11 maart 2013

Het gezicht in de spiegel

Met mijn duim duw ik het laatste beetje tandpasta uit de tube. Een klein wit-rood-blauw hoopje vormt zich op de kop van mijn tandenborstel. Vanuit de spiegel kijk ik mijzelf aan. Ik zie mijn gezicht. Het gezicht waar ik al eenenveertig jaar naar kijk, wat in mijn hoofd er totaal anders uitziet. En toch, als ik in de spiegel kijk herken ik wel mijzelf. Het gezicht dat mij aankijkt ben ik en toch vind ik dat ik er anders uitzie.

Zoals altijd haal ik mijn schouders ervoor op en begin mijn tanden te poetsen. Het schuim vormt in mijn mond, de smaak van pepermunt en frisheid zwermt rond mijn tanden. Ik kijk nogmaals naar mijn gezicht. Diep in mijn ogen en zie alleen mijzelf terugkijken. De enige persoon die ik goed ken en toch probeer ik mijzelf nog verder te doorgronden. Het is iets wat ik ook moet doen, mijzelf doorgronden.

Dit jaar is begon op een manier die ik niet verwacht had en toch zag aankomen. Ik verloor mijn werk, wat ik allang wist en eerlijk gezegd niet heel erg treurig over was. Aan de andere kant van het speelveld sloeg mijn relatie ook op de klippen. Van rots in de branding werd ik opeens iemand die je liever niet meer in je leven had. Dat deed pijn. Het doet nog steeds pijn, maar sommige zaken nemen geen keer. Ik moet ermee leren leven, het was ook iets dat ik zelf veroorzaakt heb. Vechten is niet mijn sterkste kant als ik niet kan geloven in de droom die we hadden.

Zonder werk en relatie stond ik opeens alleen. Echt alleen. Op een manier die voor veel mensen volledig onbegrijpelijk zal zijn, maar voor mij de meest prettige manier is om te leven. Ongeveer drieënhalve verhuisde het werk, de baan waarmee ik mijn geld verdiende. Verhuizen is nooit erg, het geeft een verandering van omgeving en zorgt dat de oude rommel weer opgeruimd wordt. Alleen vond ik (en enkele andere collega's) mijzelf terug tussen de oude rommel. Natuurlijk niet letterlijk, maar ik kon niet volgen naar de nieuwe locatie. Vier uur op een dag reizen voor een baan gaat mij iets te ver en daar was mijn werkgever het ook mee eens. Ik ben op de reservebank terechtgekomen, wat in mijn geval zoveel betekende dat ik thuis kwam te zitten en daar zit ik nog steeds. Thuis, alleen met mijn katten en de vele gedachten die ik altijd heb.

Ik heb nu het gevoel dat ik op een kruispunt sta. Midden op een kruispunt. Terug naar waar ik vandaan kom is niet meer mogelijk. Die weg is volledig afgesloten, klaar en je moet door. Voor mij liggen drie wegen die ik kan nemen. Drie kanten die ik kan opgaan en ik ben besluiteloos. Wat wil ik in mijn leven? Wat wil ik echt in mijn leven? Iets wat ik natuurlijk wel weet. Ik weet precies wat ik wil, alleen is daar geen droog brood in te verdienen. Leven van kunst is weggelegd voor mensen die van de kunstacademie afkomen, zichzelf ontzettend goed kunnen verkopen en vooral connecties hebben die ik nooit zal kunnen vinden. Daarbij blijken veel mensen mijn kunstwerken ronduit eng te vinden. Vreesaanjagend spul, dingen uit nachtmerries en lijken mijn schrijfsels op de herinneringen aan een psychotische aanval. Niet dat ik het zelf op die manier zie, dat is mij in de afgelopen maanden verteld en heeft mij aan het denken gezet. Het heeft mij nog meer aan het denken gezet.

Drie maanden geleden was ik van plan nog meer werk van mijn kunst te gaan maken. Proberen er echt geld mee te gaan verdienen, ondanks de crisis en de ellende in de wereld. Er is geld te verdienen met kunst. Dat weet ik, dat moet gewoon. Het is mogelijk, alleen moet je werk maken dat mensen aanspreekt. Je moet je potentiële geen vrees aanjagen, tenminste niet in het begin. Zodra je een naam gevestigd heb kan je doen wat je wilt, zoveel weet ik ook wel. Alleen, en daar komt het kruispunt weer, wil ik mijzelf gaan verloochenen door werk te maken dat mensen kan aanspreken. Mooie tekeningen van landschappen, bomen, vogels en dieren in het bos. Ik kan ook abstracte schilderijen gaan maken. Schilderijen met vrolijke kleuren en titels die blijdschap uitspreken. Ik zou dat kunnen doen en waarschijnlijk kan ik deze dingen ook best verkopen, al acht ik die kans ook erg klein. Alleen wil ik dat niet. Ik wil geen werken gaan maken die het publiek aanspreken. Ik teken, schrijf en doe mijn dingen, omdat ik het wil. Omdat ik daar behoefte aan heb. Ik voel een drang om te creëren, om te schrijven. Om er te zijn.

En daar sta ik dan. Alleen op het kruispunt. Waar ga ik heen, welke weg sla ik in? Vroeger kon ik terugvallen op jou, mijn partner en mijn liefde. Die mogelijkheid heb ik niet meer. Ik heb niemand die in mijn armen ligt (of ik in de jouwe) waarmee ik mijn gedachten en ideeën kan delen. Iemand die mij goede raad kan geven, die ik daarna in de wind kan slaan (of toch opvolgen). Het menselijke contact van iemand die dichtbij je staat en je een extra zingeving geeft. Het is weg en ook dat stemt mij tot nadenken. Ook dat is een onderdeel van het kruispunt. Wat wil ik? Ik mis de armen om mij heen. De simpele warmte van een partner, de seks en liefde. Dat mis ik, maar aan de andere kant ook niet. Zoals mijn oom het treffend zei: "Een vrouw/vriendin brengt zorgen met zich mee waar je daarvoor nog nooit van gehoord had" en stiekem heeft hij daar wel een beetje gelijk in. Ik denk dat het andersom voor vrouwen ook zo zou werken. überhaupt gewoon in het algemeen in relaties. Een partner brengt een eigen leven mee, eigen gedachten en wensen. Zaken waar je daarvoor nooit over nadacht. En nu? Nu weet ik het niet en dat is niet zo erg. Ik kan het uitspreken, wat op dit moment genoeg is.

Terug naar mijn kunst. Wat wil ik daarmee? Wat wil ik met mijn schrijfsels? Ik heb genoeg ideeën, genoeg verhalen in mijn hoofd. De demonen op mijn schouder zijn echt niet weg. In het bos wonen nog steeds wezens die mij vrees aanjagen. En de schuur is ook nog niet opgebruikt. Ik heb nog genoeg, alleen durf ik het niet door te zetten. Ik heb verhalen geschreven, kort en onaf. Vooral onaf, want ik ben bang om ze opnieuw op te pakken. Het is makkelijker om een nieuw stuk te schrijven, dan terug te gaan naar het verleden van een verhaal. Alles heeft herinneringen en gevoelens. Aan alles wat ik doe heb ik herinneringen, maar vooral angsten. Ik laat mij leiden door angsten en het idee dat ik niet tegen afwijzing kan. Het kruispunt is geen plaats waar ik wil blijven staan en toch sta ik hier al drie maanden na te denken.

Gelukkig weet niemand in welke situatie ik sta en is er ook nog niemand mij voorbij gereden. De eenzaamheid die ik zelf gekozen heeft zorgt dat het bos alleen voor mij is. Ik wil ook niet omringt worden door mensen, door vele vrienden en kennissen. Het is goed zo, alleen mis ik die arm om mij heen. Mis ik de liefde die jij mij gaf en iemand die even wil luisteren naar mijn verhalen. Ik mis het en weet dat ik met iemand erbij toch weer terug zou gaan naar waar ik vandaan kom. Met iemand blijf ik hangen in mijn angsten en ideeën dat ik het niet kan waarmaken. Ik sta op het kruispunt, alleen en alleen moet ik de weg bewandelen.

Bij deze neem ik mijn eerste stap. Ik blijf op mijn weg. Het interesseert mij niet wat je van mij denkt. Je mag mij psychotisch, volledig krankzinnig en een eng persoon vinden. Je mag zelfs een gruwelijke hekel aan mij hebben (want die zijn er ook) en mijn mening totaal niet op prijs stellen. Het kan mij allemaal niet meer schelen. Het is mijn weg die ik bewandel. Mijn weg, die geplaveid is met dood paardenvlees en alle angsten die ik onder ogen durf te komen. Ik leef niet van mijn kunst, mijn schrijfsel. Ik maak ze gewoon en glimlach naar mijzelf in de spiegel. Morgen zal ik proberen mijzelf te groeten en een goedemorgen te wensen.

2 opmerkingen:

Erick zei

Ik zou graag met je mee lopen en een arm om de schouder slaan zodat de demonen geen vat op je krijgen. Maar het lijkt erop dat je verder voorbij het kruispunt bent dan je zelf wil toegeven en ik weet niet (zeker) welke kant je op bent gegaan. Ik kan natuurlijk wel het spoor in het kadavervlees volgen, maar ben niet dapper genoeg om de stap te zetten. Dus roep ik je van een afstand succes en sterkte toe, misschien verlicht dat je last en zorgt het dat het pad altijd de goede kant op gaat.


SUCCES !!! ..... STERKTE !!!

Godpipo zei

Erick, dank je wel! Voor de arm om de schouder en de wens mee te lopen. Overigens hoef je de demonen niet weg te houden, zij zorgen dat ik mijn ideeën krijg en dat ik het werk neerzet. Mijn angsten, die zijn vervelend.

En je hoeft ook niet mee te lopen of mij achterna te komen. Blijf op jouw pad! Jij hebt een heel goed pad voor jezelf uitgekozen, dat is knap. Dat is mooi. Blijf lopen en vechten voor je plaats op dat pad!

Dus jij ook SUCCES!! En sterkte ook zeker!