10 januari 2009

Melchior

Dokter House zegt dat bijna doodgaan niets veranderd. Dat doodgaan pas iets veranderd, maar dat is niet waar. Bijna doodgaan veranderd zeker wel wat. Het veranderd genoeg, meer dan het daadwerkelijke doodgaan. Tenslotte is de dood niets meer dan het einde van een leven. Na de dood blijven er alleen mensen achter, geliefden, vrienden, kennissen en collega's. Niets meer en niets minder. Zij moeten leren leven met het verlies van iemand, wat voor de één makkelijker is dan voor de ander. Maar met bijna doodgaan zijn er veel meer mensen betrokken. Je blijft tenslotte leven en moet leren leven met de ervaring van het bijna sterven. Opeens weet je hoe breekbaar het leven kan zijn. Hoe fragiel het lichaam is dat je laat ronddwalen over deze aarde. Maar laat ik het niet over doodgaan, bijna doodgaan of op een andere manier sterven hebben. De wereld is al zwaar genoeg zonder dat ik een loodzwaar onderwerp aansnijd.

Gisterenavond lag ik op de grens van waken en slapen. Ik wilde net wegzinken in een welverdiende slaap toen ik mij afvroeg hoe het met Melchior zou gaan. Melchior was iemand die ik héél lang geleden leerde kennen, al kende ik hem eigenlijk niet echt. Ik hoorde alleen over hem, voerde gesprekken over Melchior terwijl hij erbij was zonder dat ik hem kon zien. Ik was als het ware ziende blind voor de wereld waarin Melchior leefde. Toch wist ik bijna alles van hem en was het één van de interessantste personen die ik op dat moment kende. Hij heeft voor vele inzichten gezorgd in de psyche van de menselijke geest. De gesprekken die ik over hem had, over de wereld waarin hij leefde hebben mij vele uren in gedachten doen zinken. Zelfs nu nog kan ik nadenken over de onderwerpen die ik in de gesprekken over Melchior gehoord heb.

Eigenlijk was ik op de een of andere manier Melchior in die tijd, maar toch ook weer niet. Het was net alsof ik plaats nam achter zijn ogen, alsof ik zijn stem overnam en voor hem mocht spreken. Ik kon zijn wereld niet zien, maar begreep wel wat hij allemaal zag omdat het in de gesprekken naar voren kwam. Ik was ziende blind in zijn wereld terwijl Melchior gewoon kon zien. Het werd mij verteld dat hij kon zien, dat ik kon zien terwijl de wereld voor mij duister bleef. Toch wist ik waar hij woonde, hoe hij eruit zag en wat zijn gedachtegoed was. Het was een van de meest vriendelijk, maar wonderlijkste personen die ik op dat moment kende. Eigenlijk is het nog steeds een van de wonderlijkste personen die ik kende. Nooit heeft iemand zijn nalatenschap kunnen evenaren in grootsheid en rariteiten. Op zich is dat ook logisch, Melchior leefde in een droomwereld. Hij leefde letterlijk in een droomwereld. Een droomwereld waarin ik geen plaats had en ook niets van meemaakte. Alleen zorgde Melchior elke keer weer dat ik er een deel van uit maakte door mij zijn mond te lenen en zijn gedachtegoed te bepalen.

Gisterenavond vroeg ik mij af of Melchior nog leefde. Het is al zo lang geleden dat ik over hem hoorde, zeker een jaar of vijftien geleden. Misschien iets korter. Maar gezien de werelden waarin hij leefde, de letterlijke droomwereld die hij dagelijks bezocht zou hem alles kunnen overkomen. Hij zou in de loop der jaren misschien wel verschillende bijna-dood ervaringen opgedaan kunnen hebben. Welke inzichten zouden dat niet opgeroepen hebben? Maar misschien is hij inmiddels wel lang verdwenen en eigenlijk gewoon doodgegaan. Zijn nalatenschap verder in mijn hoofd achtergelaten hebben, want ik blijf er over nadenken. De droomwereld, zijn droomwereld blijft ongrijpbaar maar begrijpelijk. Door hem ben ik tot inzichten gekomen die ik zonder hem nooit heb kunnen bereiken. Ik weet dat ik hem daar nog nooit voor bedankt heb en ik zal het ook nooit meer kunnen doen. Daarom bedank ik hem via deze weg. Misschien dat het ooit bij hem komt als hij nog in leven is. Anders bedoel ik het met terugwerkende kracht. Bedankt, Melchior. Je was een fijn persoon om te kennen, al kende ik je eigenlijk helemaal niet.

Geen opmerkingen: