29 november 2008

Het verlies van dingen en ziekte

De laatste paar dagen vind ik overal op straat losse handschoenen. Als verlaten handen liggen ze eenzaam in goten en verloren op straat. Meestal vies en vol zanderig stof, het is duidelijk dat ze er al langer liggen. Langer dan de vijf minuten die ik nodig heb om de straten door te kruizen. Heel soms zie ik ook een verloren schoen liggen. Gewoon een enkele schoen, vies, nattig en vol zand. Een linkerschoen, een rechterschoen, het maakt niet uit. Beide versies heb ik op straat zien liggen zonder dat iemand zich erover bekommerde. Ik snap het niet. Als ik mijn schoen kwijt zou raken zal ik dit wel merken. Mijn sok zou onmiddellijk nat worden en mijn voet welke zich in mijn sok bevind heeft daarna niet lang nodig om een ijsklomp te worden. Zeker met de huidige weersomstandigheden is het niet moeilijk voor te stellen hoe je lichaamsdelen langzaam bevriezen wanneer ze niet genoeg bedekt zijn. Ik snap dan ook werkelijk niet hoe je een schoen kan verliezen. Zeker niet op straat.

Handschoenen begin ik daarentegen maar niet over. Die dingen ben ik al zo vaak kwijt geraakt, al is er nog nooit één verloren gegaan op straat. Ik raak ze altijd kwijt in andermans woningen, centra waar ik verder niets te zoeken heb of gewoon in mijn eigen huis. Ik ben geen persoon om handschoenen te hebben en heb ze derhalve ook niet. Handschoenen kwijtraken kan ik dan weer wel in komen, dat is een normaal iets.

Ziek worden is ook een normaal iets. Al is ziek zijn en worden weer iets wat je juist graag kwijt raakt. Gisterenochtend werd ik zwaar brak wakker. Mijn hoofd voelde aan alsof mijn hersenen tot het formaat van een strandbal gegroeid was terwijl mijn schedel nog altijd hetzelfde formaat had. De pijn veroorzaakte een nare misselijkheid die met het eten van een boterham niet verdween. De pijn en misselijkheid waren moordend. Ik wilde ze met alle liefde kwijtraken, maar ze bleven aan mijn kleven als kauwgom in je haar. Toch bleef ik manmoedig doorgaan met leven en doen alsof er niets aan de hand was. Een boterham wist ik grotendeels te verorberen, al moest ik halverwege mijn meerdere erkennen en de restanten in de prullenbak werpen. Mijn bak koffie kreeg het zelfde lot voorgeschoteld, al gooide ik het overgebleven restje niet in de prullenbak maar in de gootsteen. Een korte wandeling buiten liep uit op een aardige beproeving om de inhoud van mijn maag niet op straat te werpen.

Toch wist ik het tot thuis uit te houden, al duurde dat ook niet lang. Ik had de voordeur net achter mij dichtgetrokken toen de aanval van misselijkheid overging in een regelrechte aanval van overgeven en bruut kotsen. Tot mijn groot plezier kan ik nu wel melden dat kotsen beter des ochtends uitgevoerd kan worden. De boterham die ik ongeveer een uurtje daarvoor naar binnengewerkt had smaakte precies hetzelfde op mijn tong toen deze er weer uitkwam. Hoe anders is dat met een volledige warme maaltijd die in een grote vies-smakende golf naar buiten komt. Daar valt geen zinnig stukje normale smaak meer aan te ontleden. De ingrediënten zijn té vermengt om nog te kunnen onderscheiden. Maar zo'n boterham smaakt nog precies hetzelfde als toen ik er op aan het kauwen was. Zelfs de koffie valt geheel in het niet bij de smaak van de boterham. Het was een verademing bij een nare gebeurtenis, aangezien kosten nog steeds niet een van mijn liefhebberijen is.

Het braken zorgde er in ieder geval voor dat ik mijn uitermate vervelende misselijkheid kwijtgeraakt was. Alleen de splijtende hoofdpijn bleef over en daar wist ik werkelijk geen raad mee. Ik besloot geheel tegen mijn eigen principes en ideeën in om gewoon weer op bed te gaan liggen waar ik zowaar in slaap viel tot ik wakker gemaakt werd door een loos SMS-je. Niet lang daarna ging mijn wekker weer af en durfde ik weer op te staan met een helderder hoofd. De hoofdpijn was flink afgenomen, maar niet geheel verdwenen. De rest van de dag vierde ik door deze in alle rust door te brengen en dat ga ik vandaag ook maar doen. Al ga ik nu wel even boodschappen doen, tenslotte moet er wel eten op tafel komen vanavond.

Geen opmerkingen: