19 mei 2006

Vragen om liefde


Ik koester je hoofd zoals een kind zijn stuiterbal of favoriete pop zou koesteren. Ik hou je hoofd verborgen in een hoekje in mijn kamer om af en toe vast te houden en een kusje op je lippen te drukken. Ik hoop eigenlijk dat je het niet erg zal vinden, maar elke keer als ik het je het vraag wil je geen antwoord geven. Nooit wil je me antwoord geven, maar je blijft wel bij me. Je blijft gewoon liggen in het hoekje van mijn kamer waar ik je elke dag weer neerleg alsof je niets meer dan een pop bent. Levenloos, stil en niet meer dan plastic.

Maar voor mij ben je veel meer dan alleen een pop. Ik koester je hoofd zoals een volwassene zijn geld en status koestert. Ik leg je elke dag weer terug wanneer we de liefde bedreven hebben zoals het ons betaamd. Die momenten zijn voor mij extra speciaal omdat ik weet dat je dan nog van me houdt. Dat zijn de momenten dat ik weet dat ik nog van jou hou. Ik voel elke dag weer het speciale gevoel dat ik kreeg toen ik je voor het eerst zag, toen ik je voor het eerst ontmoette.

Je lag daar weggestopt in de hoek van een kast. Bij iemand die we allebei niet meer kende en jij wilde weg. Weg uit dat huis, weg uit die kast en weg uit het leven. Ik nam je mee naar huis, gaf je een mooie plaats in mijn kamer en kreeg ruzie over het feit dat jij er was. Niemand vond je aardig, iedereen vond je verschrikkelijk. Maar ik hield vol, ik hield aan en bewaarde je hoofd omdat ik wist dat je speciaal bent. Zonder jou zou ik niet meer willen leven. Ik koester je alsof je mijn eigen arm bent. Ik hou van je alsof je bij mijn eigen lichaam hoort. Ik laat je nooit meer gaan en ik hoop dat je nooit meer weg wilt. Ik koester je, ik hou van je.

Geen opmerkingen: