27 februari 2015

Ongekende bekentenis

Misschien is het beter als ik dit helemaal niet vertel, zoals ik überhaupt nooit aan het beschrijven van de krankzinnige acties van de buurvrouw in het hoge Noorden had moeten beginnen. Jammer genoeg heb ik het toch gedaan en blijft deze gebeurtenis maar door mijn hoofd spoken. Letterlijk blijft het door mijn hoofd spoken en de enige oplossing die ik ervoor kan vinden is erover schrijven. Ik hoop dat het dwalen, spoken en piekeren dan uit mijn hoofd verdwijnt, zoals willekeurige gedachten ook doen wanneer ik ze ergens opschrijf en deel met de mensen. Ik zou ook de officiële instanties kunnen inschakelen, maar ik ben bang voor de gevoelen. Zoals ik eigenlijk ook bang ben voor de gevolgen voor wat ik hier ga bekennen, al ga ik er ook vanuit dat niemand er verder iets mee zal doen. Laat staan dat veel mensen dit relaas zullen lezen. Ik neem de gok gewoon en kijk wat er zal gebeuren.

Dat de gekke buurvrouw mij stalkte had ik al in weinig verhullende woorden uit de doeken gedaan. Ik weet tot op heden nog steeds niet waarom ze het deed en hoe ze de dingen van mij wist die slechts een paar mensen weten. Op dit moment doet het er ook niet meer toe. Ik kan het haar niet meer vragen en ik acht de kans ook groot dat ze het mij nooit verteld zou hebben ook. Maar voordat ik op de situatie vooruit loop is het beter als ik weer terugga naar het begin. Het begin waarmee het piekeren en spoken begonnen is.

Zondag was ik weer alleen in de woning die ik sinds jaar en dag huur. Ik had in overweging genomen om die avond terug te gaan naar het hoge Noorden, maar omdat ik met het openbaar vervoer reis en dit in de avonduren een extreme exercitie is bleef ik bij mijzelf slapen. De avond verliep rustig en gevuld met zinloze televisieprogramma's. Zoals gewoonlijk ging ik veel te laat slapen, maar ik was in de veronderstelling dat ik kon uitslapen dus kon het mij ook niet veel schelen.
Alles leek voorspoedig te gaan. Ik had mijn hoofd nog niet op mijn kussen gelegd of ik sliep al. Het werd een droomloze slaap tot ik wakker werd van een gerucht in mijn huis. Iemand liep de trap op! Ik hoorde duidelijk de trap kraken, tree voor tree kwam er iemand omhoog. Wie? Niemand had de sleutel van mijn huis. Alleen mijn kinderen dan en zij waren thuis bij hun moeder. Als een van hen hierheen was gekomen had ik dat allang geweten, dat wist ik zeker.
Met de vraag in mijn hoofd wie er in godennaam in mijn huis was lag ik te luisteren naar degene die de trap opliep. Het was duidelijk dat de persoon voorzichtig, stilletjes omhoog probeerde te lopen, maar omdat mijn trap nogal kraakt hierin faalde. Mijn hart bonsde in mijn keel. Wie was dit? Waarom was er iemand in mijn huis? Zou het Elisabeth zijn? Nee, dat kon ook niet. Zij heeft geen sleutel van mijn huis, daar is nooit een reden voor geweest. Mijn ex-vriendin? Zou zij de sleutel gekopieerd hebben toen we uit elkaar gingen? Ik kon het mij niet voorstellen. Dat is niets voor haar. Maar wie was het dan wel?

Ik voelde de duisternis in mijn slaapkamer zich verdichten. Het werd donkerder dan het al was. Ik weet dat dit slechts een illusie was, opgekomen doordat ik wakker geschrokken was en even niet meer wist wat ik moest doen. Ik lag daar in het donker, te wachten tot de persoon op de trap boven kwam. Wat moest ik anders doen? Zou er vaker iemand in mijn huis zijn als ik er niet was? Zouden ze mijn huis gebruiken, omdat ik bijna nooit meer hier aanwezig was? Ik was normaal gesproken op zondagavond ook hier niet, maar misschien iemand anders dus wel.
Hoe laat was het? Ik keek op de wekkerradio naast mij. 03.23 gaf deze ik zachtgroene oplichtende letters aan. Wie komt er nu om drie uur in de nacht bij een vreemd huis binnen? Wie?
Mijn slaapkamerdeur werd zachtjes opengeduwd. "Arjan... ben je wakker?" hoorde ik iemand fluisteren. Een vrouw! Er stond een vrouw in mijn slaapkamer. Ik kon de stem in eerste instantie niet thuisbrengen. Vooral omdat ze fluisterde. En opeens drong het besef als een kanonskogel tot mij door, het was de gekke buurvrouw uit het hoge Noorden die hier in mijn slaapkamer stond. Wat moest dat wijf hier?

Ik greep naar het licht en knipte het aan. De lamp sprong met een niets ontziend schijnsel aan. De buurvrouw knipperde met haar ogen, het licht verraste haar. Ze glimlachte naar mij. "Hoi, Arjan" zei ze. Ik zei niets, keek alleen en voelde woede in mij opwellen. Een ongelofelijke woede kwam in mij omhoog. Het was sterker dan ik. Ik gooide het dekbed van mij af, sprong uit bed en een rode waas verscheen voor mijn ogen. Wat er precies gebeurde weet ik niet meer. Ik weet dat ik geschreeuwd heb en haar een klap in het gezicht gegeven heb, maar daarna... Mijn herinneringen zijn een zwart vlak. Het enige wat ik weet is dat de buurvrouw onderaan de trap lag, bloedend uit haar hoofd en met een gebroken nek. Ik had haar vermoord. Per ongeluk? Van de trap afgeduwd of was ze alleen gevallen door de felheid waarmee ik haar aan had gevallen? Ik wist het niet. Ik wist niets meer. Het enige wat ik wel wist is dat ik met een dode vrouw in mijn huis was en ik iets moest doen, maar wat..? Het beste zou zijn om de politie te bellen en het hele verhaal op te biechten. Alleen wist ik 100% zeker dat ze mij niet zouden geloven. Ik zou gewoon opdraaien voor het doodmaken van deze vrouw. Er waren geen sporen van inbraak te vinden. Hoe ze wel binnengekomen was wist ik niet, maar de deur was gewoon intact. Geen braaksporen en er was ook geen ruit ingeslagen. Ze zouden gewoon zeggen dat ik haar binnengelaten had en uiteindelijk van de trap geduwd. Het was duidelijk te zien dat ik haar geslagen had. Meerdere keren zelfs. De wonden op haar gezicht spraken boekdelen. Zelf had ik niets. Geen schrammetje. Ze zouden er gewoon vanuit gaan dat ik deze vrouw om het leven gebracht had en mij in het gevang stoppen. In het ergste geval zou ik voor moord veroordeeld worden, in het minst erge geval alleen langdurig in voorarrest zitten. In beide gevallen zou ik mijn kinderen weken niet zien en gezien de relatie die ik met hun moeder heb ze zelfs nooit meer. Ze zou nooit accepteren dat ik nog met hen in één ruimte zou zijn als ze wist dat ik iemand om het leven gebracht had. Of het nu per ongeluk was of niet, ze zou het nooit toestaan.

En dat gaf de doorslag. Ik wist wat ik moest doen. Er zat ook nog maar één ding op. Ze moest verdwijnen. Helemaal verdwijnen en ik had het voordeel dat niemand wist dat ze hier was. Daar ga ik tenminste wel vanuit, dat niemand weet dat ze naar mijn huis gekomen was. Als ze zou verdwijnen zou ze niets meer zijn dan een statistiek in de cijfers van het CBR, politie of weet ik veel wie die onzin bijhoudt. Ik zou in ieder geval vrijgepleit worden van alles. Dan kon ik zeggen dat ik haar nooit gezien had, dat de laatste keer dat ik haar zag in het hoge Noorden was, waar ze vanachter haar keukenraam naar mij zwaaide toen ik voorbij liep. Haar laten verdwijnen was het beste wat ik kon doen.

Hoe was geen raketwetenschap. Ik had een kleed in huis liggen en aangezien ik toch ga verhuizen naar het hoge Noorden heb ik deze niet meer nodig. Meer dan het kleed onder mijn salontafel vandaan bevrijden was het niet en voor ik er erg in had was ik bezig het lichaam van de buurvrouw in het kleed te rollen. Ze paste er precies in, ironisch genoeg. Haar haar stak er een beetje uit aan de bovenkant, maar dat propte ik er gewoon weer in. Vreemd genoeg was ik uitermate kalm bij het uitvoeren van deze taken. Ik had verwacht dat ik wel paniek zou voelen, angst misschien, maar ik voelde niet. Het was net alsof ik kots aan het opruimen was, daar heb ik ook totaal geen gevoelens bij. Met duct-tape bond ik het kleed vast om het lichaam. Ik wist ook al waar ik haar zou heenbrengen, naar mijn schuur. Onder de tegels onder de schuur lag heel veel los zand en ik wist dat dit de perfecte plaats is om een lichaam te laten verdwijnen. Niemand zal ooit onder die tegels gaan zoeken. Waarom zouden ze ook? Het is een schuur en die hoort bij het huis. Alleen als ze de schuur zouden weghalen zouden ze iets vinden, maar er was totaal geen reden om die schuur weg te halen. Daarbij heb ik geen auto, dus haar lichaam dumpen in een bos ver hier vandaag ging niet lukken. En ik wilde ook niet dat iemand mij zou zien slepen met een gigantische rol met een onmiskenbare vorm erin. De schuur was de beste plek.
Daar ligt ze nu ook begraven. In een gat van een meter of anderhalf diep met de tegels weer netjes erbovenop gelegd. Niemand zou zeggen dat daar een lichaam begraven ligt. Ik vind dat ik het vrij netjes gedaan heb, zeker voor iemand die nog nooit een straatje betegeld heb. Het ziet eruit alsof het er al jaren ligt, precies zoals de bedoeling is. Ik hoef verder toch niets in die schuur te doen, dus ligt ze daar goed. En de nieuwe bewoners, die naar mij het huis zullen huren zullen geen reden hebben om de tegels uit de schuur te halen en een gat te graven. Het is een schuur, geen zwembad.

Door alles wat er gebeurt was heb ik die nacht niet meer geslapen. Ik heb Elisabeth de volgende dag een whatsapp-je gestuurd dat ik mij niet goed voelde en die dag niet naar het hoge Noorden zou komen. Ik voelde mij ook echt niet goed. Ze reageerde uiteraard bezorgd en stelde gelijk voor om mij met de auto op te komen halen, iets wat ik op dat moment weigerde. Het leek mij beter om alleen te blijven en daarbij moest ik nog alle troep opruimen. Er lagen bloedvlekken in de gang en mijn woonkamer was een zooitje doordat het kleed verdwenen was. Als ze nu zou komen wist ze gelijk dat er iets aan de hand was. Ik wilde haar niet betrekken in wat ik gedaan had. Zij hoefde het niet te weten. Niet op dat moment tenminste.

Inmiddels is het donderdag en ben ik nog steeds in mijn eigen woning. Ik kan niet meer fatsoenlijk slapen. Elke keer als ik in slaap val hoor ik voetstappen op de trap, tenminste dat denk ik te horen. De gebeurtenis blijft maar door mijn hoofd spoken. Wat ik gedaan heb kan ik niet meer loslaten. Ik heb tegen Elisabeth gezegd dat ik flink ziek ben, koorts heb en daarom niet naar het hoge Noorden kan komen. Ze gaat ervan uit dat ik ook echt ziek ben en weet dat ik dan alleen wil zijn, met rust gelaten wil worden. Wat er precies aan de hand is weet ze nog steeds niet en ik vrees het moment dat ze dit blog zal lezen. Misschien moet ik het haar gewoon vertellen. Haar zometeen even bellen als ik dit geplaatst heb. Zij is één van de weinige mensen die mijn blogs leest en dat niet veel mensen hier komen om mijn relaas te lezen is ook de reden dat ik dit best hier durf op te biechten. Hier komt geen politie, hier komen ook geen mensen die denken dat ik hier doodleuk een doodslag op een buurvrouw zou opbiechten. En als ze er wel komen, wie zou mij geloven? Ik voel mij hier veilig, maar wat er gebeurt is kan ik niet loslaten. Ik moet het loslaten. Ik plaats daarom nu deze bekentenis hier. Doe ermee wat je wilt, ik ben het (voor nu) kwijt.

Geen opmerkingen: