25 januari 2009

Star Wars volgens mijn telgen

Voor ik verder ga wil ik als laatste toevoegen dat de Star Wars saga niets meer dan een berg kinderfilms zijn. Mijn jongste telg (het goede kind is om precies te zijn vijf jaar oud) is helemaal gek van Star Wars. Het begon allemaal met Lego Star Wars - the game, waarbij hij na het uitkomen van deel II helemaal los ging. Lego Star Wars was helemaal geweldig, de wereld draaide helemaal om legopoppetjes die allerlei lego-versies van Star Wars-avonturen aan het doormaken was. Zelfs zijn broer wist de lokroep van Lego Star Wars niet te weerstaan en hele dagen werden verspild met het uitspelen van Lego Star Wars I & II. Eerlijk gezegd moet ik toegeven dat ik het ook erg leuke spelletjes vind (vond?) en ook wel eens een legopoppetje zijn lego-laserzwaard rond heb laten zwaaien.

Nu duurde het niet lang voordat mijn telgen leerde dat Star Wars eigenlijk helemaal niets met Lego te maken heeft. Lego had gewoon de ideeën van Star Wars vertaald naar kleine poppetjes, geweldige lego-ruimteschepen en aanverwante spullen. Op zich wil dit al zeggen dat Star Wars niets meer is dan een berg kinderfilms, maar ik ken genoeg volwassenen die nog met Lego spelen. Het zegt eigenlijk nog helemaal niets en Lego mag niet de maatstaf zijn voor kinderachtigheid. Mijn telgen gingen helemaal los toen er reclames verschenen van de tekenfilm Star Wars - the Clone Wars. Het zou de laatste incarnatie van een Star Wars film zijn en eerlijk gezegd was het een kolfje naar de hand van mijn telgen. Laserzwaarden werden uit de fantasie getrokken en hele gevechten werden in mijn woonkamer uitgevochten. Hierbij werden uiteraard alleen de bad guys uitgebeeld in hun spel, want die zijn het leukste om te spelen. Dat vind ik, dat vinden mijn telgen en dat is gewoon zo.

Inmiddels heeft mijn oudste telg Star Wars wel een beetje gezien. Hij zwaait nog wel eens met ingebeelde laserzwaarden, maar dat doet hij meestal om zijn broertje te plezieren. Zijn broertje is namelijk helemaal in Star Wars. Hij surft het hele internet over op zoek naar beeldmateriaal van Star Wars. Hij bekijkt het keer op keer op keer. Zelfs alles wat maar vagelijk met Star Wars te maken heeft wordt gretig bekeken. Met lede ogen wordt het aangekeken door zijn oudere broer, die volgens eigen zeggen al té oud is om naar Star Wars te kijken. En nu ik het er toch over heb is Star Wars niets meer dan een kloon van Lord of the Ring. Zoals eigenlijk elk helden-epos niets meer is dan een hercreatie van laatstgenoemde, alleen is Star Wars een stuk kinderachtiger dan Lord of the Ring ooit kan worden. Mijn telgen vonden de films over Gollem, Frodo en de ring ook erg geweldig, maar toch een beetje eng. Nee, ze zien liever Star Wars. Star Wars met zijn zwaaiende laserzwaarden, ruimteschepen die overal heen vliegen en mannetjes die een of andere magische kracht bezitten. Dat de Stormtroopers naar mijn jongste telg genoemd zijn (volgens hemzelf dan) speelt natuurlijk ook een hele grote rol. Misschien wel de allergrootste...

18 januari 2009

De voorspelbare mens

Het blijft grappig om te zien hoe voorspelbaar mensen eigenlijk zijn. Zelfs mensen die je denkt te kennen, maar eigenlijk niet meer dan vage gezichten in de verte zijn. Zelfs zij kunnen een grote mate van voorspelbaarheid hebben. Sterker nog, juist omdat ze mensen zijn kunnen ze alleen maar voorspelbaar zijn.

Om een voorbeeld te nemen zonder er verder diep op in te gaan. Wanneer je een ernstig bericht in de krant leest. Van die berichten waarbij mensen overleden zijn of juist ternauwernood aan de dood ontsnapt zijn. Berichten waarbij de dood of bijna-dood ontstaan was door een bepaalde mate van onrecht. Of berichten waar de mens een mate van onrecht moest doormaken, onrecht geboren uit geheel ongeboren regels en afspraken. Je kent ze wel, de berichten waar je "ooooh, wat erg!" van gaat zeggen. Die berichten. Je hoeft ze maar te lezen en nog voordat de dag om is verschijnen de eerste blogs op het internet om er schade van te spreken.

Al is spreken eigenlijk een groot woord. Het is meer een vorm van prediken zonder dat er daadwerkelijk naar de situatie gekeken wordt. Sterker nog, het hele bericht wordt op de eigen situatie getrokken. Alsof ze het zelf overkomen zijn en zij er zo diep door geraakt zijn dat de wereld opeens een hele slechte plaats is. Alle ellende van de wereld weten deze mensen naar zich toe te trekken en op zichzelf te betrekken. Positiviteit is ver te zoeken. En op zich vind ik hier niets mis mee als ze de berichten eens van alle kanten bekeken. Alles heeft meerdere kanten, alles heeft zijn redenen en oorzaken. Alleen wordt daar niet naar gekeken. Er komt een reactie als een oprisping. Een onderbuik-gevoel wordt aangesproken en benoemd in het blogbericht. En daarmee mag je het doen. Er is iets vreselijks gebeurt in de wereld dichtbij en dat raakt ons allemaal. Gelukkig durf ik de andere kant van een bericht ook nog te bedenken dus is de wereld in mijn ogen nog niet zwart/wit.

Edoch zijn er ook andere mensen. Mensen die rondgaan over de wereld, hun wereld, als een connaisseur van exotische zaken. Zaken die de meeste mensen niet kennen en daar halen zij hun zelfrespect vandaan. Uit het kennen van deze zaken en dat zij één van de weinigen zijn die zich hierbinnen durven te bewegen. Het is altijd grappig om deze mensen bezig te zien. Hun stokpaardjes berijdend alsof het onbreekbare bergen zijn gevuld met exotisch sneeuw en prachtige vergezichten. Alleen als je een beetje goed kijkt zie je dat het eigenlijk niets bijzonders is. Ze zijn connaisseurs van een semi-intellectuele bovenlaag die gebaseerd is op veel diepere lagen. Alleen moet je deze mensen daar niet op wijzen, tenslotte halen ze hun zelfrespect uit de beweringen connaisseur te zijn. Als je wijst op veel dieper gelegen lagen sluiten ze de oren, wijzen ze de andere kant op en proberen ze je te negeren. Stel je voor dat iemand zou zien dat het niets bijzonders is wat ze beweren...

Ik kan altijd erg genieten van dat soort mensen. Al ben ik zelf ook niet veel beter. Ik kan ook rondgaan als een connaisseur in vreemde, exotische en krankzinnige muziek. Soms doe ik dat ook wel eens, want het kan mij geen bal schelen. Ook ik ben namelijk voorspelbaar, door deze tekst te typen bijvoorbeeld. Door kritiek te hebben op andere mensen over zaken waaraan wij ons allemaal schuldig maken. Zelfs ik ben niet heilig, al is dat niet helemaal waar... Ook ik behoor tot de categorieën hierboven beschreven en misschien wel tot veel meer, maar mijn geluk is dat ik het weet. Ik weet dat ik onderbuik-gevoelens aanspreek en ook dat ik mij als een connaisseur op muzikaal gebied ronddwaal. Ik weet het, maar weet jij het ook. Ik heb het tenslotte ook over jou. Ja, jij.

17 januari 2009

Le Club Suburbia in Amsterdam

Zoals eerder gezegd hebben we gisteren de OCCII bezocht om een paar bands te gaan bekijken. Normaal gesproken ben ik er niet zo'n voorstander van om zomaar naar een paar bands te gaan kijken, maar aangezien het concert-gehalte deze maand nogal laag, zeg maar gerust totaal niet bestaand, is kan er best iets verrassends tussendoor gegooid worden. Daarbij kwam nog dat er alleen maar Nederlandse bands het kleine podium van de OCCII op zouden klimmen en ik ken veel te weinig leuke Nederlandse bands. Iets wat waarschijnlijk komt door het vooroordeel dat ik (en daar ben ik niet de enige in) dat het idee heb dat Nederlandse bands helemaal niet zo leuk zijn. Dat ze eigenlijk een beetje de meer gerenomeerde artiesten proberen na te doen en dat beeld is al keer op keer bevestigd. Met dat beeld in het achterhoofd gingen we dan ook naar de Amstelveenseweg in Amsterdam.

Misschien moet ik er maar bij vertellen dat het vooruitzicht van een gratis EP mij daadwerkelijk over de streep trok om erheen te gaan, maar het was niet de enige reden. Eén bandje op de lijst van bands die zouden gaan optreden was mij wel bekend. Ik dacht dat ik ze al eerder gezien had, alleen bleek dat niet zo te zijn (bleek later). Vooral de wetenschap dat ze achter de Hallo Gallo-avonden, ook in de OCCII zitten gaf een redelijke indicatie in welke richting de muziek gezocht moest worden. Het zou zeer waarschijnlijk een avondje vol vreemde, drone-achtige, ruizige en vooral klanktapijt gerichte muziek worden. Iets waar Nederlanders op een of andere manier niet zo vreselijk goed in zijn. Ik hield mijn hart vast, maar opende de deur met een opengestelde geest.

De binnenkomst was in ieder geval al goed. De DJ draaide een nummer van Pink Floyd en dan niet van die nieuwerwertse zooi, maar iets van de eerste elpee. Als ik mij goed herinner was het Interstellar Overdrive, maar dat doet even niets terzake. Nog voor het nummer afgelopen was hadden we onze gratis EP opgehaald en begn het wachten tot de eerste band begon. De zaal was er in ieder geval helemaal klaar voor qua inrichting dan. Het was nog rustig waardoor de DJ zich gedwongen zag om onze oren verder te vullen met oude en nieuwe psychedelische muziek. Laat ik het vooral op héél veel oude houden, echt veel nieuw hoorde ik niet. Het ergste was dat ik het meerendeel gewoon bij naam kon noemen en ik opeens last kreeg van een vorm van beroepsdeformatie op hobby-niveau. Gelukkig dat ik omga met mensen die last hebben van dezefde kwaal hebben waardoor het niet opviel.

De eerste band begon. Cotopaxi (of beter gezegd de mensen achter de Hallo Gallo-avonden) kropen achter hun instrumenten, een interessante berg bestaande uit goedkope syntheseisers, cassettespelers, belletjes en nog veel meer huis-tuin-en-keukenvlijt. Ze wisten in een klein half uurtje een mooi klanktapijt neer te leggen waar de nadruk vooral op zoeken naar de juiste kleuren lag. Heerlijk bevreemdende, wegdruizende noise met de nadruk op het klanktapijt zelf zonder dat het een brij van geluid werd. De toon was gezet en de toon was goed. Na twintig minuten stierf het laatste geluid weg en zwol het applaus van het aanwezige publiek aan. De DJ zette zich weer aan het draaien van plaatjes. Nu minder psychedelica en meer oude amerikaanse noise-rock en proto-punk. Ook leuk.

Silver Souls bracht het volgende stukje live-muziek. Weer een band waar ik nog nooit van gehoord had, maar toch vrij benieuwd geworden was naar hun klanken. Inmiddels was de achtergrond-film veranderd van een volslagen belachelijke vakantievideo naar een hele oude zwart/wit horrorfilm en kwamen de heren van Silver Souls naar goed gebruik op in boerka en masker. Sinds Sunn O))) zich in monnikskappen en boerka's optreed mag het weer. Hinderlijk was het in ieder geval niet, onnodig wel maar ach... we gunnen ze het pleziertje. Met de muziek zat het in ieder geval wel goed. Hypnotiserende noise waarbij Stephen O'Malley zich absoluut thuis bij gevoeld zou hebben. Ergens zou het wel iets zijn voor Cold Meat Industries om een album van ze uit te geven, maar dat zijn niet mijn woorden. Ik vond het sympatieke muziek en zal er zo een ceedee van kopen als ze er eentje maken (als ze die niet al hebben...)

Waarom de DJ opeens overging in het draaien van oude Rolling Stones en aanverwante jaren-zeventig rock is mij nog steeds een raadsel. Gelukkig was het totaal niet hinderlijk aangezien hij niet de geijkte nummers draaide. Daarbij zaten (letterlijk) te wachten op de laatste band, de band waarvan we de EP in onze zak hadden zitten. Eerljk gezegd was ik héél benieuwd naar deze band, juist doordat ik hun EP in mijn zak had zitten. Empire Cheese bleek een complete band te zijn. Iets wat ik al verwacht had aangezien er een drumstel en aanvullende instrumenten op het podium stonden. Vier mannen en één vrouw begonnen hun eerste nummer en ik was gelijk verkocht. Prachtige lo-fi, semi-psychedelische rock met veel samenzang. Ergens deed het mij denken aan Jennifer Gentle, maar nog veel meer aan MGMT. Na twee nummer was ik héél blij dat ik naar de OCCII gegaan was om deze bands te aanschouwen en nog meer was ik blij met de EP die in mijn zak zat. Empire Cheese is gewoon goed, retegoed. En mocht je toevallig fan zijn van MGMT's livesound dan kan ik je Empire Cheese van harte aanbevelen.

Na vier nummers hadden ze het alleen ook weer gezien, verder strekte hun repetoire nog niet en dat was ook geheel niet erg. Mijn avond was goed en mijn vertrouwen in de Neerlandse undergroundmuziek is weer helemaal hersteld. Er zijn echt wel bands die weten hoe ze mooie muziek moeten neerzetten, alleen moet je die weten te vinden. Gelukkig zijn de mensen achter deze avond, de mensen achter Le Club Suburbia zich daar terdege van bewust. Zij zetten de leuke bands neer dus zullen ze wel weten wat leuk is. Volgende editie met US Girls, Eva Braun (zie ik die eindelijk ook een keer) en The Wolf, Death and the Acorn op donderdag 29 januari ga ik zeker weer. Volgens mij moet dat ook een leuk avondje worden met gruizige, edoch gezellige muziek. Misschien moet je ook maar gewoon komen.... Zet je eens over het vooroordeel heen...

14 januari 2009

Iets goed kunnen.... ?

Blijkbaar doe ik iets toch goed. Op het gebied van recenseren en schrijven bedoel ik dan. Op andere vlakken zal ik het ook wel goed doen, maar daar krijg ik niet af en toe een bevestiging van. Tenminste niet zo'n duidelijk bevestiging als ik krijg op het gebied van schrijven en daarmee het recenseren.

Vandaag kom ik thuis en terwijl ik de deur openduw tref ik een bruine, beetje dikkige enveloppe aan op mijn deurmat. Echt zo'n enveloppe waar een ceedee in gestopt kan worden met de bedoeling deze over de post naar iemand te sturen. Alleen had ik absoluut niets besteld, noch ergens een bericht achtergelaten dat ik wel interesse had in de muziek die ze maken. Ik vroeg mij onmiddellijk af wie mij een ceedee wenste te sturen. Nu was die vraag makkelijk te beantwoorden, het adres van de afzender stond gewoon op de enveloppe geschreven. Alleen was het een adres van iemand uit de Verenigde Staten en laat ik daar nu niet heel erg veel mensen kennen. Zeg maar gerust dat ik helemaal niemand in Amerika ken en toch krijg ik post van iemand uit dat land. Een ceedee nog wel.

Het verhoogde mijn nieuwsgierigheid nog meer en binnen geen tijd had ik de enveloppe voorzichtig opengetrokken en de inhoud op mijn tafel uitgespreid. Zoals ik al dacht zat er een ceedee in en bijgevoegd zat een net briefje van de zender. Hij blijkt één van de leden van het bandje Origami Genitalia te zijn en zoals hij schrijft zou hij het zeer op prijs stellen als ik een paar woorden vuil maak aan hun nieuwste creatie. Overigens vermeld hij er wel bij dat de ceedee nog niet uit is en dat ik één van de weinige ben die de klanken te horen krijg. Dat het verrassend goede klanken zijn hoef ik niet te vertellen, want het zijn echt verrassend goede klanken. Hele mooie, maar zeer psychedelische noise. Precies zoals ik het graag mag horen! Ze krijgen van mij een heel mooi lovend verhaal waar elk woord van gemeend gaat zijn en omdat ze uit Amerika komen zal ik het ook nog even vertalen in het engels. Maar hoe ze aan mijn naam en adres gekomen zijn.....? Of überhaupt bij mij...? Blijkbaar doe ik iets goed, schrijfwijze gezien.

Nu had ik alweer een ceedee op stapel liggen om een mooi stuk over te schrijven, namelijk de elfde ceedee van Baglady. Ook een zeer amusant bandje waarvoor ik ooit al eens een ceedee van gerecenseerd heb in een diep verleden, lang, lang geleden en nu mag ik er weer eentje schrijven. Maar gelukkig komen deze heren gewoon uit Leiden dus hoef ik me geen zorgen te maken over vertalingen en zaken. En nu niet gaan denken dat ik deze heren toevallig ken waardoor ik hun laatste geesteskindje toegestopt gekregen heb omdat ik in de buurt woon. Dat is niet zo, pas nadat ik de ceedee ontving kwam ik er pas achter dat ze uit de Leidse regionen kwamen. Dit overigens terzijde. Ik heb blijkbaar meer te doen, al ga ik mijn recensies pas dit weekend schrijven. Momenteel staat mijn hoofd niet naar het schrijven van teksten met daarin vergelijkingen naar andere bands, interessante verhandelingen over zaken die niets met geluid te maken hebben en meer van dat soort dingen. Maar toch goed om te weten dat er mensen zijn die vinden dat hun geesteskinderen door mij gerecenseerd mogen worden. Van mij mogen mensen dat best vaker doen!

10 januari 2009

De nieuwe baan

Vorig jaar was er al sprake van: de nieuwe baan. Ergens in de aanloop naar het einde van het oude jaar had ik eindelijk een nieuwe baan gevonden. Het had wat voeten in aarde gekregen, verschillende sollicitaties had ik doorlopen en begon ik inmiddels langzaam de hoop te verliezen. Het was zelfs zo erg geworden dat ik op een gegeven moment een andere baan gevonden leek te hebben bij een andere afdeling op mijn vorige werkgever, maar dat deze om zeer mysterieuze redenen niet door ging. Ik begon werkelijk de moed flink te verliezen toen ik eigenlijk uit het niets gebeld werd vanwege een sollicitatiebrief die ik geschreven had. Ze hadden mijn brief ontvangen en geconstateerd dat ik niet de geschikte persoon voor de functie was. Die hadden ze namelijk allang gevonden, maar mijn ervaringen vonden ze wel interessant. Of ik toevallig interesse had in een sollicitatiegesprek op een andere afdeling. Ik hoefde niet lang na te denken, de vacature had ik al zien prijken op het netwerk van mijn werkgever (de grote overkoepelende baas bedoel ik dan). Ik had wel oren naar een gesprek en binnen enkele minuten had ik een afspraak geregeld.

Daarna ging het hard, even een gesprek. Een erg leuk en plezant gesprek mag ik wel zeggen en enkele dagen later kreeg ik het verlossende telefoontje. Ze wilde mij heel graag opnemen in hun team. Ik mocht op 1 januari beginnen. Nu was het bedrijf natuurlijk op 1 januari gesloten, zoals elk normaal, zichzelf respecterend bedrijf is. Het zou uiteindelijk 5 januari oftewel afgelopen maandag worden. Tenslotte ben ik nooit werkzaam op vrijdag omdat ik dan de zorg voor mijn telgen heb en daar totaal niets laat tussenkomen, zelfs geen baan.

Afgelopen maandag stond ik vroeg op om rond negen uur op mijn nieuwe werk te verschijnen. Ik was heel benieuwd. Heel benieuwd naar het werkelijke uiterlijk van het werk, al had ik op zich in het sollicitatiegesprek en het rondje over de afdeling al een redelijk beeld kunnen krijgen. Naar de onderlinge sfeer tussen de collega's was ik ook heel benieuwd. Waren het aardige mensen? Kon ik wel met ze opschieten? En meer van dat soort dingen. En natuurlijk de kennis die ik allemaal zou gaan opdoen. Tenslotte ging ik van hulpverlening binnen autoverzekeringen over naar iets totaal anders. Naar pensioenen. Ik zou opeens alles van pensioenen moeten leren en weten. Een totaal andere wereld dan de wereld van autoverzekeringen, zoveel wist ik in ieder geval. Maar ik maakte mij geen zorgen, alles valt te leren en eigenlijk zijn pensioenen veel interessanter dan een simpele autoverzekering ooit zal worden. Pensioenen zijn in ieder geval een ieders toekomst en een autoverzekering niet meer dan een luxe-product. Het zou mij allemaal benieuwen.

Inmiddels zijn we een week verder. Een week vol verrassingen en heel veel opgedane kennis over de wonderlijke wereld van pensioenen. Inmiddels weet ik wel dat het werkelijk een wondere wereld is. Zelfs een hele diverse wereld waar elk jaar de hele boel omgegooid kan worden. Maar wat mij vooral versteld deed staan is de manier waarop men met elkaar omging. Ik heb mijn echte werkgever nooit verlaten. Alleen ben ik overgestapt naar een ander bedrijfsonderdeel, maar ik had net zo goed bij een heel ander bedrijf kunnen gaan werken. Wat een verschil in cultuur, manieren van werken en leiding geven. Opeens wordt je geacht zelf aan je ontwikkeling te gaan werken en wordt alles wat je op dit gebied beloond met cursussen en een beter salaris. Ik werk er pas een week en ben nu al in de running om in te stappen op een project. Iets wat zeer op prijs wordt gesteld, door mij als door mijn nieuwe werkgever.

Het is mij na één week al duidelijk dat mijn vorige werkgever alleen maar in naam onderdeel is van het grote bedrijf, maar verder weigert er onderdeel van uit te maken. De cultuur die ik nu meemaak is totaal anders dan ik ooit meegemaakt heb en nu heb ik er spijt van dat ik niet veel, veel eerder weggegaan ben. Wat een tijd heb ik daar verspild.... maar blijkbaar had ik het nodig. Nu is mijn nieuwe werkgever natuurlijk ook niet alleen maar koek en eieren. Ook daar zijn genoeg punten ter verbetering aan te geven. Zo zou een snellere toegang tot de systemen best fijn zijn, ik kan namelijk na één week werken nog steeds niet inloggen onder mijn eigen naam. Ik kan niet eens mijn meel controleren omdat ik er niet bij kan komen, maar dat lost zich in de komende dagen waarschijnlijk wel op. Ik wacht rustig af. Ik vermaak mij in ieder geval uitstekend op mijn nieuwe werk. Dat daarbij de wonderlijke wereld van pensioenen nog reuze interessant is ook neem ik maar op de koop toe. Het is in ieder geval geen saaie materie die alleen oude mensen treft. Pensioen zijn de toekomst en ik ga nu mijn eigen pensioen even controleren, want opeens weet ik hoe belangrijk het is. Vooral als je de schrijnende verhalen gehoord hebben van mensen die jarenlang gesloofd hebben en uiteindelijk met niets blijven zitten omdat ze nooit hun overzichten bekeken hebben.

Melchior

Dokter House zegt dat bijna doodgaan niets veranderd. Dat doodgaan pas iets veranderd, maar dat is niet waar. Bijna doodgaan veranderd zeker wel wat. Het veranderd genoeg, meer dan het daadwerkelijke doodgaan. Tenslotte is de dood niets meer dan het einde van een leven. Na de dood blijven er alleen mensen achter, geliefden, vrienden, kennissen en collega's. Niets meer en niets minder. Zij moeten leren leven met het verlies van iemand, wat voor de één makkelijker is dan voor de ander. Maar met bijna doodgaan zijn er veel meer mensen betrokken. Je blijft tenslotte leven en moet leren leven met de ervaring van het bijna sterven. Opeens weet je hoe breekbaar het leven kan zijn. Hoe fragiel het lichaam is dat je laat ronddwalen over deze aarde. Maar laat ik het niet over doodgaan, bijna doodgaan of op een andere manier sterven hebben. De wereld is al zwaar genoeg zonder dat ik een loodzwaar onderwerp aansnijd.

Gisterenavond lag ik op de grens van waken en slapen. Ik wilde net wegzinken in een welverdiende slaap toen ik mij afvroeg hoe het met Melchior zou gaan. Melchior was iemand die ik héél lang geleden leerde kennen, al kende ik hem eigenlijk niet echt. Ik hoorde alleen over hem, voerde gesprekken over Melchior terwijl hij erbij was zonder dat ik hem kon zien. Ik was als het ware ziende blind voor de wereld waarin Melchior leefde. Toch wist ik bijna alles van hem en was het één van de interessantste personen die ik op dat moment kende. Hij heeft voor vele inzichten gezorgd in de psyche van de menselijke geest. De gesprekken die ik over hem had, over de wereld waarin hij leefde hebben mij vele uren in gedachten doen zinken. Zelfs nu nog kan ik nadenken over de onderwerpen die ik in de gesprekken over Melchior gehoord heb.

Eigenlijk was ik op de een of andere manier Melchior in die tijd, maar toch ook weer niet. Het was net alsof ik plaats nam achter zijn ogen, alsof ik zijn stem overnam en voor hem mocht spreken. Ik kon zijn wereld niet zien, maar begreep wel wat hij allemaal zag omdat het in de gesprekken naar voren kwam. Ik was ziende blind in zijn wereld terwijl Melchior gewoon kon zien. Het werd mij verteld dat hij kon zien, dat ik kon zien terwijl de wereld voor mij duister bleef. Toch wist ik waar hij woonde, hoe hij eruit zag en wat zijn gedachtegoed was. Het was een van de meest vriendelijk, maar wonderlijkste personen die ik op dat moment kende. Eigenlijk is het nog steeds een van de wonderlijkste personen die ik kende. Nooit heeft iemand zijn nalatenschap kunnen evenaren in grootsheid en rariteiten. Op zich is dat ook logisch, Melchior leefde in een droomwereld. Hij leefde letterlijk in een droomwereld. Een droomwereld waarin ik geen plaats had en ook niets van meemaakte. Alleen zorgde Melchior elke keer weer dat ik er een deel van uit maakte door mij zijn mond te lenen en zijn gedachtegoed te bepalen.

Gisterenavond vroeg ik mij af of Melchior nog leefde. Het is al zo lang geleden dat ik over hem hoorde, zeker een jaar of vijftien geleden. Misschien iets korter. Maar gezien de werelden waarin hij leefde, de letterlijke droomwereld die hij dagelijks bezocht zou hem alles kunnen overkomen. Hij zou in de loop der jaren misschien wel verschillende bijna-dood ervaringen opgedaan kunnen hebben. Welke inzichten zouden dat niet opgeroepen hebben? Maar misschien is hij inmiddels wel lang verdwenen en eigenlijk gewoon doodgegaan. Zijn nalatenschap verder in mijn hoofd achtergelaten hebben, want ik blijf er over nadenken. De droomwereld, zijn droomwereld blijft ongrijpbaar maar begrijpelijk. Door hem ben ik tot inzichten gekomen die ik zonder hem nooit heb kunnen bereiken. Ik weet dat ik hem daar nog nooit voor bedankt heb en ik zal het ook nooit meer kunnen doen. Daarom bedank ik hem via deze weg. Misschien dat het ooit bij hem komt als hij nog in leven is. Anders bedoel ik het met terugwerkende kracht. Bedankt, Melchior. Je was een fijn persoon om te kennen, al kende ik je eigenlijk helemaal niet.

5 januari 2009

Om nooit te vergeten



Geef een mens een wapen en macht om te ge(mis)bruiken... We zijn allemaal hetzelfde, maar laten we het nooit vergeten.

3 januari 2009

Verlammende gedachten

Sinds vanochtend vraag ik mijzelf weer allerlei dingen af. Triviale zaken, maar ook dingen die belangrijk zijn voor het voortbestaan van de wereld. Meestal weet ik het antwoord na enkele minuten vorsen in mijn hoofd wel te verzinnen, alleen blijven er altijd die kleine dingetjes liggen. Dingetjes waar je vroeger nooit een gedachte over wilde laten gaan. Wat zeg ik: waar je überhaupt nooit over nagedacht heb. En nu zitten die vastgebakken in mijn geest. Beheersen ze mijn gedachten op dusdanige manier dat ik niet meer verder kan denken over echt belangrijke zaken. Zoals de idee of ik nog een bak koffie zal gaan zetten. Ik kan daar momenteel niet meer over nadenken omdat er een kleine maar nare geest van een belangrijke gedachte door mijn hoofd spookt. Iets dat mijn gedachten eigenlijk helemaal beheerst zonder dat ik er erg in heb.

Het begon allemaal tien minuten, misschien een half uur geleden. Ik bedacht mij net dat ik moest gaan opschieten om de bus te gaan halen, maar opeens wist ik weer dat ik helemaal geen idee had hoe laat de bus eigenlijk gaat. Ondertussen was ik koffie aan het zetten aangezien ik daar trek in had. Die trek in koffie was weer logisch te verklaren doordat ik net een klein pakje koek (Evergreen, dus geen ongezonde zooi) uit de kast getrokken had en de verpakking aan het open friemelen was. Van koek krijg ik altijd trek in koffie en andersom ook wel eens. Onderwijl ik koffie aan het maken was en de koek aan het open frommelen bedacht ik mij dat ik even moest kijken hoe laat de bus ging. Ik keek, schrok en wist dat ik de bus niet meer ging halen. Het was onmogelijk geworden om koffie te drinken, koek te eten, het haar te kammen en uiteindelijk ook nog mijn tanden poetsen binnen een tijdsbestek van vijf minuten. Het zou de volgende bus moeten worden. Opeens had ik een zee van tijd gekregen. En dan ga ik denken.

Denken over triviale zaken. Zaken die nergens toe leiden en nergens toe doen. Zoals het idee dat ik gisteren niet wist wat ik vandaag zou gaan doen, maar toch wel. Of zaken die ik hier niet durf uit te spreken omdat ik bang ben dat iemand het zal meelezen. Niet zo maar iemand, maar een persoon zoals jij. Gewoon iemand, iemand die ik wel ken maar momenteel ook niet zie. Iemand zoals ik, wanneer ik in de spiegel kijk en denk dat ik geschreven heb. Gewoon zaken, dingen, onderwerpen. De wereld om ons heen is mijn canvas en ik denk daar graag over na. Overspel, oorlog, terreuraanslagen, dierenleed, vrouwenzaken, mannenzaken, een nieuwe baan, plastic tassen, noem ze maar op. Alles passeerde mijn gedachte en allemaal kregen ze mijn onverdeelde aandacht. Over alles dacht ik na tot ik het tot een conclusie kon vermalen. Alleen realiseerde ik mij pas veel te laat dat ik niet alles tot een goed einde kan brengen. Sterker nog ik zou mijn volgende bus ook gaan missen. Op deze manier ga ik mijn volgende bus ook missen. Ik stopte met denken. Dacht ik... Ik heb mijzelf nog nooit zo bedrogen als op dat moment. Ik stopte met denken zoals de paus stopt met katholiek zijn.

Alleen weet ik nu nog niet of ik de bus wel gehaald heb.

2 januari 2009

Van het oude jaar in het nieuwe

Het nieuwe jaar is inmiddels al twee dagen oud en de dagen beginnen weer te lengen, eindelijk. Voor de meeste mensen is het begin van het nieuwe jaar een goed moment om een retrospectief te maken van het oude jaar. Nu ga ik dat absoluut niet door, als je dat wil ga je maar al mijn oude postingen doorlezen. Daar staat genoeg in om een heel jaar bezig te blijven, maar er staat nog niet alles in.

Het oude jaar roerde op het laatste moment nog even de staart. Zo heb ik in de laatste week van vorig jaar de meest dodelijke blik van het jaar toegeworpen gekregen. Al was er niet eens meer sprake van toewerpen. Het was werkelijk een blik waarbij ik ter plaatse dood gewenst werd en het liefst op een manier die pijnlijk, langdurig en zeer naar was. Ik lachte, het maakte mijn hele dag. Ik hou er wel van om mensen op het verkeerde been te plaatsen en vooral als deze mensen in een werksituatie zitten. Daarom kan ik het ook niet laten om de situatie te delen met iedereen die het maar wil horen/lezen.

Ergens vorige week, of de week daarvoor, bevond ik mij op station Leiden Centraal om verder te reizen naar het pittoreske dorpje waar ik woon. Zoals gewoonlijk had ik weer veel te veel tijd om over te stappen waardoor ik mij genoodzaakt zag om even een rondje te lopen over het station. Eigenlijk ging ik even kijken of ik niet beter de bus naar huis kon nemen, maar dat laat ik even buiten beschouwing. Sommige dingen zijn gewoon niet interessant om te vertellen. Terwijl ik rustig mijn eigen zaken aan het benoemen was, uiteraard geheel in stilte, kwam er een jongedame op mij afgelopen. Je kent ze wel, klembord in de ene hand gehouden en een pen in de andere. Haar jas had een logo van een of andere stichting of bedrijf. Op dat moment was het mij nog niet duidelijk welke organisatie ze voor werkzaam was, maar ik had allang gezien dat ze mij a) iets wilde bekopen of b) geld uit mijn zakken wilde kloppen. Ze kwam dichterbij en inmiddels kon ik het logo op haar jas lezen. Ze was donateurs aan het zoeken voor de Kankerstichting en zag in mij waarschijnlijk een potentieel slachtoffer. Hoe mis kon ze het hebben....

"Meneer! Heeft u al goede voornemens voor het nieuwe jaar?" begon ze haar praatje. Ze keek mij onschuldig, maar gretig aan. Gretig naar het antwoord dat ik zou gaan geven. Ze had het hele gesprek waarschijnlijk al in haar hoofd voorgespeeld. Misschien had ze op deze manier al verschillende mensen in een donateurschap kunnen praten, alleen had ik geen zin om aan beide mee te werken. "Ja!" antwoordde ik. Haar blik ging van gretig naar verwachtingsvolle blijheid terwijl ik even deed of ik nadacht. "In het nieuwe jaar ga ik absoluut niet meer aan Goede Doelen doen!" Ik heb nog nooit iemand zo snel van gezichtsuitdrukking zien wisselen. Het was duidelijk dat dit niet het antwoord was waar ze zo desperaat op stond te wachten. Ze stamelde een beetje toen ze haar volgende vraag stelde. "Mag ik vragen... waarom niet?" Ik had haar duidelijk flink van haar stuk gebracht. Ik deed weer of ik nadacht. Op de een of andere manier had ik het idee dat het zo hoorde. Je denkt even na voordat je een weloverwogen antwoord geeft dat iemand flink van haar stuk kan brengen. "Nou..." begon ik: "Eerlijk gezegd vind ik Goede Doelen de grootste onzin die er bestaan." En met die woorden kreeg ik de meest giftige blik ooit toegeworpen. Ze wenste mij werkelijk een hele pijnlijke dood toen ze tussen haar tanden door sprak: "Dan zijn wij duidelijk uuitgepaat!" en om het kracht bij te zetten drukte ze haar dierbare klembord tegen haar borst. Ik lachte naar haar, wenste haar een hele goede jaarwisseling en liep weg. De lach bleef nog even op mijn gezicht zitten en de mensen om mij heen lachte mee. Ze zagen de vrolijkheid in mijn ogen.

Het oude jaar stond naast deze gebeurtenis ook in de afsluiting van mijn oude werk. Tien jaar heb ik gewerkt bij mijn oude werkgever en op de allerlaatste dag van het jaar werkte ik ook de allerlaatste dag aldaar. Het is een vreemde situatie om nog ergens te werken terwijl je weet dat je weggaat. Alles staat in het teken van afscheid nemen en weten dat je dingen nooit meer zal zien of doen. Daarom was het ook goed om dit precies op het laatste moment van het jaar te doen. Tenslotte is er geen betere tijd om aan een nieuwe baan te beginnen dan aan het begin van het nieuwe jaar. Ik ga ook nog maar niemand vuur uit de ogen laten schieten. Dat moet maar wachten tot later in het jaar. Nu staat alles nog in het teken van het nieuwe en afscheid van het oude. Allemaal de allerbeste wensen voor 2009 derhalve!