21 september 2008

Een mindere smaak van koffie

Mijn koffie smaakt de laatste tijd niet echt geweldig. Enkele weken geleden was ik uit pure ellende van merk veranderd omdat mijn eigenste gewone merk (Kannis & Gunnink) voor de verandering een keer op was. Nu is het meestal op als het in de aanbieding is, maar heel vaak ben ik dan degene die het laatste pak uit de schappen pakt. Die keer was ik net te laat of heel veel te laat. In ieder geval was de koffie van mijn vaste gebruikelijke merk geheel op en moest ik overstappen op een ander merk. Toevallig ook nog een goedkoper merk omdat ik gewoon het doodnormale huismerk uit het schap trok, bij gebrek aan beter overigens. Daarna heb ik het nog een paar keer gekocht ondanks dat mijn vaste merk wel in de schappen stond, maar uiteindelijk ging ik toch weer terug. Puur uit gewoonte eigenlijk. Toch bleef ik af en toe gewoon uit baldadigheid het huismerk kopen en nu smaakt mijn koffie mij niet meer.

Het enige probleem is dat ik niet weet welk merk koffie ik nu in huis heb. Ik heb de laatste tijd weer veelvuldig mijn vaste merk gekocht, maar weet dat ik ook een paar keer het huismerk binnengehaald heb. Als ik nu eens de pakken bewaarde waar de koffie in gezeten heeft kon ik nog nakijken welke koffie ik nu aan het drinken ben, maar ik gooi het altijd in een speciaal koffieblik. Volgens mij doet iedereen dat, de koffie uit het pak overgooien in een blik omdat het zo aangeleerd word bij je opvoeding. Ik weet het niet, in ieder geval doe ik het wel. En nu weet ik niet welke koffie ik aan het drinken ben en welke mij dus niet meer smaakt. Ik ben genoodzaakt de proef op de som te nemen en beide merken gewoon uit te gaan testen. Niet dat ik het heel erg zal vinden, maar wanneer ik er achter ben moet ik die minder-smakende koffie wel tot op de bodem opdrinken. Dat zal ik toch wel overleven?

Op een vrolijkere noot ben ik met mijn kunstenaars-site door naar de ballotage-commissie. In de zin dat de helpdesk van de site mijn werken goedgekeurd heeft in de zin dat ze er goed gesneden uitzien en alles er recht opstaat. Nu moet ik nog officieel goedgekeurd worden om mee genomen te kunnen worden in de overzichten van kunstenaars die door hen vertegenwoordigd worden. Ik hoop maar dat ze mijn eigenwijze manier van mijzelf introduceren willen aanvaarden, want ik heb er een hekel aan om van die standaard teksten neer te schrijven. Overigens heb ik weer wat nieuwe werken toegevoegd die volgens mij nog nooit in de openbaarheid zijn geweest (voor als je nieuwsgierig bent) Het zijn natuurlijk wel hele oude werken, want iets echt nieuws waar ik volledig achter wil staan heb ik nog niet gedigitaliseerd. Daarbij heb ik nog alleen kleine werken erop staan omdat ik die makkelijk kan inscannen. De grotere werken zullen moeten wachten tot ik eindelijk een digitale camera in mijn handen mag houden en ze mooi op de gevoelige plaat kan zetten. In ieder geval ga ik nu weer in afwachting op de dingen die komen gaan en hoop ik door de ballotage-commissie goedgekeurd te worden. Laat ik het wachten vergemakkelijken met nog een bak koffie, ook al smaakt het me niet.

18 september 2008

Anoniem in het Openbaar

Vanochtend stopte ik in de trein met iemand die ik tot een kennis reken. Gewoon iemand die ik wel eens op een feestje tegen kom en dan daar een biertje mee drink. Soms wisselen we daar ook wat woorden mee, meestal over muziek maar dat is gewoon een goed onderwerp om over te praten. Vanochtend zag ik hem dus de trein instappen. Per ongeluk stampte ik ook nog vrij hard tegen zijn voeten aan, maar ik kreeg niet de indruk dat hij het merkte. Onverstoorbaar liep hij door en aangezien het nog ochtend was gaf ik ook geen verder teken van leven. Dat ik zijn schoenen probeerde te vermorzelen onder mijn schoen was ook geheel per ongeluk. Normaal gesproken hou ik mijn voeten ver verwijderd van alles en iedereen dus de trap die ik uitdeelde kwam alleen door mijn eigen haast de trein in te willen stappen.

Toch vreemd hoe ik het altijd weer in de anoniemiteit weet op te gaan in openbare gelegenheden als een treinstation. Al is dat volgens mij ook gewoon een idee dat ik mijzelf voor houd aangezien ik misschien wel opgemerkt word maar dat de andere partij mij ook niet aanspreekt. De redenen hiervoor kan ik wel bedenken en dan geef ik ze nog groot gelijk ook. Maar ik spreek mensen die ik tot kennissen reken nooit aan omdat ik eigenlijk een hekel heb aan gebabbel in het openbaar vervoer. Vooral in de ochtend steek ik mijn hoofd liever in een krant of het boek dat ik op dit moment in mijn tas heb zitten. Daarbij heb ik altijd wel een moppie muziek in mijn oren spelen wat ik dan weer moet gaan afzetten, ook dat vind ik ronduit vervelend. Eigenlijk ben ik best wel een beetje een einzelgänger, maar wel eentje die het niet erg vind.

Zo deed ik een tijd geleden precies het tegenovergestelde. Ik kwam twee kennissen van mij tegen op te station en normaal gesproken doe ik dan net of ik doof/stom en blind ben voor de rest van de wereld, maar ik dacht eens sociaal te gaan doen en sprak ze aan. Meteen kreeg ik het gevoel alsof ze liever hadden dat ik mijn gebruikelijke negeermodus opgezet had en gewoon was doorgelopen, maar aan de andere kant was het ook hun eigen schuld. Ze hadden mij namelijk al gegroet voordat ik überhaupt kon doorlopen alsof mijn neus aan het bloeden was. In ieder geval heeft hun reactie op mijn poging een keer sociaal te zijn mij weer gesterkt in mijn gebruikelijke gang van zaken als ik mijzelf door openbare gelegenheden begeef. Ik blijf dan het liefst ronddwalen in mijn eigen wereld van nieuwsfeiten, muziek en schrijfselen van anderen. Dat is best wel heerlijk en als je mij tegenkomt weet je nu dat het geheel niet persoonlijk bedoeld is als ik je niet aanspreek of opmerk (want dat doe ik best wel)

17 september 2008

Het creëren van mogelijkheden

Een paar dagen geleden werd ik een Sociaal Darwinist genoemd omdat ik wel eens van die gezellige uitspraken maak. Op dat moment deed ik net alsof ik het er mee eens was, maar eigenlijk is dat natuurlijk niet waar. Ik geloof niet in de ongelijkheid van mensen noch heb ik enige behoefte om deze ideeën uit te dragen. Zelfs niet om de mensen in mijn omgeving een beetje de kast op te jagen. Er zijn gewoon grenzen, maar dat neemt niet weg dat ik best van een stevige discussie hou en graag afwijkende standpunten inneem.

Maar ook enkele dagen geleden was ik bezig met een discussie op een of ander forum waar de ondergang van de muziekwereld besproken werd. Het werd een discussie waar het hard tegen hard ging en opeens begon er bij mij een licht te dagen. Toevallig was het een discussie waarbij mijn broer in het ene kamp stond en ik in het andere kamp plaats nam. Niet om weer eens een afwijkende mening erop na te houden, maar omdat ik het echt niet met zijn standpunten eens ben. Nog steeds ben ik het er niet mee eens, maar dat heeft verder niets te maken met het licht dat bij mij ging branden. Ergens in de discussie gooide ik de vraag "Waarom iemand muziek zou maken" erin en het antwoord wat ik terugkreeg, toevallig van mijn broer, was dat je een talent heb en dat toch wil uitbuiten. Dat was voor mij een eye-opener. Niet het feit dat muzikanten gezegend zijn met een talent, maar het feit dat ik constant bezig ben om weg te lopen voor mijn eigen talenten. De reden hiervoor is op dit moment niet belangrijk meer, het feit is dat ik bezig ben met ontwijkend gedrag als het om mijn eigen mogelijkheden zijn.

Het gediscusseer op internet is hier een teken aan de wand van en bij deze ga ik daar ook mee ophouden. Ik heb alle fora uit mijn favorieten verwijderd. Niet omdat ik vind dat er alleen maar onzin gepost werd, maar omdat ik veel te veel bezig ben met de weinige interessante discussies die er wel gebezigd worden en ik altijd maar zit te hopen op weer een interessante discussie waar ik mijn mening mag ventileren. Allemaal om maar niet bezig te zijn met de dingen die ik eigenlijk zou willen doen. Om maar een excuus te hebben om het niet te doen en daar ga ik bij deze mee ophouden. Ik heb al veel te lang niets meer geschreven hier en dat is ook iets waar ik mee ga ophouden. Het niet-schrijven bedoel ik. Ik ga juist meer schrijven omdat ik elke dag wel met een verhaal, anekdote of bizar feit kan oplepelen. Alleen deed ik dat niet omdat ik mijzelf weer moest bezig houden met een of andere loze discussie op een forum. Dat is bij deze ook over. Ik ga mijzelf voorlopig alleen bezighouden met de dingen die ik belangrijk vind in de zin dat ik mijn talent flink ga misbruiken en uitknijpen.

Om het mijzelf even makkelijker te maken heb ik een lijstje gemaakt. Om te beginnen ga ik eerst sollicteren aangezien ik hard toe ben aan een andere uitdaging op werkgebied. Verder moet ik Schaapswrak een complete make-over gaan geven aangezien ik op de een of andere manier de content verklooit heb bij een updatering. Mijn eigenste kunst ga ik ook weer oppakken. Pasgeleden was ik hier weer heel voortvarend aan begonnen met nieuwe tekeningen te maken, maar die liggen nu ook al weer enkele weken onafgemaakt in de kast en dat kan gewoon niet meer. Daarom heb ik ook een kunstenaarsite voor mijzelf aangemaakt en aangemeld bij hun infodesk. Op die manier kunnen andere mensen (lees: galeriehouders) mijn werken bekijken en krijg ik eindelijk eens wat exposure. Maar dan moet ik natuurlijk wel een regelmatige toestroom van nieuw werk hebben en dit is een mooie stok achter de deur. Nu alleen nog op goedkeuring van de Exto-infodesk wachten, want anders moet ik iets anders gaan verzinnen. Last but zeer zeker niet least ga ik binnenkort beginnen met het schrijven van de grondbeginselen van het Pipoïsme en daar ook een website voor creëeren. Het spookt nu al jaren door mijn hoofd en ik zou het zonde vinden als ik morgen onder een auto zou lopen waardoor het hele concept verloren zou gaan. De wereld weet het namelijk nog niet, maar het Pipoïsme zit het al jaren op te wachten.

Genoeg te doen dus en daar ga ik nu mee beginnen. Dit is slechts nog maar het begin en om het met een engelse uitdrukking te zeggen: Markeer mijn woorden!

6 september 2008

Spijkers met stokken slaan

Kabbelende golven slaan tegen de kust, woorden wegvoerend in de onderaardse stroming. Rustige woorden, onuitgesproken woorden, woorden van liefde en haat, allemaal verdwijnen ze in de golven. Het strand blijft ongenaakbaar liggen, kilometers van mij verwijderd. Ik denk aan het strand terwijl ik blootsvoets door een weiland wandel. Het lichtelijk vochtige gras kietelt onder mijn voeten. Ik lach naar de zon en denk aan de massa's die nu op het strand liggen. Te bakken in de stralende zon terwijl ze woorden uitspreken. De woorden denk ik aan, woorden die ze onuitgesproken laten en woorden die onflatteus tegen elkaar roepen. Ik denk aan ijsberen, hun glanzende huid en de ranzigheid daarvan. De ranzige sneeuw waarmee ze zich voeden en doorrollen. Een ijsbeer zou niet op het strand passen. Hij zou teveel opvallen en daarbij is een strand pas interessant voor een ijsbeer als het ijs- en ijskoud is.

Links van mij hoor ik een schreeuw, een uitroep van verontwaardiging. Misschien durf ik het zelfs een verraste uitroep te noemen. Ik draai mijn hoofd en zie een boer uitgelaten rennen. Zijn klompen maaien door het gras, zijn blauwe overal fladdert rond zijn lichaam terwijl hij meer snelheid maakt. Hij schreeuwt weer en zwaait met zijn stok door de lucht. In gedachten zie ik hem in slow motion dichterbij komen, terwijl hij vrij snel nadert. Maar de boer schreeuwt niet tegen mij. Hij rent niet zo hard om mij angst aan te jagen. Verderop heeft een koe haar lippen geslagen om de uier van haar zusterkoe. Tevreden drinkt ze van de kostelijke melk die uit de uier stroomt. De andere koe laat het gebeuren, ze eet ongenaakbaar verder van het kostelijk en lichtelijk vochtige gras. De boer schreeuwt en roept naar dit tweetal. Waarschijnlijk om de drinkende koe te laten stoppen met de uier leeg te zuigen, maar misschien ook om de andere koe op te laten houden met het eten van het gras. Ik weet het niet en het interesseert mij niets. Ik loop lachend door. De boer rent langs mij heen zonder mij zelfs maar op te merken. Achter mij begint hij kwaad te schreeuwen tegen de koeien. Zijn stok daalt neer op een koe. "Klatsch, klatsch, klatsch!" klinkt het achter mijn rug. Een koe loeit van pijn en schrik. Nieuwsgierig geworden kijk ik toch om. De boer geeft nog een uithaal maar mist gigantisch als de koeien wegrennen. Zijn handen zinken op zijn knieën. Hijgend van zoveel inspanning staat hij in het veld. De twee koeien rennen verder weg van hem. Als ze handen zouden hebben zouden ze hand in hand wegrennen, zo close lijken ze met elkaar. Dicht naast elkaar rennen ze door het gras, hun ogen rollen angstig door de kassen. Of komt het door de pijn?

Het gras eindigt net zo plotseling als het begonnen is. Ik stap een klinkerweg op en huizen verschijnen aan weerszijde van mij. Verderop in de straat zitten twee bejaarde vrouwen op een bankje. Ze kussen, hun oude droogrimpelige lippen langdurig op elkaar gedrukt. De handen van de linker strelen de ontblote borsten van de ander. Als rimpelige theezakken worden ze door de strelende handen gekeurd en gewogen. Ik probeer mijn blik af te wenden, sommige dingen wil je gewoon niet aanzien. Sommige dingen horen niet thuis op een bankje in de straat, maar overal waar ik maar kijk zie ik de bejaarde vrouwen zitten. Zitten, kussen en elkaar strelen. Ik draai mij om in een poging terug te keren op mijn schreden om te ontdekken dat het gras geheel verdwenen is. De klinkerweg ligt tot ver over de horizon voor mij uitgespreid, zo te zien netjes geveegd en halverwege zitten weer die bejaarde vrouwen.

Ik sluit mijn ogen om te ondervinden dat ze al gesloten zijn. Daarom open ze ik maar weer, maar dat is ook geen verbetering. Ik blijf de bejaarde vrouwen zien zitten. Zitten en kussen. Kussen en strelen. Inmiddels hebben beide het bovenlijf ontbloot en waar de een nog gezegend is met kleine rimpelige theezakjes heeft de andere grote hangende borsten die tot ver over haar navel lijken te reiken. Er wordt goedkeurend op geslagen terwijl het kussen doorgaat. Ik kan het niet langer aanzien en ren met weer gesloten ogen door de straat. De scherpe randen van de klinkers pijnigen mijn voeten, maar ik ren door. Zelfs als ze proberen gaten te slaan in de huid van mijn voetzolen blijf ik rennen. Ik trek mij er niets van aan. Ik moet ontsnappen aan die kussende bejaarden. Zij kussen onverstoorbaar door, mij net zoveel aandacht schenkend als ze een langswandelende kat zullen geven.

Terwijl ik met een redelijke snelheid passeer probeer ik mijn gedachte weer naar het strand te verplaatsen. Naar het gevoel van het olijke zand onder mijn voeten en de kabbelende golven rond mijn enkels. Eigenlijk zou ik het liefst deze beelden toevertrouwen aan de golven. De gedachten aan het strand, de kussende bejaarden, de klinkerweg waar ik overheen ren, zelfs de koeien en hun boer, allemaal zou ik ze aan de golven willen toevertrouwen. De golven zouden ze dan kunnen overspoelen en ik zou ze dan kunnen vergeten, maar de golven nemen geen beelden mee. Alleen woorden laten ze toe in hun natte omhelzingen. De rest zal onaangeraakt in het zand blijven liggen. Daar blijven ze liggen tussen spelende kinderen en de kuilen van gravende Duitsers. Als ik niet zo'n hekel aan het strand had zou ik het toch proberen omdat ik ze dan misschien kwijt zou raken. Maar ik zal nooit bij de golven kunnen komen door mijn hekel aan het strand. Ik zal het met mijn beelden moeten doen. Voor de rest van mijn leven gedwongen ze met mij mee te dragen. Ik kan niet anders, het is mijn lot geworden. En de bejaarde vrouwen kussen maar door, al kan ik ze gelukkig niet meer zien. Ik ben de hoek omgegaan.