ik opeens honger. Gewoon trek in iets lekkers. Bitterballen, frikadellen, misschien zelfs een kroketje. Gewoon iets hartigs om in te happen. Blokje kaas zou op zich ook een idee zijn. Of borrelnootjes! Daar had ik nu echt trek in, borrelnootjes. Van die lekkere hete kajang pedis-nootjes, rood en vurig op de tong. Al is dat laatste een beetje overdreven, echt vurig op de tong zijn ze niet. Het enige vurige aan katjang pedis-nootjes is het rode spul dat aan je vingers afgeeft en de pijn die je voelt als je ermee in je ogen gewreven hebt. Verder zijn ze gewoon lekker, lekkere nootjes. Ze zijn ook nog goed voor de hersenen. Tenminste dat heb ik ooit eens gehoord, dat nootjes goed voor de hersenen zijn. Er schijnt een stof in te zitten die de aanmaak van bepaalde stoffen in de hersenen stimuleren en daardoor kan je weer scherper blijven. Nootjes zijn als het ware voeding voor de hersenen. Maar of het echt waar is weet ik niet, ik heb het ooit eens gehoord en daarna weer vergeten.

Maar ik had dus trek in nootjes. Borrelnootjes, katjang pedis, dry roasted. Gewoon nootjes, daarom kwam die herinnering aan de hersenen weer bovendrijven. Ik denk eigenlijk nooit aan nootjes maar nu wel. Precies op het moment dat ik ze niet in huis had. Er was geen noot in dit hele huis te vinden. Geen schilfertje! Alleen pindakaas, maar dat is weer de zonder-stukjes-nootvariant waardoor ik zelfs hieruit niet kon gaan lepelen om mijn nootbehoefte een beetje te bevredigen.

Toen had ik maar een stuk kaas opgegeten. Er zaten komijnenpitjes in. Met een beetje fantasie wilde ik die wel als nootjes zien. Mijn behoefte aan nootjes moest daarmee grotendeels opgelost zijn, maar ik ben bang dat de komijnpitjes net te weinig of te klein waren om mijn maag te foppen. Toch at ik stug door, ik wens die nootbehoefte achter me te laten. Ik wil helemaal geen nootbehoefte hebben als er geen nootjes in huis zijn. Morgen zou ik natuurlijk onmiddellijk drie blikken met gemengde nootjes kopen waarbij ook eentje katjang pedis moet zijn en zo zal je zien dat ze drie weken onaangeroert in de kast blijven staan. Ik weet zeker dat het zo zal gaan. Nootbehoefte is een naar iets, zo naar dat ik er gewoon bier van ben gaan drinken. Volgens mij zitten daar ook wel een vorm van noten in. Ik hoop het in ieder geval wel, anders word ik zo dronken dat ik niet eens meer weet wat nootjes zijn. Tenslotte zijn nootjes niet meer dan dezelfde peulvruchten als de bruine bonen in mijn chili of de sperzieboontjes naast mijn balletje gehakt.

Toch heb ik vandaag geen nootjes gekocht. Ook geen peulvruchten om bij mijn nog te consumeren gerstenat te gaan. Ik heb mijn behoefte bedwongen en alleen M&M's pinda gekocht. Niet een megazak, maar de iets kleinere grote zak. Onderweg naar huis heb ik er al wat uitgepikt, maar de rest had ik gedeeld.

Ik wilde dat ik iets interessants te melden had, maar ik kan werkelijk niets verzinnen. Ik zit nog een beetje met mijn mond vol tanden over de achteruitgang van Nederland de laatste paar dagen. Eigenlijk ben ik er een beetje stuk van. Ik wil niet wonen in een land waar de hele sexuele revolutie nog moet plaatsvinden. Ik wil gewoon vrijheid van individu en meningsuiting. Ik wil bier drinken op elke straathoek met wie ik maar wil in de outfit die ik maar wil. Dat wil ik en dat gebeurt ook gewoon. Bijna zou ik nog een biertje pakken, maar ik heb geen zin meer in nog een gerstenat.

Ik wil, ik wil, ik wil, ik wil, ik wil, ik wil... Ik wil dat we de tijd terug konden draaien en Pim Fortuyn bij geboorte konden smoren, Jan Peter Balkenende van zijn driewieler konden trappen zodat zijn hoofdje onder een passerde vrachtwagen kon komen. Ik wil dat we konden leven in de tijd dat Joop den Uyl zijn wazige toespraken hield over de arbeider, kameraadschap en werken voor de staat. Woorden waar niemand iets van begreep, maar we toch juichde omdat het zo'n gezellige man was. Ik wil dat we Theo van Gogh al jaren geleden in de goot hadden geduwd, zijn filmsideeën gesmoord in de hersenen en zijn sigaretten afgepakt hadden. Dat wil ik allemaal, maar nu is het te laat. Nu rest mij alleen nog de restanten van wat zij hebben afgebroken. De restanten en het bier, dat zou een mooie film opleveren. Alleen wil ik niet leven op restanten.

Ik wil de verzorgingstaat terug. Thuiskomen bij een paar pantoffels, een warme hap eten en s'avonds een lach op de buis. Maar dat kan allemaal niet meer, we glijden langzaam terug naar de jaren vijftig. Politie op straat en een eigen mening om nooit uit te spreken. Iedereen een grijze muis en alleen de rijken die weten waar de klepels hangen. Ik wil dat niet en bier kan de gedachte niet verdrinken. We moeten leven op restanten, onze herinneringen laten vervagen en Joop den Uyl uitroepen tot grootste staatman ooit. Ik weet het anders ook niet meer, ik weet het ook niet meer.

Geen opmerkingen: