25 december 2013

Kerst(gedachte)

Het is helemaal niet raar om op eerste kerstdag, 25 december een kerstgedachte te hebben. Ik denk aan kerst en daarmee heb ik alles wel gezegd. Het is een kerstgedachte en het idee dat ik eraan denk. Meer is er eigenlijk ook niet.

Ooit ging ik mee met een meisje dat ik niet kende. We liepen door gangen, over straten en steegjes waar zij perfect te weg kende. Ik voelde mij veilig bij haar, ondanks dat ik niet wist wie zij was. Ik wist ook niet zeker of zij wist wie ik was, maar ze gaf mij een gevoel van vertrouwen. Het gevoel dat het wel goed zat en toen verliet zij mij. Op een dag als deze was ze opeens weg. Ik stond alleen in een onbekende steeg, in een onbekende stad en zelfs het tijdstip was mij ontgaan. Ik voelde mij verloren, verlaten en alleen. Precies zoals de kerst zou moeten zijn, maar nooit was. In die steeg, op dat onbekende moment dacht ik aan kerst en keek er niet naar uit. Ik kijk nooit naar kerst uit, maar op een onbekende plaat is dat gevoel nog heftiger. Ik wilde kerst niet meer vieren en ik wilde er niet meer aan denken. In de dagen daarna heb ik er ook geen moment aan gedacht.

Toen ik nog met het meisje dat ik niet kende door de stad liep vroeg ik haar of ze met mij wilde slapen. Dat wilde ze wel, maar eerst moesten we een cadeau voor haar moeder kopen. Dat was belangrijk, zei ze. Ze wilde mij voorstellen aan haar moeder. Niet nu, op dit moment, maar later. Als we geslapen hadden en wisten hoe onze lichamen in elkaar pasten. Als we de smaak van elkaar nog op onze tong konden proeven, alleen dan zou ze mij voorstellen aan haar moeder. Ik wilde ertegenin werpen dat ik haar naam niet eens kende en dat ik helemaal niet voorgesteld wilde worden aan haar moeder, maar het idee haar geur, haar smaak op mijn tong te mogen proeven.. Ik vroeg niets meer. Mijn gedachten dwaalden af naar de toekomst, naar dat ene moment dat nog zou komen. Het moment waarop ik haar lichaam zou mogen voelen, haar geur zou mogen ruiken en haar smaak kon proeven. Ik droomde weg in die onbekende stad, naast het onbekende meisje. Ik was vijfentwintig.

Soms denk ik nog terug aan die gebeurtenis. Hoe ik daar verlaten stond, alleen en geen idee waar ik was. De paniek die door mijn lichaam ging. Ik voelde mij stom. Hoe kon ik nou een onbekende vrouw vertrouwen? Hoe kon ik überhaupt iemand, een mens vertrouwen die ik niet kende? Ik was jong en onbezonnen. Ik voelde mij dom en alleen. Die nacht sliep ik in een steeg, onder kranten en een stuk karton. Ik kan mijn lichaam nog de pijn laten voelen die ik had toen ik de volgende dag wakker werd. En dan te bedenken dat ik een hele andere ochtend in gedachte had. Een ochtend waarbij ik haar naakte lichaam zou kussen, mijn hand over haar welvingen wilde laten gaan. Nogmaals de zilte smaak van haar op mijn tong proeven. De nacht nogmaals overdoen, maar dan rustig, langzaam, met beleid. Ik wilde dat ik haar geliefde voor één dag mocht zijn, zoals ik dat ook voor de nacht wilde zijn. Het mocht niet zo zijn. Ik ontwaakte met de smaak van karton en vieze papieren. Tussen het afval van de mensen in de stad. Ik voelde mij het afval van de stad en ik was thuis.

Jaren later, op dit moment ben ik ook thuis. Alleen en tussen spullen die ik als mijn eigen afval beschouw. Niet dat het werkelijk afval is, het zijn voorwerpen die ik in het dagelijks leven gebruik of gewoon graag zie. Ik noem het alleen mijn afval, omdat het slechts spullen zijn. Materiaal dat vervangen kan worden door ander materiaal. Ik koester het door er geen waarde aan te hechten. Iets wat ik voorheen wel aan familie deed en soms ook nog steeds doe. Maar het is kerst en dan hoor je juist aan familie te denken. Familie en kerst gaan hand in hand, zoals ik jaren geleden met het onbekende meisje aan de hand door een vreemde stad liep. Het is niet alleen het samenzijn dat beide met elkaar verbindt, maar ook het gemak waarmee je achtergelaten wordt. Familie is alleen dat wanneer je jezelf verborgen houdt en niet verteld wat je echt denkt. Denkend aan kerst kan je ook niet anders, want op dat moment is de vrede belangrijker dan de gedachte aan het onrecht dat je voelt.

Het moet ook precies de reden zijn dat ik nu alleen zit. Mijn gedachten zijn vrij te lezen, ik vertel ze wanneer iemand naar ze wil luisteren en ik verzwijg ze wanneer je ernaar vraagt. Dat heb ik geleerd toen ik verloren in die vreemde stad zwierf, dagen nadat ik door het onbekende meisje achtergelaten was. Ik was nergens welkom, iedereen was bezig met zichzelf en andere zaken. Het was voor mij een openbaring. Het idee dat ik echt alleen was, dat er niemand voor mij zou zorgen als ik het zelf niet deed. Ik raakte gelukkig en toen getrouwd, al is dat een heel ander verhaal. De tijd tussen verlaten worden in een vreemde stad en mijn huidige eenzame kerst is zelfs een heel ander verhaal, iets wat ook totaal niet belangrijk is. Ik denk nu aan kerst en vergeet alles wat hiervoor gebeurt is. Deze kerst zal ik herinneren als degene dat ik nergens welkom was, dat mijn familie mij links liet liggen omdat ik mijn waarheid uitgesproken had. Ik denk terug aan de jaren die volgde toen ik door de stad zwierf en hoe ik daar mijn lessen uit getrokken heb. Zo zal ik ook de lessen uit deze kerst trekken en voortaan denken aan andere dingen. Ik heb ook geen familie meer, ik heb alleen nog een oudere broer en daar kan ik mee leven. Deze kerst leerde mij dingen voordat het voorbij was. Ik kijk uit naar de volgende kerst, de momenten tussen door en dank soms met weemoed terug aan het onbekende meisje dat mij verlaten heeft. Ik had graag haar willen proeven op mijn tong, haar willen strelen met mijn handen, haar langzaam naar de toppen van extase brengen. Dat had ik graag gewild. Ik hoop dat ik ooit nog de kans krijg, dat zou een fijne kerstgedachte zijn.

Ik wens mijzelf hele fijne feestdagen en jou, de lezer ook!

Geen opmerkingen: