16 maart 2008

Herrie tussen de boodschappen

Noot aan mijzelf: Nooit meer boodschappen gaan doen wanneer er een lichte hoofdpijn door het hoofd galoppeert. Nu heb ik ook een hele goede reden om dit aan mijzelf te schrijven aangezien ik net ruzie had in de winkel. Gewoon een woordenwisseling was het, er kwam geen bloedvergieten en pijnlijke kaken bij kijken. Slechts wat gegooi met woorden en onvriendelijkheden.

Het winkelen begon al niet goed. Een winkel vol met boodschappen en heel veel volk is al niet wenselijk met een vorm van hoofdpijn. Tenminste dat vind ik, ik wil altijd rust en vrede tijdens het winkelen maar wanneer het druk is valt er altijd wel enige ergernis op te doen. Alleen tot mijn grote verwondering kwam ik zonder al te veel ergernissen de winkel door. Ik kon zonder al te veel moeite mijn winkelmandje vullen met de boodschappen die ik nodig had. Uiteraard was ik weer wat vergeten, zoals ik altijd doe, maar dat had verder niets met de ruzie die ik ondervond van doen. Dat is namelijk een heel ander verhaal en zoals ik al zei vergeet ik vaker iets mee te nemen dus waarom daar over verder gaan.

Het verzamelen van de boodschappen ging zonder enig probleem. Ik ontweek de drukte als een volleerd jongleur, al goochelde ik niet met ballen maar met winkelend publiek. Ik omzeilde elk winkelwagentje en bejaarde alsof ik het dagelijks deed. En dat met een lichte hoofdpijn, ik stond van mijzelf te kijken. Nu had ik mijn jongste telg meegenomen, omdat hij het altijd leuk vind om mee te gaan met boodschappen doen. Hij helpt graag mee en zoekt ook graag dingen uit om in het mandje te werpen. Uiteraard alleen de dingen die ik ook werkelijk nodig heb en niet de berg snoep en lekkere dingen die hij graag zou willen kopen. Maar hij kan goed helpen en snapt dat we niet alleen van snoep kunnen leven. Hierdoor schoten we nog sneller door de winkel heen, de andere mensen in de winkel konden in ons stof bijten. Zo snel gingen we door de winkel, het was vermeldingswaardig.

Zo kwamen we binnen een kwartier met een vol winkelmandje aan bij de kassa. Nu moet je weten dat de supermarkt waar ik altijd mijn boodschappen haalt uitgerust is met supermoderne zelfscan-kassa's. Of te wel, je mag zelf je boodschappen scannen en op de lopende band werpen. Er hoeft geen cassieré bij aan te pas te komen en dat vind ik heel prettig. Ik ben nooit zo'n voorstander van spreken met mensen in functie dus als ik het kan vermijden doe ik dat ook. Daarbij vind mijn jongste telg het altijd geweldig om de boodschappen te mogen scannen en op de lopende band te leggen dus laat ik hem ook daarbij helpen. Dat dit weer ten kostte gaat van de eerdere snelheid neem ik maar op de koop toe, tenslotte heb ik toch geen haast. Maar blijkbaar werd dit niet op prijs gesteld. Het begon al met een oudere man die het nodig vond om heel dicht op ons te komen staan. Een duidelijkere invasie van mijn persoonlijke priveruimte kon ik niet verzinnen en ik begon me een beetje ergeren aan deze man. Hij maakte het nog erger door binnensmonds te mompelen: "Schiet eens op, ik heb meer te doen..." Mijn soms té scherpe gehoor pikte dit op en door zijn zwaar irritante gedrag waardoor hij mijn priveruimte in kwam begon ik nog langzamer de boodschappen te scannen. Sterker nog, ik liet alle boodschappen door mijn jongste telg scannen in plaats van het om de beurt te doen. Hij kan het namelijk nog niet zo goed. De oude man reageerde door nog dichterbij te komen en letterlijk op onze vingers te gaan kijken.

Uiteraard liep het een na laatste product vast waardoor ik om kassahulp moest roepen. Dat duurde ook weer lang en ook nog geheel onbedoeld, want zoals ik al zei was het druk in de winkel en hadden de cassieres het ook druk. Ik had de tijd, de oude man blijkbaar niet want hij wist binnen geen tijd er een kassahulpje bij te krijgen. Mijn probleem was opgelost en alleen het laatste product, een bergje appels, moesten nog ingescand worden. Uiteraard was dit mijn taak aangezien ik deze uitbesteed had aan mijn jongste telg, de grote helper. En in mijn jeugdige onschuld deed hij er vrij lang over tot groot ongenoegen van de oude man. "Schiet nou eens op met dat gekloot" begon hij te foeteren "Ik heb haast!" Ik keek hem aan. "Wat kan mij het nou schelen dat jij haast hebt" gooide ik hem voor de voeten. "Ik heb geen haast en moet net als iedereen mijn boodschappen halen." Een dodelijke blik werd geworpen. Ik ging verder. "Als je zo'n haast hebt moet je gewoon een andere kassa gaan nemen. Er zijn er genoeg, maar nee.... Je moet perse deze nemen en nog gaan lopen zeiken ook." Inmiddels waren de appeltjes verdwenen op de lopende band en begon ik heel langzaam aan het betalen van de boodschappen. "En nu ook nog een debiele discussie met mij beginnen ook terwijl je zo'n haast hebt. Hierdoor duurt het nog langer!" Ik keek de oude man heel vuil aan. "Je doet net alsof je de enige bent, er staan nog vijf mensen in de rij!" gooide hij er tegenin. Ik keek achter hem, drie mensen en een paardenkop stonden achter hem. Twee hoorde nog bij elkaar ook. Blijkbaar tast ouderdom ook nog het telvermogen aan. "Wat wil je nou, oude gek?" begon ik weer. "Je had toch zo'n haast, begin dan ook niet zo'n debiele discussie. Ik heb geen haast en probeer hier mijn boodschappen te doen in alle rust en vrede. Als je daar geen respect voor kan opbrengen moet je niet achter mij gaan staan. Het kan mij namelijk geen hol schelen dat je haast heb. Ik heb het niet." Het zinde hem duidelijk niet en hij probeerde hulp te zoeken bij de mensen achter hem, maar niemand reageerde op hem. Alleen een schaapachtig lachje werd hem toegeworpen.

Inmiddels had ik mijn boodschappen betaald en liep ik weg. "Wacht maar buiten anders!" kreeg ik naar mijn hoofd geworpen door de oude man. "Ik moet ook naar buiten, dus kom maar op met alles wat je hebt" wierp ik terug en begon mijn boodschappen in te pakken. De hoofdpijn was nu wel aan zijn hoogtepunt begonnen en ik had het helemaal gehad met die oude man. Hij liep gauw naar de cassiere om zijn witte bolletjes af te rekenen. Waarom je dan op een zelfscankassa gaat wachten snap ik niet, maar ieder zijn meug. Ik liep naar buiten en pakte de fiets. Inmiddels was de oude man ook buiten gekomen en tot mijn grote genoegen fietste hij precies dezelfde kant op als ik. Misschien was het heel slecht van mij, maar ik fietste hem achterna. Duidelijk niet op zijn gemak probeerde hij een beetje snel uit de voeten te komen maar hij kwam vast te staan in het verkeer. "Nu moet ik zeker gaan oppassen" piepte hij een beetje. "Nee hoor" riep ik terug. "Je hebt gewoon het geluk dat ik dezelfde kant op moet. Nu kan ik nog langer tegen je aanpraten!" Dat viel duidelijk niet in goede aarde. "Wacht maar tot ik je een keertje alleen tegenkom..." riep hij terwijl hij hard weg probeerde te fietsen. Rustig fietsten wij erachteraan terwijl ik hem uitlegde dat zijn gedrag als totaal-asociaal opgevat kon worden. Dat ouderdom geen reden was om onvriendelijk te zijn tegen andere mensen en meer van dat soort dingen.

Toen hij op het laatst van mijn route naar huis afweek wierp ik hem nog een laatste verwensing toe. Ook nog een goed bedoelde aangezien ik hem een fijn leven toewenste. "Dat heb ik al gehad!" wierp hij terug. Toch treurig dat oude mensen alleen nog maar terug kunnen kijken op het leven dat ze gehad hebben en niet meer vooruit kijken naar de jaren die ze nog te gaan hebben. De woorden "dat heb ik al gehad" zei mij meer dan zijn hele uiterlijk. Ik voel nu medelijden voor deze oude man, blijkbaar is zijn leven helemaal over. Waarom zou je dan nog haast hebben? Iets om voor te leven heeft hij namelijk niet meer. Zou ik hem nog een keertje tegenkomen? Misschien heeft hij nu wel iets om naar uit te kijken, het moment dat hij mij een lesje gaat leren. Het zou mij wel goed doen, dan heeft de man weer iets om voor te leven.

Geen opmerkingen: