10 juni 2013

Een licht ongemak

"Kom je nou mee!" hoorde hij haar roepen van beneden. Hij trok zijn broek weer aan. "Jaaaa, ik kom al!" riep hij terug. Het zou weer zo'n dag worden. Samen net doen alsof er niets aan de hand was, veinzen dat ze het gezellig hebben en het ontzettend leuk is om daar te zijn. Hij keek er naar uit. Niet dus.

Ze stond beneden aan de trap op hem te wachten. Een diepe zucht kwam over haar lippen. "Moet je echt dát aantrekken?" Ze schudde haar hoofd. "Ach, weet je wat.. Laat ook maar gewoon, we moeten nu weg en als jij voor debiel wil lopen moet je dat ook zelf weten. Ik trek mijn handen van je af!" Hij lachte en liep verder naar beneden. Dat probleem was in ieder geval opgelost. Hij voelde zich prettig in deze kleding en hij wist ook dat ze er een gruwelijke hekel aan had. Daarom had hij het ook aangetrokken. Dat hij voor debiel zou lopen viel ook wel mee, dat was vooral haar mening. En haar mening boeide hem al lange tijd niet meer. Hij keek glimlachend naar haar. "Zullen we gaan?" Ze gromde iets onverstaanbaar en pakte haar jas. Ze waren klaar om te gaan.

De rit in de auto duurde niet lang, wat in zijn ogen ook maar goed was. Hij zat niet graag bij haar in de auto Niet dat ze geen goede chauffeur was, in tegendeel juist.. Ze kon uitstekend rijden, alleen was haar nabijheid hem een doorn in het oog. Thuis konden ze elkaar vermijden. Woonden ze in verschillende ruimtes in het huis. Daar konden ze dagen elkaar niet zien of niet spreken. Thuis was hij meer in zijn element dan hier in de auto. Hij voelde gelukkig niet meer de drang om de dodelijke stilte te vullen met zinloos gebabbel. Dat had hij na drie keer met haar in de auto zitten wel afgeleerd. Nu was met haar in de auto zitten niets meer dan een licht ongemak, al hoopte hij altijd dat de ritjes kort zouden zijn en ze geen ruzie zouden krijgen. Ruzie onderweg was één van de vervelendste dingen die hij kon indenken. En op dit moment konden ze ruzie missen als kiespijn. Deze keer was de bijeenkomst uitermate belangrijk. Niet alleen voor hem, maar ook voor haar. Ze zou het wel uit haar hoofd laten om op dit moment ruzie met hem te maken. Met dit in zijn gedachte en een ongemakkelijke stilte tussen hen beide kwamen ze aan.

Frank stond al in de deuropening op hen te wachten. "Als daar het mooiste koppel dat ik ken niet is!" zei hij lachend. Gearmd liepen we naar de deur, waar ik Frank hartelijk zijn hand schudde. Hij kuste haar vervolgens drie keer op de wangen. "Ga maar, ga maar lekker naar binnen. Jullie twee! Ik ben blij dat jullie er zijn" "Had je anders verwacht?" vroeg ik hem, een beetje verbaasd. Hij had ons uitgenodigd en wist ook dat deze bijeenkomst uitermate belangrijk voor ons zou zijn. Frank lachte. "Nee, eigenlijk niet. Ga nu maar naar binnen. Ze wachten op jullie en dan verwelkom ik de andere gasten." Achter ons reed een andere auto de oprit op. Ik kon niet zien wie er arriveerden, maar daar zouden we snel genoeg achter komen. "Kom, kom, hop naar binnen!" spoorde Frank ons aan. Glimlachend liepen we de gang in.

"Gooi je jas maar daar neer" zei Frank, terwijl hij wees naar een grote stapel jassen in een alkoof. Ze keken elkaar even aan, hij haalde zijn schouders op en trok zijn jas uit. Ze volgde zijn voorbeeld en beide gooiden ze hun jassen op de hoop. Frank was intussen naar de deur teruggelopen om de nieuwe bezoeker te verwelkomen. Hij wenkte dat ze naar binnen moesten gaan. Hij lachte naar haar, knipoogde en negeerde hem een beetje. Zij bloosde een beetje en draaide zich om. "Kom" zei ze tegen hem. Hij keek nog even naar Frank en de nieuwe bezoeker. Het was iemand die hij niet kende. Netjes gekleed in pak. Het pak zag er duur uit, misschien was het zelf op maat gemaakt. Frank keek met een snelle blik achter zich en wuifde alsof hij wilde zeggen: "Schiet op, ga nu maar naar binnen". Ze greep zijn arm. "Kom, we gaan naar binnen. Volgens mij zijn we een van de laatste en ik wil Desiree ook nog spreken voor het gaat beginnen."

Desiree was de vrouw van Frank. Zij was al jaren bevriend met haar. Lang voordat hij Frank leerde kennen en ze naar deze gelegenheden gingen. Al vermoedde hij dat ze helemaal niet nieuw was toen ze vorig jaar voor het eerst uitgenodigd waren. Ze zei wel dat het voor haar ook de eerste keer was, maar toen hij haar bezig zag vermoedde hij dat ze loog. En het was niet de eerste leugen die ze had verteld. In hun relatie waren leugens gemeengoed geworden. De waarheid wilde ze allebei niet onder ogen zien, dus waarom zou ze toen ook niet gelogen hebben. Al maakte het nu niet meer uit. Ze kwamen inmiddels elke maand bij Frank en Desiree om hierbij te zijn en vanavond was het niet anders. Alleen zouden ze vanavond misschien ingewijd worden in een nieuw ritueel, maar daar ging alleen Frank over en de vage hints die hij had gegeven gaven geen zekerheid.

Ze stapten de kamer binnen en meteen werden ze geraakt door de bedompte, natte warmte die de kamer overheerste. Kleden lagen op de vloer, heel veel kleden. Sommige waren zo dik gestapeld dat ze een zachte heuvel vormde op onlogische plekken, andere waren achteloos neergegooid in een hoek. Het hoorde erbij. Hij keek er niet meer van op en zij trok zich nooit ergens iets van aan. Ze liep gelijk naar Desiree toe en kirde dat ze er zo goed uitzag. Hij kreeg nog een deerniswekkende blik van haar toegeworpen en zou de rest van de avond in eenzaamheid doorbrengen. Zo ging het altijd. Zij was hier in haar element en hij stond een beetje rond te kijken. Iets wat hij op zich niet erg vond, hij wist ook wel dat ze hier meer voor haar kwamen dan voor hem. En toch was hij degene die door Frank was uitgenodigd om hieraan deel te nemen.. Het interesseerde hem niet meer. Ze waren hier en wat hem betreft konden ze beginnen.

Frank stapte met de laatste bezoeker de kamer binnen en riep: "Dames, heren.. U weet allen wie dit is en waarom we hier zijn!" Hij keek de kamer rond, alsof hij wilde weten dat iedereen zijn of haar aandacht op hem gericht had. "Dames en heren! Het is vandaag een speciale gelegenheid. Vandaag gaan we het nogmaals proberen!" Frank hief zijn hand op en gaf het woord aan de bezoeker. Deze kuchte en legde zijn hand op de schouder van Frank. Een zachte stem klonk. "Dank je, Frank. Geachte aanwezigen, sommige kennen mij echt, anderen alleen van reputatie en ik kan u zeggen: het is allemaal waar" Een licht gegrinnik klonk hier en daar in de ruimte. De bezoeker ging verder. "We zijn hier eindelijk met genoeg mensen om een nieuwe poging te ondernemen. Ik neem aan dat iedereen heeft meegebracht waarom gevraagd is?" Een instemmend geluid klonk om het heen. Hij knikte. "Goed, we gaan beginnen!"

Het leven is daarna nooit meer hetzelfde geweest. Het lichte ongemak werd een groot ongemak en hij durfde niet goed meer te vertrouwen op mensen. De brandwond op zijn gezicht deed hem altijd pijn wanneer het jubileum weer aanbrak en zij herinnerde hem altijd feilloos aan wat hij had fout gedaan. Ze wist hem nog steeds te raken waar het meeste pijn deed. Maar hij huilde niet meer. Dat had hij wel afgeleerd.

Geen opmerkingen: