6 april 2012

Twee personen

Vanavond slaap ik in twee bedden, omdat mijn twee lichamen niet meer in één bed passen. Gisteren werd ik wakker met een lichaam waar het been van miste en vanochtend bleek bij de andere de maag verdwenen. Ik doe net of ik het niet mis, maar ik wil niet zeggen dat ik het makkelijk vind.

Elke ochtend strompel ik naar de ontbijttafel, ondersteund door mijn andere kant en voel ik de honger alleen knagen aan de zijde waar ik niet ben. Ik eet dan wel een boterham (soms twee) maar er blijft altijd een gat achter. Het eten smaakt mij niet meer. En hoeveel chocopasta ik er ook opsmeer, hoeveel hagelslag en suiker ik ook naar binnen werk, de smaak is verdwenen. Ik voel niets meer sinds mijn been verdwenen is en ik proef niets meer sinds ik geen maag meer heb.

De dokter zegt dat er niets met mij aan de hand is. Dat mijn beide benen nog perfect werken en dat ik zonder maag niet eens zou kunnen leven, maar wat weet hij nou. Hij ziet niet eens dat ik mijzelf moet ondersteunen als ik van een stoel naar de tafel wil lopen. Wanneer ik uit bed stap, eerst aan de linkerkant en daarna aan de rechterkant, is hij er niet om dit te zien. Hij kijkt niet op als ik zeg dat ik twee personen ben. Zijn geschriften, boeken en kleine blocnote vind hij interessanter. Elk woord dat ik tegen hem zeg wordt gewogen en zorgvuldig opgeschreven in die kleine boekjes van hem. Dan knikt hij instemmend en humt wat voor zicht uit. Soms kijkt hij mij over zijn bril aan en knikt instemmend met zijn hoofd. Op deze moment moet ik praten. Ik voel mij verplicht te praten, want hij moet in zijn boekjes schrijven. Ik weet zeker dat hij zonder mij zich zou vervelen, misschien zou hij zelfs zonder werk komen te zitten. Hij schrijft wat ik zeg en dat kan hij dan met zijn boeken bespreken. Niet echt natuurlijk, boeken praten niet terug. Maar in zijn boeken staan wel dezelfde woorden die ik ook uitspreek. Dat weet ik, ik heb ooit één van zijn boeken gestolen en gelezen.

In dat boek kwam ik een woord tegen dat ik niet kende, waar ik nog nooit van gehoord had. Maar de dokter vast wel, de dokter is best een slimme man en woorden die hij niet kent zoekt hij op in zijn woordenboeken. Hij heeft voor elk woord in de boeken wel een woordenboek, elk woord heeft zijn beschrijving omdat elk woord wel iets betekend. Maar dat was allemaal vroeger, toen had ik nog twee benen en een maag die niet ergens rondslingerde. Volgens mij bestond ik ook nog maar uit één lichaam, maar dat weet ik niet meer zeker. Ik ben tegenwoordig van veel dingen niet meer zeker. De dokter zegt dat het door mijn gebrekkige eetlust komt. Of beter gezegd, dat het komt doordat ik zo weinig eet. Hij vind dat ik meer moet eten en dan zeg ik hem dat ik geen maag meer heb. Dat ik zonder mijn maag gewoon geen honger heb. Mijn andere lichaam eet wel genoeg, maar daar weigert hij naar te kijken. Dat heeft ook gewoon twee benen en dingen die nog werken. Al is dat helemaal niet waar, ik heb twee benen en geen maag. Mijn andere lichaam mist een been en kan niets met hout doen.

Ik vind het niet erg om twee lichamen te hebben, alleen ben ik sinds kort doodsbang meer lichaamsdelen kwijt te raken. Daarom ga ik slapen in twee bedden, dan denken ze dat ik twee personen ben. Misschien laten ze mij dan wel met rust en pakken ze de volgende om iets van te stelen. Ik ken al iemand die geen tanden meer heeft, maar dat is niet zo bijzonder. Het was een kwestie van hard slaan en veel geluk hebben. Wat ik van de dokter ook niet meer mag..

Geen opmerkingen: