22 mei 2008

Belangwekkende dromen

Scheldend en vloekend trok ik vanochtend mijn ogen op. Mijn woede was volledig gericht op mijn wekker die het presteerde om precies op het verkeerde moment af te gaan. Het was werkelijk niet te geloven. Eigenlijk was het net alsof de duivel ermee speelde, om een interessant spreekwoord te gebruiken. Geloven in een duivel noch een God doe ik niet, maar dat neemt niet weg dat het interessant spreekwoorden en -wijzen op kan opleveren. Zo heb ik vanochtend mijn wekker ook vervloekt tot een godverlaten apparaat en ook verdoemenis uitgesproken die dezelfde god moet gaan uitvoeren. Jammer genoeg was mijn wekker niet echt onder de indruk van al mijn woorden, scheldpartijen en vervloekingen. In tegendeel juist, het vervloekte ding bleef net zo lang doorgaan met het afspelen van muziek totdat ik mijn ogen opengetrokken had en met mijn linkerhand uitgeslagen had.

Waarschijnlijk zal ik nu de indruk gewekt hebben dat ik vanochtend totaal geen zin had om op te staan, maar laat ik voorop stellen dat dit absoluut niet het geval was. Vlak voordat mijn wekker afging was ik flink aan het dromen. In de droom was iemand mij aan het vertellen hoe ik de rest van mijn natuurlijke leven het beste kon gaan inrichten. Nu was het niet zomaar iemand, maar een persoon van het kaliber Timoty Leary of misschien nog beter als Brain Barrit. Enkel was de persoon in mijn droom een vrouw en geen oude vent die een complete reputatie opgebouwd heeft in de roerige jaren zestig. Door mijn wekker is dit ook alles wat ik van mijn hele droom kan herinneren. Hoe graag ik ook wilde doordromen en het hele verhaal uithoren, mijn wekker was onverbiddelijk. Net zo lang bleef het vervloekte ding doorloeien totdat ik volledig wakker was en door de plotseling schok van het wakker worden kon ik de herinnering niet vasthouden. Ik baalde flink.

Het was precies dé droom waar ik al jaren op zit (lig) te wachten. Zoals een of andere scheikundige ooit het antwoord op zijn dilemma met benzeenringen in een droom vond. Hij leerde in zijn droom doordat hij slangen zag die zichzelf in de staart beten dat bezeen uit ringen moest bestaan. Hardstikke leerzaam dus, dat dromen. Er zijn vele wetenschappers en andere mensen die via dromen de oplossing voor hun voorliggende dilemma hebben gevonden. Zo'n droom was ik dus ook aan het dromen. Je begrijpt dat het héél frustrerend is als precies op dat moment de wekker afgaat en je gelijk alle kennis aan de droom ziet verdwijnen. Als zand in mijn handen verdween alles, maar waar zand nog een klein hoopje durft achter te laten bleef ik zitten met een loeiende wekker en de wetenschap dat ik eindelijk de oplossing gevonden had om weer kwijt te raken. Als ik niet daadwerkelijk had moeten opstaan was ik zonder enige moeite weer gaan liggen in de hoop dat de drom verder ging waar ik het achtergelaten had, maar het lot besliste anders. Ik moest opstaan en nu hoop ik dat de droom vanavond weer verder zal gaan. Het lot zal mij dit toch niet willen aandoen..... Niet dat ik in iets als het lot geloof, maar net als god en den duivel is het interessant genoeg om als woord te gebruiken. En nu zeg ik: HUM!

Geen opmerkingen: