20 juni 2006

De deur van het museum

Gisteren moest de dag worden dat wij als gezin een dag het museum zouden gaan bezoeken. Ondanks de warmte, het eigenlijke strand en/of zwembadweer hadden wij besloten eens een dagje cultureel te gaan doen. Gewoon een dagje museum bewandelen om de kinderen een beetje culturele waarde bij te brengen en ze de emotie van oude voorwerpen bij te brengen. Daarbij kan een beetje culturele onderbouwing in de vorm van schilderijen ook nooit kwaad dus was het zaak om een museum te nemen dat van alles wat te bieden had.

Ikzelf had goede ervaringen opgedaan met het Teylers Museum in Haarlem. Volgens eigen zeggen is dat het oudste museum in Nederland en aangezien hun deuren al in zeventienvierentachtig al opengingen lijkt het me dat ze die claim met glans waarmaken. Daarbij staat het Teylers ook nog in een van de oudste steden van Nederland Haarlem, dus eigenlijk was er niet meer cultuur in de oudheidkundigheid te vinden in één plaats. Het Teylers zou het gaan worden en voordat de kinderen boe of bah hadden kunnen zeggen bevonden wij ons voor de fraaie deur van het Teylers museum. Misschien is het lichtelijk overdreven om te stellen dat de kinderen geen boe of bah konden zeggen omdat het al een onderneming was om ze door de zeer fraaie straten van Haarlem te krijgen voor we überhaupt de trappen van het museum konden zien, maar toen we er eenmaal waren was het snel over met de tegenstribbelingen. De deur was gesloten.

Wat had moeten uitlopen op een fraaie onderneming, lopen tussen volgens oude tradities uitgestalde fossielen, de instrumenten waarvan alleen de museumbewaarders de werking nog van kenden en de geschilderde landschappen van oude meesters, strandde deze jammerlijk voor de gebrandschilderde deur van het Teylers Museum. Een museum dat voor de dag van gisteren potdicht zat om ons onduidelijke reden. Geen snelle blikken op uitgestalde mineralen, geen uitleg bij de leugenstenen, geen pogingen om de kleinde handjes van de van der Graaf Generator in de eerste zaal te houden. Niets van dit alles. Zelfs geen afvragingen bij de vreemde instrumenten die gemaakt waren door onbekende uitvinders en onbekende klanken zouden kunnen voorbrengen. We zouden onszelf ook niet kunnen verbazen bij het tikken van een prachtig zakhorloge terwijl we dat aan de andere kant van de zaal zouden horen. Onzelf nooit kunnen afvragen wat er achter de groene gordijntjes in dezelfde zaal bevind. Helemaal niets, alleen een dichte deur. De kinderen zouden nooit kunnen genieten van de fraaie overgang van de achtiende eewse bouwstijl naar twintigste eeuwse stijlen, zelfs ik zou het weer moeten missen. Dat allemaal door één dichte deur. Een volslagen onbekend blijvende dichte deur.

De kinderen waren natuurlijk allang blij, zij hadden eigenlijk liever zin in een dagje zandrennen, schelpen rapen en happen in miniscule korreltjes tussen hun boterhammen met kaas en worst. Gelukkig voor ons was dat ook niet meer mogelijk gezien het tijdstip en de afstand tussen ons tot het dischtbijzijnde strand. De dag kon alleen maar afgesloten worden met een verveelde wandeling door de fraaiste stad van Nederland, een stad waar alle winkels afgesloten waren met rolluiken. De gevels glommen in het zonlicht en de stilte op straat groter was dan het verkeerslawaai. Gevieren liepen we deze tocht, het hoofd gebogen over de gemiste kanzen. De gedachten vol van de toekomstige mogelijkheden, niet wetenede of we hier nog ooit terug zouden komen. Niet wetend of we morgen wel het strand zouden voelen tussen onze tenen. Het was een dag om snel te vergeten, maar werd een dag die ons nog lang zou heugen. Het was gezellig.

Geen opmerkingen: