8 mei 2009

Schaatsmuziek

"Maakt u ook schaatsmuziek?" vroeg de man in de straat. Niemand gaf hem antwoord. Iedereen liep hem voorbij, alsof hij een paria was. Een smet op de maatschappij die zo snel mogelijk weer vergeten moest worden. Zo voelde hij zich op dat moment. Niemand wilde hem helpen, niemand wilde zijn vraag op een normale manier beantwoorden. Meestal liepen de mensen gewoon door en als ze al stil bleven staan om naar zijn vraag te luisteren was het antwoord steevast dat hij het eens bij de ijsbaan moest proberen. Bij de ijsbaan zouden ze het zeker wel weten. De man in de straat vroeg zich op dat soort moment af of deze mensen wel konden nadenken. Waar zou hij als eerste heengaan als hij schaatsmuziek zou zoeken, dat is toch de ijsbaan. Dé uitgelezen plaats waar schaatsmuziek gespeeld zou kunnen worden, maar ook daar werd hij vreemd aangekeken. Ze wezen naar de muziekinstallatie. "Muziek om op te schaatsen" zeiden ze dan en hij liep elke keer weer teleurgesteld weg. Zo ging het nu al maanden.

Sinds de dood van zijn vader, nu bijna een jaar geleden, was de man in de straat op zoek naar het fenomeen schaatsmuziek. Zijn vader had hem erover verteld, al sinds hij klein was kon zijn vader prachtig vertellen over schaatsmuziek. Niet dat zijn vader ooit schaatsmuziek gehoord had, want het was nogal bijzonder maar zijn vader wist de meest prachtige verhalen over schaatsmuziek te vertellen. Vooral het verhaal dat wanneer je schaatsmuziek draaide terwijl je met ondergebonden schaatsen over een ijsbaan zoefde je in een andere wereld kon komen. "Niet letterlijk natuurlijk!" zei zijn vader er altijd bij. De muziek en het schaatsen in combinatie brachten je in een trance, een totaal andere staat van bewustzijn waarin je bijna met de Goden kon communiceren. De wereld zou geheel anders worden wanneer je schaatsmuziek hoorde. De man in de straat dacht met weemoed terug aan de gesprekken met zijn vader. Eigenlijk had zijn vader sinds zijn jeugd niet meer over schaatsmuziek gesproken, maar het was altijd blijven hangen. Altijd was er een onuitgesproken verlangen geweest om ooit te luisteren naar schaatsmuziek terwijl hij over het ijs zoefde. Schaatsen kon hij dan ook op zeer jeugdige leeftijd, al kreeg hij nooit echt de smaak te pakken. Er bleef altijd dat gemis.

Maar hij zag zich al helemaal over het ijs gaan. Zijn lange jas, welke hij doorgaans eigenlijk altijd droeg zou wapperen in de wind. Niet dat hij keihard over het ijs zou racen, maar de combinatie met de schaatsmuziek en schaatsen bracht hem altijd tot het idee dat zijn jas zou gaan wapperen. Als hij ooit schaatsmuziek zou vinden liet hij een windmachine langs de kant plaatsen om dit idee ook werkelijkheid te laten worden. Het was wel een poëtisch idee vond de man in de straat. En terwijl hij zo verder nadacht en fantaseerde over schaatsmuziek zette hij zijn zoektocht door. Overal waar hij kwam, al was het maar in de supermarkt om boodschappen te doen, vroeg hij de mensen of ze ooit wel eens van schaatsmuziek hadden gehoord. Soms vroeg hij of ze het maakten, maar meestal bleef hij bij zijn eerste vraag. Hadden ze wel eens gehoord van schaatsmuziek. Niemand kende het, helemaal niemand. Muziek om bij te schaatsen was er genoeg, maar dat was gewoon muziek. Muziek die je op de radio hoorde, op popfestivals en andere plaatsen. Dat was niet hetzelfde en altijd weer teleurgesteld liep de man in de straat naar huis.

Jaren gingen voorbij. Jaren waarbij de man in de straat hele reizen maakte om maar elk splintertje gerucht na te pluizen, maar altijd kwam hij met lege handen thuis. Nergens was schaatsmuziek te vinden, niemand had er zelfs ooit van gehoord. Al was dat laatste door de zoektocht van hem niet helemaal meer waar, massa's mensen hadden inmiddels vernomen van het bestaan van schaatsmuziek. Ze hadden gehoord dat hij er naar zocht en de laatste tijd kreeg hij steeds vaker een andere reactie. Mensen begonnen met de "schaatsmuziek-man" te noemen. Ze vertelde hem dat ze van zijn zoektocht gehoord hadden, maar nog steeds wist niemand hem te leiden naar het kleinood dat hij zocht. Maar de mensen waren blij dat ze hem tegengekomen waren. Ze hadden de schaatsmuziek-man gesproken en dat was in hun ogen heel bijzonder. De man in de straat kon er niet om lachen, hij wilde alleen maar zijn zoektocht volmaken. Eén keer in zijn leven wilde hij de ervaring meemaken waar zijn vader hem in zijn jeugd over verteld had. Hij wilde de andere staat van bewustzijn meemaken. Hij wilde de Goden zien en waar mogelijk aanraken. Hij begon te beseffen dat schaatsmuziek een obsessie geworden was.

Toch ging hij door met zoeken. Wat moest hij anders. Op het sterfbed van zijn vader had hij zichzelf de belofte gedaan om nu daadwerkelijk op zoek te gaan naar schaatsmuziek en de ervaring van zijn leven mee te maken. Hij kon nu toch niet meer terugkrabbelen. Wat moesten de mensen op straat wel niet van hem denken? En daar ging hij weer, op zoek naar de achtergronden van een of ander vaag gerucht dat iemand drie tonen muziek had gehoord die best schaatsmuziek hadden kunnen zijn. Weer op zoek, weer op reis en weer teleurgesteld thuiskomen. De man in de straat werd er moedeloos van, maar gaf niet op. Hij zou niet opgeven.

Ergens midden in een week, volgens mij was het donderdag, kreeg de man in de straat weer een gerucht te horen. Alleen was dit gerucht anders. Nu had niet iemand drie of vier tonen gehoord van iets dat misschien schaatsmuziek had kunnen zijn. Neen, iemand had in een obscuur antiekzaakje een 78-toeren elpee gezien waar op de hoes "Schaats-Muziek" gekrabbeld stond. Nu was volgens diegene het woord "hoes" ook veel gezegd, meer dan een witte papieren bescherming voor de elpee binnenin was het niet. Maar het scheen dat de elpee zelf nog in puike conditie was en de groeven zagen er totaal anders uit dan normale elpeegroeven. Degene die hem gezien had wist bijna zeker dat dit om originele schaatsmuziek ging die op de bakelieten-schijf was geperst. Hij gaf de man in de straat het adres van de antiekwinkel. Met kloppend hart en een beetje zenuwachtig liep hij naar het winkeltje. Zodra hij de ander had uitgehoord was hij op weg gegaan. Zo was het altijd gegaan en vandaag zou niet anders zijn. Als hij een gerucht hoorde ging hij er onmiddellijk op af. Hij weigerde tijd te verspillen aan pakken, eten en andere triviale zaken. Zijn zoektocht ging gewoon voor, voor alles en iedereen.

Het winkeltje was makkelijk gevonden, als je het adres maar hebt. Weggestopt tussen twee kledingwinkels lag een piepklein winkeltje met één etalage. "Antiek" stond er in gotische letters opgeschreven en de etalage lag gevuld met spulletjes uitgestald op een mooie, maar waarschijnlijk oude kast. Toen hij door de ruit naar binnen keek zag hij enkele schilderijen van gevogelte langs de muur. Een paar stoelen die eronder stonden en nog meer kasten. Het zag er netjes uit, in de zin dat het er niet stoffig was of zo'n tweedehandswinkel-uitstraling had. Het was gewoon een antiekzaak zoals je er vele van hebt. Klein met mooie spullen. De man in de straat duwde de deur open en liep naar binnen. Boven zijn hoofd klingelde een bel om zijn binnenkomst aan te kondigen bij de winkelbediende. Niet dat hij hem niet opgemerkt zou hebben. De winkelbediende zat rustig op een stoel achter zijn toonbank te wachten op de komst van klanten. "Goedemiddag!" De man in de straat nam gelijk het woord. "Ik hoorde dat u 78-toeren elpees verkoopt. Klopt dat?" De winkelbediende beantwoorde zijn groet met een hartelijk goedemiddag en wees naar een schap achterin de winkel. Op een lage kast stond een kist met elpees in witte papieren hoezen. Dat moest het zijn. De man in de straat liep vol verwachting naar de bak en liet zijn vingers over de hoezen glijden. "Zou het eindelijk..."

Heel voorzichtig begon hij de elpee te bekijken. Eén voor één liet hij de door zijn vingers gaan en na een stuk of drieëntwintig gezien te hebben zag hij opeens de elpee waar hij voor gekomen was. "Schaats-Muziek" stond er in een stevig handschrift op geschreven. De hele papieren hoes was er voor gebruikt, van de linker naar de rechterkant. De schrijver wilde geen misverstanden laten verstaan wat er op de elpee zou staan. Dit was schaatsmuziek. "Dit is schaatsmuziek!" sprak de man in de straat zachtjes in zichzelf. Hij durfde niet eens verder te kijken naar de elpee zelf, maar hij wist dat hij zou moeten. Al veel te vaak was hij op deze manier in het ootje genomen en dat liet hij niet nogmaals gebeuren. Met trillende handen pakte hij de elpee uit de bak en liet voorzichtig de zwarte bakelieten schijf uit de hoes glijden. In één oogopslag zag hij het verschil in de groeven. Dit was absoluut geen normale elpee met muziek. Dit was iets bijzonders. De man in de straat wist het zeker, hij had eindelijk zijn felbegeerde schaatsmuziek gevonden. Eindelijk had hij wat hij al die jaren aan het zoeken was. Eindelijk kon hij de ervaring van zijn leven gaan meemaken. Zonder te morren betaalde hij de vijfhonderd euro die de man voor de elpee vroeg. Volgens hem was het iets heel bijzonders, de muziek was niet alleen bijzonder en iets wat nog nooit een normaal mens gehoord had maar er was maar één exemplaar van die elpee. Het exemplaar wat hij nu in zijn handen hield.

In een plastic tasje gestopt kreeg de man in de straat de elpee mee naar huis. Bijna beschouwde hij het tasje als iets godslasterend voor zoiets bijzonders, maar hij wist ook niet hoe het anders mee naar huis genomen moest worden dus liet hij het erbij. Met kloppend hart en in een soort van gespannen opwinding ging hij op weg naar huis. De mensen op straat zagen aan zijn gezicht dat er iets veranderd was. Verschillende mensen spraken hem aan: "Schaatsmuziek-man, is het waar? Heb je het eindelijk gevonden?!" Hij kon eigenlijk alleen maar knikken. Bevestigend knikken. Ja, hij had het gevonden en dan lachte hij. De mensen op straat lachten met hem mee. Hij had eindelijk zijn zoektocht kunnen afronden. Na al die jaren had hij eindelijk gevonden wat hij zolang zocht. De mensen waren blij voor hem.

Ze wisten ook van zijn plannen. Dat hij de muziek wilde horen terwijl hij schaatste over een ijsbaan met zijn lange jas wapperend achter hem aan. Iets wat waarschijnlijk weer een hele tijd zou kunnen gaan duren voordat hij het voor elkaar gekregen had. Tenslotte was de man in de straat niet een van de rijkste personen op aarde en de mensen wilden hem helpen. In zijn buurt organiseerden ze een tombola met een jaarmarkt eromheen zodat ze geld konden inzamelen. Geld dat zijn wens in vervulling zou laten gaan. De man in de straat zag dit allemaal aan en voelde zich ontroert. Hij wist niet dat hij zo'n indruk op de mensen had achtergelaten, maar hij was blij met elk beetje hulp. Dat was hij al jaren, wanneer iemand hem weer een tip gaf over een gerucht. Nooit was hij boos geworden op iemand als zijn zoektocht weer op niets uitgelopen was. Hij zie altijd dat het niemand schuld was dat hij perse op zoek moest gaan naar schaatsmuziek en dat hij al blij was dat mensen met hem wilde meezoeken, al was het op kleine schaal. Maar dit, deze inzamelingsactie gaf hem werkelijk het gevoel dat de mensen echt om hem gaven. Dat zijn zoektocht niet zinloos was geweest en dat het een goede zaak was dat hij nooit opgegeven had. Hoe vaak had hij niet in de verleiding gestaan? Nu was hij blij dat hij doorgezet had en met behulp van al deze mensen zou zijn droom binnen aanzienlijke tijd in vervulling gaan.

Dat het de volgende dag al was kon niemand bedenken. Een eigenaar van een ijsbaan had gehoord van de tombola en alles wat eromheen georganiseerd was zodat er geld opgehaald kon worden om de schaatsmuziek-man's droom in vervulling te laten gaan. Geheel belangeloos had hij zijn ijsbaan ter beschikking gesteld voor enkele uren. Ook hij wilde deelgenoot zijn aan het in vervulling gaan van iemands levenswens en daarvoor wilde hij best wat inkomsten voor mislopen. De man in de straat wist niet wat hij hoorde. Nog nooit had hij zoiets meegemaakt. Dat mensen zoveel deden voor hem, voor gewoon iemand net zoals zij.

Alles was perfect die dag. De ijsbaan lag er mooi glad bij, langs de kant stond een windmachine te blazen die zijn jas mooi deed wapperen. Hij hoefde er niet eens voor te bewegen. Zelfs in stilstand wapperde zijn jas. Langs de kant stonden alle buren, kennissen, mensen die hem geholpen hadden in zijn zoektocht en allerhande andere belangstellenden. Het was druk. Iedereen wilde de schaatsmuziek-man zijn zoektocht zien volmaken. Iedereen wilde zien hoe hij zou schaatsen terwijl de schaatsmuziek speelde. Zoiets maakte je maar één keer in je leven mee en als je het gemist had was het weg.

De man in de straat keek rond, zijn jas wapperde achter hem aan terwijl hij zijn eerste rondje over het ijs schaatste. Hij gaf een teken dat de muziek opgestart kon worden. Heel voorzichtig liet iemand de naald van de platenspeler op de plaat zakken. De muziek begon. Nog nooit had iemand zulke muziek gehoord, het was prachtig en afgrijselijk vreemd tegelijkertijd. Niet onaardig, maar iets wat ergens niet helemaal lekker zat. Vandaar dat het natuurlijk nooit aangeslagen was, was de algemene gedachte over de muziek. De man op de schaats had hele andere gedachten. Hij schaatste rond terwijl de muziek speelde. Hij zou de trip van zijn leven krijgen. Een ervaring die hem naar de Goden zou brengen en verder. Dit zou hij zijn leven niet meer vergeten. Hierna was hij een ander mens. Dat waren zijn gedachten toen hij de eerste tonen hoorde, maar voor hij er erg in had vervlogen de gedachten. Hij voelde helemaal niet. Alleen de wind die om hem heen vloeide en de vreemde muziek die door de ruimte schalde. Geen andere staat van bewustzijn, geen blik op de Goden. Helemaal niets. Alleen schaatsen en zeer vreemde muziek. Muziek die wel mooi was, maar ergens ook de gehoorgangen wist te irriteren. Compleet verbijsterd bleef hij rond schaatsen terwijl de elpee helemaal afgespeeld werd. Onze schaatsmuziek-man.

Geen opmerkingen: