12 mei 2006

Donderwolken op Texel

Mijn dag begon slecht, heel slecht. Ik werd te vroeg wakker met een hoofd vol donderwolken en kon pogingen wagen bliksemschichten met mijn ogen te schieten. Gedurende de ochtend werden de donderwolken zwaarder en zwaarder om langzaam te veranderen in regen en nattigheid op de grond. Ik voelde me als een modderfiguur dat langzaam wegzonk in de blubber en puree, maar zoals altijd is er een oplossing. Er is altijd een oplossing. Ik moest een verhaal vertellen. Eigenlijk moest ik gewoon hét verhaal vertellen. Het verhaal van Texel. Een vertelling doorspekt met ellende, eilandbewoners, bestialiteit met schapen, vleselijke lusten en rauwgeslagen vlees. Het is gelukkig niet mijn verhaal, ik ben nog nooit op Texel geweest en was het ook niet van plan. Neen, dit verhaal gaat over een dame die Marianne heet en vroeger op Texel gewoond had. Om precies te zijn woonde ze in het plaatsje Cocksdorp, wat niet vernoemd is naar de gelijknamige detective-serie van Baantjer.

Eigenlijk is het een verhaal wat nooit verteld mag worden, dat te gruwelijk is om te vertellen. Nu is té gruwelijk ook weer een groot woord, het is het gewoon niet waard om te vertellen. Wie zit er nu te wachten op een verhaal van schapenneukers. Het rondzwaaien van dildo's in de open lucht en bezwetende lichamen die elkaar nemen op plaatsen waar beschrijvingen zelfs mij tarten. Ik hou het liever bij dingen die echt interessant zijn, het verhaal van Marianne is gewoon te ranzig om zo maar te gaan vertellen. Ik hoef niet zo nodig terug te denken aan die periode. Eigenlijk kan ik er gewoon niets interessants in vinden. Het is het verleden en het verleden laten we rusten. De schapen worden nog steeds geneukt op Texel, dat was vroeger al zo en dat zal altijd zo blijven. Waar de vrouwen gewillig zijn, zijn de schapen nog gewilliger. Maar alleen een Texelaar kan een schaap klaarmaken zodat een vrouw nooit meer behoefte heeft aan iets anders en dat is toch iets wat tot een prestatie gerekend mag worden. Hiermee heb ik de grote lijnen van het verhaal van Marianne al uit de doeken gedaan. Ze woonde op Texel, kwam daar in aanraking met de rondneukende boeren van het eiland en werd meegezogen in orgie van besialiteit en lusten over wol op poten. Ze heeft het zelfs verschillende keren aan de lijve mogen ondervinden. Hierna raakte ze zo hevig gepassioneerd van een schaap en haar geliefde dat ze dit nooit echt meer te boven is gekomen. Niet lang daarna heeft ze het eiland verlaten en hing ze haar liefdesleven aan de wilgen. Nog steeds liggen haar herinneringen aan het eiland te verstoffen in het nachtkastje. Zo kan het ook lopen, maar dat is allemaal in het verleden.

In tegenstelling tot de dag van vandaag, de dag van de donderwolken. De dag van regen, puree en modderfiguren. Ik wilde vandaag niet opstaan. Ik wilde de deken over mijn hoofd trekken en hopen dat de wolken vertrokken uit mijn hoofd. Ik kon me niet concentreren, me niet focussen op de taken die voor me lagen en ik moest mijn brood nog smeren. Rookworst en kaas. Paardenrookworst om precies te zijn, want andere rookworsten vind ik niet echt lekker. Vol goede moed en met bzwaard gemoed begon ik met het besmeren van mijn boterhammen. Niet lang daarna zou ik naar mijn werk vertrekken en iets ter vulling van de maag is erg prettig. Ik sneed rustig een paar plakjes af en deed dit lustig omdat er nog een klein stukje restte. Eigenlijk was ik van plan het hele stukje op mijn boterhammen te krijgen terwijl ik al wist dat het te veel zou zijn. Ik sneed en sneed en sneed tot plotseling de worst begon te bloeden. Werkelijk te bloeden alsof ik een bloedvat had doorgesneden. Ik sneed vervolgens nog een plakje af omdat de bloederige massa nog niet echt goed in mijn brien doorgedrongen waren en het bloeden verhevigde zich in veelvoud. De aanrecht begon langzaam rood te kleuren terwijl de vlek zich langzaam uitbreidde. Eindelijk drong de bloedende worst mijn brein binnen, walgend liet ik alles vallen. De worst, het mes, alles viel met een splash in de groeiende plas bloed. De worst golfde nog een extra beetje eruit terwijl het over de aanrecht rolde. Verschrikt stapte ik achteruit, walgend.

Wat was hier gebeurt? Een bloedende worst, nog nooit had ik zo iets vreemd meegemaakt. De donderwolken konden me niet meer boeien, walging had nu de overhand genoemen. Wat was er met deze worst aan de hand? Een van de katten kwam polshoogte nemen, altijd kien op een plakje worst willen deze diertjes de voorste rang hebben en nu ik enkele meters van de aanrecht verwijderd was zag ze haar kans schoon om dichterbij te komen. Ze zag de plas bloed, de plakken worst en het resterende stuk. Vol overgave begon ze de groeiende plas te lijf te gaan met haar tong. Met smaak begon ze de boel op te likken wat mij sterkte in het idee dat het daadwerkelijk bloed was. Een worst die bloedde, het moest niet gekker worden. Mijn eetlust was gelijk tot een dieptepunt gekelderd, voorlopig zou ik boterhammen met paardenworst maar op mijn buik gaan schrijven. Deze herinnering is niet zo makkelijk uitwisbaar. Dit is niet zoals het verhaal van Marianne dat ik kan besluiten om niet te gaan vertellen. Dit heb ik met mijn eigen ogen gezien. Ik zag het bloed uit de worst stromen. Ik heb gezien hoe de groeiende plas mijn boterhammen bereikte, hoe de kat begon met het oplikken van het geheel en hoe de restanten van de worst doorrolde terwijl er een grotere hoeveelheid uit kwam golven. Ik heb de walging in mijn maag gevoeld, het plotselinge vertek van de hnger. Ik heb het daadwerkelijk gezien en vond het niet leuk. Ik vond het niet leuk. Marianne wel, Marianne heeft genot beleeft in haar verhaal. Ik niets meer dan walging.

En de dag was nog niet ten einde. Mijn boterhammen werden me wreed door de neus geboord, mijn eetlust werd me ontnomen en hedenavond werd ik met mijn neus op de feiten gedrukt. Hoe goed ik ook dingen kan doen, dingen kan verwoorden en kan opschrijven, ik ben gewoon laks met mijn dingen. Ik laat mensen die afhankelijk van mij zijn in de steek terwijl andere daar weer misbruik van kunnen maken. Anderen die ik helemaal niet ken, helemaal niet wil kennen en totaal ongeschikt zijn voor hetgene waar ik voor aangenomen ben. Mensen die pretenderen te zijn wat ze alleen zijn in naam, niets meer dan in naam. Grootspraak en een gave op een ander gebied, maar ze weten mij wel onderuit te halen door mij op feiten te wijzen waar ik me allang van bewust ben. Al heel lang van bewust ben en nog steeds niets aan doe. Ik doe er niets aan terwijl ik weet dat ik het zou moeten doen. Ik zou het moeten doen, maar ik doe het niet. Nu ben ik met mijn neus op de feiten gedrukt en diegene weet dat niet. Dat weet hij niet en zal hij zich ook nooit realiseren, maar wat hij pretendeert te zijn is hetgene wat alleen ik als waarheid kan zien. Zijn gave ligt elders, de mijne ligt hier. Alleen jammer dat ik laks ben, dat ik alles veel te laat inzet. Maar daardoor krijgt het wel hetgene wat het nodig heeft, dat is dan mijn excuus. Dat is mijn excuus en ik weet dat het niet waar is. Ik weet dat ik het ook kan als ik eerder, op tijd mezelf eraan zet. Maar ik ben laks en zelfs daarin ben ik laks wat aan te doen. Eigenlijk zijn de donderwolken nu weer terug, maar ik heb mezelf weer beloofd er iets aan te gaan doen. Ik heb het mezelf weer beloofd en misschien hou ik me er deze keer wel aan. Misschien, paardenworst eet ik morgen toch ook weer.

Maar Marianne... zij is Texel nooit meer te boven gekomen. Texel, met je schapenneukers. Texel met je boerenjongens en grazende weiden. Texel, plaats waar ik nooit zou willen zijn. .

Geen opmerkingen: