14 mei 2006

Het dragen van zwart

Soms zou ik willen dat ik in een roeiboot de wereld rond kon gaan. Roeien over straat zonder dat ik enig probleem zou ondervinden met wrijving, bodemhardheid en tegenwerkende krachten. Maar ik weet dat het gewoon een dwaze gedachte is dus laat ik het varen. Gisteren zijn we gewoon met de voet gegaan om de boodschappen te halen, de zogenaamde benenwagen. Het weer was goed, niet te warm, niet te koud en er hing een zweem van regen in de lucht die maar niet wilde vallen. Het was winkelweer.

Terwijl we ons tussen de pastasauzen en kipkruiden bevinden worden we aangesproken door een oude kennis van ons samen. Iemand die we in het verleden veelal tegenkwamen in een uitgaanssetting waar het tegenwoordig niet goed vertoeven meer is. Ze is inmiddels moeder van twee kinderen waarvan de jongste niet ouder dan vijf maanden is, maar dit alles doet niet terzake. We kwamen haar en haar jongste telg hangend aan haar lichaam tegen in de supemarkt. Vergezeld door kipkruiden, pastasauzen en instandnoedels raakte we aan de praat. Ik iets minder dan mijn lieve ega, maar toch raakte we aan de praat. En waar praat je over als je elkaar maanden, misschien al een jaar niet meer gezien heb, degene die je aanspreekt een zeer jong kind meedraagt in een buikzak? Uiteraard, dan gaat het gesprek over kinderen. Altijd gaan de gesprekken over kinderen als twee mensen elkaar treffen die "in de kinderen zitten." Het lijkt een ongeschreven regel te worden, zo gauw je kinderen hebt moet je met andere ouders over de kinderen praten. Over de kinderen en alles wat daar omheen hangt. Nu levert dat meestal niet een echt interssant gesprek op, het zal mij dus werkelijk worst wezen hoe je het ouderschap ervaart of ik moet je daadwerkelijk aardig vinden. Maar in dit geval hoorde ik iets opmerkelijks.

Het gesprek veranderde langzaam naar kleding. Zo vertelde ze dat ze steeds burgelijker begon te worden. Vroeger droeg ze veel zwart (werkelijk?) en tegenwoordig alleen nog maar gekleurde kleding, want zwart is helemaal niet handig als je kleintjes hebt. Daarbij voelde ze zich helemaal niet thuis meer in die kleur want ze voelde dat ze volwassen aan het worden werd. Nu moest ik aan mijn kledingkast denken, aan mijn voorkeur voor een bepaalde kleur (of kleuren) en moest constateren dat ik dan niet volwassen zou zijn. Ik draag nog steeds zwart en zal dat waarschijnlijk op mijn crematie ook doen. Ik snap werkelijk niet waarom je geen zwart meer mag dragen als je kinderen hebt, het is alsof zwart dragen staat voor een onvolwassen leven en een eeuwigdurende jeugd. Het zijn duidelijk gedachten van mensen waarvan het brein tot rigide structuren begint te vormen en langzaam hetgene worden waar Timothy Leary altijd tegen agegeerde. Ze werd een persoon die waarde hecht aan regels, macht en het misbruiken van regels en macht. Ik wil hier verder niet eens op in gaan, het zijn mensen zonder creativiteit. Mensen die altijd langs dezelfde lijnen blijven denken en vergeten zijn hoe hun jeugdgedachten eruit zagen. Mensen die ontkennen dat ze ooit idealen, dromen en waanideeën hadden. Mensen die ontkennen dat ze leven, ze is een onderdeel van de grijze massa geworden. De grijze massa met hun gekleurde kleding en uniforme, rechtlijnige gedachten.

En toen dacht ik weer terug aan een gesprek dat ik een aantal weken geleden had. Precies over hetzelfde onderwerp, mijn kledingkeuze. Mijn muzieksmaak en mijn gevoel dat ik over de wereld had. Op een gegeven moment werd ik beticht van de eeuwige jongere uit te hangen terwijl dit na je vijfentwintigste zou moeten ophouden. Dan zou je volwassen moeten worden oftewel dan zouden je denkpatronen rigide moeten worden. Dan zou je moeten conformeren aan de grote massa en kleding moeten dragen die past binnen de huidige tijdsgeest. Maar ik doe dat niet, ik ben de vijfentwintig allang gepasseerd en denk nog net zo over de wereld als tien jaar geleden. Ik verander regelmatig mijn ideeën over dingen terwijl dat helemaal niet zou moeten, ik zou een bepaald idee moeten gaan aanhangen en daaraan vasthouden. Maar dat kan ik niet. Mijn brein, mijn gedachten blijven flexibel. Zou ik werkelijk een eeuwige jongere zijn?

Ik vind van niet. Ik denk dat het met hele andere dingen te maken heeft. Ik weiger gewoon mijn dromen op te geven. Ik weiger mezelf vast te pinnen in een bepaald beeld dat ik zou moeten hebben. Ik werk, ik leef en ik reis naar de toekomst, maar ik doe dit allemaal met een open blik. Ik kijk niet verder dan volgende week. Volgend jaar weet ik niet wat er gaat gebeuren en dat kan me ook niet schelen. Ik heb dromen in mijn hoofd die ik nog steeds aan het najagen ben. Altijd zal ik die blijven najagen, ook al zegt iedereen tegen me dat ze onzin zijn. Eigenlijk kan het me ook niet schelen wat anderen van me vinden, wat ze over me denken. Ik leef, ik droom en ik ga vooruit. Dat is het enige wat telt. En het belangrijkste van alles, ik draag zwart. Waarom? Omdat ik altijd al het gevoel heb gehad dat zwarte kleding bij me hoort. Als klein jongetje al wilde ik zwart dragen, alleen maar zwart en niets anders dan zwart. Nu draag ik ook wel eens een ander kleurtje, maar de hoofdmoot van mijn kleding is zwart en zal altijd zwart blijven. Ik ben een eeuwige jongere in de ogen van de rigide massa, maar ik ben gewoon flexibel. Flexibel in alles behalve in mijn kledingkeuze. Die is uniform.

1 opmerking:

Anoniem zei

Hoe herkenbaar, maar dat wist je al.