Dagen geleden voelde ik mij niet zo lekker en dat gevoel is sindsdien niet meer weggegaan. Jammer genoeg is het geen verkoudheid of een andere ziekte die mij probeert te vellen door koorts-rillingen en ellendige gevoelens van algemene brakheid. Ik krijg weer eens mijn hoofd niet op de juiste weg die ik wil volgen en mijn gedachten weigeren weer mee te werken aan de ideeën die ik over ze wil hebben.
Zelfs de vissen die inmiddels op mijn linkerarm beginnen te ontstaan weten mij niet beter te laten voelen dan ik normaal al ben. Ik wil het absoluut, maar het hoofd weigert verder mee te werken. Soms vind ik mijzelf terug in een klein hoekje van hetzelfde hoofd, verstopt onder een kleurig dekentje luisterend naar muziek somberder dan ik mij al überhaupt voel. Op dit moment lijkt de naargeestige muziek die ik aan het neerladen ben de enig oplossing te zijn tegen de ideeën om daadwerkelijk van de Golden Gate-brug te springen als ik ooit in San Francisco kom.
Voor wie het nog niet weet, ik heb ergens ooit beweerd dat ik van die brug zal springen als ik in die stad terecht zal komen. Dat idee las ik weer ergens anders op hetzelfde internet, waardoor het geen origineel maar wel een goed idee is. Niet dat ik het ooit zal doen, maar op dit moment zie ik het wel als een aanlokkelijk idee om ook daadwerkelijk uit te gaan voeren. Wat aan de andere kant ook weer raar is omdat ik totaal geen reden heb om van die stomme brug af te springen. Ik kan toch wel zwemmen, al zal de klap op het water mij de lust om de schoolslag te maken naar de kant flink ontnemen. Dit terzijde overigens, ik zal voorlopig San Francisco niet gaan bezoeken noch heb ik daar enige intentie toe. Ik voel mij alleen niet goed. Mijn hoofd doet raar en ik wil niet meer in dat hoekje zitten met die gekleurde deken over mij heen.
Toch zit ik daar en laad ik muziek neer die somberder is dan het donkerste hoekje van mijn kleurige deken en wil ik er naar luisteren. Ik wil luisteren naar de stem van die vrouw en haar cassetterecorder. Het goedkope orgeltje gevuld met natuurgeluiden maken mij vrolijk. Zo vrolijk dat ik tranen in mijn ogen krijg, maar ik kan er niet naar luisteren omdat ik het nog niet neergeladen heb en het nog langer gaat duren.
Misschien morgen... Misschien is het morgen allemaal op mijn computer gezet en kan ik heerlijk in stilte de kleurige deken van mijn hoofd trekken om te luisteren. Eindelijk kan ik dan luisteren naar de geluiden die ik in mijn hoofd denk te horen terwijl ik mij verschuil voor de wereld en denk aan springen van de Golden Gate-brug. Ik wil toch nog steeds springen van de Golden Gate-brug. Niet omdat ik het leven niet mooi vind of omdat ik het geluk van de wereld niet gevonden heb, maar juist omdat ik de wereld mooi vind en ik alle geluk in de wereld in handen heb. Ik kan er niet mee omgaan. Het is mij teveel en toch ook te weinig. Ik sta op een pad die ik altijd wilde gaan, maar de eerste stap wil ik niet zetten. Durf ik niet te zetten, waardoor ik hulp moet gaan vragen.
Alleen vraag maar eens hulp als je met een dekentje vol kleuren over jezelf heen getrokken in een hoekje van je hoofd aan het schuilen bent. Dan kan je beter luisteren naar de muziek die ik nu aan het neerladen ben. Om te huilen zo mooi en huilen wil ik nu doen. Grote dikke tranen over mijn wangen laten stromen, lange snikken diep vanuit mijn binnenste omhoog laten stijgen tot ik vermoeid neerval in je armen. Dat is mijn lot op dit moment en daarom wil ik weer schuilen onder mijn kleurige dekentje. Ik staar nu maar naar plaatjes van de Golden Gate-brug, waarna ik denk aan het harde water dat eronder door stroomt. Het verlossende water. Water dat in één klap het leven uit je zuigt. Water dat ik wil omhelzen terwijl de muziek in mijn oren speelt. Zal ik mijn dekentje mee mogen nemen naar San Francisco? Ik wil het je vragen, maar dat durf ik niet.
Ik moet verder gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten