25 juli 2006

Als negers in de samenleving


Misschien is dit overdreven om te zeggen, maar wanneer het gevoel je zo duidelijk in het gezicht slaat zal het ook wel zo zijn. Ik voelde me een neger in de samenleving een paar dagen geleden. Of beter gezegd ook ik, als blanke man zijnde wordt gediscrimineerd op mijn uiterlijk. Ik hoef helemaal geen andere huidskleur te hebben om te weten wat discriminatie is, mijn sexuele geaardheid hoeft helemaal niet af te wijken van de geledende norm en ik hoef al helemaal niet net tedoen alsof ik dezelfde ben als iedereen om mij heen. De eerste die hetzelfde is als zijn buurman mag nu opstaan en zal standrechtelijk geexecuteerd worden voor leugens en verraad van het vaderland. Maar neen, ondanks het feit dat we allemaal anders zijn blijkt het maar weer dat de mensen die afwijken van de geldende normen ook binnen de ronden van discriminatie vallen. Mensen die buiten de norm vallen zijn de negers van de samenleving geworden.

Over getinte medelanders mogen we geen kwaad woord meer zeggen, zij vallen tegenwoordig buiten elke heilige boot. Getinte nederlanders knuffelen we liever dood terwijl we achter hun rug messen botdiep in ze steken. Maar in hun gezicht zeggen we niets, geen overtogen woord verlaat onze lippen. Getinte medelanders zijn geplaatst op een heilige stoel, de heilige koeien van de samenleving. Zij mogen geen zondebokken meer zijn omdat het zoeken naar een zondebok uit den boze is, getinte medelanders zijn net als wij gewoon mensen. Maar daarmee begint een dilemma, wat moet je als blanke nederlander dan met je gevoelens van onrust en onvrede? Ergens moet die op gebotvierd kunnen worden, ergens moeten die gevoelens heen kunnen gaan. Wat is dan beter dan een minderheidsgroepering aan te pakken die bestaat uit nerds, raar volk en vreemde mensen. Mensen die zich doelbewust buiten de samenleving willen plaatsen door andere kleden aan te trekken, door zich doelbewust tot een onderwerp van spreken laten maken door hun verschijning.

Die mensen zijn de perfecte doelwitten voor pesterijen, discriminatie en grootscheepse negeerpartijen. Zij zijn de negers van de nieuwe samenleving geworden. Het is niet voor niets dat het woord "negeren" van "neger" is afgeleid. Neger en, inderdaad neger en. Neger en neger, niets meer dan dat. Je hoeft geen intellect te zijn om te begrijpen dat de nieuwe negers ook genegeerd kunnen worden. Precies wat mij een paar dagen geleden (weer) eens overkwam. Ik kwam terecht in de negeren van de negerpartij. Het was me een dagje wel, maar ik zal me vooral richten op de laatste paar gebeurtenissen. Deze vonden plaats aan het begin van de latere avond.

Ik stapte in de bus terwijl ik mijn werkdag met succes afgerond had. Nu had ik de pech dat mijn aansluitende bus slechts één minuut eerder op de halte zou komen dan de bus waarin ik net gestapt was. Maar mijn ervaring met andere passegiers had geleerd dat vooraf vragen aan de buschauffeur vragen of de kruisende bus even kon wachten zeer goed uitpakte. De succesratio was tot dat moment altijd 100% geweest en aangezien ik altijd met de bus rijdt moest het nu ook helemaal goed komen. Tenminste dat dacht ik..... Ik stapte de bus in, een buschauffeur die ik vaker liet rijden voor mijn persoon, altijd vriendelijk groette en mij altijd vriendelijk teruggroette. Deze dag was niet anders. Ik groette de buschauffeur en stelde gelijk mijn vraag. Ik moest overstappen, maar had gezien dat de andere slechts een minuut eerder aankwam. Kortom ik vroeg of hij kon regelen dat deze even zou wachten. "Geen probleem" antwoordde de vriendelijke chauffeur. Dit antwoord liet ik mij goed ontvangen, bedankte de chauffeur en ging ergens achterin de bus zitten om uit het raam te staren. De bus nam een grotere voort over de weg dan normaal, maar eigenlijk heb ik geen enkele keer de chauffeur een poging zien ondernemen om zijn collega op te roepen. Ik hield het nog op achterdochtigheid van mijn kant, het was tenslotte een aardige chauffeur en misschien ging hij de ander bus inhalen. Alle kaarten lagen open.

Uiteindelijk heb ik geen kruisende bus gezien, nergens hebben we een andere bus ingehaald en de snelle vaart bleek te zijn voor een stelletje dat dronken in de bus zat te vervelen en toevallig bekend leek te zijn met de chauffeur. Waarom zou je anders je radio met housemuziek in de bus aan mogen laten? Nu was vooral het gesprek dat de chauffeur met de man van het stel had toen ze uitstapte doorslaggevend. Een geanimeerd gesprek van vijf minuten lieten de twee mannen zich smaken terwijl de rest van de bus mocht wachten op het einde hiervan. Mijn overstap zou ik nooit meer halen. Dat was ook nooit de bedoeling geweest. Ik werd compleet genegeerd in mijn bestaan. Ik mocht uitstappen op de afgesproken halte om daar een half uur te wachten op de volgende bus die me naar mijn eindbestemming zou brengen. Spinnen hielden me gezelschap in het bushokje.

Ik zat daar te wachten, schel licht vloeide uit de TL-buis boven mijn hoofd. Mijn discman was in de bus er al mee opgehouden dus moest ik het doen met de omgevingsgeluiden uit de verder vrij donkere buurt. Plots verschijnt er een dame met een grote herdershond in het hokje. "Wil je me even helpen met mijn boot?" vraag ze aan me. Ik was waarschijnlijk de eneige levende persoon in de buurt aan wie ze het kon vragen dus was ik de enige aangewezen persoon die haar kon helpen. Vriendelijk als ik ben wilde ik niet zo snel weigeren, tenslotte hoefde de boot alleen naar de overkant van de straat. Niets om een buil over te vallen dacht ik. Ik liep samen met haar op naar een opgeblazen kano-achtig geval, nog licht vochtig van de toch die ze ermee gemaakt had door de achterliggende slootjes. Zij nam de voorkant van de boot en ik nam mijn plaats in aan de achterzijde om al tillend naar de overkant te stappen. Halverwege de straat zie ik in de verte mijn bus aanrijden. "Daar komt mijn bus" roep ik tegen haar en snel leggen we de boot op de aangranzende stoep waarop ik half de straat opren om de aansnellende bus tegen te houden. Ik steek mijn handen uit, zwaai wild en roep wat ondefineerbaars. Onverstoorbaar rijdt de chaffeur door en verdwijnt de hoek op. Hij glimlacht nog wel naar me als hij langsrijdt. Ik blijf verslagen staan.

De dame kijkt beteuterd. "Was dat je bus? " vraagt ze. Ik knik "en de volgende gaat over een half uur" gooi ik er voorzichtig achteraan. Hierop kijkt ze nog beteuterder, ze heeft duidelijk spijt dat ze mij naar de overkant heeft laten lopen. Ze voelt zich schuldig waarop ze aanbied mij naar huis te brengen. Schoorvoetend doet ze dit aangezien ze eigenlijk de geheel andere kant op zou moeten alwaar mensen op haar aan het wachten zijn. Maar ze moet eerst nog even bellen bij haar moeder, haar moeder die vlakbij woont. Ze is zo terug en verdwijnt met haar hond in het donker. Ik blijf achter bij de boot. Tien minuten gaan voorbij, weer vijf. Nog steeds geen spoor van de dame. Onaangeroert blijft de boot liggen, zijn laatste druppels verspillend in de tuin waarin hij neergelegd is. Nog steeds is de dame niet terug, een kwartier is reeds verstreken. "Even bellen zei ze toch? " herhaal ik bij mezelf. Ik vloek zachtjes, mijn huisreis is inmiddels met een uur verlengt hierdoor. Hoe zou hier thuis op gereageerd worden? Ik wist het niet, bellen was ook geen optie. Geen mobiel en niemand in de buurt om wat te vragen is niet gunstig in deze gevallen. Uiteindelijk komt de dame terug, ze kijkt weer beteuterd als ik er nogs teeds sta. Geen bus is geweest die mij kwam oppikken en haar van haar plotselinge last verlostte. Ze voelt zich noodgedwongen haar belofte waar te maken, maar het gaat niet van harte. Helaas, het had zo mooi kunnen zijn. Maar ik ben maar een neger en zij een volwaardig lid van de samenleving. Ik ben maar een buitenstaander en zij iemand met iets te veel eergevoel. Zij had haar karma gered en ik was veel te laat thuis. Gelukkig had niemand het echt gemerkt.

Geen opmerkingen: