9 mei 2013

Een zinloos bestaan

"Deze man.." Hierbij wees hij toevallig op mijn vader. Een man die ik al meer als tien jaar niet meer gezien heb en eerlijk gezegd dat ook graag zo zou willen houden. "Deze man" ging hij verder: "is helemaal niemand. Een onbekende. Alleen familie en directe betrokkenen kennen deze man, verder helemaal niemand!" Hij zette zijn woorden kracht met een zwaaiend gebaar naar de massa voor hem. Mijn vader knikte instemmend. Hij was allang blij dat hij even in de belangstelling mocht staan. Het maakte niet uit wat er over hem gezegd werd. Volgens mij hoorde hij het niet eens, al ga ik het hem ook niet vragen. Het interesseert mij niets, mijn vader is inderdaad helemaal niemand.

Niemand zijn. Niet meer dan een bestaan zijn, een aanwezigheid op de wereld die niets gedaan heeft om herinnert te worden. Gewoon geleefd, gewerkt, liefgehad en verder niets. Ruzie en liefde gemaakt, vrienden gezien en vrienden zien gaan. Gewoon een persoon zijn, niets meer dan een persoon. Het is niemand z'n droom en toch leven we het allemaal. Een bestaan, gewoon een bestaan. Alleen bekend bij onze familieleden en de vrienden die we in ons leven opdoen. Niemand die buiten de groep weet wie je bent. Je bent er gewoon en als je dood ben is het klaar. Geen langdurige relaties met de geschiedenis, geen woorden die op muren geschreven worden uit jouw naam. Gewoon leven en sterven, niets meer dan dat. Het bestaan als zinloos gebeuren, precies zoals de natuur het bedoeld heeft. Het moet heerlijk zijn.

Alles wat ik wens heb ik ook bereikt. Alleen de mensen die mij kennen hebben herinneringen aan mij en alles wat ze weten is verkeerd. Zodra ik doodga zullen zij mij herinneren als iemand die ze ooit gekend hebben, waar ze ooit dingen mee deden en misschien zelfs een lach mee gedeeld hebben. Het zou goed kunnen, ik ben niet anders dan de mensen in mijn omgeving. Niet anders dan de mensen die je dagelijks in de supermarkt tegenkomt. Ik ben net zoveel niemand als jij dat bent. Zodra wij dood zijn, zodra iedereen die ons gekend heeft er niet meer zijn dan is het echt klaar. Wanneer iemand een foto vind waar één van ons opstaat zal hij of zij ons niet herkennen. We zijn gewoon naamloze gezichten die ooit in de camera keken. Een herinnering aan een gebeurtenis die iedereen allang vergeten is. We zijn dan niets meer, alleen nog een persoon in een landschap. Of een persoon in een onbekende ruimte.

Hoe heerlijk moet dat zijn, dat niemand je meer herinnert. Dat je hele leven een zinloze aaneenschakeling van gebeurtenissen zonder doel is geweest. De baan waar je dag in dag uit naar toeging niets opgeleverd heeft, behalve het geld dat je ermee verdiende en waarvan je jezelf in het levensonderhoud voorzag. De woning waar je zoveel lief, leed en dagen gedeeld hebt bewoond door iemand anders. Iemand die geen benul heeft van de vorige bewoners of bewoners. Zelfs het stof, de huidschilfers die je in de loop der jaren kwijtgeraakt bent zijn allang verdwenen uit die woning. Je bent daar niets meer. Als je goed kijkt kan je zelfs zeggen dat je daar nooit geweest bent. Je was niets meer dan momentele opvulling voor de muren. Iets dat er even hoorde en vanzelf weer verdween. Stof op de meubels dat met een doekje weggeveegd is. De vereenzelviging van helemaal niets, stilte.

Zelfs dat kunnen we nog verder doorvoeren. Waarom zouden we stoppen bij de mensen die je zouden kunnen herinneren. Het is nog beter als helemaal niemand je kan herinneren. Dat je niets meer dan een verschijning op straat was. Een aanwezigheid die wekelijks boodschappen doet, maar niemand verder kent. Anoniem sterven en anoniem begraven worden. Geen mensen die rond je kist staan, te rouwen om het gat dat je achtergelaten hebt. Helemaal niet meer, je dood is definitief. De stilte die je achterlaat is voor altijd, opgevuld door de geluiden van andere mensen die jou niet kennen. Jouw stilte is hun ruimte om te praten. Er is ook niemand om bezwaar te maken, want niemand kent jou. Je aanwezigheid op straat zal even gemist worden, maar dat vervaagt ook snel. Voor je het weet ben je niets meer, niet eens een voetstap in het donker. Een verlaten kledingstuk op een vuilnisbelt. Een vergeelde foto met de afbeelding van een onbekend persoon. Sterven zonder dat iemand je gekend heeft is het ultieme zinloze leven. Leven zonder bedoeling, bedoelen zonder leven. Het moet heerlijk zijn om niet herinnert te worden en toch kan ik mij elke gebeurtenis voor de geest halen.

Ik probeer soms mijn vader te vergeten. Zijn bestaan in mijn leven zinloos te maken, maar dat is hij altijd al geweest. Dat realiseer ik mij nu pas, nu hij gezegd heeft dat mijn vader helemaal niemand is. Zeker nu mijn vader daarover instemmend knikte. Mijn vader vind het ook en dan kan ik niet achterblijven. Mijn vader is ook zinloos geweest. Niet meer dan een aanwezigheid en een vage herinnering. Ik voel mij niet betrokken bij hem en als hij dood is zal ik hem niet herinneren. Zijn leven is voor mij zinloos geweest, zoals mijn leven voor hem zinloos is. Ik koester de momenten dat wij elkaar niet herinneren.

Misschien moet ik gewoon alles vergeten, stoppen met willen en leven zoals de meeste mensen leven. Het zou het leven een stuk makkelijker maken. Ik zou eindelijk kunnen leven zoals mijn vader, sterven zoals niemand en herinnert worden door een enkeling. Ik wil ook een zinloos leven. Ik wil niet die drang meer voelen om mijn aanwezigheid te laten gelden op deze wereld. Laat mij zinloos zijn. Ik wil net zoals mijn vader zijn, maar dat veel beter doen!

Geen opmerkingen: