6 mei 2013

De kogel kwam van links

6 mei, de dag na de nationale Bevrijdingsdag en de dag dat Pim Fortuyn kennismaakte met Volkert van de Graaf. Een ontmoeting die hij niet zou overleven, aangezien Volkert besloten had zijn pistool op Pim Fortuyn te legen. Inmiddels is het elf jaar geleden dat Fortuyn en Van de Graaf elkaar ontmoette op die onvriendelijke parkeerplaats van het Mediapark in Hilversum. Elf jaar hebben we de tijd gehad om de ware geest van Pim Fortuyn te ontrafelen. Elf jaar de tijd om de motieven van Van der Graaf verder uit te diepen. Elf jaar om de achtergelaten puinhopen op te rapen.

Je kan veel zeggen en moord valt nooit goed te praten. Nooit, in geen geval. Zelfs de grootste dictator verdiend het niet om op een anonieme parkeerplaats overhoop geschoten te worden, maar laten we hen terzijde laten. Pim Fortuyn was in ieder geval niet de belofte die vele in hem zagen. Dat staat buiten kijf, de gevolgen van zijn woorden en zijn eenzijdige mening kunnen we nog steeds proeven op onze tong. De maatschappij is na Pim Fortuyn veranderd en in geen enkel geval ten goede. De kogel die hem raakte kwam van links, maar hij had daarvoor al een mes in de rug van de maatschappij en politiek gestoken. Zijn woorden klinken nog steeds door, het pluche in Den Haag lijkt hem nooit meer boven gekomen zijn. En waarom eigenlijk niet? Waarom zouden we niet objectief naar deze flamboyant kijken en zijn erfenis grondig tegen de loep houden? Ik weet het niet en ik ben ook niet de aangewezen persoon om daar over na te denken. Politiek is niet mijn vakgebied.

Elf jaar geleden was ik (als ik eerlijk ben) blij. Blij dat de woorden van Pim Fortuyn alleen nog herinnering waren. Dat zijn stem, zijn geroep en het gevaar dat hij uitstraalde tot een hardhandig halt geroepen was. Pim Fortuyn was geen persoon die ik graag plaats zag nemen op het pluche van Den Haag. En ik denk dat er meer mensen zo over dachten, al was ik één van de weinige die er openlijk vooruit kwam. Tegenwoordig denk ik er milder over. Pim Fortuyn was een dwaas. Een dwaas, zoals Geert Wilders een dwaas is. Een nar. Een radicaal met één doel en dat was zichzelf zoveel mogelijk horen praten. Geert Wilders heeft wat dat betreft uitstekend naar Fortuyn gekeken en doet precies wat hij ook gedaan zou hebben. Zichzelf horen praten is iets wat beide mannen uitstekend beheersen (of beheersten) maar Wilders is een ander verhaal. En zoals Pim Fortuyn het niet verdiende om op een onpersoonlijke parkeerplaats tegen een kogel aan te lopen, verdiend Wilders ook alle vrijheid om zijn dwaasheden de wereld in te schreeuwen. Mensen verdienen het niet om te sterven voor hun uitspraken.

In de elf jaar die volgende op de onfortuynlijke dood van Pim Fortuyn is er weinig veranderd. De maatschappij is harder geworden, tolerantie is bijna een vies woord geworden en iedereen die het niet met je eens is wordt tot "vijand" bestempeld. Niet dat de rest van de wereld heilig is, want je ziet het overal. Het is gewoon de tijdsgeest en meer niet. Normaal gesproken zou ik ook geen stuk tekst verspillen aan Pim Fortuyn, niet op zijn sterfdag en ook niet op een andere dag.. Maar we hebben niets geleerd van zijn dood, helemaal niets. Pim Fortuyn is op de meest zinloze manier die denkbaar is vermoord. Er is geen enkele lering uit getrokken en het ettert nog steeds door. Er zijn zelfs mensen, in dit geval de bestseller-schrijver Tomas Ross die Fortuyn willen opblazen tot een mythisch persoon. Een jaar geleden riep in de media hij dat Volkert van de Graaf niet de enige schutter kon zijn en dat de moord een geniaal complot was. Ik denk dat Tomas Ross wil dat Fortuyn dezelfde status krijgt als John F. Kennedy in de wereld heeft. Daar stond ook een tweede schutter verstopt achter een grasheuvel op een paar bosjes (of andersom). Een tweede schutter die nooit gevonden werd, maar gezocht moest worden in de handen van de CIA, FBI of gewoon de maffia. Welke organisaties Tomas Ross in gedachte heeft om de tweede schutter bij Pim Fortuyn te leveren weet ik niet, behalve dat hij zegt dat politiek Den Haag erbij betrokken is geweest. Ik krabbel even aan mijn hoofd.

Dit soort dwaze pogingen om van de moord op Pim Fortuyn een mythe te maken zegt veel over dat we niets geleerd hebben. Dat de zeepbel die Pim Fortuyn het hollandsche landschap voorspiegelde nog springlevend is en dat zijn gedachtegoed nog steeds na-ettert in de maatschappij. Op 6 mei komen deze verhalen, deze gedachten en deze ellende weer even naar boven. Mogen ze even het daglicht zien, terwijl we eigenlijk helemaal niets weten. We hebben niets geleerd en kijken alleen naar het kogelgat dat het hoofd van Pim Fortuyn sierde, waarbij sierde ironisch opgevat moet worden. Het was niet de redder van Nederland en hij heeft geen grandioze erfenis achtergelaten waar we nog steeds de vruchten van plukken. Pim Fortuyn heeft niets anders gedaan dan de eerste gaten gemaakt in het schip waarop we zitten. Hij is geslaagd waar Hans Janmaat in een kleine twintig jaar constant in faalde.

En elf jaar na de dood van Fortuyn heb ik nog steeds (tegen beter weten in) de hoop dat mensen dit in gaan zien. Niet de mensen die het al met mij eens zijn, maar iedereen. Jan met de Pet, de Henk en Ingrid waar Wilders altijd op doelt. Dat bij hen de oogkleppen ook van de ogen vallen en zien waar de erfenis van Pim Fortuyn toe geleid heeft. Ik weet dat het ijdele hoop is, wat ook de reden is dat ik mijzelf voorgenomen heb om nooit iets over Fortuyn of Wilders te schrijven. Het heeft toch geen zin. Mensen volgen toch wel degene die het hardste roept zonder dat ze überhaupt luisteren wat de persoon naar ze schreeuwt.

Ja, de kogel kwam van links maar alleen om te verhinderen dat rechts ons bij de keel greep en iedereen verstikte. Het heeft niet geholpen. Rechts en links bestaan niet meer, het pistool is nog steeds niet afgekoeld.

Geen opmerkingen: