24 augustus 2006

Zo volwassen als gisteren

Ze zeggen dat ik "open-minded" ben terwijl ik niet eens wat dat betekend. Ik ben gewoon praktisch ingesteld, volgens mij is dat het hele eieren eten. Laat ik beginnen met een stukje geschiedenis. Jaren geleden leerde ik een vrouw kennen, ze was een jonge vrouw die iets had met een jonge man die ik wel eens sprak. Beide kende ik slechts oppervlakkig tot op de hoogte dat ik ze tot vage kennissen kon rekenen. Vooral hem kende ik als vage kennis, bij haar kwam ik niet verder dan het gebruikelijke "dag" en "hoi". Tenslotte had ik haar ook niet meer te zeggen, ik kende haar niet en had er ook geen behoefte aan. Jaren verstreken, dingen veranderde, mensen die ik in die tijd sprak en zag raakte ik uit het oog en het leven ging door.

Op een gegeven moment zag ik die vrouw weer. Ze was ouder dan toen ik haar leerde kennen. Inmiddels was de relatie die ze toen had door interne problemen uiteengevallen als los zand en kreeg ik de gewaarwording dat ik verliefd op haar raakte. Op een gegeven moment moest ik ook toegeven dat deze gewaarwording op waarheid berustte. Ik was verliefd op haar geraakt en het bleek wederzijds te zijn. We trouwden, kregen kinderen en leefde in voor- en tegenspoed. Vooral dat laatste kenmerkte onze relatie de laatste jaren, maar omdat ik wist te bewijzen dat zij werkelijk de enige voor me was en ik onze relatie zeer hoog aansloeg wist ik haar te overtuigen om de relatie door te zetten. Omwille van de liefde tussen ons en omwille van de liefde van onze kinderen voor ons, maar in eerste instantie om het eerste. Nu moet ik wel zeggen dat ik nooit vreemd ben gegaan, dus geen verkeerde beelden van mij krijgen. Miscommunicatie en weinig aandacht voor elkaar was meer de achterliggende problematiek. Onder andere natuurlijk, een relatie heeft altijd diepere gronden.

Dat was enkele maanden geleden. Het gevecht was geleverd, ik had me dusdanig ingespannen dat ik onze relatie wist te redden. Ik had voor elkaar gebokst wat ik niet kwijt wilde raken, ik vocht voor onze relatie en won. Ik was weer gelukkig, ik kon weer gelukkig zijn. Samen deden we weer dingen en samen waren we weer één. Tot opeens de exvriend van jaren geleden voor onze neus staat op een plaats waar we hem nooit zouden verwachten. Het was misschien een teken, misschien gewoon toeval. Maar feit was dat hij daar stond. Hij was niet veel veranderd, ouder geworden misschien. Dingen beleeft, zaken gedaan en ook doorgeleefd met zijn leven. Geheel niets mis mee, nog steeds de aardige man waar ik hem altijd voor gehouden heb. Maar mijn vrouw zag wat anders. Ze raakte van slag af, plots begon ze te spreken over haar grote liefde die ze door haar toedoen kwijt geraakt was. Over hoeveel spijt ze daarvan gekregen had en hoezeer ze zichzelf daarom gehaat had. Hij was haar Grote Liefde met hoofdletters, alles wat daar bij hoorde had ze waarschijnlijk met hem in gedachte had. Sinds ze hem gezien had wilde ze hem een brief schrijven, hem zeggen dat het haar speet.

En wat ik daar van vond. Ik vind het goed, ik wens haar geen strobreed in de weg te leggen. Ik heb gevochten voor iets waarin ik geloofde, waar ik waarschijnlijk nog steeds in kan geloven maar momenteel even niet doe. Voor mij is onze relatie belangrijk, mijn vrouw is niet mijn Grote Liefde omdat ik daar niet in geloof. Maar zij is wel de enige vrouw waar ik kinderen bij wilde hebben, geen enkele vrouw zal dat ooit voor elkaar krijgen. Nooit, maar om te leren dat ik niet de enige man ben waar zij kinderen bij zou willen hebben was een klap in mijn gezicht. Plots voelde ik me niet meer zo geliefd als ik me jaren voorwendde. Plots voelde ik me naar de tweede plaats verschoven worden, second best om het zo te zeggen. Misschien ben ik wel open-minded maar ik wil haar gewoon niets in de weg leggen. Als zij terug wil naar haar exvriend laat ik haar gewoon gaan. Ik heb gevochten voor onze relatie en dat kan/wil ik niet nog een keertje opbrengen. Nu is het haar beurt, nu mag zij gaan kiezen en dat is mijn hele open-mindedheid. Ik ben de strijd moe en ik wil gewoon weten waar ik sta in dit geheel. Dat is alles wat ik zou willen weten, maar eigenlijk weet ik het allang. Ik ben ik, vader, echtgenoot en geliefde. Niets meer en niets minder. Ik zou er tevreden mee moeten zijn en dat ben ik ook wel.

Geen opmerkingen: