10 mei 2006

De blauwe gorilla

"Ik had een blauwe gorilla wonen in mijn oor" begon ze te vertellen de eerste keer dat ze me zag. Ik keek haar aan terwijl ik er het mijne van dacht. "En nu?" vroeg ik haar. "Nu is hij weg. Ik stopte met in hem te geloven omdat iedereen tegen me zei dat een gorilla niet in iemands oor kon wonen en al helemaal geen blauwe gorilla." Ze keek me een beetje verdrietig aan. "Nu is hij weg." zei ze nog een keertje. Ik zei niets. Ik staarde een beetje voor me uit en dacht er het mijne van. Vanavond als ze sliep zou ik wel even polshoogte gaan nemen. Ergens geloofde ik helemaal niets van haar verhaal, ze had me al vaker dingen op de mouw willen spelden in de korte tijd dat we elkaar kende. Dit was ook typisch zo'n verhaal van haar. Maar misschien had ze echt een blauwe gorilla in haar oor wonen. Misschien was het wel waar.

Voor ik het wist belandde we in bed en deden de dingen die we moesten doen. Ze viel in slaap. Ik keek haar aan terwijl ze vredig in haar slaap verzonken was. Ik moest niet te gretig zijn, dat zou de band kunnen verstoren. Sterker nog dat zou haar slaap kunnen verstoren en dan zou ik het nooit te weten kunnen komen. Geduld is een schone zaak en voor iemand die zoch niet vaak douched was een schone zaak van essentieel belang. Ik wachtte af, rustig. Om een lang verhaal kort te maken. Ik wachtte tot buiten de duisternis volledig ingetreden was en alleen de nachtelijke dieren de rust konden verstoren. Op kousevoeten sloop ik naar binnen en probeerde de woning van de blauwe gorilla te vinden. Ik hoefde niet lang te zoeken, haar gehoorgang was niet vreselijk lang en voordat ik het doorhad stond ik in een woonkamerachtige ruimte.

Verlaten spinrag hing aan muren en plafons. Een laag stof van jaren bedekte de tafel en meubelementen, hier was duidelijk al heel lang niemand meer geweest. Dit bewees wel dat er iemand in haar oor gehuisd had, maar een blauwe gorilla was nog een groot woord. Ik zocht naar verdere aanwijzingen waarbij ik het stof van jaren verstoorde. Niets verried de achtergrond of indentieteit van de vroegere bewoner, helemaal niets. Alleen stof en oude meubels stonden er nog. Geen foto's, geen achtergelaten maaltijden of zelfs ingeblikt voedsel. Het zou iedereen geweest kunnen zijn die daar gewoond had. Echt iedereen, zelfs ik zou de bewoner kunnen zijn. Het gaf me geen goed gevoel, ik wilde haar graag geloven maar dan moest ik zekerheid krijgen. Ik liep verder de kamer in naar een viezige achterwand. Licht doorschijnende en bedekt met krassen en vlekken. Ik veegde over een redelijk schoon gedeelte en legde een spiegelend oppervlak bloot. Zou dit haar trommelvlies zijn? Het zou zich wel hier ergens moeten bevinden, dus ik nam gewoon aan dat ik het bij het rechte eind had. Maar een spiegelend trommelvlies had ik nog nooit van gehoord. Kon dat wel?

Ik wierp een blik op de spiegel en zag dat het helemaal geen spiegel was. Het was een raam op een andere wereld. Een wereld vol vleselijke lusten en sexuele handelingen. Ik zag een man zich aftrekken in een snackbar. Zijn pik tegen de glazen counter geduwd terwijl de snackbarhulp frikandellen pakte uit de vitrine. Op een tafel achter hem lag een vrouw die in missionarishouding gedwongen werd om ter bevrediging van een andere man te dienen. Ze at friet. Ik keek een andere kant op waarna ik merkte dat het raam zich in een bus bevond. De stoelen waren bezet door vrouwen, alleen maar vrouwen. De enige andere man in de bus op mij na was de chauffeur. Niemand lette op mij, iedereen keek onverschillig voor zich uit of zat te lezen in een krantje. Ik deed mijn oordopjes van mijn discman in. Drones en geluid stroomde mijn gehoorgangen in. Ik liet me meevoeren op de klanken, zen in muziek. Het was heerlijk terwijl de bus door de nacht voorvloeide. Ik keek weer en de bus was leeg. Slechts een enkeling zat verspreid over de banken. Niemand bewoog, alles was stil terwijl de bus voortging. Ik had mijn bestemming nog niet bereikt.

De bus stopte. Een ongelovelijk mooie vrouw stapte in en liep op mij toe. Mijn richting op. Ik wist mezelf geen houding te geven. Deze vrouw was te mooi, een modeprinces die elke cover van elk modeblad zou kunnen sieren. Haar haar golfde terwijl ze liep, stralend als de zon. Manen van een leeuw. Ze keek me aan, ze keek dwars door me heen en ging zitten. Voor me, drie stoelen verder ging ze zitten waar ik haar geur kon opsnuiven. Ze rook zoals ze eruit zag, goddelijk. Een godin in menselijke vorm. Het werd met teveel, ik braakte tussen mijn knieën door. Zoveel schoonheid kon ik niet verdragen. Ik moest mijn maag ledigen terwijl ik nogmaals haar geur opsnoof, haar geur zo zoet als honing. De geur van bloemen in het maanlicht. Ik braakte nog een keertje en sloot mijn ogen. Ik wilde niet meer.

Zonder mijn ogen te openen wendde ik mijn blik naar het raam en zag de blauwe gorilla wegscharrelen in de bosjes. Hij liep weg tussen de bomen. De blauwe gorilla die niet kon bestaan, waar niemand in wilde geloven. Ik liep hem achterna, de bosjes voor me uitduwend alsof ze deuren waren. De blauwe gorilla, hij moest wel eenzaam zijn. Niemand die in hem geloofde, niemand die zijn bestaan wilde erkennen. En plotseling wist ik het, hij was net zo eenzaam als ik. Als mij die daar in de bosjes, tussen de bomen stond. Ik was net zo eenzaam, maar in mij geloofde mensen nog. Ik had nog mensen die mij bestaan wilden erkennen. De blauwe gorilla had niemand meer, hij kon niet bestaan. Hij was niet echt, hij was nooit echt geweest. Ik voelde me triest terwijl ik naast haar lag. Het was de zoveelste leugen die ze me verteld had, de zoveelste leugen in ons korte bestaan. Ik stond op en verliet het huis. Ik wilde niet meer bij haar zijn. Mijn benen konden alleen mij dragen en voor haar leugens was geen plaats. Dat was de laatste keer dat ik de blauwe gorilla gezien heb.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Weet wel dat ik nu een tijdje geen snackbar kan bezoeken...De associatie frikadellen en aftrekken...brrr...En dat terwijl ik nog nooit een frikadel heb gegeten en momenteel nog te vegetarisch eet om daar in de nabije toekomst nog uitzicht op te hebben...

Godpipo zei

Je mist niet vaal aan de gemiddelde snackbar-frikandel. In ieder geval is het teveel om jezelf opgewonden over te krijgen. Laat staan tot een bevredigend resultaat te komen.