5 april 2009

Zonlicht en de zinloosheid van het bestaan

Na dagen van koude, samengepakte donkere wolken en naargeestig weer is de zon weer verschenen. De dagen lengen terwijl de buitentemperatuur aangename vormen begint aan te nemen. Het is duidelijk dat de lente is aangebroken en de zomer voor de deur begint te staan. Je ziet het overal om je heen. Mensen zijn weer vrolijk door het frisse zonlicht, door de fijne warmte en de zonovergoten dagen. Het is opvallend dat een beetje weersveranderingen het humeur van mensen kan veranderen. Zelfs ikzelf word er door beïnvloed... Hoe beter het weer word, hoe meer de zon begint te schijnen en de warmte op de wereld terugkeert des te vrolijker mijn humeur word. Ik doe de kachel derhalve ook niet meer aan.

Aan de andere kant sprak laatst iemand legendarische woorden tegen mij. Woorden die zoveel waarheid bevatte dat ik er gewoon niet omheen kon. Zelfs de warmte buiten en de zonovergoten dagen konden de waarheid van de woorden niet verhullen. Ik werd bang van zoveel wijsheid. Bang is misschien niet helemaal het juiste woord, angstig en bevreesd zijn beter.

Het kwam erop neer dat hoeveel de zon ook zou schijnen. Hoe het weer ook de wereld een stukje mooier zou maken het toch allemaal niets uitmaakt. Het maakt het leven namelijk niet zinvoller, alleen maar plezieriger om doorheen te gaan. De zon verwarmt het lichaam en geest, maar uiteindelijk zullen we allemaal terugkeren tot de aarde en stof. We staan op na een verkwikkende slaap (of juist na een nacht vol nachtmerries), eten ons ontbijt, gaan naar werk/school/of wat dan ook en wachten af tot we weer naar huis mogen. Thuis proberen we onszelf te vermaken met televisie of een hobby. Dingen die het leven zin zouden moeten geven, maar eigenlijk gewoon activiteiten die moeten verhullen dat we de ware zin van het leven kwijt zijn geraakt. Als er überhaupt al een zin van het leven was... In de dierenwereld draait het tenminste om overleven door te leven. De dagen zijn gevuld met oppassen voor predatoren en het zelf zoeken van voedsel. Sinds wij intelligent geworden zijn is die zingeving geheel verdwenen, we zijn gewoon gaan leven. Leven zonder een daadwerkelijk doel, behalve het doel dat wij onszelf opgelegd hebben. Er is geen behoefte meer aan overleven, behalve als we in de onfortuynlijke situatie van oorlogsvoering terecht gekomen zijn. Alleen zijn dat weer de excessen van de mensheid en niet waarvoor we onszelf op de borst willen slaan.

Leven is gewoon zinloos. Niemand kan een antwoord geven op de vraag waarom wij leven en de antwoorden die wel gegeven worden zijn net zo nutteloos als het leven op zich al is. Meestal zijn die antwoorden gericht op het bestaan van één of andere godheid. Iemand die verlangt dat je netjes volgens de regels leeft zodat je plaats kan nemen in zijn/haar koninkrijk . Op zich een interessant idee, maar iedereen lijkt te vergeten dat je in precies dezelfde situatie terecht zal komen. Niets zal er veranderen wanneer je uiteindelijk in het koninkrijk van die godheid terecht bent gekomen, behalve dat het opeens voor eeuwig is. Voor eeuwig gedoemd zijn om elke ochtend op te staan, gedurende de dag en een gedeelte van de nacht wakker te zijn en weer te gaan slapen. Wakker zijn om activiteiten uit te voeren die net zo zinloos waren in de tijd dat je nog gewoon over de aarde wandelde. Toen je nog onder het verkwikkende zonlicht kon lopen in de zomer. Je lichaam laten verwarmen door de zonnestralen. Ogenschijnlijk zal het daar ook best kunnen, maar wat hier al nergens toe leek te leiden zal daar net niet veel beter zijn. Zelfs een ogenschijnlijk leven na de dood is volstrekt zinloos.

Ik ben blij dat de zon weer schijnt. Dat maakt de wereld weer een stukje mooier en zorgt ervoor dat ik niet hoef te denken aan de onzinnigheid van het bestaan. Dan hoef ik niet terug te verlangen aan de tijden die ik mijzelf niet eens kan herinneren. Tijden waarin we nog jager/verzamelaars waren. Hele dagen op zoek naar voedsel en bang waren voor de Goden die in alles huisden. Misschien dat het leven weer zingeving krijgt als we eindelijk de ruimte in trekken, weer op avontuur kunnen gaan. Wanneer het leven weer een dodelijk spanningsboog krijgt. Het leven hoort een kwestie van eten of gegeten worden te zijn en niet deze zinloosheid van opstaan, ronddwalen in activiteiten en weer gaan slapen om te dromen van het werkelijke leven. Ach... ik moet hoognodig iets gaan eten. De honger begint te knagen.

Geen opmerkingen: