Aan de grote hoeveelheid pissebedden die sinds enkele dagen op de straten, stoepen en tuinpaden wandelen is de rapture in tegenstelling tot de ontkennende verhalen zeer zeker begonnen. Pissebedden hebben een voorkeur voor donkere, duistere plaatsen verborgen onder stenen en afgesloten plaatsen. De wereld van straten en stoepen daarentegen is absoluut niet duister, noch erg afgesloten en toch lopen ze vrijelijk over de wereld. Dit kan alleen betekenen dat de wereld in een grote duisternis gehuld is, demonen de aarde bezoedelen met hun stinkende voeten en wij langzaam afglijden naar de poorten van de hel. Tenminste als wij niet allang in de hel verkeren, tenslotte wandelen de pissebedden vrijelijk rond alsof we onder lagen steen en aarde leven.
Als we de geschriften over de rapture moeten geloven zijn de ware gelovigen opgenomen in de koninkrijk Gods, het ware paradijs waar alle christelijke gelovigen zich willen wentelen in de aandacht van hun schepper. Het heeft veel overeenkomsten met het islamitisch hemels koninkrijk, maar alleen durf ik niet te zeggen of de rapture hier rekening mee gehouden heeft. Niet dat het veel uitmaakt nu de pissebedden openlijk de aarde beginnen te bevolken. Ik heb op mijn tocht door de buitenwereld de eerste aangevreten bomen al gezien. Hele kaalgevreten plekken aan de voet van bomen waar het onderliggende blanke hout van de bomen aan de buitenwereld blootgesteld ligt. De wonden zijn vers genoeg om het doorzichtige sap op het gras te zien druppelen. Of dit de schuld is van pissebedden kan ik niet zeggen, het zijn pissebedden of ontegenzeggelijk engere wezen welke wij niet kunnen zien. Demonen of wezen uit de diepere krochten van de hel die je liever helemaal niet wil zien, als dat al kan. Als mens hebben we de levensreddende eigenschap om alles wat afwijkt van de normale gang van zaken volledig te kunnen negeren. Hierdoor zien we geen demonen, geen geestverschijningen en zeker geen monsters uit de diepste duisternis wandelen over de aarde. Het is ons geluk en onze ondergang.
Zoals de geschriften al zeggen worden alleen de ware gelovige opgenomen in het koninkrijk, maar iemand die geen oog kan hebben voor het koninkrijk zal nooit opgenomen worden. Wie de werkelijke wereld niet kan zien omdat hij of zij oogkleppen opgezet heeft kan geen ware gelovige zijn. Alleen de mensen die de demonen onder ogen durven te komen, die de krankzinnigheid van het monster in het gezicht durven te staren zal opgenomen worden. En dat zijn heel weinig tot geen mensen, wij mensen kunnen het aangezicht van de hel waarin we leven nooit in zijn werkelijkheid aanzien. We zouden in een oogwenk het gezonde verstand verliezen en veranderen in een catatonisch wezen dat alleen nog kan sterven om te leven. Ik zou mijzelf nooit tot een ware gelovige willen rekenen, al heb ik meer gezien van de hel waarin we leven dan menig persoon kan zeggen. Alleen mythische wezens als engelen en onnoembare wezens in het aangezicht van God durven zich werkelijk tot de ware gelovige te rekenen. Zij durven ook zonder te blikken of blozen de demonen en monster waar wij tussen leven onder ogen te komen. We zijn blind gemaakt door ons gezond verstand, voor de angst het normale te kunnen verliezen. De wetenschap dat we nooit meer normaal boodschappen kunnen doen maakt ons nog blinder.
Maar nu de duisternis gekomen is en de pissebedden hun ondergrondse burchten verlaten hebben zal het ware aangezicht van de wereld langzaam zichtbaar worden. Onze ogen kunnen ons niet veel langer meer bedriegen met zonneschijn en vrolijke kleuren terwijl de wereld vol zwartheid en monsters is. De struiken en bomen om ons heen zullen de klauwen en tanden niet langer meer gaan verbergen. Uiteindelijk zullen we ze zien en vele verliezen hiermee hun verstand, als dat al niet gebeurt is. De wereld wordt de hel die het altijd al geweest is, we hoeven nu nog alleen maar te wachten. Ik weet alleen niet of ik het aankan. Of ik wil wachten tot ik de demonen onder ogen kan komen. De monsters die ik in mijn verleden gezien heb joegen mij al genoeg angst aan. Misschien is het beter mij de adem te ontnemen met behulp van een vriendelijke boom en een stuk draad. De draad die mijn leven vormt heeft zich lang genoeg uitgesponnen, alleen ben ik bang dat het niets zal uitmaken. Sterven in de hel betekent herboren worden in de hel. Ik zal altijd hier weer terugkeren, alleen met pijn in de keel en in de omhelzing van een vriendelijke boom. Wat moet ik nu doen wanneer de angst om te sterven mij de zin om te leven ontneemt? Wanneer de monsters op de deur kloppen en ik open wil doen? Ik wil niet wachten tot de rapture zich werkelijk voor onze ogen ontvouwd. De duisternis in mij is al groot genoeg.. Er wonen alleen geen pissebedden.
2 opmerkingen:
L'enfer c'est soi-même?
Niet alleen in onszelf, maar ook in de buitenwereld. Al is de innerlijke hel het ergste.. :)
Een reactie posten