16 augustus 2006

Beren op de weg

Ik lees de laatste tijd een boekje in de bus terwijl ik mijn muziek luister. Nu is dat eigenlijk geheel niets bijzonders, ik lees heel vaak een boek in de bus terwijl in naar muziek luister. Maar in dit geval is het boekje het vermelden waard aangezien ik er helemaal lovend over ben. Ik lees soms namelijk een paar verhaaltjes en soms lees ik de hele weg. Nu moet ik elke keer nadenken als ik de woorden lees, nadenken over wat er geschreven word en dat doet mij goed. Ik hou van nadenken over woorden. Dit boekje doet mij nadenken over de woorden. Deze schrijver weet duidelijk waar hij over praat of hij weet het niet maar dan brengt hij het zo goed dat het als echt overkomt. Dat doet mij goed.

Zo praatte hij in het boekje vandaag over bomen. Over boomranden in de vorm van bossen. Dat bosranden eigenlijk schuldig zijn aan vele zaken maar dat ze er nooit over praten. Bomen praten volgens de schrijver niet veel en daar moet ik hem gelijk in geven. Een boom zal nooit veel informatie loslaten. Maar hij beweerde dat bomen schuldig zijn aan het niets doen bij misstanden die in hun buurt gebeuren en dan met name bij bosranden. Al trok hij dat later weer in en dat vond ik wel zo prettig. Ik heb namelijk een ander boek van de schrijver en daarin stelt hij dat een boom de grootste misdadiger is die hij zich kan herinneren uit zijn jeugd. Die boom stond namelijk naast een concentratiekamp en deed helemaal niets. Geen tak verroerde deze boom bij alles wat onder hem gebeurde. Dat raakte me, dat een boom schuldig kan zijn aan iets. Maar dit boek verzacht de woorden weer. Bomen kunnen wel schuldig zijn, maar ze kunnen er ook niets aan doen. Het zit gewoon in hun aard om niets te doen. Bomen zijn gewoon onderdeel van de natuur en bemoeien zich niet met mensen. Dat deed me goed, ik legde het boekje weg.

Soms zijn woorden die je leest net de verkeerde woorden. Dan vormen deze woorden zich in beren die op je weg gaan staan. Altijd staan deze beren bij boomrijen, nog veel vaker bij bosranden. Zouden deze bomen soms schuldig zijn aan het creeëren van de woorden of het verbergen van de beren. Eigenlijk maakt het ook niet uit, ik heb beren op de weg gezien. Voor mij zijn het hele grote beren en wat de bomen ervan vinden maakt me niet zoveel uit. De beren vind ik belangrijker. Ik las namelijk woorden die me meer deden dan ik eigenlijk had willen lezen. De woorden stonden alleen niet in een boekje, ze stonden op het internet. Geen woorden over beren of bomen, daar wil ik geen kwaad woord over zeggen. Zij zijn slechts bezig in hun natuurlijke omgeving, maar die woorden. Die wormstekelige woorden, die deden het. Zij deden mij pijn op een manier die ik nog niet eerder gevoeld had. Zij maakten de beren los van de bomen.

Eigenlijk was het meer de schrijfster van de woorden die onbedoeld meer losmaakte dan ze beoogde. Ze weet het ook niet en dat wil ik zo houden. Het zijn mijn beren, mijn bosrand en daar heeft niemand wat mee te maken. Zeker mijn eigen vrouw niet die de woorden geschreven heeft. Ze kwam namelijk op de meest onwaarschijnlijke plaats haar ex-vriend tegen, iemand die ze al negen jaar niet gezien had nadat haar nogal gepassioneerde gerelatie tot een abrupt einde kwam. IN dit geval had ze de beren op haar weg totaal over het hoofd gezien en werd ze hardhandig het duistere woud ingeworpen. Van een bos kon niet eens sprake meer zijn, het was een duister en eng woud waarin ze kwam. Maar negen jaar later komt ze hem weer tegen, negen jaar later alsof het een teken is. Ze spreken met elkaar, ik spreek met hem aangezien ik hem ook kende. We spreken vriendelijk met elkaar omdat ik nooit een hekel aan hem gehad heb en dat nog steeds niet heb, nog ooit zal krijgen. Een vriendelijk persoon is hij en dat zal hij in mijn ogen altijd blijven. Toen schreef mijn vrouw woorden, woorden over hem en kwamen de beren op de weg. Grote beren die de weg versperren, blokkeren met hun massieve lichamen. Want de woorden, de woorden die ik tussen de geschreven letters lees zijn groter dan wat er staat. Ik lees meer, ik lees dat er beren op de weg zijn.

Beren die ik op die moment niet wil zien, niet wil horen en niet wil meemaken. Onze relatie begon net uit een diep duister dal te kruipen. Als een bos waren we omringt met enge grote bomen die ik moest kappen en wegmaken om de weg te effenen voor ons. Ik heb gevochten als een leeuw, misschien wel met een leeuw om de weg te maken, te vinden. Eindelijk had ik een weg (dacht ik) totdat ik de beren zag. Al zag ik die beren al eerder, maar nu zijn ze overduidelijk in beeld gekomen. Beren zijn uit de bosrand gekropen en ik ben het vechten moe. Ik ben het vechten beu. Ik vecht nu niet meer. De beren mogen me hebben. Ik leg me erbij neer, het bos is mijn getuige. Ik heb gevochten, maar ooit komt er een tijd dat je je moede hoofd wil neerleggen. Ik hoop dat de beren een warme vacht hebben. Ik hoop dat de beren vriendelijk zijn, maar ik vrees het ergste. Ik vrees het ergste. Het woud zal groot zijn.

1 opmerking:

Godpipo zei

Het leven is goed, ondanks alles. Over het goede der leven schrijven is toch niet interessant. Dat kan iedereen. :D

IK zie je zeker bij PTV, lijkt me gezellig. Maar de opname van Those Who Do Not meenemen? Dat zal lastig worden, tenslotte is het een elpee. :S