20 maart 2008

Random gedachten

Spoken, spoken dwalen door mijn hoofd. Heen en weer gaan ze over gebaande paden, als voetgangers op het trottoir. Altijd maar in de weg lopend, altijd in grote getallen als je dat niet wil. Overal waar je kijkt zie je ze, voetgangers, spoken, andere mensen. De wereld is ermee gevuld. Dingen die op je weg lopen, je weg versperren. Gedachten die malen en malen in mijn hoofd.

Ze gaan maar rond, rond als een draaimolen. Langs uitgesleten paden heen en weer. Soms wil ik ze niet meer zien, soms wil ik gewoon even alleen zijn. Even de boel kunnen vergeten, maar dan zijn er altijd weer andere mensen. Mensen op je pad. Onbekenden die ook op weg zijn naar onbekende oorden, verten die wij niet kunnen zien. Verten die ik niet wil zien. Bestemmingen die mij niet aangaan en die ik niet op mijn schouders wil stapelen. Ik wil gewoon mijn eigen weg gaan zonder belemmerd te worden in mijn pas. Mijn gedachten ordenen zonder last te hebben van de spoken, zonder voetgangers.

Gisteren lukte het mij zonder enig probleem. Ik vond mij alleen, alleen op een eiland en zonder weg. Het was een ideale situatie. Precies zoals ik mij altijd had voorgesteld hoe het zou moeten zijn. Een heerlijke rust overviel mij na enige tijd. Ik worstelde er even mee, gewoon om te zien wie de sterkste zou kunnen zijn. Het was niets bijzonders, het had niets te betekenen. Zoals boksers wel een sparren met een ander om in training te blijven. Zo draaide wij om elkaar heen tot een van ons het zou opgeven. Een vriendschappelijke bedoening, rustig en bedaard. Het was een perfecte dag. Ik vond de rust die ik zocht tot het tijd was om te gaan slapen.

Nu draaien de gedachten weer rondjes, hele cirkels in mijn hoofd. Gedachten aan gisteren, denkend aan morgen. Dingen die ik wil weten en dingen die ik ben vergeten. Allemaal willen ze aan bod komen. Maar ze zijn slechts spoken, geesten van vroeger en dingen van lang geleden. Zou ik nog de rust kunnen vinden die ik gisteren had gevonden? Ik maak me geen zorgen meer, ik laat de spoken malen. De gedachten dwalen en de paden verder uitslijten. Wat geweest is zal nooit meer weerkeren, wat gaat komen zal zijn tijd nog uitdienen. Ik kijk maar naar buiten. Naar buiten waar de regen valt. Morgen zal het ook regenen, zoals vandaag de regen al valt. Ik hoop dat je een paraplu meeneemt. Je zal het nodig hebben, maar laat mij maar mijn gedachten malen. In gedachte ben ik bij je, malend en wel. Ooit zal ik mijn weg vinden en dan heeft het malen zijn zin gehad.

Niet vergeten dat het maar spoken zijn. Spoken in mijn hoofd. Spoken die ik bewust laat dwalen omdat zonder hen er geen mensen meer zijn om mijn pas te vertragen. Ik zie het trottoir heus wel liggen, maar laat graag anders zien.

Geen opmerkingen: