15 maart 2009

De laatste barriere

Het idee dat ik een licht luchtje zou kunnen verspreiden zorgde ervoor dat ik onder de douche stapte. Onderwijl belde jij, maar ik hoorde de telefoon niet. Ik liet het warme water over mijn hoofd spoelen. Eigenlijk ondernam ik pogingen om de spoken in mijn hoofd weg te krijgen, met het water mee te laten gaan. Weg het doucheputje in. Niet dat het hielp, maar ik had wel het gevoel schoner dan minuten daarvoor te worden. Ik sopte mijn haren in met shampoo en liet het weer wegspoelen door de waterstraal. De achtergebleven haren op mijn handen liet ik langzaam wegstromen. Ik zag ze opkrullen en over mijn vingers lopen. Ik liet ze begaan. Ze moesten toch in het putje aan mijn voeten verdwijnen. Jij belde nog een keer. Nu hoorde ik de telefoon wel. Je belde harder, harder dan eerst. Zelf de muziek van Phoenix and the Turtle kon het doordringende geluid van mijn telefoon niet maskeren. Maar goed ook, want jij belde en als jij belt moet het wel dringend zijn. Toch kon ik niet opnemen. Ik weiger om druppelend door het huis te lopen. Pas als ik goed en wel afgedroogd ben wil ik de tocht naar beneden ondernemen. Niet dat jij wist dat ik onder de douche stond, jij wilde mij gewoon spreken. Jij wilde mij iets vertellen of vragen. Jij had mij nodig, zoals ik jou soms nodig heb. Je belde nog een keer. Nu sprak je mijn voicemeel in. Of ik je wilde terugbellen.

Het had allemaal te maken met gisteren. Gisteren was er iets belangrijks gebeurt. Ik had een ervaring die mij gebroken achterliet. Opengebroken bleek later. Als de schil van een ui was ik opengebroken om het laatste en enige omhulsel te onthullen dat ik ben. Het allerlaatste obstakel lijkt geslecht en jij weet dit. Of jij wist het toen je mij belde, want je vraag legde precies de vinger op de zere plek. "Gaat het goed met je?" meer hoefde je niet te vragen. Ik gaf antwoord terwijl jij luisterde en meer hoorde dan ik wilde uitspreken. Ik hoefde je niets uit te leggen. Ook jij wist dat het zover was. Gisteren was het moment dat ik één werd. Dat ik op het punt sta om te bereiken waarvoor ik mijn leven ingericht heb. Eigenlijk heb ik het gisterenavond al bereikt, maar dat durf ik nu nog niet toe te geven. Ik moet nog dingen leren, dingen aanvaarden en weten wat ik precies wil zeggen tegen anderen. Ik sta op de drempel van een wijd geopende deur, alleen de laatste stap hoef ik nog maar te nemen. Ik weet dat ik het durf en jij weet het ook. Toch spreken we deze woorden niet uit. We hoeven ze niet uit te spreken. Ik praat nog wat met je. Over koetjes en kalfjes, de belangrijke zaken laten we onbesproken. Sommige dingen hoeven we niet te zeggen. We weten het allebei, daarom houden we van elkaar.

Toch ben ik ergens bang. Bang voor de doorbraak die ik gisteren gemaakt heb. Bang voor het slechten van het allerlaatste obstakel dat mijn doel in de weg stond. Eigenlijk ben ik gewoon bang voor mijzelf. De angst dat ik echt aan het bereiken ben wat ik altijd als doel gesteld heb sijpelt door mijn lichaam. Alleen laat ik mijzelf niet meer verlammen door deze angst. Vroeger zou ik geprobeerd hebben weg te kruipen. Mijn angst de overhand laten voeren en mij verstoppen achter barricades, obstakels en grote deuren. Mijn oude zelf zou nooit zover hebben willen komen. Die zou liever in de verte willen kijken naar de horizon en de onneembare vesting die mijn einddoel vormt. Daarom is het vreemd om voor de geopende deur van mijn doel te staan. Ik hoef alleen de drempel maar over te stappen om te bereiken wat ik wil. Slecht een verhoging van nog geen centimeter staat tussen mij en alles. Er is geen reden meer om af te wachten, er is geen reden meer om stil te staan. Alleen angst houdt mij nu tegen. Ik ben bang voor het onbekende, maar zou we dat niet allemaal?

Ik neem de stap. Mijn voet gaat over de drempel. Ik zie je aan de andere kant, al zal je mij niet herkennen meer. Ik zal nooit meer dezelfde zijn terwijl ik in jouw ogen precies dezelfde ben als gisteren. Dezelfde als eergisteren en overmorgen, maar toch ben ik anders. Ik ben mijzelf zoals maar weinig mensen zullen worden. Ik heb mijn doel bereikt en het is goed. Alles wat ik jou ga vertellen zal tot doel dienen jou ook op de weg te zetten, maar lopen zal je zelf moeten doen. Ik ga weer door. Ik wil je zien, ik ga op weg.

Geen opmerkingen: