27 maart 2008

De knekelputten van Nederland

In de verte zie ik een brug liggen. Het ding staat open of is gewoon dicht, maar eigenlijk kan mij dit geheel niets schelen. Ik rij op een geheel andere weg en verdiep me weer in het artikel dat ik zit te lezen. Een of ander gratis dagblaadje heeft een stukje geschreven over een man die naar eigen zeggen een schokkende ontdekking heeft gedaan en nu een wijziging op de wet voor lijkbezorging wil bewerkstelligen.

Het verhaal gaat dat hij in 2006 na een bezoek aan het graf van zijn wijlen vrouw in aanvaring kwam met de knekelput. Nu wist hij niet van het bestaan van deze putten en kon absoluut niet geloven dat de inhoud van geruimde graven doodleuk bij elkaar geschept worden en in een put worden geworpen. Zoals hij gezien had was de inhoud van de put opgebouwd uit allerhande menselijke botten, schedels, delen van kisten en kunstgebitten. Hierdoor was hij op strooptocht langs kerkhoven in Nederland gegaan en een inmens dossier van foto's opgebouwd. Foto's van menselijke botresten die ronddwaalden in modder, knekelputten die onbeheerd openstonden en meer van dat soort dingen. Hij wist zelfs te vertellen dat hij gezien had hoe graven met een grote shovel geruimd werden en zonder pardon de knekelput in geworpen werden. Alsof het om doodnormaal tuinafval ging.

Nu wil ik dit laatste absoluut afdoen als pertinente onzin en opgeblazen kletspraat, maar de knekelput bestaat echt. Alleen vraag ik me af in welke container deze man al die jaren gewoond heeft. Ik wist al van het bestaan van knekelputten toen ik een klein mannetje van een jaar of twaalf was. Zelfs wat er precies inging was ik op die leeftijd van op de hoogte en aangezien ik die leeftijd een dikke twintig jaar geleden al bereikt had loopt de goede man wel vreselijk achter. Aan de andere kant kan het natuurlijk ook komen dat ik wel op de hoogte was van het bestaan van deze putten door mijn lichtelijk morbide belangstelling voor de dood en vooral geraamtes van mens en dier. Zo wil ik jaren (vanaf mijn twaalfde) een menselijke schedel op de kast kunnen zetten en had ik als klein mannetje altijd de hoop om een open knekelput te treffen, maar dat is nooit gelukt. Dit allemaal terzijde, laten we teruggaan naar het verhaal van de man en zijn gruwel.

Zijn missie is nu om de knekelputten op te laten heffen. Hij vind het niet kunnen dat de menselijke restanten die uit graven gehaald worden waarvoor de nabestaanden geen grafrechten meer willen betalen doodleuk op een hoop in een put geworpen worden. Zoals hij het zelf zegt vind hij het geen menswaardige behandeling van menselijke resten. Op mijn beurt vind ik weer dat meneer ontzettend aan het zeveren en zeuren is. Ten eerste gaat het hier om een berg botten die al zeker tien jaar in de grond liggen, waarschijnlijk nog langer en waarvan de nabestaanden geen belang meer bij hebben. Ze willen namelijk niet langer dat het graf van hun nabestaande blijft bestaan, anders zouden ze de grafrechten wel betalen om het nog langer te kunnen bezoeken. Vaak zijn de nabestaande ook allang op het kerkhof beland en zullen ze toch weinig behoefte hebben om het graf nog langer in pacht te houden, maar dat is een ander verhaal. Daarbij gaat het slechts om de niet verteerde resten van mensen, de botten, schedels, kunstgebitten en overgebleven protheses. Ik kan hier nog weinig mens van maken en dat zal iedereen met mij moeten beamen. Eigenlijk kan hij beter een missie beginnen tegen het hele ontbindingsproces van het menselijk lichaam na de dood, want dat is pas een ranzig en morbide gezicht.

Daarbij vraag ik me af of hij zich wel realiseerd dat we hier wonen in een zeer dichtevolkt gebied en dat het eeuwig in stand houden van graven gewoon geen optie is. Er is gewoon té weinig ruimte om iedereen maar in de grond te houden, dus uiteindelijk zal iedereen die zich laat begraven op de grote hoop belanden. Nu raken deze knekelputten na verloop van tijd natuurlijk ook vol, maar dat is weer op te lossen met behulp van de welbekende crematoria waarin deze grote hopen verbrand worden tot een zeer vruchtbare mest of iets dergelijks. Zou hij dan willen dat elk geruimd graf gelijk naar het crematorium gebracht wordt om aldaar tot stof verbrand te worden? Iets anders kan ik namelijk niet verzinnen om het aloude gebruik van knekelputten op te heffen. Maar dan word er weer een gigantische belasting op het milieu gelegd, want de verbranding van menselijke resten zal niet geheel schoon zijn. En daarbij zal de begrafenisondernemer de meerkosten die deze behandeling na het ruimen van het graf met zich meebrengt gewoon doorberekenen in de prijs van de begrafenis. Kortom begraven zal nog veel duurder worden dan het nu al is.

Allemaal zaken waar meneer met zijn missie volgens mij nooit rekening mee zal houden of gehouden heeft. Hij ziet alleen dat er menselijke resten in een put liggen en kan dat niet aanzien. Ik acht de kans ook heel groot dat deze man een christen in hart en nieren is en geloofd in de uiteindelijk wederopstanding van de mens wanneer het einde der tijden nabij is. Op zich is dat natuurlijk zijn goed recht, maar dat neemt niet weg dat hij een wel heel zinloze missie gestart is. Een missie die met hand en tand tegengehouden dient te worden omdat de oplossingen die hij denkt aan te dragen veel meer schade brengen dan goed voor ons is. Ik wil hierbij dan ook oproepen om een tegenactie te beginnen. Laat de knekelputten bestaan en voor eeuwig gebruikt worden!!

Misschien moeten we hem ook nog even op de hoogte brengen van het bestaan van kadaverputten. De inhoud daarvan is helemaal schokkend als je dat nog nooit gezien hebt. Vooral op een nogal warme zomerdag zijn deze putten erg leuk om bij in de buurt te verkeren, als ze uiteraard niet afgesloten zijn. Dan weet je gelijk waar de term "putlucht" vandaan komt.

26 maart 2008

The Mighty Boosh al gezien?

Als trotse bezitter van digitale televisie heb ik meer televisiezenders dan eigenlijk goed voor me is. Gelukkig blijf ik meestal in dezelfde rij zenders hangen tijdens het zappen, maar wanneer er werkelijk geen bal op televisie is durf ik verder te gaan dan goed voor mij is.

Zo vond ik mijzelf ook ergens vorige week diep in het grote aantal zenders dat ik had helemaal gefacineerd door wat er uitgezonden werd. Er was een of andere documentaire over een komische serie waar ik nog nooit van gehoord had. Nu was dat ook totaal niet zo vreemd, de serie werd alleen op BBC Three uitgezonden op een tijdstip dat normale mensen betere dingen te doen hebben dan naar BBC Three kijken. Daarbij is in Nederland via de normale kanalen alleen de eerste twee BCC's te ontvangen dus is het totaal niet gek dat ik nog nooit van de serie gehoord had. Toch vond ik mijzelf gefacineerd kijken naar wat de buis mij voorschotelde.

Een aaneenschakeling van vreemde liedjes, nog veel krankzinnigere figuren en kleine stukjes sketchjes waar ik zo hard om moest lachen dat de buren wel vreemd gekeken hebben. Het duurde even voordat ik wist om welke serie het ging, maar zo gauw ik het uitgevonden had wist ik dat ik deze serie wilde gaan zien. Op zich is het verhaal, de rode draad, heel simpel. Het draait om twee mannen, vrienden en collega's van elkaar die werkzaam zijn in een nogal bizarre antiekzaak genaamd Nabootique. De eigenaar Naboo (what's in a name) komt van een volslagen onbekende buitenaardse planeet en heeft als beste vriend een gorilla. Uiteraard een pratende gorilla, want anders is het niet leuk. Gezamelijk, met zijn vieren of alleen beleven ze allerlei volslagen belachelijke avonturen.

Inmiddels heb ik drie afleveringen mogen zien waardoor ik wel een goed beeld van de serie heb mogen krijgen. Zo zijn ze al eens gestrand op een onbewoond eiland, waar ze een geweldige imitatie van Cast Away deden. Alleen waren ze met z'n tweeën, weigerde ze met elkaar te praten en waren hun ingebeelde vriendjes gemaakt van kokosnoten. Alleen waren ze bij de één van het vrouwelijke idee en de andere mannelijk. Je snapt het denk verder wel. Maar de aflevering waarin de twee hoofdpersonen erachter kwamen dat ze geimiteerd werden is werkelijk hilarisch, belachelijk en compleet onuitlegbaar. Ik heb zo hard gelachen om deze serie dat het zeer deed.

Laat ik daarom besloten hebben om gewoon de DVD's te kopen. Gisteren heb ik seizoen 1 & 2 van The Mighty Boosh gekocht. Nu zeg ik dan ook dat werkelijk ierdereen die van een zwaar absurdistiche komedieserie dit ook moet gaan kijken. Verplicht! Vooral als je Red Dwarf, Spongbob Squarepants en Monty Python een warm hart toedraagt is dit verplichte kost.


Let me take you on a journey through time and space
Let me take you to the Universe of The Mighty Boosh!

THE MIGHTY BOOSH!

25 maart 2008

Dragons in het Patronaat

Hoe kan je beter de paaszondag doorbrengen dan kijkend naar een bandje in goed gezelschap? Ik kan persoonlijk niets anders verzinnen dan kijkend naar een bandje in goed gezelschap dus dat werd ook de manier hoe ik mijn paaszondag ging doorbrengen. In het Haarlemse Patronaat stond de laatste sensatie op het gebied van neo-New Wave op te treden (denk aan dingen als Interpol, Editors, Moke en aanverwante bandjes uit de hedendaagse britpop-stal met nostalgische inslag) en aangezien ik dit ook amusant kan vinden was het zaak daar aanwezig te zijn.

Het bandje noemt zich Dragons, nu had ik ze al eerder gezien bij London Calling in Amsterdam waardoor ik precies wist wat ik kon verwachten van de heren. Gewoon een lekkere bak goed gespeelde muziek met een zanger die ergens wel iets weg heeft van de zanger van Depeche Mode, maar dan dikker. Wederom waren ze weer geweldig, eigenlijk beter dan de eerste keer dat ik ze zag omdat ze nu veel meer podium-ervaring hadden. Het oogde ook een stuk beter dan de eerste keer. Dragons blijft een leuke band, al zou ik nooit een ceedee van ze kopen omdat die totaal niet overeenkomt met het geluid dat ze live neerzetten. De plaat is wel aardig, maar live hebben ze veel meer impact. Laat mij ze maar op een podium gaan zien, als ik een ceedee koop doe ik dat wel van andere artisten.

Uiteraard vond Het Patronaat het nodig om Dragons te voorzien van een voorprogamma. Hiervoor hadden ze de band Cloudmachine voor gekozen. Nu had ik werkelijk nog nooit van deze band gehoord en zoals altijd ging ik er met een volledig opengestelde blik ernaar toe. Ik kan alleen niet zeggen dat het veelbelovend begon. Sterker nog, ze waren werkelijk ronduit slecht te noemen. Als je mij jaren geleden had gevraagd wat voor muziek Cloudmachine maakt zou ik het op "verfrissende powerpop" gehouden hebben. Een benaming die altijd op heel veel hoongelach bij bandprogammeurs in de jaren tachtig kon rekenen. Maar we moeten tegenwoordig met de tijd meegaan en de benaming klopt niet helemaal. Daarom hebben we de muziek van Cloudmachine als "buurmannen-rock" bestempeld en iets anders dan dat is het ook niet. Het was duidelijk dat we hier te maken hadden met een groep vrienden (of buurmannen) die ontdekte dat ze instrumenten konden bespelen en derhalve maar een bandje begonnen. Enig probleem hierbij is dat deze vriendengroepjes het inzicht missen om interessante muziek te maken. Het is namelijk niet genoeg om technisch goed te kunnen spelen, je moet ook een boeiend nummer kunnen maken en neerzetten.

Na één nummer van Cloudmachine aangehoord te hebben en bijna omgevallen te zijn van de krommende tenen begon ik me af te vragen waarom deze band in het voorprogamma van een band als Dragons staan. Als er twee bands qua muziek ver van elkaar verwijderd waren het deze twee, zeker omdat Cloudmachine zich kenmerkte in uitermate saaie zooi. Maar gelukkig maakte Dragons de avond weer goed door een lekkere bak muziek neer te zetten. Het voorprogamma werd snel vergeten naar de annalen der vergetelheid.

20 maart 2008

Random gedachten

Spoken, spoken dwalen door mijn hoofd. Heen en weer gaan ze over gebaande paden, als voetgangers op het trottoir. Altijd maar in de weg lopend, altijd in grote getallen als je dat niet wil. Overal waar je kijkt zie je ze, voetgangers, spoken, andere mensen. De wereld is ermee gevuld. Dingen die op je weg lopen, je weg versperren. Gedachten die malen en malen in mijn hoofd.

Ze gaan maar rond, rond als een draaimolen. Langs uitgesleten paden heen en weer. Soms wil ik ze niet meer zien, soms wil ik gewoon even alleen zijn. Even de boel kunnen vergeten, maar dan zijn er altijd weer andere mensen. Mensen op je pad. Onbekenden die ook op weg zijn naar onbekende oorden, verten die wij niet kunnen zien. Verten die ik niet wil zien. Bestemmingen die mij niet aangaan en die ik niet op mijn schouders wil stapelen. Ik wil gewoon mijn eigen weg gaan zonder belemmerd te worden in mijn pas. Mijn gedachten ordenen zonder last te hebben van de spoken, zonder voetgangers.

Gisteren lukte het mij zonder enig probleem. Ik vond mij alleen, alleen op een eiland en zonder weg. Het was een ideale situatie. Precies zoals ik mij altijd had voorgesteld hoe het zou moeten zijn. Een heerlijke rust overviel mij na enige tijd. Ik worstelde er even mee, gewoon om te zien wie de sterkste zou kunnen zijn. Het was niets bijzonders, het had niets te betekenen. Zoals boksers wel een sparren met een ander om in training te blijven. Zo draaide wij om elkaar heen tot een van ons het zou opgeven. Een vriendschappelijke bedoening, rustig en bedaard. Het was een perfecte dag. Ik vond de rust die ik zocht tot het tijd was om te gaan slapen.

Nu draaien de gedachten weer rondjes, hele cirkels in mijn hoofd. Gedachten aan gisteren, denkend aan morgen. Dingen die ik wil weten en dingen die ik ben vergeten. Allemaal willen ze aan bod komen. Maar ze zijn slechts spoken, geesten van vroeger en dingen van lang geleden. Zou ik nog de rust kunnen vinden die ik gisteren had gevonden? Ik maak me geen zorgen meer, ik laat de spoken malen. De gedachten dwalen en de paden verder uitslijten. Wat geweest is zal nooit meer weerkeren, wat gaat komen zal zijn tijd nog uitdienen. Ik kijk maar naar buiten. Naar buiten waar de regen valt. Morgen zal het ook regenen, zoals vandaag de regen al valt. Ik hoop dat je een paraplu meeneemt. Je zal het nodig hebben, maar laat mij maar mijn gedachten malen. In gedachte ben ik bij je, malend en wel. Ooit zal ik mijn weg vinden en dan heeft het malen zijn zin gehad.

Niet vergeten dat het maar spoken zijn. Spoken in mijn hoofd. Spoken die ik bewust laat dwalen omdat zonder hen er geen mensen meer zijn om mijn pas te vertragen. Ik zie het trottoir heus wel liggen, maar laat graag anders zien.

16 maart 2008

Een verlaten dixie

Midden in de stad staat een verlaten dixie. Nu hoop ik dat ik niet hoef uit te leggen wat een dixie is, anders komt het volgende zo onzinnig over. Maar ik ga er gewoon vanuit dat iedereen inmiddels wel weet dat een dixie zo'n openlucht toilet is. Een plastic hokje waarin bouwvakkers en andere mensen die veelvuldig buiten werken de behoefte kunnen doen. Gewoon zo'n lelijk ding dat het straatbeeld ernstig kan vervuilen en aangezien het om een chemisch toilet gaat kan deze vervuiling ook aardig letterlijk genomen worden. Vooral wanneer de dixie op dekant gelegd wordt waardoor de inhoud openlijk op straat komt te liggen. Hiermee heb ik toch uitgelgd wat een dixie eigenlijk is om te voorkomen dat er mensen zijn die denken dat ik het over een of andere muziekstroming heb. Bij deze weet je dat het niet zo is.

In ieder geval kwam ik vandaag een dixie tegen. Geheel verlaten en alleen gelaten. Er was gen bouwvakker in de buurt te bekennen noch enige vorm van verbouwingen of iets dat er op leek. Deze dixie was echt achtrgelaten. Eenzaam en alleen. Daarbij nog uitstekend bruikbaar ook voor jan en alleman aangezien de deur nog los zat. Normaal gesproken hebben de dixies die gebruikt worden dor bouwvakkers of iets dergelijks een hangslot op de deur zodat niet iedereen gebruik gaat maken van dit openlucht toilet. Maar deze dixie was gewoon open. Geen hangslot te bekennen.

Toch durfde niemand er gebruik van te maken. Naast de dixie, en met naast bedoel ik ook letterlijk naast, zat een vrouw in mantelpak een sigaretje te lopen. Op zich is dat niets bijzonders, maar gezien het feit dat ze een beetje onderuit gezakt op een bureaustoel zat fronste ik een parkeer met de wenkbrouwen. Hier was duidelijk meer aan de hand en gezien de zwaar norse blik op haa gezicht was ze daar niet vrijwillig gaan zitten. Ik kon me ook niet voorstellen dat ze daar terecht gekomen was in het kader van: "Roken doe je maar buiten!" Het moest iets te maken hebben met de dixie waar ze naast zat.

Heel voorzichtig naderde ik haar en de dixie tot ik langzamerhand een onwelriekend lucht ontwaarde. De dixie was veelvuldig gebruikt geweest. Dat moest buiten kijf staan. Een lucht van urine en uitwerpselen dreef door de straat heen en mij tegemoet. Eventjes wist ik niet of ik zou doorlopen en de lucht verder tegemoet zou treden. Ik dubde zo verder terwijl ik langzamerhand dieper doordrong in de geur van de verlaten dixie. Nu begreep ik ook waarom de vrouw zo fanatiek aan het roken was. Waarschijnlijk verdreef dat de lucht grotendeels, maar waarom ze in haar goede kleren op een bureaustoel ernaast zat was mij nog een raadsel. Ik liep nog verder, de penetrante lucht werd sterker en sterker. Opeens was ik blij dat ik hier niet hoefde te wonen. Pal naast een overdreven zwaar gebuikte dixie is het niet prettig vrtoeven. Het was een putlucht maal tien keer erger. Wat een vreselijke stank verspreidde dat ding. Ik hield het ook niet meer uit. Ik stak de straat over om de dixie en de vrouw te passeren.

Eigenlijk was het mijn bedoeling geweest om de vrouw te vragen waarom ze daa plaats genomen had, maar ik kon werkelijk niet dichterbij komen. De stank verdreef alles en iedereen uit de buurt, in ieder geval mij. Al is dat ook een beetje overdreven. Terwijl ik aan de overkant langsliep stopte er een oude man in een electrisch wagentje naast de vrouw en begon een geagiteerd gesprek met haar. De vrouw reageerde uitgelaten, bijna boos op de woorden van de man en negeerde hem vervolgens volledig. Wat er voorgevallen was kan ik ook alleen maar naar raden. Ik liep té ver weg om ook maar enig woord op te vangen, maar ik gok dat de kans groot is dat het met de dixie te maken heeft. Nu blijft dat ding ook maar door mijn hoofd spoken. Wie zou het daar neergezet hebben en wat heeft die vrouw er mee te maken. Eén ding weet ik wel zeker, de dixie staat er al een flink tijdje anders zou de lucht die eruit komt niet zo vreseijk zijn. Volgende week ga ik nog maar een keertje kijken, misschien staat het er dan nog steeds.

Woorden met gevoel

"KOTS" las ik onderweg op een bord en ik dacht: "wat een vies woord is dat eigenlijk" Raar eigenlijk, dat je een woord vies kan vinden. Het is niet meer dan een verzameling van een paar letters. Gewoon een K, een O, een T en een S die gezamelijk een woord vormen. Als ik er wat letters bijgooi kan ik er een ander woord van maken dat waarschijnlijk veel minder "vies" is.

Aan de andere kant is het woord KOTS ook een ontzettend goed woord. Het is niet alleen vies, het is ook een geweldig woord. Eentje die je zo lekker de mond uit kan spugen, gewoon in iemands gezicht. Zo zijn er wel meer woorden die aan de ene kant viezig zijn, maar aan de andere kant ook geweldig zijn. Ranzig is ook zo'n woord. Ik mag dat graag bezigen. Lekker door de mond laten mond rollen en wachten tot het juiste moment om het uit te spreken. Al is het op dat moment meer een uitspugen. Heerlijk woord, ranzig.

Maar ik blijf het raar vinden. Dat woorden een oordeel kunnen hebben in dez in van vies, fijn, leuk, aardig en gezellig. Alleen vind ik de woorden die een vieze nasmaak achterlaten toch wel de leukste. Die rollen zo lekker de mond uit. Ik ga er nog een paar bedenken.

De buitenlandse vlaggenverbranding

Midden in een drukke winkelstraat zit een oude vrouw op haar rollator van het zonnetje te genieten. Haar gezicht heeft ze opgeheven naar de lucht terwijl de bezige bezoekers van het winkelcentrum gehaast langs haar heen lopen. Ze laat haar gedachten afdwalen naar de actualiteiten van de laatste dagen, zoals de film die politicus Geert Wilders aan het maken is. Vooral de reacties die deze plannen losmaken beheersen haar gedachten als ze daar zit uit te rusten in het zonnetje.

Ze ziet de beelden van het journaal van gisteren weer voor haar. Afgaanse moslims die vlaggen van Nederland en Denemarken verbranden in de buitenlucht. Ook zij hebben de zon op het gezicht, maar zij genieten er geheel niet van. Ze schreeuwen leuzen en boze woorden. Het wordt ondertitelt, maar de oude vrouw gelooft deze niet. Nu in het zonnetje aldaar in de winkelstraat gelooft ze de ondertiteling nog steeds niet. Volgens haar is het allemaal de grootste onzin. Hoe is het namelijk mogelijk om in een land als Afghanistan, een land door oorlog en ellende verscheurt is, aan een Nederlandse of Deense vlag te komen? Er is in het hele land geen meter normaal voedsel te verkrijgen en opeens kunnen ze wel Nederlandse vlaggen krijgen... Het is gewoon té toevallig voor woorden. Dat kan niet anders zijn dan doorgestoken kaart.

Deze gedachten zwerven weg van de oude vrouw. Door de drukke winkelstraat waarbij ze zich door de in zichzelf gekeerde winkelende mensen laten negeren. Ze drijven verder, afketsend op de verschillende passanten tot ze uiteindelijk geheel weggedreven zijn. Niemand interesseert zich voor de gedachten van de oude vrouw. Ze word helemaal genegeerd daar in de winkelstraat, alsof ze slechts een stuk straatmeubilair is dat in de weg staat. Haar gedachten lijken mij toch een waarheid te bevatten, allen is er niemand die hierover verder wil denken. Zelfs mij kan het niet interesseren, ik liet haar gedachten ook verder drijven door de straat. Ik was te druk met winkelen en de zoektocht naar dingen. Ze zat heerlijk in het zonnetje, ik benijdde haar voor deze mogelijkheid maar was het binnen enkele seconden al weer vergeten. Alleen haar gedachten... waarom zijn er niet meer mensen die zich deze vragen stellen? Waarom kan het mij ook niet schelen?

Een optreden van Tom Carter

Eergisteren had ik de intentie om een optreden van Tom Carter te gaan bekijken. Ik had deze intentie zelfs zover doorgevoerd dat ik mijzelf in de zaal bevond waar het optreden plaats zou hebben. Ik had de vijf euro entree betaald, een biertje gehaald aan de bar en de vraag hoe ik van dit optreden gehoord had aan de ingang beantwoord. Aan alle kanten zag het er naar uit dat het een interessant, maar vooral leuk optreden zou gaan worden. Zelfs de opmerking die uitgesproken werd aan de ingang, namelijk dat er nog een extra bandje aan de line-up was toegevoegd maakte het geheel nog leuker. Daarbij bevond ik mij wederom in goed gezelschap, zoals men zich altijd in goed gezelschap kan bevinden als men naar dit soort optreden zou gaan.

Met een bier in de hand en een conversatie in de mond stonden wij daar te wachten tot de eerste band de vloer zou gaan betreden. Nu moet ik eerlijk zeggen dat ik niet verwacht had om de daadwerkelijke begintonen van de eerste band te horen omdat ik redelijk laat binnen kwam zeilen, maar de voorzienigheid besliste anders. Ik mocht de eerste tonen gewoon meemaken en aangezien er een extra bandje toegevoegd was aan de line-up mocht ik zelf twee keer de eerste tonen van het voorprogamma meepakken. En hiermee begonnen gelijk de eerste problemen met het volledig uitzitten van het optreden van Tom Carter. Het is hardstikke leuk als er op de avond zelf een band aan de line-up toegevoegd wordt, maar als het geheel pas begint als iemand een keertje besluit het podium op te klimmen of beter gezegd als de DJ eens besluit om op te houden met plaatjes te draaien. Zelfs de eerste artiest begon een beetje triest te kijken toen hij al tien minuten achter zijn opgestelde tafeltje zat te wachten tot hij mocht beginnen.

Hiermee wil ik gelijk de vinger op de zere plek binnen de scene van experimentalisten leggen. Het is allemaal veel te vrijblijvend. Zo vrijblijvend dat men begint wanneer daar zin naar is en eindigd wanneer het laatste bandje een keertje ophoud met spelen. Dit is ook allemaal mogelijk omdat de optredens plaats hebben in kraakpanden, tussen krakers en vrijbuiters. Mensen met meer tijd om hun handen dan handen om die tijd mee te vullen. Waarschijnlijk houden ze daarom ook geen rekening met mensen die een normale dagbesteding hebben ind e vorm van een baan, die wel vroeg op moeten, die afhankelijk zijn van openbaar vervoer en de daarmee samenhangende laatste ritten. In ieder geval was het gevolg van dit alles dat ik het hele optreden van Tom Carter moest gaan missen. Zelfs het optreden van GHQ, een band die ik helemaal niet kende maar mij gigantisch van mijn sokken deed schudden van genialiteit, heb ik maar voor de helft kunnen zien.

Nu kan ik eigenlijk wel een hele tirade tegen krakers gaan voeren. Ze gaan uitmaken voor werkschuw, idioot en naargeestig tuig dat alleen rekening kan houden met hun eigen wensen, waarden en normen maar aan de andere kant mag ik blij zijn dat zij deze experimentalisten überhaupt laten optreden in hun ruimtes. Geen andere zaal zal het aandurven om een band neer te zetten die zich muzikaal kenmerkt door gitaardrones, vreemde folkachtige structuren en bij elkaar gezochte geluidscollages. Daarvoor is het schare publiek gewoon veel te klein. Het is ook niet zo vreemd dat je altijd dezelfde gezichten ziet bij deze optredens. Gezichten waar waarschijnlijk ook een kraakverleden achter hangt, mensen met baarden en truien en met een muzikale bagage waar je 'U' tegen zou zeggen. Jonge mensen of beter gezegd mensen onder de dertig zie je ook bijna nooit, maar dit geheel terzijde. Muziek is van alle tijden en deze stroming is geheel niet anders. Alleen zou ik graag eens een concert geheel af willen zien, dus is vroeger beginnen geheel geen overbodige luxe. Of ik moet gewoon mijn baan opzeggen en mijzelf ook als een krakerig type gaan gedragen met veel te veel tijd om mijn handen....

Een film en een liedje

Net bij cinema.nl was een scene uit een film die ik nog steeds een keer graag wil zien. Ik heb de film over de jaren nooit gezien, maar hij staat nog steeds in de planning. Volgens mij is ie wel leuk namelijk. Maar vandaag zag ik de slotscene van de film en ik werd er zo door gegrepen. Echt werkelijk prachtige beelden en twee mensen die een fantastische acteerprestatie neerzetten. Weinig films zijn zo mooi stylistisch neergezet. Ik genoot er echt van. Nu wil ik deze film nog veel meer gaan zien. Binnenkort maar even naar de videotheek wandelen en een DVD-tje huren.

Aan de andere zijde ben ik ook bezig een idioot liedje te schrijven. Ik heb al het refreintje klaar, maar moet er nog even een gevatte tekst bij verzinnen. Dat gaat wel goed komen, denk ik. Hoop ik. Nee, dat weet ik wel zeker. Daarna moet ik nog even iemand vinden die er een dom riedeltje onder wil zetten en we hebben een geheide dansvloerhit te pakken. Daar ga ik wel van uit namelijk en daar moeten we dan maar voor gaan. Ik zie het in ieder geval al helemaal voor me. Hoe mensen helemaal gek gaan op het nummer. Het is in ieder geval mooi om te dromen. Ik zal alvast een tipje van de sluier oplichten. Tenslotte hoeft de burkha niet altijd gesloten te blijven.
Komt ie, het refrientje:

Helo, hola. Heb je nu Eboláá!
Kreeg je het soms van die koe, die daar in de Zóóó.
Eigenlijk had ik al zo'n vermoeden.
Hier heb je een doekje tegen het bloedéén!


Misschien moet er nog een zinnetje tussen. Dat vind ik wel namelijk, maar daar ga ik nog even verder op broeden. De rest van de tekst dus ook, maar dat zal wel snor komen.

edit: De tussenzin is nu al goed gekomen.

Slapen doet leven

Ongeveer twee nachten achter elkaar had ik om geheel onverklaarbare reden nogal slecht geslapen. Iets wat in mijn geval wel vaker voorkomt en waar ik me inmiddels totaal geen zorgen meer over maak omdat ik meestal een van de daarop volgende dagen uitstekend slaap. Ik kan wel zeggen dat ik dan werkelijk als een baksteen slaap, zinkend of niet. Daardoor ben ik dan weer helemaal fris, fruitig en in staat om de wereld in zijn volle lelijkheid tegemoet te treden.

Daarom ging ik gisterenavond ook weer met frisse moed en nogal moe naar bed. In de wetenschap dat ik heerlijk later in de ochtend mocht opstaat zag ik mezelf wel verzekerd van een lange nachtrust. Wat kwam ik vanochtend bedrogen uit... Niet omdat ik slecht sliep of zo iets dergelijks, in tegendeel juist. Ik sliep weer zoals ik hierboven al beschreef: als een zinkende baksteen. Heerlijk was het en de ochtend begon ook precies zoals beoogd met mijn ogen dicht en doorsluimerend terwijl mijn lieve schat haarzelf opmaakte om naar haar arbeid te gaan.

Alleen ging het niet lang daarna mis. Opeens ging geheel uit het niets mijn telefoon af. Iemand waagde het om mij te bellen in de veel te vroege ochtend op een moment dat ik mezelf nog drie, misschien wel vier keer zou gaan omdraaien. Een onbekend nummer gaf mijn telefoon aan, iemand die via een afgeschermde lijn belde. Dat kunnen maar twee dingen betekenen, mijn werk belt naar mij om iets te vragen of door te geven of ik word lastig gevallen door een of andere reclamecampagne. Nu komt dat laatste nooit voor dus hield ik het maar op het eerste, namelijk dat mijn werk belde om iets door te geven. Waarschijnlijk zouden ze willen dat ik eerder ging beginnen, maar daar had ik geen zin in dus drukte ik de lijn naar de voicemeel. Tenslotte mag iedereen die afgeschermd belt daar fijn naar gaan luisteren omdat het irritant is als je niet weet wie er belt. Babbel dan mijn voicemeel maar vol en gelukkig doen zij van mijn werk dat ook altijd.

Ik kreeg ook niet veel later de melding dat ik een voicemeelbericht had en nieuwsgierig als ik was beluisterde ik deze gelijk maar. Wakker was ik toch al en slapen zag ik mezelf niet meer doen omdat ik al wakker was. Tot mijn grote verbazing hoorde ik alleen niet iemand van mijn werk mijn voicemeel inspreken, maar iemand die even meldde dat zij verkeerd verbonden was. Iemand die verkeerd verbonden was! Iemand belt mij uit mijn welverdiende sluimering en slaap om te melden dat ze verkeerd verbonden is. Alsof ik daar op zat te wachten. Het was wel een reden om helemaal en geheel klaarwakker te zijn. Het geeft ook te denken, op zich is het wel een interessant plan om willekeurige mensen te gaan bellen op tijdstippen dat ze het absoluut niet willen en dan melden dat je verkeerd verbonden bent. Waar je des ochtends allemaal niet aan gaat denken als je telefoon volslagen doelloos afgegaan is.

Intermezzo

Ik droomde dat mijn portemonnee vermist was. Gestolen of anderzijds gewoon ergens kwijt geraakt, maar mijn portemonnee was gewoon verdwenen. In mijn droom was ik net bezig om de vermissing op te geven bij een niet-nader te noemen persoon. Het was een vrouwspersoon, maar wie ze verder was en wat ze deed weet ik niet meer. In ieder geval moest ik haar bellen om door te geven dat ik geen portemonnee meer had.

Ze vroeg me wat er allemaal in zat, wat ik allemaal kwijt geraakt was. Ik noemde mijn bankpassen, waarop ze gelijk riep dat deze geblokkeerd moesten gaan worden. Stel je voor dat iemand achter mijn pincode zou komen, dan konden ze mijn hele bankrekening leeg trekken. Iets wat ik niet zo'n aanlokkelijk vooruitzicht vond, ik wilde graag mijn pasjes laten blokkeren dus verbond ze me weer door. Intussen dacht ik verder, wat zat er nog meer in mijn portomonee.... Beetje geld in ieder geval, waarschijnlijk niet meer van tien euro omdat ik er niet van hou om met hele grote bedragen over straat te gaan. Er zat ook nog wat papierwerk in dat verder geen waarde had, maar toch interessant genoeg om bewaard te blijven en enkele foto's. Meer niet, ik heb niet zoveel nodig. Ik kan het met minder ook doen, vooral als het in mijn portemonnee moet zitten.

Opeens kreeg ik de schrik van mijn leven. Mijn OV-kaarten! Zaten die ook niet in mijn portemonnee? Als ik die kwijt was zou het een duur grapje gaan worden, dan kan ik mijn gratis reizen voorlopig wel vergeten en zonder bankpassen is het lastig geld opnemen. Hele doemscenario's verschenen in mijn geest, maar deze wist ik met één handbeweging op te lossen. Even in mijn jaszak voelen deed mij beseffen dat mijn OV-kaarten gewoon los in mijn zak zitten. Opluchting omgaf mijn systeem, mijn lichaam. Ik hoefde me in ieder geval geen zorgen te maken over mijn tochten met het openbaar vervoer. Die konden gewoon doorgang blijven hebben.

Een andere vrouwenstem aan de andere kant van de lijn noemde haar naam en de precieze reden waarom ik haar belde. Eigenlijk was ik naar haar doorverbonden, maar gelukkig had de andere dame haar al voorbereid. Ik hoefde mijn verhaal niet nogmaals te doen. "Die mensen zijn ook niet te geloven" vervolgde ze haar relaas. "Deze negers zijn net vieren!" Volgens mij had ik dat niet goed gehoord, al begreep ik ook werkelijk niet waar ze het over had. Welke negers? En hoezo zijn ze vieren? Ik liet mijn onbegrip en vooral ongeloof op een zeer voorzichtige manier blijken. Opeens wist ik het weer, dit hoorde helemaal niet thuis in mijn droom. Dit was een daadwerkelijk gebeurde situatie, eentje op mijn werk. Alleen verstond ik de persoon verkeerd, maar wat ze nu in mijn droom moest wist ik ook niet. Ik werd wakker, dit was me net even te veel werkelijkheid. Het was tien voor zeven in de ochtend. Drie minuten later ging de wekker, het was wederom een dag om te werken geworden.

Dag, Boudisque Amsterdam!

Over anderhalve week of iets dergelijks is het zover, dan komt er een einde aan een tijdperk. Tenminste dat vinden ze zelf. Voor mij was dat tijdperk in de late jaren negentig, misschien ergens in tweeduizend al afgelopen. In ieder geval gaat Boudisque Amsterdam ophouden met bestaan en dat moet jammer zijn. Persoonlijk ga ik er geen traan om laten, Boudisque was altijd wel een zaak waar ik even naar binnen schoot als ik op zoek was naar ceedees en platen maar de afgelopen jaren kocht ik er minder en minder. Zelfs lievr helemaal niets, maar ging ik er ui nostalgisch oogpunt nog heen.

Vroeger was het wel anders, toen kon ik gerust een heel maandsalaris in Boudisque besteden want toen hadden ze ook nog een catalogus waar je "U" tegen zei. Platen die nergens anders te vinden waren kon je daar gewoon uit de bakken trekken. Alleen de platenwinkel van Barooni was nog beter gesorteerd, maar die was slechts een kort leven en kan derhalve niet meetellen in het hebben van een tijdperk. Maar Boudisque in de oudheid was een instituut, de zaak waar je datgene kon vinden dat niemand durfde te verkopen. Tot er de klad in kwam, de vreemde platen begonnen steeds meer plaats te maken voor het meer mainstream werk. Langzamerhand begonnen de prijzen steeds te stijgen en in samenwerking met de teruglopende catalogus was het voor mij een reden om steeds minder tot nets te besteden bij Boudisque. Ik bracht mijn geld liever naar een platenzaak die dezelfde albums aanbood voor een paar euro minder. Boudisque had geen toegevoegde waarde meer.

Nu heb ik überhaupt nooit de toegevoegde waarde van Boudisque begrepen. Iedereen ging altijd prat op de zeer uitgebreide kennis van het personeel. Er werd beweerd dat wanneer zei het niet zouden weten ook niemand het zou weten, maar de hoeveelheid keren dat ik daar aan de balie stond om iemand met zijn mond vol tanden te laten staan is legio te noemen. Alleen gingen ze bij Boudisque zo prat op hun kennis dat ze het steeds meer begonnen te verwarren met arrogantsie (raar woord..) Ze durfde gerust te beweren dat wat ik vroeg niet bestond terwijl andere bronnen het tegendeel bewezen, wat zei op hun beurt weer afdeden als onzin. Misschien had ik ook niet naar zwaar obscure en vaag experimentele zaken moeten vragen in een zaak die deze producten al jaren niet meer verkocht, maar je verwacht toch iets in een zaak die zich een instituut noemt (en ook was in de oudheid).

Dus houdt Boudisque Amterdam op met bestaan. Ze zeggen zelf dat het komt doordat niemand, bijna niemand nog ceedees en andere geluidsdragers koopt maar dan ben ik toch een hele andere mening toegedaan. Boudisque heeft zichzelf uit de markt geconcurreerd door steeds meer op een doornormale platenzaak te gaan lijken. De laatste tien jaar was de Fame in Amsterdam nog beter gesorteerd dan Boudisqe ooit geweest was en dat zegt nogal veel. Als je daarbij optelt dat Boudisque ook nog veel duurder was dan elke andere willekeurige platenzaak dan is de optelsom snel gemaakt. Waarom zou je naar Bousique gaan als je elders hetzelfde veel goedkoper kan krijgen en de sortering van geluidsdragers ook nog veel beter is. En toch blijven ze doorgaan met in hun arrogante houding, ze noemen het een einde van een tijdperk dat ze er mee moeten ophouden terwijl ze de naam tijdperk niet eens meer mogen dragen. Je zou hetzelfde kunnen zeggen van elke willekeurige Freerecordshop die er mee ophoudt, ook dat is niet meer dan boeiend te noemen. Tien jaar geleden zou het jammer zijn, nu is het gewoon weer een platenzaak minder om te bezoeken aangezien ik niet doe aan DVD's kopen (waar ze best een aardige collectie van hadden, al waren die bij Boudisque ook duur, veel te duur).

Nog anderhalve week kan je even door de bakken bij Boudisque struinen. Zoals ze zelf zeggen moet alles weg en hebben ze daarom een opheffingsuitverkoop georganiseerd die al sinds negen februari loopt. Alles gaat weg voor tien procent korting. Tien procent korting! Zelfs in hun laatste dagen blijven ze zo arrogant dat ze niet eens een flinke opheffingsuitverkoop-korting willen geven. Boudisque Amserdam houdt op te bestaan en ik ga er geen traan om laten. Zelfs in hun laatste dagen ga ik er geen geld heen brengen, die tien procent korting krijg ik elders ook wel. Alleen is het dan de normale prijs die de winkel vraagt en niet het percentage dat Boudisque nog even op de verkoopprijs werpt. Ik kijk uit naar éen maart, dan is het doek echt gevallen. Hopelijk kan ik dan nog terugkijken op een waar tijdperk en met veel genoegen terugdenken aan de tijd dat Boudisque werkelijk een instituut was. Dag Boudisque Amsterdam, tot nooit meer ziens!

Singulariteit is Synchroniciteit

Volgens mij heb ik het nog niet zo lang geleden over Singulariteit gesproken terwijl ik heel iets anders bedoelde. Gelukkig is niemand het opgevallen en dat is ook niet zo erg. Ik zit er niet zo mee wanneer anderen de dingen niet oppakken, maar ik wens wel de juiste informatie te verspreiden dus waar Singulariteit staan moet je Synchroniciteit lezen.

Nu wordt Synchroniciteit door de heren en dames van de organisatie Skepis afgedaan als pertinente onzinnigheid, maar ik wil daar tegenin werpen dat de heren en dames van Skepis ook niet moeten denken dat zij de wijsheid in pacht hebben. Er zijn nog genoeg dingen die een bepaalde mate van onverklaarbaarheid hebben en niet alles is met wetenschappelijke methoden te weerleggen. Alleen is het jammer dan de dames en heren van Skepis het hier niet mee eens zijn en alles wat niet in hun straat past afdoen als pertinente onzin. Maar ach... ook dat is een manier om de werkelijke onzin uit de wereld te helpen en daarom mag Skepis van mij nog lekker lang doorgaan met tegen de paranormale wetenschappen en kwakzalverijen te schoppen. Misschien moet ik maar eens lid gaan worden van hun blaadje... (het is een idee)

Terug naar Synchroniciteit, wat anderen daarover beweren boeit eigenlijk ook niet erg. Eerlijk gezegd heb ik mijzelf er ook nooit diep genoeg in geinformeerd om er iets belangwekkends over te zeggen dus misschien is het wel de grootste onzin. Ik mag graag denken van niet omdat ik het niet als onzin wil beschouwen. Daarvoor heb ik meer dan genoeg vreemde zaken, zelf vreemde onverklaarbare zaken meegemaakt om het zo makkelijk terzijde te schuiven. Om een voorbeeld te noemen dat de naam Synchroniciteit mag dragen: Laatst, zo'n enkele dagen geleden had ik het over mijn nicht. Ik weet niet meer hoe we op haar als onderwerp kwamen, maar in ieder geval kwam ze te sprake in een gesprek. Vervolgens zitten we twee dagen later geheel toevallig naar Kassa te kijken. Nu is dat een progamma dat ik normaal gesproken nooit kijk en ook totaal geen behoefte aan heb. Maar we keken er naa, of beter gezegd het was als bewegend behangpapier bezig om ons te vermaken met gebabbel en interessantheid. En voor ik het door heb zie ik daar mijn nicht zitten. Precies de nicht waar ik het enkele dagen daarvoor over gehad heb...

Nu heb ik haar al meer als twintig jaar niet gezien. Toen haar vader overleed verwaterde het contact met de familie en heb ik haar nooit meer gezien. Tot die uitzending van Kassa waarin ze blijk gaf te geven te zijn opgelicht door een stel oplichters met weinig goede bedoelingen. Ik herkende haar onmiddellijk, ze was wel een heel stuk ouder geworden maar ze was onmiskenbaar mijn nicht. Grappig eigenlijk... dat vond ik toen al op het moment dat ik haar op de televisie zag voorbij schuiven.

Het gaf te denken, met Hyves kan je tegenwoordig vele oude bekenden terugvinden. Iets waar ik de laatste tijd ook weer veelvuldig mee bezig ben omdat het gewoon leuk is. Een trip dor memorylane willen de meeste mensen wel maken en ik ben er zelf ook niet vies van. Mijn jeugd is tenslotte doorspekt met leuke dingen, dingen die het herinneren meer dan waard zijn en zo'n zoektocht naar oude bekenden helpt alleen maar daarbij. Maar onder oude bekenden valt natuurlijk ook familie. Nu heb ik het meerendeel van mijn familie al jaren en jaren niet meer gezien en heb er ook niet echt behoefte aan om ze weer te gaan zien, maar ik was toch nieuwsgierig of ze op Hyves terug te vinden zouden zijn. Ik begon met de nicht die ik op televisie gezien had, tenslotte bleek uit de uitzending van Kassa dat ze actief was op het internet, dus waarom zou ze geen hyve hebben. Niets te vinden... Vervolgens haar zus, zij was altijd meer de socialere van de twee dus het was waarschijnlijker dat zij wel teug te vinden was. Ook geen teken van leven terug te vinden. Toen ben ik ten einde raad maar op mijn achternaam gaan zoeken en tot mijn stomme verbazing kom ik mijn vader tegen op Hyves. Mijn hele familie is nergens terug te vinden in de archieven van Hyves, maar mijn compleet bejaarde en zelf verklaarde digibeet van een vader heeft een hyve.

Hoezo kan je nu niet meer spreken van Synchroniciteit? Volgens mij is dit werkelijk een klassiek voorbeeld van dit fenomeen en kan ik er niet meer omheen dat het daadwerkelijk bestaat. Ik ben in ieder geval overtuigd, wat de dames en heren van Skepis ook mogen beweren. Maar eigenlijk was ik al een overtuigd aanhanger van het fenomeen, dit maakte het alleen weer even duidelijk dat ik het al was. En nu ga ik vrder met sollicitatiebrieven schrijven, want de wereld draait ook gewoon door. Er zijn belangrijkere zaken om mee bezig te zijn!

De pollepel, een onvindbaar voorwerp (deel II)

Om nog even door te gaan over de zoektocht naar een pollepel. Behalve dat dit illusieve voorwerp nergens te vinden is en je alleen bevreemdende zaken in de handen gedrukt krijgt heeft het ook nog een geheel ander onbedoeld effect. Tenminste dat denk ik tegenwoordig wanneer ik terug kijk op mijn momenten dat ik op zoek geraakt was naar een pollepel. Ik had al eerder gezegd dat je vreemde voorwerpen vind, dingen die je helemaal niet wil vinden of het bestaan van wil kennen maar dat ik niet alles. In mijn zoektochten ervaarde ik ook mensen die ik alleen ken van de televisie.

Gezichten die ik alleen gezien heb op het glazen scherm in mijn woonkamer. Menselijke vormen die altijd verkleind geprojecteerd werden door de buis stonden opeens naast mij in de winkel. Ook op zoek naar iets? Wat ze daar deden weet ik niet, maar ze stonden daar wel. Gewoon een vluchtige ontmoeting in een winkel, op straat of in het openbaar vervoer. Bekende nederlanders die in het wild rondlopen en eerlijk gezegd allemaal chagrijnig langs je heen proberen te lopen. In al mijn aanvaringen met de bekende nederlanders van de televisie heb ik er nog nooit een gezien die blij keek. Die een glimlach over had voor de wereld om hem of haar heen.

Nu bracht mijn zoektocht naar een pollepel op de een of andere manier een extra grote hoeveelheid bekende nederlanders op straat. Zo kwam ik in een willekeurige huishoudelijke-artikelenwinkel ergens in Amsterdam het vege lichaam van Michel Romeyn tegen. Ook hij was op zoek naar iets wat niet te vinden was of hij kon heel goed spelen dat hij op zoek naar iets was, want hij kon het niet vinden. Misschien was hij ook op zoek naar een pollepel.... Maar dat doet er niet toe, hij liep daar en stapte even later op zijn fiets om in de verte te verdwijnen. Schuifelend liep hij door de winkel, ik schuifelde een andere kant op onwetend van het feit dat zich hier een bekende nederlander bevond tot hij langs mij heen probeerde te schuifelen. Hij doorkruiste mijn blikveld en opeens ging er een golf van herkenning door mij heen. Ik kende deze man en niet van vroeger als zijnde iemand die ik eerder ontmoet had. Het duurde niet lang voordat ik hem voorstelde met een gigantische rode pruik en ik Jiskefet's Oboema in hem herkende maar wat moest ik met die informatie. Michel Romeyn schuifelde door aangezien ik, goed opgevoed als ik ben, hem gewoon liet passeren. Ik liet niet blijken dat ik hem herkende en blijkbaar had niemand dat in de winkel gedaan.

Zijn gezicht stond op chagrijnig, een soort donderwolk die niet op uitbarsten staat maar alleen dreigt in de verte. Zou hij het vervelend vinden dat niemand hem herkende? Of zou hij zo chagrijnig kijken omdat de winkel geen pollepels verkoopt (of waar hij dan ook naar op zoek geweest mag zijn)? Ik schonk er niet veel aandacht aan tot ik op straat, ergens op een hoek opeens Mart Smeets zag staan. Hij lummelde wat rond alsof hij wachtte op iets of iemand. Wederom zag ik zijn gezicht vertrekken van gezapig ontspannen naar steeds meer chagrijnig. Ik keek hem aan en zijn blik kruiste de mijne, even klaarde zijn gezicht op aangezien ik zijn kant opliep maar toen ik mijn blik over hem heen liet glijden schoot zijn uitdrukking weer terug in chagrijnig. Bij Mart Smeets was het niet eens een dreigende donderwolk, maar een daadwerkelijk op uitbarsten-staande onweersbui. Het gaf mij inmiddels te denken, zou het voor een bekende nederlander werkelijk vreselijk zijn om niet herkent te worden. Tenslotte zijn we allemaal op zoek naar erkenning, erkenning voor ons bestaan en onze daden. Als bekende nederlander kom je dagelijks met het hoofd op de televisie, de glazen buis in ieders woonkamer. Je doet daar je ding en raakt daardoor bekend bij de mensen die naar je kijken, maar als je in het wild rondloopt doet iedereen alsof je net zo onbekend ben als zijzelf. Hoe erg kan dat zijn? Hoe erg kan het zijn dat je niet op een regelmatige basis aangeschoten wordt met de vraag of je het echt bent? Het is tenslotte een gebrek aan erkenning voor je bestaan, voor je daden en de dingen die je doet. Zou het werkelijk zo vreselijk zijn als niemand je wil aanspreken?

Deze gedachten bleven even in mijn hoofd hangen terwijl ik ook Mart Smeets liet verdwijnen in de verte. Nu niet omdat hij verdween achter een straathoek maar omdat ik gewoon doorliep in mijn zoektocht naar een pollepel. Ik zit nu te denken dat Mart Smeets misschien wel aan het wachten was op een leverancier van pollepels, maar de kans daarop is natuurlijk wel heel klein. Ik durf zelfs te stellen dat dit pertinente onzin is, laat ik dit soort onzinnige gedachten maar achterwege laten. Ik was op zoek naar een pollepel en niet naar dwaze ideeën die de wereld totaal niet nodig heeft. Dwaze dingen zijn er al genoeg van, pollepels daarin tegen blijven een onvindbaar voorwerp.

Misschien denk je nu dat er een einde gekomen is aan de stroom bekende nederlanders die ik tegenkwam in mijn zoektocht maar niets is minder waar. Op één dag kwam ik meer bekende nederlanders tegen dan je op een normaal avondje televisie-zappen tegen het virtuele lichaam loopt. Zo zag ik in de verte nog Charlie Aptroot, maar die herkende ik niet. Het was pas later dat iemand mij wees op zijn bestaan, due telt hij niet echt mee. In een kledingwinkel verdween Lucille Werner in een pashokje. Iets wat ze een beetje schichtig deed waardoor ze mijn aandacht trok anders had ik haar nooit gezien. Ik wilde haar ook helemaal niet zien omdat ik niet in een kledingwinkel wilde zijn, maar een vruchteloze zoektocht naar pollepels maakt moedeloos en ga je op zoek naar iets anders. Spijkerbroeken bijvoorbeeld, alleen bleek ook deze vruchteloos te zijn. Ik acht de kans groot dat ik nog wel wat bekende nederlanders tegen het vege lichaam gelopen ben, maar eerlijk gezegd wil ik daar niet eens meer over nadenken. Ik was al murw geslagen door de chagrijnige blikken die ze allemaal uitstraalde, de blik die boekdelen sprak wanneer iemand geen erkenning krijgt voor zijn/haar bestaan. Een blik die treurnis en een gevoel afgewezen te zijn uitstraalde. Eigenlijk had ik medelijden moeten hebben met deze mensen, maar ik was té gefocust op mijn zoektocht naar een pollepel dat ik er niet lang bij stil wilde staan.

Pas toen ik in de tram zat en ik de televisiekok van Born 2 Cook Ramon Beuk mijn schoen zag uitchecken dat ik er over begon na te denken. Ik zag hem kijken naar mij en luisteren naar het gesprek dat ik aan het voeren was over Sunset Rubdown. Op dat moment was ik er net achter gekomen dat deze zeer amusante band in mei gaat optreden en daar was ik erg blij mee. Sterker nog, ik ben er nog steeds blij mee want ik vind Sunset Rubdown een band die alle aandacht verdiend en daarom zal ik ook zeker in de zaal gaan staan om ze te aanschouwen. Over het geven van de benodigde waardering van iemands bestaan te spreken... In ieder geval zat Ramon Beuk op dat moment mijn schoenen uit te checken en daar kan ik hem geen ongelijk in geven, het zijn ook mooie schoenen. Ik keek terug en vagelijk herkende ik hem van de televisie, maar zoals het een rechtschapen persoon ben, die ik moet zijn deed ik alsof hij een willekeurige trambezoeker was. Wederom begon hij steeds chagrijniger te kijken, alsof hij herkent wilde worden en mijn schoen uitcheckte om maar mijn aandacht te vragen. Op dat moment begon deze gedachtenstroom pas echt goed op gang te komen, pas nu realiseerde ik me wat ik net allemaal opgeschreven heb. Zijn blik was de trigger die ik nodig had en ik wist inmiddels dat ik hiermee de vinger op de hele zere plek gelegd heb. Arme mensen die met hun hoofd op de televisie komen...

Alleen bedenk ik me nu dat een televisiekok vast een goed idee heeft waar pollepels te koop zijn. Ik had hem eigenlijk moeten aanspreken. Misschien was het wel een teken van bovenaf, een stukje siguraliteit van het hoogste niveau. Op zoek zijn naar een pollepel die nergens te vinden is en dan een bekende kok tegen het vege lichaam lopen, hoe meer van toeval kan je spreken. Maar ja... ook dat bedenk ik me pas later. Daar heb ik nu niet zoveel aan en een pollepel heb ik ermee nog steeds niet gevonden.

De pollepel, een onvindbaar voorwerp

Op zoek naar een pollepel kom je altijd de raarste dingen tegen. Nu bedoel ik natuurlijk niet dat je thuis in de veiligheid van het eigen huis op zoek moet gaan naar een pollepel en dan tot de ontdekking komt dat je uitermate vreemde voorwerpen in je woning heb liggen. Natuurlijk bedoel ik dat niet. Pollepels dien je buiten de veiligheid van de eigen woning te zoeken, vooral wanneer je (zoals ik) totaal niet in het bezit ben van een pollepel.

Om geen pollepel te hebben is een vreemde gewaarwording. Een pollepel is een essentieel onderdeel van een huishouden, iets wat je jezelf pas realiseert wanneer er geen pollepel in huis is. Hoe moet je nu de soep opscheppen? Pannenkoeken maken....? Dat is zonder pollepel een aardige opgave aangezien het beslag niet vanzelf in de pan komt. Natuurlijk is het ongemak best op te lossen met noodmaatregelen. Een klein koffiekopje kan best dienen als opschepmiddel, maar toch is het niet hetzelfde. Er blijft altijd een gevoel van onbehagen, een gevoel van gemis achter dus ga je na verloop van tijd op zoek naar een pollepel. Je verlaat het eigen huis en gaat de zoektocht aan.

Nu is deze zoektocht al een onderneming op zich, want alles waarnaar je op zoek bent is niet te vinden. Overal is het net uitverkocht of hebben ze zo'n artikel nooit in de schappen gehad. Denk ook maar niet dat een alledaags gebruiksvoorwerp als een pollepel niet in deze categorie valt. Juist dit soort alledaagse dingen zijn onmogelijk om te vinden als je ernaar op zoek gaat. Je vind van alles, dingen waarvan je het bestaan nog nooit doorwrocht had of zelf nog nooit eerder gezien had. Dingen die geen mens nodig heeft, maar wel in plaats van het gezochte voorwerp in de schappen liggen. Wat moet iemand met een eierenprikker, een anti-spatdeksel of een gemengde deegsplitser? Ik heb er in ieder geval niets aan. Mijn soep kan ik er niet mee opscheppen en als ik navraag of ze een pollepel verkopen krijg ik een vieze blik naar mij geworpen. Alsof ik iets vraag dat té min is om in de winkel te liggen.

De afgelopen weken heb ik veel winkels gevuld met huishoudelijke artikelen gezien. Heel veel winkels ben ik binnen gegaan op zoek naar een doodnormale pollepel, maar nergens heb ik deze mogen vinden. Zelfs geen schappen waarin ze gelegen hadden, maar door de grote belangstelling net uitverkocht waren. Ze zijn gewoon niet te vinden, nergens. Wel heb ik messen, vorken en lepels van twintig euro per stuk gezien, borden is zo mooi zijn dat ik er niet eens van zou durven eten. Ik heb pannen gezien met een anti-aanbaklaag bovenop de anti-aanbaklaag, gebaksbestek dat gemaakt is van alleen plastic en nog veel vreemdere dingen. Maar een doodnormale pollepel is nergens te vinden, dat is een voorwerp waar je niet naar op zoek wil gaan. Daar ben ik nu wel achter gekomen. En nog steeds heb ik geen pollepel.... Waar is mijn pollepel. Ik wil soep eten zonder te morsen. Pannenkoeken maken zonder dat ik een koffiekopje vies moet maken. Ik wil een pollepel!

Helicopter boven het huis

Een helicopter cirkelt boven het huis als een uit de kluiten gewassen bromvlieg. Het geluid van de wentelwiek komt en gaat als het rondje dat het neemt steeds groter en weer kleiner wordt. Eigenlijk mis ik alleen het irritante getik tegen de ruit zoals een rechtschapen bromvlieg zou maken in de tocht door de woonkamer, maar voor de rest komt het op hetzelfde neer. Het gereutel van de helicopter komt me na enkele seconden al de neus uit. Na enkele minuten ben ik zelf dat zat.

Ik trek het raam open en scheeuw hard naar buiten: "Flikker op met dat kloteding!! Ik ben aan het douchen!" Een groepje wachtende huismoeders draaien als één man het hoofd om en kijken mij verschrikt aan. Er begint er eentje te lachen, een ander keert verschrikt het hoofd om. In ieder geval kom ik tot de conclusie dat het naar buiten schreeuwen niet zo'n goed plan is. Zeker niet omdat ik daadwerkelijk aan het douchen was en piemelnaakt voor het geopende raam staan nogal wat effect scoort. Niet het gewenste effect alleen, de helicopter blijft onverstoorbaar doorcirkelen boven het huis. Lichtelijk beschaamd sluit ik het raam en ga terug naar de douche, de wachtende moeders achterlatend om zich aan hun taak te kwijten.

Nog een uur cirkelde de helicopter verder over het huis. Mijn humeur werd er niet beter op, maar de gedachte aan de blikken van de huismoeders weerhield mij om verdere acties te ondernemen. Ik liet het er maar bij, uit eindelijk zou het wel ophouden of ik zou het huis verlaten om aan het werk te gaan. Het werd het laatste, de helicopter heb ik niet meer gehoord sindsdien.

Media-hype om helemaal niets

Sinds gisteren is Joran van der Sloot weer het gesprek van de dag. In de media is hij al weken het gesprek van de dag, maar waar gaat het allemaal eigenlijk om. Het is niets meer dan een grote berg ver-van-mijn-bed-show. Op Aruba verdwijnt er een Amerikaans meisje waarbij de laatste persoon die haar ooit gezien heeft (en waarschijnlijk ook een hand heeft in haar verdwijning) een op Aruba residerende Nederlander is. Kort gezegd, wat kan het Nederlandse publiek dit eigenlijk schelen?

Maar goed, in Amerika is het groot nieuws dus is het in Nederland ook groot nieuws ondanks dat er verder niemand iets mee te maken heeft. Er komt geen Nederlander aan te pas in dit hele verhaal, alleen een paar ver weg woonde en veel te rijke Nederlanders (al maakt dat laatste natuurlijk ook geen bal uit) Nu is Joran van der Sloot wel een ontzettende kloothommel, een kwalbak eerste klasse gezien zijn zwaar arrogante houding, de domme wijngooi-actie en meer van dat soort zaken. Zijn oude hospita scheen ook heel blij te zijn dat hij weer naar Aruba verdween toen ze hem weer eens oppakte voor de verdwijning van Natalee Holloway, dus dat geeft weer te denken. In ieder geval zal het in mijn ogen geen slechte zaak zijn om dit ventje lang achter tralies weg te stoppen, maar de mediahype slaat werkelijk nergens op.

Alleen omdat Amerika er een heisa van maakt moet dat in Nederland ook gebeuren. Uiteraard staat Peter R. de Vries dan vooraan om er een reportage over te maken en even doodleuk te doen alsof hij de hele zaak opgelost heeft. Hiermee krijgt hij in het land van de Amerikaanse droom zijn kans om wereldwijd door te breken als journalist. Niet dat daar iets mis mee is natuurlijk, de eerste de beste kans om Peter R. de Vries de landsgrenzen over te duwen moet natuurlijk aangegrepen worden. Het zal het klimaat op de neerlandse televisie in ieder geval flink doen opknappen omdat hij dan zijn kompleet over-de-top-gaande programma's niet meer hoeft uit te zenden. Laat hem zijn idiote opgeklopte mediahypes maar elder maken, net zo goed als Joran van der Sloot best achter tralies mag verdwijnen voor het zijn van een eikel en de kans groot is dat hij iemand omzeep geholpen heeft.

Maar laat de media zich eens druk gaan maken om belangrijke zaken. Dingen die in Europa gebeuren bijvoorbeeld, met mensen die er wel toe doen en iets belangwekkends te maken hebben. Zelfs het huwelijk van de franse president is nog interessanter nieuws dan het hele opgeklopte nieuwsfeitje waarin Joran van der Sloot betrokken is geraakt. En nu ik dit zo zit te typen: Ik dacht altijd dat mensen die verdacht werden van een misdrijf altijd recht hadden op privicy. Joran van der Sloot zou dan Joran van der S. worden en de inmiddels overal verspreidde foto's zouden met zwarte balkjes op de ogen zichtbaar gemaakt worden. Maar nu weet de halve wereld wie hij is, waar hij woont en ook hoe hij eruit ziet. Niet dat het die idioot van een van der Sloot enigzins uitmaakt, hij geniet toch wel van alle media-aandacht maar moet er niet iemand zijn die hem in bescherming neemt?

Ach... laten we ons maar weer met belangrijke zaken gaan bezighouden. Het huwelijk van de franse president is ook nog niet breed genoeg uitgemeten. In Servië hebben ze ook een nieuwe president, misschien zit daar ook nog een interessant verhaal in. In ieder geval gaat het om zaken die ons, Europeanen wel moeten kunnen boeien. Weg met die idiote ver-van-onze-bed-shows!

Noise op het International Film Festival Rotterdam

Afgelopen dinsdag stond ik opeens weer sinds lange tijd in Rotterdam, betonstad van Nederland. Rotterdam profileert zich als Architectuur-hoofdstad van Europa en eerlijk gezegd wil ik ze daar ook best gelijk in geven. Ze hebben er een paar hele mooie gebouwen staan, maar dat neemt niet weg dat ik het een pokke-stad van jewelste vind. Niet vanwege het alles omringende beton en troosteloze inrichting door alle verbouwingen die de stad teistert, maar door de sfeer die in de stad hangt. Het is een naar grimmige atmosfeer die je naar de strot grijpt zodra je Rotterdam Centraal oploopt. Ik kan het niet precies omschrijven, maar prettig is het niet. Alsof er een gigantische groep apen met stokken in de bomen om je heen rondhangen en elke stap die je zet in de gaten houden. Een soort semi-dreigende sfeer hangt er in Rotterdam, net alsof ze de grootscheepse verbouwing die in de veertiger jaren van de vorige eeuw in gang zette nog even dunnetjes over gaan doen.

Maar goed, ik ga niet naar Rotterdam om van de sfeer te genieten. Dat kan ik thuis ook wel, al moet ik dan wel even zelf voor sfeer gaan zorgen maar daar valt ook wel een mouw aan te passen. Neen, ik ging naar Rotterdam omdat bovenstaande artiest een optreden ging verzorgen. Hij zou de soundtrack van een film gemaakt door Cameron Jamie gaan verzorgen. Nu had ik van laatstgenoemde nog nooit gehoord, maar ik ben ook niet zo thuis in filmmakers maar Keiji Haino was mij zeker wel bekend. Niet dat ik zijn werk heel goed kende, maar in ieder geval goed genoeg om blij op te springen toen ik hoorde dat hij live zou optreden. Naar Rotterdam zouden we dus gaan, om film te kijken en om een geweldige noise-artiest aan het werk te zien.

Dat was dus afgelopen dinsdag. Na het werk ben ik gelijk naar Rotterdam getogen om aldaar de juiste persoon op te pikken Of pikte hij mij juist weer op...?? Maakt ook niet uit, we waren in Rotterdam. Onderweg naar het Luxor raakte we aangesproken door een engels sprekend persoon die wilde weten waar het Oude Luxor was. We lieten hem weten daar zelf ook heen te gaan en hij mocht ons best volgen. Dat aanbod liet hij niet aan zich voorbij gaan en gedrieën liepen we door de grimmige sfeer in de stad. Hoe anders was het toen we in het Oude Luxor aankwamen. De sfeer veranderde als een blad aan de boom, waar we eerst door een donkere, naargeestige stadse omgeving liepen werd deze bij binnenkomst veranderd in de warme atmosfeer die altijd bij noise-festiviteiten hangt. Het was niet echt druk in de lobby, maar we waren ook te vroeg dus dat verklaarde een hoop.

Tien minuten naar binnenkomst kwam er een dame naar iedereen toe met een redelijk grote kartonnen doos in haar handen. Ze deelde oordopjes uit, zoals ze zelf zei ging het hier om een extreem hard optreden dus waren de dopjes wel wenselijk. Het was duidelijk dat het normale publiek, de mensen die voor de films van het IFFR kwamen niet gewend zijn aan het geluid van noise. Maar ach.... een paar gratis oordopjes sla ik niet af en voor de eerste keer in mijn leven heb ik ze ook gebruikt. Niet omdat het nodig was, maar omdat ik niet wilde overkomen als een liefhebber van deze extreme muzieksoort. Ik wilde een keer anders overkomen dan de werkelijkheid laat zien. Het was alleen jammer dat de zaal waarin we zaten verduisterd was en niemand daardoor mijn poging anders over te komen kon zien. Volgende keer maar beter.

De film was interessant, werkelijk interessant. Een vreemde aaneenschakeling van beelden van vreemde vieringen waarbij een verklaring ver te zoeken was. De precieze bedoeling van de filmmaker werd nergens uitgelegd en dat gaf aanleiding tot veel speculatie. Het maakte het tot een ervaring die ik graag eens zou herhalen. Maar de film was bijzaak in het licht van Keiji Haino, zijn optreden was gewoon geniaal. Het was een bijna religieuze ervaring zoals hij zijn muziek de zaal in slingerde. Gitaar zoals een gitaar nog nooit geklonken had en een stem om eng van te worden. In samenwerking met de film werd het een totaal ervaring die ik mijn leven niet meer zal vergeten. Een compleet andere dimensie waarvan we even een glimp mochten opvangen voordat het doek weer dichtgeschoven werd. Hij maakte nog wel even snel een buiging voordat het definitief sloot. We bleven compleet overdonderd achter, zelfs de oprot-muziek in de vorm van Sunn O))) kon dit niet meer veranderen. Sterker nog het versterkte het gevoel van overdondering alleen maar meer.

De trein naar huis miste we op het nippertje, maar er waren nog volgende treinen die zouden gaan. Stoptreinen wel eens waar, maar het waren treinen die reden en de juiste kant op gingen. Op het station kwamen we de engels-sprekende gast die we tegenkwamen voordat we het Oude Luxor wederom tegen en we raakte in gesprek over noise, muziek, films en andere zaken die de revue passeerde. Hij moest tenslotte ook dezelfde trein hebben dus konden we langdurig met elkaar spreken. Hij bleek engels te spreken omdat hij een originele Israëliër bleek te zijn en ons Hebreeuws was te slecht om een conversatie mee te voeren. Het was een aaneenschakeling van gezelligheid en goede gesprekken in het engels. Volgens mij waren de mensen om ons heen vooral geschokt door de onderwerpen die we aansneden in de trein. Het waren niet de normale gespreksonderwerpen die we behandelden, maar dat kon ook niet anders na zo'n semi-religieuze ervaring die we enkele ogenblikken daarvoor ondergaan hadden. Ik ben er nog steeds van onder de indruk.

De dag daarna kon daar helaas genoeg niets meer aan veranderen. Zelfs zoveel niet, dat ik er gewoon niets over te zeggen heb. Keiji Haino is gewoon God, laten we hem president van de Wereld maken en de hele dag naar zijn muziek luisteren.

Wereldse problemen

Gisterenavond bedacht ik me dat het oplossen van wereldse problemen helemaal niet zo makkelijk is. Het begon met de oneerlijkheid die ik zie in de loterijen van de westerse wereld. Nu bedoel ik natuurlijk de loterijen die we hier in Nederland hebben. Ik heb geen idee van de zaken die over de grenzen plaatsvinden. Daar heb ik namelijk nooit enig onderzoek naar gedaan en ga ik ook niet doen. Dat is niet mijn probleem, dat is gewoon een té ver van mijn bed show en kan me derhalve geen kont schelen. Laat ik mijn pijlen maar richten op de loterijen binnen onze landsgrenzen.

Ik vond het namelijk altijd uitermate oneerlijk dat de grote prijzen naar mensen met veel geld gaan. Je hebt al veel geld en verdient er dan nog even een berg geld bij door alleen maar een lot in de loterij te komen. Hoe oneerlijk kan je het maken. Het is toch veel eerlijker als mensen met minder geld kunnen meedelen in een grote hoeveelheid geld, maar dat gebeurt maar heel zelden. Ik vond dit werkelijk oneerlijk, maar had er nooit goed over nagedacht hoe het zou komen. Tot gisteren, gisteren begon ik er eens een beetje over na te denken en binnen vijf minuten had ik al het antwoord.

Dat alleen de rijkere mensen een geldprijs winnen in de loterijen komt natuurlijk doordat zij het geld hebben om een lot uit de loterij te komen. Als je weinig geld te besteden heb dan ga je dat niet uitgeven aan een gok, aan een kleine kans op een geldprijs. Dan geef je dat geld liever uit aan de wekelijkse voedselvoorziening en andere vaste lasten. Geld om loten te kopen zijn er maar bij hoge uitzondering. Maar als je meer geld te besteden heb dan kan je best een lot uit de loterij kopen. Tenslotte kan je met gemak besparen op andere dingen, omdat je toch geld genoeg hebt om te besteden en hoef je niet eens te spreken van besparen. Je geeft het geld gewoon op een andere manier uit. Je kan zelfs geld opzij leggen om maandelijks aan de loterij mee te doen. De kans om een keertje te winnen word daarmee wel een heel stuk groter. Daardoor winnen doorgaans alleen rijke mensen de grote prijzen in de loterij. Hiermee kan je zeggen dat geld letterlijk geld maakt. Niet dat het er eerlijker van word, maar dat zal iedereen gewoon worst zijn.

Uiteraard heb ik ook nagedacht om de winkans in de loterijen eerlijker te maken, maar is dat wel zo wenselijk. Om de kosten van een lot gewoon goedkoper te maken kan je de loterijen toegankelijker maken voor iedereen. Ook de mensen met minder geld om te besteden zouden dan een lot kunnen kopen, maar aan de andere kant kunnen rijkere mensen zich weer meer loten permitteren omdat ze meer geld te besteden hebben. Hiermee blijft hun winkans altijd hoger dan die over armere mensen en blijft de oneerlijke situatie bestaan, al kunnen de armere mensen nu ook meedelen in de kansberekening. Maar willen we de loterijen wel goedkoper maken? Er zijn zoveel factoren die meespelen waar ik nu totaal geen rekening mee hou.

Het is net zoals het legaliseren van drugs. Ik ben daar een groot voorstander van, het zou een heleboel problemen in de wereld oplossen en waarom zouden we het ook niet doen. Nu weet ik wel een reden om het niet te gaan doen en deze heeft niets te maken met de schadelijkheid van drugs. Dat vind ik namelijk een belachelijke reden om drugs te verbieden. Verbied dan ook alcohol, nicotine en heel veel medicijnen die een verslavende werking hebben. Nee, de schadelijkheid van drugs is gewoon een berg onzin om als reden aan te voeren. Ik heb daarom een andere reden, namelijk een financiële. Heel veel drugs wordt nog steeds gewonnen uit natuurlijke producten. Producten die natuurlijk gekweekt moeten worden als landbouw gewassen. Nu groeien de meeste gewassen waaruit drugs gesynthetiseerd kunnen worden in derde wereld landen. In onze omgevingen zal je geen gigantische papaver- of cocavelden aantreffen omdat het hier gewoon niet rendabel is. Wij hebben andere producten om te verbouwen, de westerse wereld kan op normalere manieren aan hun geld komen. Maar in de derde wereld landen waar deze gewassen verbouwd worden kunnen ze niet anders. Het is voor hun de makkelijkste (en vaak enige) manier om aan geld te komen. Illegaal blijft het, maar als je niet anders kan waarom zou je het dan als illegaal zien.

Maar stel dat de handel en productie in drugs plotseling gelegaliseerd zal worden, dan zal de productie-opbrengst van de grondstoffen drastisch dalen. Hierdoor zullen de boeren die de gewassen verbouwen in de derde wereld-landen weer terugvallen in een grootscheepse armoede. Ze zullen veel meer moeite moeten doen om dezelfde inkomsten te halen als ze daarvoor deden. Dit is natuurlijk geen reden om drugs niet te legaliseren, maar het is wel een punt waar rekening mee gehouden zal moeten worden. Net als met de loterijen heeft elke keuze die gemaakt wordt gevolgen voor meer mensen dan het in eerste instantie lijkt. Vreemde zaak, maar toch blijf ik een voorstander van de legalisatie van drugs en kunnen de loterijen mij gestolen worden. Ik denk niet dat ik er aan mee zou doen als ik wel veel geld zou hebben. Tenslotte heb ik er nu ook al geen geld voor over, maar dat is meer omdat ik dan andere dingen moet laten. Gelukkig geen drugs, drugs gebruik ik niet meer.

Herrie tussen de boodschappen

Noot aan mijzelf: Nooit meer boodschappen gaan doen wanneer er een lichte hoofdpijn door het hoofd galoppeert. Nu heb ik ook een hele goede reden om dit aan mijzelf te schrijven aangezien ik net ruzie had in de winkel. Gewoon een woordenwisseling was het, er kwam geen bloedvergieten en pijnlijke kaken bij kijken. Slechts wat gegooi met woorden en onvriendelijkheden.

Het winkelen begon al niet goed. Een winkel vol met boodschappen en heel veel volk is al niet wenselijk met een vorm van hoofdpijn. Tenminste dat vind ik, ik wil altijd rust en vrede tijdens het winkelen maar wanneer het druk is valt er altijd wel enige ergernis op te doen. Alleen tot mijn grote verwondering kwam ik zonder al te veel ergernissen de winkel door. Ik kon zonder al te veel moeite mijn winkelmandje vullen met de boodschappen die ik nodig had. Uiteraard was ik weer wat vergeten, zoals ik altijd doe, maar dat had verder niets met de ruzie die ik ondervond van doen. Dat is namelijk een heel ander verhaal en zoals ik al zei vergeet ik vaker iets mee te nemen dus waarom daar over verder gaan.

Het verzamelen van de boodschappen ging zonder enig probleem. Ik ontweek de drukte als een volleerd jongleur, al goochelde ik niet met ballen maar met winkelend publiek. Ik omzeilde elk winkelwagentje en bejaarde alsof ik het dagelijks deed. En dat met een lichte hoofdpijn, ik stond van mijzelf te kijken. Nu had ik mijn jongste telg meegenomen, omdat hij het altijd leuk vind om mee te gaan met boodschappen doen. Hij helpt graag mee en zoekt ook graag dingen uit om in het mandje te werpen. Uiteraard alleen de dingen die ik ook werkelijk nodig heb en niet de berg snoep en lekkere dingen die hij graag zou willen kopen. Maar hij kan goed helpen en snapt dat we niet alleen van snoep kunnen leven. Hierdoor schoten we nog sneller door de winkel heen, de andere mensen in de winkel konden in ons stof bijten. Zo snel gingen we door de winkel, het was vermeldingswaardig.

Zo kwamen we binnen een kwartier met een vol winkelmandje aan bij de kassa. Nu moet je weten dat de supermarkt waar ik altijd mijn boodschappen haalt uitgerust is met supermoderne zelfscan-kassa's. Of te wel, je mag zelf je boodschappen scannen en op de lopende band werpen. Er hoeft geen cassieré bij aan te pas te komen en dat vind ik heel prettig. Ik ben nooit zo'n voorstander van spreken met mensen in functie dus als ik het kan vermijden doe ik dat ook. Daarbij vind mijn jongste telg het altijd geweldig om de boodschappen te mogen scannen en op de lopende band te leggen dus laat ik hem ook daarbij helpen. Dat dit weer ten kostte gaat van de eerdere snelheid neem ik maar op de koop toe, tenslotte heb ik toch geen haast. Maar blijkbaar werd dit niet op prijs gesteld. Het begon al met een oudere man die het nodig vond om heel dicht op ons te komen staan. Een duidelijkere invasie van mijn persoonlijke priveruimte kon ik niet verzinnen en ik begon me een beetje ergeren aan deze man. Hij maakte het nog erger door binnensmonds te mompelen: "Schiet eens op, ik heb meer te doen..." Mijn soms té scherpe gehoor pikte dit op en door zijn zwaar irritante gedrag waardoor hij mijn priveruimte in kwam begon ik nog langzamer de boodschappen te scannen. Sterker nog, ik liet alle boodschappen door mijn jongste telg scannen in plaats van het om de beurt te doen. Hij kan het namelijk nog niet zo goed. De oude man reageerde door nog dichterbij te komen en letterlijk op onze vingers te gaan kijken.

Uiteraard liep het een na laatste product vast waardoor ik om kassahulp moest roepen. Dat duurde ook weer lang en ook nog geheel onbedoeld, want zoals ik al zei was het druk in de winkel en hadden de cassieres het ook druk. Ik had de tijd, de oude man blijkbaar niet want hij wist binnen geen tijd er een kassahulpje bij te krijgen. Mijn probleem was opgelost en alleen het laatste product, een bergje appels, moesten nog ingescand worden. Uiteraard was dit mijn taak aangezien ik deze uitbesteed had aan mijn jongste telg, de grote helper. En in mijn jeugdige onschuld deed hij er vrij lang over tot groot ongenoegen van de oude man. "Schiet nou eens op met dat gekloot" begon hij te foeteren "Ik heb haast!" Ik keek hem aan. "Wat kan mij het nou schelen dat jij haast hebt" gooide ik hem voor de voeten. "Ik heb geen haast en moet net als iedereen mijn boodschappen halen." Een dodelijke blik werd geworpen. Ik ging verder. "Als je zo'n haast hebt moet je gewoon een andere kassa gaan nemen. Er zijn er genoeg, maar nee.... Je moet perse deze nemen en nog gaan lopen zeiken ook." Inmiddels waren de appeltjes verdwenen op de lopende band en begon ik heel langzaam aan het betalen van de boodschappen. "En nu ook nog een debiele discussie met mij beginnen ook terwijl je zo'n haast hebt. Hierdoor duurt het nog langer!" Ik keek de oude man heel vuil aan. "Je doet net alsof je de enige bent, er staan nog vijf mensen in de rij!" gooide hij er tegenin. Ik keek achter hem, drie mensen en een paardenkop stonden achter hem. Twee hoorde nog bij elkaar ook. Blijkbaar tast ouderdom ook nog het telvermogen aan. "Wat wil je nou, oude gek?" begon ik weer. "Je had toch zo'n haast, begin dan ook niet zo'n debiele discussie. Ik heb geen haast en probeer hier mijn boodschappen te doen in alle rust en vrede. Als je daar geen respect voor kan opbrengen moet je niet achter mij gaan staan. Het kan mij namelijk geen hol schelen dat je haast heb. Ik heb het niet." Het zinde hem duidelijk niet en hij probeerde hulp te zoeken bij de mensen achter hem, maar niemand reageerde op hem. Alleen een schaapachtig lachje werd hem toegeworpen.

Inmiddels had ik mijn boodschappen betaald en liep ik weg. "Wacht maar buiten anders!" kreeg ik naar mijn hoofd geworpen door de oude man. "Ik moet ook naar buiten, dus kom maar op met alles wat je hebt" wierp ik terug en begon mijn boodschappen in te pakken. De hoofdpijn was nu wel aan zijn hoogtepunt begonnen en ik had het helemaal gehad met die oude man. Hij liep gauw naar de cassiere om zijn witte bolletjes af te rekenen. Waarom je dan op een zelfscankassa gaat wachten snap ik niet, maar ieder zijn meug. Ik liep naar buiten en pakte de fiets. Inmiddels was de oude man ook buiten gekomen en tot mijn grote genoegen fietste hij precies dezelfde kant op als ik. Misschien was het heel slecht van mij, maar ik fietste hem achterna. Duidelijk niet op zijn gemak probeerde hij een beetje snel uit de voeten te komen maar hij kwam vast te staan in het verkeer. "Nu moet ik zeker gaan oppassen" piepte hij een beetje. "Nee hoor" riep ik terug. "Je hebt gewoon het geluk dat ik dezelfde kant op moet. Nu kan ik nog langer tegen je aanpraten!" Dat viel duidelijk niet in goede aarde. "Wacht maar tot ik je een keertje alleen tegenkom..." riep hij terwijl hij hard weg probeerde te fietsen. Rustig fietsten wij erachteraan terwijl ik hem uitlegde dat zijn gedrag als totaal-asociaal opgevat kon worden. Dat ouderdom geen reden was om onvriendelijk te zijn tegen andere mensen en meer van dat soort dingen.

Toen hij op het laatst van mijn route naar huis afweek wierp ik hem nog een laatste verwensing toe. Ook nog een goed bedoelde aangezien ik hem een fijn leven toewenste. "Dat heb ik al gehad!" wierp hij terug. Toch treurig dat oude mensen alleen nog maar terug kunnen kijken op het leven dat ze gehad hebben en niet meer vooruit kijken naar de jaren die ze nog te gaan hebben. De woorden "dat heb ik al gehad" zei mij meer dan zijn hele uiterlijk. Ik voel nu medelijden voor deze oude man, blijkbaar is zijn leven helemaal over. Waarom zou je dan nog haast hebben? Iets om voor te leven heeft hij namelijk niet meer. Zou ik hem nog een keertje tegenkomen? Misschien heeft hij nu wel iets om naar uit te kijken, het moment dat hij mij een lesje gaat leren. Het zou mij wel goed doen, dan heeft de man weer iets om voor te leven.

De domste televisiezender van Nederland

Zou ik wat over de domste zender van de neerlandse televisie durven schrijven? Ik begin gelijk met een waarde-oordeel terwijl ik eigenlijk niet eens weet of er hier mensen zijn die er vrijwillig naar kijken. Nu bedoel ik het ook niet dat het kijken naar de domste zender van de neerlandse televisie een slechte zaak is, maar aangezien ik het van de week een paar keer bekeken heb begon ik me wat af te vragen. De belangrijkste vraag die ik mijzelf begon te stellen was de prangende vraag of het intellect werkelijk zou dalen wanneer je de hele week naar deze zender zou kijken.

Zou je werkelijk dommer worden als je de hele week naar SBS6 kijkt? Nu weet je gelijk wat werkelijk de domste zender van de neerlandse televisie is. Dit is namelijk helemaal geen waarde-oordeel, maar een met feiten te onderbouwen feit is. Nu zal je mij niet horen over de constante stroom van informatie over wijlen Andre Hazes, Gerard Joling, Gordon of de verjaarsdagfeiten van Thomas Berge. Dat ik deze zooi gegevens beschouw als volslagen nutteloos en vooral dom-makend is werkelijk een waarde-oordeel. Eentje op mijn eigen mening gebaseerd en dus niet representatief voor de werkelijke situatie. Dat ik niet van bovengenoemde zangers en hun entourage hou wil nog niet zeggen dat andere mensen dat niet mogen doen. Mij hoor je daar verder niet over, zoals het spreekwoord al zegt: "Ieder zijn meug!" zei de boer en neukte zijn varken.

Ach ja.... Nederland op zijn smalst, dat is alles wat met Andre Hazes, Marianne Weber en Frans Bauer te maken heeft. Hier langdurig naar luisteren lijkt me ook funest voor het intellect, maar daar is eigenlijk nog nooit goed onderzoek naar gedaan. Persoonlijk lijkt het me niet nodig om onderzoek hier naar te doen. Het publiek zegt vaak al genoeg, maar dit terzijde. Ik heb geen hekel aan deze mensen, noch aan het publiek dat naar ze gaat kijken. Tenslotte zijn er nog genoeg demente bejaarden om te laten euthanaseren dus laten we onze pijlen eerst op hen richten. Waarschijnlijk hebben deze demente bejaarden ook veel te veel naar SBS6 gekeken in hun veel te lange leventje. Dement word je niet zomaar... en ik heb stellig het idee dat je van heel veel SBS6 kijken zwaar dement kan worden. Ik kan het weten, ik heb twee dagen naar alleen SBS6 gekeken en voelde mijn intellect met zeker twee punten dalen.

Het was heel eng. Ik begon met het kijken naar Hart van Nederland. Hierin was een item over een gestolen snackwagen. Een hele mooie snackwagen zou het geweest zijn, net drie maanden oud. En het ergste was nog dat er een speciale spiegel in hing. Eentje waar het portret van Andre Hazes in verwerkt was omdat de eigenaren van de snackcar fans waren van Andre Hazes. Tot zover ging het allemaal goed, mijn intellect bleef door deze, in mijn ogen volstrekt onzinnige informatie geheel onaangetast. Maar blijkbaar zinde de makers van Hart van Nederland dit niet of ze wisten dat de kijkers van hun programma niet willen nadenken. Ze wisten de kijkers te vertellen dat de snackcar gestolen was, wel vijf keer. Wel vijf keer lieten ze een foto zien van het verdwenen kleinood. Maar toen kwamen ze met de grootste ontdekking van allemaal. De snackwagen stond op slot, dus moest deze wel opgetakeld en weggesleept zijn!! Ja, lieve kijkers de snackwagen was opgetakeld en weggesleept om deze te kunnen slepen. Ik voelde mijn intellect gelijk dalen. Waarom zou je nadenken als het zo duidelijk was...

Maar ze wisten het nog bonter te maken. Zelfde programma, maar ander item. Deze keer ging het over een hond, een weggelopen hond. De hond kwam uit een plaatsje in Flevoland en werd vier dagen later teruggevonden in Zutphen. Het scheen hemelsbreed zo'n tachtig kilometer uit elkaar te liggen en dat lieten ze zien met een kaartje waar een vermoedelijke route op uitgestippeld werd. Uiteraard ging de route over de snelweg, want er is maar één weg uit de Flevopolder (tenminste volgens de makers van SBS6) en die loopt over de snelweg. Ach.. als je niet beter weet waarom zou je het dan ook gaan vertellen. Dat is veel te moeilijk, zelfs Andre Hazes zong niet van die moeilijke teksten en Frans Bauer is nog lichter te noemen. Tekstueel gezien bedoel ik dan, al is de fysieke verschijning van Frans Bauer natuurlijk ook werkelijk lichter. Maar terug naar de hond, die liep in Zutphen. Vier dagen was het diertje verdwenen en niemand kon zeggen wat er in de tussentijd met het diertje gebeurt was. Helemaal niemand, het was een mysterie. Ehm.... kunnen honden praten dan? En is er dan niemand die de fysieke verschijning van de hond kan aflezen? Volgens mij kan je veel aflezen aan de poten van het diertje. Veel lopen zou toch een aanslag zijn op het pootmateriaal, maar dat zou ik natuurlijk beweren. Ik ben geen gemiddelde SBS6 kijker. Wederom voelde ik mijn intellect dalen. Heel eng, want waarom zou je nadenken als het niet nodig is...

Ik kan ook nog wat zeggen over de micro-organismen die niet met het blote oog zichtbaar zijn, maar waarom zou ik dat doen. Ik wil nooit meer naar SBS6 kijken, daarvoor hecht ik veel te veel waarde aan mijn huidige intelligentieniveau. Het feit dat ik met een paar dagen al een met enkele punten gedaald ben wil niet zeggen dat ik hiermee wil doorgaan. Ik wil niet eindigen als een demente bejaarde die intens aan het genieten is van de nieuwste vrucht uit de schoot van Frans Bauer. Ik hoef niet te weten dat de zoon van Andre Hazes ook gaat zingen en net zoveel bier kan zuipen als zijn overleden pa. Of eigenlijk wil ik dat wel weten, maar dan wil ik het onderbouwd zien met feiten over de precieze hersencel-sterfte bij de kleine Dre. Dingen waar je over na moet denken. Ik wil geen voorgekauwde televisie, er moet geprikkeld worden. Nee, het is duidelijk dat SBS6 werkelijk de domste televisiezender van neerlandse bodem is en langdurige blootstelling hieraan is gewoon funest voor alles en iedereen. Misschien is het ook maar beter om niet openbaar te maken dat je naar deze ellende kijkt. Straks denkt iemand nog dat je het intellect van een demente bejaarde hebt en ook veelvuldig naar Frans Bauer en consorten luistert. Om over het mee wiegen op de maten maar te zwijgen.

Bezoek aan een begrafenis

Vanochtend had ik wat tijd over en besloot een stukje te gaan lopen. Gewoon een beetje de benen strekken en in dezelfde beweging mijn nieuwe schoenen verder inlopen. Dat laatste is absoluut nodig aangezien ik al een paar dagen met blaren op de hielen rondloop, dat is niet fijn. Nu helpen pleisters plakken op de zere plekken heel erg dus kan het verder inlopen van mijn schoenen gewoon doorgang vinden. Kortom ik heb er zin 'an en ging er helemaal voor.

Ondanks het water-koude weer genoot ik wel van het stukje wandelen. In mijn disc-man had ik (weer) een fijne ceedee van The Residents gestopt om op hun klanken mijn wandel-ritme te laten bepalen. Nu liep ik vijf minuten, na eerst een stuk in de bus gezeten te hebben want in mijn woonplaats wandelen kan ik altijd nog doen, toen ik aan het einde van de straat een begrafenis ontwaarde. Toevallig ben ik vaker op dat kerkhof geweest. Ooit heb ik er een paar dagen achter elkaar geluncht omdat ik de kantine van mijn toenmalige werkgever té deprimerend vond en daar alle rust kreeg die ik nodig had. Met het daar lunchen ben ik op een gegeven moment gestopt omdat het weer niet meewerkte en kerkhoven in de regen ook niet opbeurend zijn.

Nu was er een begrafenis bezig, een begrafenis van iemand met heel veel aanhang. Familie, vrienden, kennissen en waarschijnlijk wat vage buren hadden zich in het kleine kerkje midden op het kerkhof verzameld. Een partytent voor de deur van het kerkje schermde de laatkomers af van de elementen, al regende het niet echt. Gezien de grote groep belangstellenden voor de begrafenis vond ik het wel aanvaardbaar om ook even mijn gezicht te laten zien. Waar anderen een begrafenis als een naargeestige gebeurtenis wil ik het altijd zien als een onderdeel van het leven. Vooral omdat ik de dood niet zie als een definitief einde aan het leven, maar als een overgang naar een andere wijze van bestaan. Heel af en toe zie ik de dood zelfs als een vrolijk gebeuren en is de begrafenis die erbij hoort een klein feestje. Vandaag had ik weer zo'n bui, de begrafenis welke zich voor mij aan het ontvouwen was leek wel een klein feestje. Een klein feestje met héél veel genodigden aangezien het kleine kerkje tot de nok aan toe gevuld was.

De aanwezigen keken een beetje bedruk, sommige zelfs bedroeft en helemaal vooraan stonden mensen die duidelijk verdrietig waren. Ik had met ze te doen, zo verdrietig hoeft de dood ook weer niet te zijn. Het is allemaal een noodzakelijk onderdeel van het leven, we gaan allemaal dood en zo ook degene die vandaag ter aarde gesteld zou gaan worden. Ik nam plaats aan de achterzijde van het kerkje, de partytent wapperend in de wind achter mij. Intussen zette The Residents het nummer Constantinople in. Mijn discman liet ik maar gewoon lopen, de oordopjes gewoon in mijn oren. Ik kon natuurlijk besluiten naar de voordrachten van de nabestaande en pastoor te gaan luisteren, maar ik kwam al vrij laat binnen waardoor alleen de pastoor nog wat prietpraat te prevelen had en daarbij had ik toch geen flauw idee wie ter aarde gesteld zou worden dus waarom luisteren naar de verhalen over dit persoon. Ik luister liever naar The Residents, hun muziek is al overtroffen en in mijn ogen geheel perfect voor begrafenissen en trouwerijen.

"Here I come, Constantinople. Here I come!" hoor ik zingen in mijn oor terwijl de pastoor zijn ogen ten hemel slaat en wat onverstaanbaars over het aanwezige publiek mompelt. Een uitstekend begrafenisnummer is Constantinople bedenk ik me daar. Dit is echt een nummer dat ik ook op mijn eigen crematie ten gehore wil laten brengen. In mijn geestesoog zie ik het allemaal al gebeuren, maar voor ik me verder in deze dagdroom kan verliezen wordt ik aangesproken door een andere aanwezige bij de begrafenis. Heel erg kwaad keek de goede man mij aan en gebaarde naar mijn oordopjes. Ik keek hem vragend aan. "Is er iets?" fluisterde ik naar hem terwijl ik één dopje uit mijn oor trok. Met het dopje in mijn hand luisterde ik naar zijn antwoord. Hij vond het geheel stijlloos dat ik het lef had om een begrafenis te bezoeken van iemand die ik niet ken en dan ook nog naar mijn walkman blijf luisteren terwijl ik in God's huis sta. Ik keek hem aan. "Hoe weet u dat ik de overledene niet ken? Misschien ben ik wel een vage bekende van degene die daar in de kist ter rustte is gelegd. Dat kunt u helemaal niet weten." fluisterde ik hem toe. Hij keek me nog kwader aan, het was duidelijk dat mijn tegenwerping hem met een mond vol tanden liet staan. Hij begon geagiteerd met de vrouw aan zijn rechterhand te fluisteren. Ik negeerde ze verder en stak het dopje weer in mijn oor. De laatste tonen van Constantinople dreven voorbij en The Residents begonnen het volgende nummer in te zetten.

Voor in de kerk begon de pastoor het eindwoord in te zetten. Mensen bogen hun hoofd en een gebed werd ingezet. Vol belangstelling keek ik toe hoe de aanwezigen zich verloren in deze christelijke tradities. Zoveel dogma's en tegenstrijdigheden die rond dreven in dit kleine gebouwtje, maar niemand die er bezwaar tegen leek te maken. Het zou ook niet de plaats zijn, we waren hier samen gekomen om de overledene de laatste eer te bewijzen en niet om de fundamenten van het christelijk geloof aan te pakken. De gebed was beëindigd, een klein groepje mensen voor in de kerk begonnen de rouwkransen en bloemen bij de kist op te pakken en samen met de kist vormde een rij welke langzaam naar buiten stroomde over het gangpad. De aanwezigen sloten zich aan achter de rij waarna de kerk langzaam leeg stroomde. The Residents zongen door alsof er niets aan de hand was, al kreeg ik wel heel veel kwade blikken. Ik vroeg me af of de mensen wisten welke tekst mijn oren in geslingerd werden, tenslotte is het nummer God song niet een van de meest religie-vriendelijke nummers die er bestaan. Ergens wordt het idee van God toch een beetje belachelijk gemaakt door de heren Residenten. Eigenlijk ook niet echt een nummer om te luisteren terwijl iemand ter aarde wordt gesteld, maar daarvoor was het te laat. Het leed was al geschiet, de teksten uitgesproken en de noten gespeeld. Ik liep als laatste naar buiten. Tenslotte was ik slechts een ooggetuige van dit tafereel en had ik er verder ook niets mee te maken.

Inmiddels was het zachtjes begonnen met regenen. Hierdoor was de plaatsing van de party-tent voor de deur van het kerkje geheel geen gek idee. Ik bleef er mooi onder staan terwijl de rest van de aanwezigen zich rond het gat in de grond schaarde. Eigenlijk viel het me daar buiten pas op hoe triest zo'n gat in de grond eigenlijk is, vooral de grote hoop zand die ernaast geworpen is had een uitermate treurige uitstraling. Het zag er zo respectloos uit, een grote hoop zand naast een gat in de grond. Een beetje tussen twee graven ingepropt. Totaal geen kleedje eroverheen, zelfs geen stukje nepgras om het geheel een beetje fleuriger uiterlijk te geven. Gewoon een grote hoop zand. Iets verderop ontwaarde ik zowaar nog een berg zand. Blijkbaar zou er later op de dag nog een begrafenis gaan plaatsvinden. De pastoor had een drukke dag voor de boeg. Met deze ontdekking vond ik het genoeg, ik liep de begraafplaats af en liet de nabestaanden alleen met hun verdriet. Om ook nog mee te gaan in het ritueel van koffie drinken en cake eten vond ik ook weer te ver gaan. Daarbij moest ik nog gaan werken en daar schenken ze ook koffie.

Zit je rustig in de trein

In de trein maak je altijd wel wat mee. Vanochtend had ik weer eens veel te vroeg de trein om naar mijn werk te gaan. Niet dat ik een trein té vroeg nam, maar het was té vroeg in de ochtend om een trein te nemen. Het was überhaupt veel te vroeg in de ochtend om wakker te zijn maar dat terzijde. Ik moest vroeg de trein nemen dus nam ik vroeg in de ochtend de trein. Wel wil ik er aan toevoegen dat ik het niet leuk vond.

Nu heb ik er ongeacht het tijdstip een hekel aan als mensen in mijn buurt zitten. Waarschijnlijk komt dit door mijn grote ego en de behoefte deze flink de ruimte te kunnen geven, anderzijds zou het ook goed kunnen dat ik gewoon een grote misantroop ben en simpelweg een hekel aan mensen heb. Beide verklaringen vind ik aanvaardbaar, mensen moeten gewoon niet in mijn buurt gaan zitten en ik doe dat ook niet bij hen. Om verder contact met mensen te vermijden maak ik altijd goed gebruik van een discman met goede muzieken en zo'n gratis krantje om te lezen. Soms wil ik ook een boek lezen, maar die momenten zijn sporadisch te noemen aangezien ik meestal vergeet een boek in mijn tas te steken. Maar zo'n gratis krantje is werkelijk ideaal. Ze zijn niet te groot waardoor je met een berg wapperend papier loopt te klooien en ook weer niet te klein zodat je de dralende mensen in je ooghoeken kan ontwaren. Daarbij is het ook nog een amusante manier van nieuwsvergaring en achtergrondinformatie over het nieuws. Aangezien ik verder geen kranten lees zijn de gratis krantjes een perfecte uitkomst, op meerdere fronten blijkt maar weer.

Vanochtend zat ik te lezen in De Pers terwijl ik de muzieken van cEvin Key zat te luisteren. Persoonlijk vind ik De Pers het leukste gratis krantje dat er in het openbaar vervoer te vinden is en dit stuks papier neem ik altijd het eerste mee als ik ze kan vinden. Daarom zat ik te lezen in De Pers terwijl de Metro nog in mijn tas zat. Tegenover mij zat een dame rustig te lezen in een boek waarvan ik de titel niet kon ontwaren en eerlijk gezegd boeide het me ook niet. Ik achtte de kans groot dat het zo'n bestseller-boek als De Vliegeraar zou zijn of iets in die trant, maar het zou net zo goed een boek over de kwantum-fysische mechanismen van het vrouwelijk orgasme kunnen zijn. Eigenlijk boeit het niet zo, waar het om gaat dat we elkaar niet in de aura zaten. Zij zat geplakt weggedoken in haar boek tegen het raam en ik zat luisterend naar muziek te turen in mijn krantje op de tegenovergestelde zetel aan het gangpad. Een ideale situatie om in te verkeren in de ochtendspits. We waren er beide zeer tevreden mee en lieten ons rustig vervoeren door de NS.

Bij het volgende station gingen er weer mensen uit en kwamen er weer meer mensen bij. Ik keek niet op of om, ik was verdiept in een artikel in De Pers. Best een interessant artikel, al kan ik nu werkelijk niet meer herhalen waar het over ging. Maar als ik het zie kan ik gelijk aangeven dat het dat artikel was. Terwijl ik daar rustig zit zwaait er opeens een vreemde hand door mijn blikveld. Nogal geagiteerd maar vooral verstoord in een interessant artikel kijk ik op. Door mijn muziek heen hoor ik de persoon die voor mij staat vragen of hij daar mag zitten. Hij wijst op de plaats naast me. De plaats waar ik strategisch mijn tas heb gelegd omdat ik op mijn privacy gesteld ben. Het liefste had ik hem geantwoord: "Nee, daar kunt u niet zitten! Ga tegenover me zitten, daar is plaats zat. Of nog beter ergens verderop zodat we helemaal geen last van uwer tronie hebben!" Maar dat zei ik niet. Ik keek het sejut aan met de vuilste blik die ik die ochtend kon trekken, zuchtte héél diep en trok mijn tas op schoot. Intussen mompelde ik wel wat krachttermen waar de idioterie van dit persoon de boventoon voerde.

Nog steeds kan ik er niet over uit. De trein was misschien redelijk gevuld, op zogenaamde vier-zits die de coupe telde zaten wel twee of meer mensen maar er was plaats genoeg om niet naast mij plaats te hoeven nemen. Ik ging al uitermate strategisch zitten aan het gangpas met mijn tas naast me zodat men al moeite moest doen om naast me te gaan zitten. De zetel precies tegenover mij zou dan eerder ingenomen worden. Maar er zijn blijkbaar altijd idioten die anders wensen. Die perse willen zitten waar jij (ik dus) wil dat ze niet gaan zitten. Vandaag was ik nog vriendelijk, maar er komt een dag dat ik daar geen zin meer in heb. Ooit komt die dag, alleen weet ik niet wanneer deze komt. Niemand weet dat, het is daarom beter om niet naast mij te gaan zitten in de trein. Helemaal niet als ik geen idee heb wie je bent. Blijf uit mijn aura!

Nieuwe schoenen



Zo heb ik ook nog een paar nieuwe schoenen gekocht. Dat was ongeveer in dezelfde periode als ik rondliep met kip in den spreekwoordelijke krop en uiteraard was ik daar niet alleen in, maar dat is een ander verhaal. Vandaag heb ik schoenen gekocht. Niet letterlijk vandaag, maar vandaag ga ik net doen alsof ik nieuwe schoenen heb gekocht. Nu is dat ook wel waar, ik heb echt nieuwe schoenen gekocht maar dat was afgelopen weekend. Dat telt vandaag eigenlijk niet meer mee, mits ik niet net over mijn nieuwe schoen struikelde.

Nieuwe schoenen dus. Die heb ik gekocht. Ik moest ook wel want de verkoopster van de schoenen weigerde ze mij mee te geven voordat ik een bepaald geldbedrag overhandigde. Ik pinde het, dat was haar om het even. Niet veel later liep ik naar buiten op mijn nieuwe schoenen. We waren er fier mee, we waren er blij mee. Ik was namelijk al een tijdje op zoek naar nieuwe schoenen aangezien mijn oude de brui eraan gegeven hadden. Als een kind was ik zo blij, net na de kerst en nieuwjaar had ik mijzelf kunnen voorzien van nieuwe schoenen. Ik zou goed beslagen het ijs kunnen betreden. Voor mij konden alle komende feestdagen niet beter gaan beginnen. Ik zou pasen, pinksteren en carnaval met verve kunnen nemen. Met verve op mijn nieuwe schoenen. Soms liep ik over straat en kreeg ik de neiging om op te springen als een klein kind en mijn hakken in de lucht tegen elkaar te klakken. Ik deed het niet, niet omdat iemand er wat van zou kunnen zeggen.... In tegendeel juist, het was vooral omdat ik niet lenig genoeg ben om dat te doen. Ik denk dat tenminste en dat blijft ik graag doen. Met mijn nieuwe schoenen.

Lang heb ik alleen niet mogen genieten van mijn nieuwe schoenen. De volgende dag ontdekte ik een zere plek op mijn hiel. Eigenlijk voelde ik deze meer dan ik het daadwerkelijk ontdekte, maar op zich komt het op hetzelfde neer. Een zere plek op mijn hiel, in mijn nieuwe schoenen en duidelijk veroorzaakt door mijn nieuwe schoenen. Het was inderdaad een blaar. Eentje die zich verspreidt had over beide voeten, beide hielen. Ik had ook beter moeten luisteren naar de verkoopster toen ik mijn nieuwe schoenen aanschafte. Ze riep nog dat ik de schoenen moest inlopen en als ik iets zou voelen gelijk terug moest gaan naar mijn oude schoenen. Maar ik ben eigenwijs. Ik denk dat ik onsterfelijk, maar vooral onkwetsbaar ben. Dat denk ik nog steeds, maar ik ben net als Achilles. Ook ik blijk zwakke plekken te hebben..... Nu ben ik als het kind op de foto. Blij dat ze er zijn, maar uiteindelijk is het toch een beetje eng. Maar ja, een paashaas is nog geen paar nieuwe schoenen. Binnenkort zal ik ze weer aandoen, als mijn hielen een beetje genezen zijn. Dan kan iedereen genieten van de geneugden die mijn nieuwe schoenen met zich meebrengen. Heb je er al zin 'an?!

Kip, het meest vasthoudende stukje vlees

Vorige week vond ik een paar heerlijke kippenbouten op mijn bord. Nu hou ik erg van kippenbouten en dan vooral het opeten van kippenbouten dus ik hoef niet veel woorden vuil te maken aan het feit dat ik er zonder pardon aan begon te knagen. Ze smaakten weer uitstekend, zoals ze altijd uitstekend smaken. Alleen kreeg ik na het eten er toch een licht gevoel van spijt dat ik de bouten opgegeten had. Niet omdat ze niet lekker waren of nog veel erger dat ik een idee van salmonella van zou kunnen krijgen, maar door iets heel anders. Iets dat eigenlijk heel weinig mensen zal treffen, maar voor mij altijd een punt van aandacht is.

Misschien is het handig om bij het begin te beginnen. Toen ik een jaar of tien, misschien was ik zelfs pas een jaartje of negen, had ik namelijk precies hetzelfde probleem. Ik had die avond een heerlijke kippenrollade naar binnengewerkt waarna de ellende begon. Op zich is rollade wel iets geheel anders dan een kippenbout, maar het ontstane probleem kwam wel op hetzelfde neer. Vlak na het eten begon de ervaring dat er stuk voedsel vast zat in mijn slokdarm. Laat ik voorop stellen dat het absoluut mijn slokdarm is waar het stuk voedsel in vast kwam te zitten omdat ik één van de weinige mensen op deze wereldbol ben die het geluk van een niet-functionerende slokdarm kent. Het weinige mensen moet hier wel als een groot schromelijke overdrijving opgevat worden, maar dit terzijde..... Er zat kip vast in mijn slokdarm en dat doet zeer!

Tien jaar oud en een grote pijn die zich manifesteert in mijn slokdarm. Gelukkig kan ik me er weinig van herinneren, behalve dat ik naar het ziekenhuis moest om de kip te laten verwijderen. Ik weet nog dat het geen plesante ervaring was, maar dat kwam omdat het een hele operatie was om de boel te verwijderen (letterlijk) Sindsdien heeft dit feit zich nooit meer voorgedaan, op een keertje na met een lolly maar dat loste zichzelf op en lolly's zijn daarna mijn mond niet meer ingekomen. In ieder geval was ik er zo door op de feiten gedrukt dat ik sindsdien altijd op het voedsel lette wanneer ik aan het eten was. Nogmaals zo'n ellendige situatie doormaken wilde ik absoluut voorkomen en ik heb het heel lang volgehouden kan ik zeggen. Om precies te zijn tot vorige week, toen ging het nogmaals mis zoals uit mijn uiteenzetting natuurlijk al te verwachten was.

Geheel rustig zat ik toen te knagen aan twee kippenbouten. Beide smaakte mij zeer goed, het vleessap liep hier en daar over mijn kin en uiteraard kon ik nog enkele stukjes dopen in de laatste restjes curry die op mijn bord lagen. Op dat moment was er nog geen vuiltje aan de lucht, ik had nergens last van behalve de gebruikelijke sores die voor mij de normaalste zaak is tijdens het eten. Maar enkele momenten na het verorberen van de kip begon het nare vermoeden dat er meer mis was. Waar ik normaal gesproken de achtergebleven voedselbrokken wegspoel met een bergje drinke,.enkele slokken van het een of ander om de keel te smeren en het eten een snelle doorgang te geven, bleek dit totaal niet te helpen. Een uur na het eten wist ik het zeker. De kip had zich vastgezet in mijn slokdarm, een pijnlijke situatie begon zich te ontvouwen. In dit geval niet figuurlijk gesproken aangezien er totaal niets te zien was, maar een letterlijke pijn zette zich vast in mijn keel. Een nogal streng aanhoudende pijn, alsof iemand het nodig vond om met scherpe breinaalden mijn slokdarm te beprikken.

Langzaam begonnen de doemscenario's uit het verleden door mijn hoofd te spelen. De gang richting het ziekenhuis zag ik al helemaal voor me. Weer onder narcose gebracht worden om een brok kip te verwijderen. Waarschijnlijk zou er weer een hele tour worden om de problematieken aan de artsen wijs te maken en meer van dat soort dingen. De pijn in de keel zou gelijk enkele dagen gaan aanhouden, al was het eventuele vooruitzicht om een dag of twee op vla en ander zacht voedsel weer wel aanlokkelijk. Toevallig vind ik vla, ijs en andere zacht voedsel totaal niet erg om te verorberen en met een pijnlijke keel is het nog lekkerder omdat de verzachtende werking dan nog groter is. Maar de nadelen wegen totaal niet op tegen dat voordeel, het is en blijft een doemscenario van grote proporties. Ik wilde helemaal niet naar het ziekenhuis. Niet nog een keer.

Maar gelukkig ben ik nu ouder, ouder en wijzer en wist ik wat er aan de hand was. Ik besloot af te wachten. Misschien zou het gedurende het weekend wel wegzakken naar de plaats waar het verteerd tot voedingsstoffen kon worden. Misschien..... Ik vond het idee van een misschien wel aanlokkelijk. Zo aanlokkelijk dat ik er spontaan misselijk van werd. Deze misselijkheid gaf mij zicht op een ander lichtpunt, een andere mogelijheid om uit deze ellendige situatie te komen. Als de kip niet meer naar beneden wilde gaan zou ik het misschien naar buiten kunnen dwingen door mijn maaltijd op een verkeerde manier naar buiten te werken. Er begon zich een plan te vormen in mijn hoofd, maar voor ik deze überhaupt tot uitvoer kon brengen bevond ik mijzelf al met mijn hoofd in het toilet om flink te kotsen. Tien minuten later lag mijn hele maaltijd in het toilet. Al is mijn hele maaltijd ook een groot woord, het was alles minus het stuk kip dat vast zat in mijn slokdarm. Alles was eruit gekomen, maar het stuk in mijn slokdarm had zich manmoedig vastgeklampt in de vlezigheid die mijn slokdarm is. Ik moet zeggen dat dit wel wat vloekwoorden teweeg bracht, vooral omdat het ietsje meer pijn deed dan daarvoor. Wederom zag ik een gang naar het ziekenhuis in de toekomst opdoemen. En ik wilde helemaal niet naar het ziekenhuis!

Ik besloot er een nachtje over te slapen. Het feit dat ik een gevoel van breinaalden in mijn slokdarm weerhield mij niet om van een goede nachtrust te genieten. Ik sliep als een dode, rustig, stil en vooral onbewegelijk. De volgende dag werd ik verkwikt weer wakker, al bleef de nare pijn in de keel onverminderd voortduren. Weer kwam het idee van een gang naar het ziekenhuis opdoemen, maar eerst moest de innerlijke mens versterkt worden. Ik had sinds gisterenavond nadat het stuk kip zich vastzette in mijn keel niet meer gegeten en die maaltijd had ik ook uit mijn maag verwijderd. Ik had honger en een flinke honger ook nog. Weer kwam er een kleine hoop in mijn hoofd. Een sprankje dat begon op te leven aangezien ik bedacht dat door het eten van brood misschien de kip verder naar beneden kon duwen. Al had ik er wel een hard hoofd in, maar het was het proberen waard. Het brood ging er in als koek, het smaakte goed en naar meer maar de kip ging er niet mee weg. Helaas genoeg bleef het gevoel van kip in de keel blijven bestaan, al werd het wel minder. Alsof er een stuk verdwenen was, alsof het lichtelijk kleiner was geworden. Het gaf hoop. Ik at nog meer brood en langzaam kreeg ik het gevoel dat het allemaal weer normaal begon te werken. De kip verdween uit mijn slokdarm. Ik kon weer vrijelijk leven, zonder een naar gevoel van voedsel in de keel en daarbij heb ik ook weer wat geleerd over mijn lichamelijkheid. Voedsel in de keel gaat weg door nog meer voedsel in de keel te stoppen en dat is beter dan een gang naar het ziekenhuis maken.