12 mei 2013

De reünie

Er was een reden dat ik nooit naar reünies ga. Het maakte mij ook helemaal niet uit waarvan de reünie was. Een oude school, werkgever waar ik vroeger een kansloze baan had, het centrum waar ik in mijn jeugd rondhing of de tennisvereniging waar ik nooit op zat.. Het maakte niet uit wie de reünie verzorgde, ik ging er niet heen. Gewoon, daarom niet. Ik heb geen zin in reünies en daar had ik een hele goede reden voor. Vond ik. Een reden die met geen speld te ontwrichten viel en er was ook niets tussen te krijgen.

Het enige vervelende was als iemand aan mij vroeg waarom ik niet naar de reünie ga, wat mijn redenen dan precies zijn. Op die momenten moest ik toch toegeven dat mijn redenen om niet te gaan zeker legitiem waren, maar ik werkelijk geen idee had hoe ik ze onder woorden moest brengen. Ik kon mijn redenen gewoon niet vertellen, omdat het gebaseerd was op een gevoel. Een gevoel dat ik niet thuishoor op reünies, dat het niets voor mij is. Massa's mensen die je al jaren niet meer gezien heb en daar is dan ook een goede reden voor te vinden. Zulke gedachten kreeg ik bij het woord "reünie" en de wetenschap dat er weer eentje aan zat te komen, alleen kan je dat niet vertellen aan iemand. Dat is allereerst niet netjes voor de mensen die wel graag naar een reünie gaan en ook niet voor de mensen die jou van heel veel vroeger kennen (tenminste, dat zeggen ze). Het was voor mij wel de reden om mij stil te houden wanneer ik weer van een reünie hoorde. Geen antwoord geven en net doen alsof je niets gezien hebt tot de dag voorbij gegaan was. Iets wat altijd goed werkte.

Tot voor kort. Er werd weer een reünie georganiseerd. Dit keer van het jongerencentrum waar ik een groot deel van mijn vroege adolescentie doorgebracht heb. Een plek waar mijn broer ook kwam en tevens enkele vrienden opgedaan heb. De vorige reünies had ik altijd kunnen vermijden, door net te doen alsof ik van niets wist en als ik er wel naar gevraagd werd kon ik (zogenaamd) niet. Iets wat deze keer niet ging werken. Voordat er überhaupt sprake was van een datum waarop de reünie gehouden werd raakte ik betrokken in het geheel. Niet dat ik meegesleurd werd in de organisatie, maar ik moest meebeslissen over een datum en mensen begonnen via het internet te laten weten dat ik ook moest komen. Ik hoorde er ook bij, geen reünie was compleet als ik er ook niet was. Dat soort dingen en ik voelde (bijna) een verplichting om mijn gezicht te laten zien.

Iets wat ik ook deed. Gisterenavond stond ik weer in hetzelfde centrum waar ik zo'n tien jaar van mijn leven gespendeerd heb. Ik wist opeens weer dat ik ooit besloten had om de deur van dat gebouw definitief achter mij dicht te trekken, al bestond de organisatie die het gebouw in die tijd beheerde allang niet meer. Het was een vreemd weerzien en toch was er helemaal niets veranderd.

Opeens zag ik mensen die ik zeker tien jaar niet meer gezien had, misschien zelfs langer. Mensen die toen nog studeerden, net hun eerste baantje kregen of nog geen idee hadden wat ze met het leven moesten doen. Mensen zoals ikzelf ook was, zoekende naar zingeving en een idee hoe de wereld in te richten. En nu zo'n tien-twintig jaar later waren ze voor geen meter veranderd. Iedereen is nog steeds op zoek naar dezelfde zingeving en heeft geen enkel idee waarom ze geen zingeving uit het leven kunnen halen. Al was er natuurlijk de enkeling die pochte over de geweldige baan die hij had, het dikke salaris dat eruit voortvloeide en de mooie spullen die hij daardoor kon kopen.. maar uiteindelijk wist hij daar ook geen zingeving aan te verbinden. Ook hij was precies hetzelfde zoutloze persoon dat hij tien jaar geleden ook was. Zijn jacht naar geld en spullen had hij nooit opgegeven, het was zelfs erger geworden. Hij leefde inmiddels om zijn werk te dienen en overal waar hij kwam zag hij dingen om te werken. Ik lachte.

Hij was niet de enige, al waren de andere mensen die op de reünie afkwamen niet van dien aard dat ze hun hebben en houden ophingen aan hun werk en de hoeveelheid geld die het opleverde. Het vreemde was dat de mensen helemaal niet veranderd waren. Sommige waren iets ouder geworden, maar verder nog precies hetzelfde. Ze gedroegen zich hetzelfde, zeiden hetzelfde en voerde dezelfde handelingen uit. Je kon aan het begin van de avond al zeggen wie stomdronken naar huis zou gaan, wie om de zoveel tijd naar buiten ging om te blowen, wie door iedereen met de nek aangekeken zou worden. Het was net alsof het geen reünie was, maar een doodnormale zaterdagavond in het jongerencentrum waar we vroeger wekelijks kwamen.

Het enige verschil waren de gesprekken zelf. Iedereen had het erover dat we niets veranderd waren, alleen ouder geworden. Wat we tegenwoordig deden voor de kost en in het dagelijks leven. Ook gingen veel gesprekken over de kinderen, want iedereen had wel één of twee kinderen. Van zichzelf of via via aangekomen. Kinderen was een dankbaar onderwerp voor vele en het werd ook veelvuldig aangesneden. Maar verder, verder was niemand veranderd. De mooie idealen van vroeger waren nog steeds aanwezig. Veertig jaar en nog steeds het idee hebben dat de wereld een mooie plaats is met mooie mensen waar je kinderen in alle geluk kunnen opgroeien. Vaak roepen dat je een kat hebt en hoeveel voldoening zo'n beestje geeft. Afgeven op hondenbezitters en bier drinken alsof het een lieve lust is. Oppervlakkigheid die zelfs de ideeën van de platte aarde uit de middeleeuwen bol lieten lijken. Het was gewoon vreselijk.

Na een uur wist ik precies weer waarom ik nooit naar reünies ga. Ik wil niet herinnert worden aan vroegere tijden, aan de dingen die ik gedaan heb en nog steeds doe. Dat de mensen die ik vroeger veelvuldig zag, net als ik ouder zijn geworden interesseert mij niet zoveel. Ik hoef ook niet te weten dat ze tien jaar na dato nog precies hetzelfde over de wereld en het leven denken. Net zo min als ik niet hoef te weten dat hun interesses nog steeds niet de mijne zijn. Er was een reden dat ik de deur definitief achter mij dichtgetrokken had en de mensen aanwezig op de reünie waren die reden. Het verleden is geweest, daar hoef ik mij niet aan herinnerd te worden. In mijn hoofd is het toch veel mooier, dan het in het echt ooit was. De herinneringen die opgehaald kunnen worden zijn ook niet mijn herinneringen. Ik hoef het niet te weten, net zoals ik geen behoefte heb aan de oude contacten weer aan te halen. Het is geweest en de reünie nu ook. Het was de enige en laatste keer dat ik naar een reünie ga. Het is niets voor mij, simpel zat.

Geen opmerkingen: